Forum voor Anarchisme
ArtikelenDe AnarchokrantDossiersEventsWiki // Hulp bronnenContact // InzendingForum
|
anarchokrant30 april 2025

Vier belangrijke ingrediënten voor een rechtvaardige transitie (deel 1)

Author: Doorbraak.eu | GEPLAATST DOOR: De Anarchokrant | Bron: doorbraak.eu

Voor het slagen van klimaat/arbeid-organisingcampagnes is een bundeling van krachten en factoren cruciaal.

De afgelopen jaren hebben klimaatactivisten over de hele wereld geworsteld om het momentum te houden in de strijd, terwijl de temperaturen stijgen en er klimaatrampen plaatsvinden. Ondertussen worden arbeiders voortdurend aangevallen door Donald Trump en andere rechtse leiders die hun rechten met harde hand beknotten. In Duitsland bijvoorbeeld zit de extreem-rechtse Alternative für Deutschland (AfD) in de lift. Die partij is de afgelopen weken voor het eerst in de peilingen de sterkste partij van het land geworden, terwijl van de eens zo omvangrijke klimaatcampagne Fridays for Future nog slechts een omhulsel rest.

Zo ziet het er, in ieder geval aan de oppervlakte, somber uit. Maar als we wat beter kijken, zien we ook een paar sprankjes hoop. De Duitse democratisch-socialistische partij Die Linke heeft een verrassende opmars gemaakt tijdens de laatste verkiezingen, en werkers in de publieke sector hebben hun hernieuwde kracht getoond tijdens hun meest recente cao-onderhandelingen. In Berlijn en andere grote steden is deze kracht tot uiting gekomen in een reeks unieke stakingen – arbeiders uit verschillende sectoren staan schouder aan schouder met bewoners van de stad en klimaatactivisten onder het motto Berlin Steht Zusammen (BSZ, Berlijn Staat Samen).

BSZ is de meest recente uiting van de campagne Wir Fahren Zusammen (WFZ, Wij Reizen Samen), een alliantie tussen Fridays for Future en de publieke sector vakbond Ver.di. Hun alliantie heeft geleid tot gezamenlijke acties in meer dan zeventig steden in Duitsland en bijgedragen aan de grootste staking van Ver.di sinds 1992. De alliantie, die zich nu uitbreidt naar Nederland en Oostenrijk, is een uitstekend voorbeeld van wat bekend staat als “rechtvaardige transitie” organising, een richtinggevende en soms prefiguratieve benadering van arbeidsorganisatie. Dit wordt ook wel “klimaat-arbeid-transitie” organising genoemd, wat probeert betere arbeidsomstandigheden te organiseren in een groene economie, waarbij vaak steun wordt gezocht bij de klimaatbeweging en gebruik wordt gemaakt van de technieken van “onderhandelen voor het algemeen belang“. In het geval van “rechtvaardige transitie” organising voor decarbonisatie (ontkolen, het wegnemen van koolstoffen uit de productie), breiden arbeiders hun strijd uit tot meer dan alleen lonen en arbeidsomstandigheden en eisen ze een klimaatvriendelijke transitie van hun industrieën.

Op basis van een analyse van een aantal door arbeiders geleide decarbonisatie-projecten, stel ik in dit artikel dat vier factoren van vitaal belang zijn voor hun succes: een goed georganiseerde werkplek, steun vanuit de gemeenschap, een duidelijk alternatief productieplan en publieke financiering/eigenaarschap. Op basis van deze vier sleutelfactoren identificeer ik vervolgens verbeterpunten en hiaten in het ecosysteem van de beweging, waar arbeiders, activisten en academici samen kunnen komen om een rechtvaardige groene toekomst werkelijkheid te laten worden.

Arbeiders en de klimaatbeweging: een natuurlijk bondgenootschap

Wir Fahren Zusammen is een bijzonder strategische alliantie met potentieel om wijdverspreid na te volgen. WFZ is ontstaan nadat de Fridays for Future in Duitsland een enorme indruk maakten, en in 2019 1,4 miljoen mensen mobiliseerden. Daarna nam hun aantal echter af, toen ze worstelden om hun doelen te bereiken – voornamelijk een speciaal fonds van honderd miljard euro dat deels zou worden gebruikt om de infrastructuur van het openbaar vervoer uit te breiden. Dat mislukken kan worden toegeschreven aan vele factoren, waarvan het vaakst genoemd worden: de coronapandemie en de partij De Groenen die klimaateisen pacificeert.

Vervolgens zochten gedesillusioneerde klimaatactivisten naar nieuwe tactieken. Velen volgden de cursus Organizing for Power, gesponsord door de Rosa Luxemburg Foundation, en zochten aansluiting bij de arbeidersbeweging om hun strijd te ondersteunen. Hoewel openbaar vervoer slechts één onderdeel was van hun klimaatagenda, is het een van de weinige sectoren die zou moeten uitbreiden (in plaats van inkrimpen of omvormen) om klimaatdoelen te bereiken, en die een vanzelfsprekend verband heeft met ecologische duurzaamheid (in tegenstelling tot bijvoorbeeld zorg of schoonmaak). Tegelijkertijd zagen ze dat Ver.di, ondanks de hoge ledenaantallen, verre van militant was, beperkt werd door wettelijke barrières die “politieke stakingen” verhinderen en achterliep in het gebruik van media en technologie. Daarom boden ze de vakbond organisatorische, communicatieve en politieke steun aan in een poging om de openbaar vervoer-sector te versterken en uit te breiden – wat al een van de centrale eisen van de klimaatbeweging was. WFZ-activisten benaderden het publiek, haalden handtekeningen op met petities, organiseerden bijeenkomsten in stadhuizen, en begonnen publiciteitscampagnes die waren gebaseerd op de principes van het onderhandelen voor het algemeen belang.

Wir Fahren Gemeinsam, de Oostenrijkse tegenhanger van WFZ, ging nauw samenwerken met vakbond VIDA, en veel van haar leden werden geïntegreerd in de bondsstructuren en gingen als vrijwillige vakbondsorganisers werken. Alles bij elkaar hebben beide campagnes met succes publieke steun voor de arbeiders opgebouwd en hun eisen gepolitiseerd. In de nieuwste campagnecyclus in Duitsland ondersteunden en verbonden activisten ziekenhuis-, schoonmaak- en transportwerkers, waarbij ze zorgden voor infrastructuur tussen sectoren en werkplekken, vergelijkbaar met een deel van het werk van het Emergency Workplace Organizing Committee in de Verenigde Staten. Deze beweging laat zien hoe klimaatactivisten lege plekken in het ecosysteem van de arbeidersbeweging kunnen opvullen door samen te werken aan wederzijdse doelen.

Ondanks deze synergieën heeft de alliantie een aantal beperkingen. Ten eerste werd ermee begonnen toen de klimaatbeweging sterker en goed georganiseerd was, en dit is nu niet meer het geval, vooral niet met betrekking tot door jongeren geleide klimaatrechtvaardigheidsgroepen. Duitse activisten veranderden van koers en probeerden in plaats daarvan anti-fascistische studentenbewegingen op te bouwen. Bovendien was het opbouwen van deze alliantie een langdurig proces. De organising-inspanningen nemen toe en weer af met de onderhandelingscycli, en veel van de activisten geven de voorkeur aan een “geen sluiproutes”-aanpak, geïnspireerd door wijlen Jane McAlevey, waarbij ze liever de macht van de arbeiders van onderaf opbouwen dan een groot aantal activisten te mobiliseren, wat bij vakbondsleden de verdenking van coöptatie kan oproepen. Hoewel dit diepere verbindingen en echte samenwerking mogelijk maakt (in plaats van oppervlakkige coalitievorming), kost het tijd. En als laatste: de beweging slaagde er niet in om gebruik te maken van wat veel organisatoren “momenten van de wervelwind” noemen – natuurlijke omslagpunten die massa-actie en sociale verandering teweegbrengen.

Ngo’s bieden steun, vakbonden initiëren hervormingen

Sinds het ontstaan van het idee van rechtvaardige transitie in de jaren negentig hebben verschillende ngo’s en vakbonden belangengroepen bijeengebracht, beleid voorgesteld en interne hervormingen doorgevoerd. Hoewel ngo’s niet in het centrum staan van het arbeiders organiseren, kunnen ze wel inzicht en steun bieden bij een transitie.

De Campaign against Climate Change in het Verenigd Koninkrijk heeft bijvoorbeeld meerdere “One Million Climate Jobs” (“Een miljoen klimaatbanen”) rapporten gepubliceerd waar vakbonden naar kunnen verwijzen om transitie te stimuleren. In Trade Unions for Energy Democracy komen meer dan 120 vakbonden samen, terwijl de International Transport Workers Federation en de International Trade Union Confederation meerdere lopende onderzoeks- en organisatieprojecten hebben rond een rechtvaardige transitie. Meer lokaal organiseert de Green Workers Alliance zich binnen de schone energie-sector in de VS, ontwikkelt Climate and Community klimaat- en economisch beleid dat vakbondsstrijd kan voeden, combineert de FNV binnen hun Mondiaal-project het werken aan een rechtvaardige transitie met solidariteit met het mondiale zuiden, en wisselen groepen als Climáximo in Portugal en het Labor Network for Sustainability in de VS elkaar af als bewegingsorganisator en initiatiefnemers, zoals toen Climáximo in 2023 een Global Climate Jobs Conference organiseerde.

Aan vakbondskant werden testrichtlijnen, resoluties en nieuwe overeenkomsten doorgedrukt in de strijd voor klimaatrechtvaardigheid. Unite in het zuidwesten van Engeland leidt “groene kaderleden” op die pleiten voor grotere veranderingen in de hele toeleveringsketens en die bedrijfsmilieuonderzoeken gebruiken om de processen op de werkplek te hervormen via nieuwe contracteisen. SEIU 26 in Minnesota organiseerde wat sommigen de eerste “door de vakbond goedgekeurde klimaatstaking” noemen, toen schoonmakers de Amerikaanse arbeidswet omzeilden door een “groen trainingsprogramma” voor te bereiden en steun kregen van klimaatgroepen als de Sierra Club en de Minnesota Youth Climate Strike. Amazon Employees for Climate Justice organiseerde een staking voor bijna tweeduizend werkers, produceerde een compleet “niet-duurzaamheidsrapport”, en dringt er door middel van organisatie en directe actie nog steeds bij Amazon op aan om zijn klimaatbelofte na te komen .

Ontslagen tegengaan, de overgang financieren

Strijd van werkers tegen ontslagen komt vaak voor, maar de werkers van Lucas Aerospace en hun creatie van het Lucasplan worden vaak gezien als een van de meest innovatieve en effectieve voorbeelden van verzet. Toen de werkers te horen kregen dat er massaontslagen zouden vallen, kwamen ze in alle vijftien fabrieken samen om een “verbond” te vormen en met steun van sympathiserende academici ontwikkelden ze een plan om nuttige producten voor de maatschappij te maken, zoals zonnecellen, warmtepompen en spoorwegvoertuigen. In reactie hierop besloot het management de ontslagen in te trekken. Hoewel het plan niet werd uitgevoerd, voornamelijk vanwege een gebrek aan overheidssteun, blijft het principe ervan de werkers inspireren om alternatieven voor te stellen voor bestaande productiewijzen – vooral voor die verouderd raken als gevolg van de klimaatcrisis.

Autoarbeiders van Campi Bisenzio in het Collettivo di Fabbrica – Lavoratori GKN Firenze, of kortweg GKN, vormen een belangrijke inspiratiebron voor zulke betrokkenheid. In 2021 werden de 422 werkers van de fabriek abrupt ontslagen, waarbij het management het verplaatsen van de productie naar het buitenland, deïndustrialisatie en de groene transitie als oorzaken noemde. Als reactie daarop bezetten de arbeiders de fabriek – een actie die doet denken aan de arbeidersstrijd in Buenos Aires – en kregen ze veel steun van de gemeenschap en de klimaatbeweging via demonstraties, muziekfestivals en meer. Net als bij het Lucasplan werkten de arbeiders samen met nabijgelegen universitaire onderzoekers om de fabriek in kaart te brengen en een transitieplan op te stellen voor de productie van elektrische fietsen en zonnepanelen. Het sluitstuk was de financiering – GKN koos eerst voor een coöperatief model en lanceerde een crowdfundingcampagne die meer dan 1 miljoen euro opbracht. Nu oefenen ze druk uit op de regionale overheid om de transitie te financieren.

De bezetting van GKN is uniek,maar veel andere werkers in industrieën die beïnvloed worden door de groene transitie, worden ook geconfronteerd met bedreigingen en reageren ze op verschillende manieren. Vorig jaar nog onderhandelden Volkswagen-werkers in Duitsland met succes over een ontslag-stop tot 2030, toen 35.000 van de 120.000 werkers volgens de oorspronkelijke plannen zouden worden ontslagen.

Op dezelfde manier ontvingen de United Auto Workers (UAW) in Belvidere, Illinois in 2023 het nieuws dat Stellantis hun fabriek buiten bedrijf zou stellen en 1.350 mensen baanloos zou maken. Als reactie hierop vocht de UAW terug met de historische Stand-up Staking bij de Grote Drie-autofabrikanten, waarbij een toezegging werd verkregen dat de fabriek in 2027 heropend zou worden, en dat er een gloednieuwe fabriek voor elektrische autobatterijen gebouwd gaat worden die duizenden extra banen oplevert. Deze ommekeer omvatte een speciale contractuele bepaling die arbeiders het recht gaf om te staken bij fabriekssluitingen in andere regio’s en die ook de aanzet gaf tot een raamovereenkomst die ook geldt voor toekomstige arbeiders in de sector elektrische voertuigen binnen de Grote Drie.

Niet alleen toonde deze overwinning de kracht van “onderhandelen om te organiseren“, het was ook een punt van samenkomst voor een ongeorganiseerde Amerikaanse klimaatbeweging. Activisten kwamen naar de picketlines en het Labor Network for Sustainability organiseerden een solidariteitsbrief van meer dan 150 (voornamelijk klimaatrechtvaardigheids) groepen ter ondersteuning van de UAW. Inmiddels heeft de basisbeweging UAWD een electrische voertuigen-transitiecommissie gelanceerd.

Hoewel beide vakbonden wonnen dankzij hun sterke organisatie, kun je je afvragen wat een transitieplan of fabrieksbezetting zou hebben bewerkstelligd om nog meer rechtvaardigheid voor arbeiders te garanderen.

Deel 2 verschijnt binnenkort.

Aaron Niederman

Aaron Niederman (they/them) doet onderzoek naar de inspanningen van arbeiders om de CO2-uitstoot terug te dringen en naar de alliantie Wir Fahren Zusammen, met steun van de German Chancellor Fellowship en de Rosa Luxemburg Foundation. Dit artikel verscheen op 9 april 2025 in het Engels op de website van de Rosa Luxemburg Foundation. Daar is ook een Duitse vertaling te vinden.

Reacties (0)

Voeg nieuwe reactie toe

Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.