Bladeren – 41: Boeken, Tijdschriften, Acties
Rubriek Cees Bronsveld. In het Schiedamse Stedelijk Museum was tot en met 3 maart van dit jaar een tentoonstelling te zien met werk van het kunstenaarsechtpaar Otto van Rees (1884-1957) en Adya van Rees-Dutilh (1876-1959). De dame is een telg uit de Rotterdamse patriciërsfamilie Dutilh, de heer is een zoon van Jacob van Rees (1854-1927). Deze Jacob, een christen-anarchist, werd vooral bekend als de oprichter van de Landbouw Kolonie der Internationale Broederschap (Blaricum, 1899) en de Humanitaire School in zijn villa in Laren (1903) . Zoon Otto werd (dus) opgevoed in de anarchistische christenleer van Tolstoi. Meer over vader Jacob lees je hier, Online.
Zijn vrouw Adya kwam uit een heel andere elite, uit een familie waar bezit en aanzien als het hoogste goed werden gezien, zo meldt de catalogus die bij deze tentoonstelling verscheen. Adya zou zich daar echter sterk tegen afzetten. Samen vertrokken zij naar Parijs en kwamen onder andere via Kees van Dongen in aanraking met de toenmalige avant-garde aldaar. Zij zouden er zelf ook deel van gaan uitmaken! Het was dus al met al ook een kunsthistorisch belangrijke tentoonstelling. Waarbij ook een prima catalogus verscheen: Otto & Adya van Rees. Pioniers van de avant-garde, Zwolle/Utrecht, Waanders / Van Rees Stichting, 2025, 128 pp., € 24,95).
Een andere interessante tentoonstelling is nog wel te zien, in het Haagse Kunstmuseum. De tentoonstelling heet Nieuw Parijs: van Monet tot Morisot. Monet moet je zo nodig zelf maar even zoeken, van Morisot had ik nog nooit gehoord. Welaan: Bethe Morisot (1941 – 1895) was een Franse schilderes. Haar ‘eigen’, Nederlandstalige website – zie Online – opent zelfs met de claim ‘Niemand vertegenwoordigt het impressionisme met meer talent en meer autoriteit dan…’. Voila.
De tentoonstelling is zeer de moeite waard. Het Parijs van vlak voor de Commune van 1871 wordt onder meer getoond. Centraal staat een drietal stadsgezochten – afkomstig uit musea in Berlijn, Oberlin (OH) en, Quai Du Louvre, uit de eigen collectie van het Haagse museum – die Monet in 1867 schilderde vanaf een balkon van het Louvre. Dat Parijs was, in de jaren daarvoor onder leiding van Baron Haussmann (1809 – 1891) wat je noemt ‘onherstelbaar verbeterd’. Bekend werden de brede boulevards die aangelegd werden maar ook hele wijken werden gesloopt. Waren veel van deze huizen eerst vooral slecht, na de ingrepen van Haussmann werd ‘wonen’ in deze wijken voor de gewone bevolking onbetaalbaar.
Het is 1870 en Frankrijk is in oorlog met Pruisen. Aan de vooravond van zijn bewind had Napoleon III een belofte gedaan: “Het keizerrijk is vrede”. Achttien jaar later vormen deze woorden het cynische onderschrift van een spotprent van Honoré Daumier: we zien een stad in puin, gebouwen staan in brand en de doden liggen op straat. Zie daar de zinnen waarmee Frouke van Dijke het hoofdstuk Stad in oorlog over de Commune in de catalogus opent. In grote lijnen schetst zij het wel en wee van de stad die zichzelf onafhankelijk verklaarde als de Commune van Parijs. Deze zou bloedig worden onderdrukt. Op de tentoonstelling is onder meer een groot portret te zien van ‘petroleuse’ Louise Michel (1830 – 1905), een bekende foto, gemaakt naar haar arrestatie in de gevangenis van Versailles – door het formaat een zeer indrukwekkend portret.
Meer revolutie?
We komen in de buurt met wat als Troelstra’s vergissing de geschiedenisboeken in zou gaan. Met deze typering wordt gedoeld op zijn oproep tot ‘revolutie’ in de Tweede Kamer in november 1918. De Eerste Wereldoorlog was ten einde en in Rusland had een revolutie plaats gevonden, in Duitsland en Hongarije heerste grote sociale onrust. In Nederland ook, in Den Haag, Rotterdam, Leiden maar vooral in Amsterdam. In zijn boek Revolutiekoorts. Onrust en oproer in november 1918 besteedt Wouter Linmans uitgebreid aandacht aan deze onrust in Amsterdam (Atheneum Amsterdam, 2024, 295 pp., € 24,99, E-book € 11,99). Op 13 november 1918 zouden daar geweerschoten een einde maken aan een dreigende socialistische revolutie. Een van de leiders daar was de communist David Wijnkoop (1876 – 1941). In het geschiedenistijdschrift Historiekeen fraaie recensie: zie Inline.
Linmans noemt deze Amsterdamse schermutselingen ‘minder bekend’. Dat blijkt te kloppen. In Koejemans’ Wijnkoop-biografie (1967) geen woord hierover, evenmin in de bijdrage over Wijnkoop van Albert Mellink in het Biografische Woordenboek van het Socialisme en de Arbeidersbeweging in Nederland (deel 1, 1986, pp. 155 – 159). Al zal, zo mag je hopen, de online-versie van dat artikel binnenkort wel worden aangepast – zie Online.
We komen ook in de buurt van ‘revolutie’ in het nieuwe boek van Siebe Thissen over het ‘De Vletter-oproer’’ (Leve Rotterdam. De tragische geschiedenis van Jacob de Vletter, Rotterdam, studio Rashkov, 2024, 272 pp., € 22,99). De flaptekst omschrijft het boek ietwat zuinigjes als ‘een stadsverhaal over de ongeregeldheden in de laatste week van oktober 1868’. Een paar regels daaronder wordt gelukkig echter ook gemeld dat Thissen het oproer in een nieuw perspectief plaatst. Het perspectief van Rotterdam als een stad in verandering: de koopmansstad moest in de ogen van het stadsbestuur een havenstad worden. Het stadsbestuur wilde dat proces stimuleren door meer kapitalistische verhoudingen mogelijk te maken. Weg met de straathandel dus, vond men. Deze aversie tegen straathandel zou trouwens nog heel lang in het DNA van menige Rotterdamse stadsbestuurder aanwezig blijven, is mijn indruk.
Voor de Kroniek, een magazine uitgegeven door het Rotterdams Historisch Genootschap Roterodamum schreef Thissen een fraai Nawoord – dat in het boek zelf zeker niet misstaan zou hebben. Het artikel zal digitaal verschijnen (is wellicht inmiddels digitaal verschenen?) op de Roterodamum-website, zie Online).
De Vletter was een ‘zaakwaarnemer’, een enigszins belezen man die op zijn minst, in tegenstelling tot zijn klanten, van een aantal elementaire rechtsregels op de hoogte was. Hij kon mensen die zich geen advocaat konden veroorloven tot op zekere hoogte juridisch bijstaan. Hij was kortom vooral lastig voor het stadsbestuur. In een recensie op de Boekenkrant-website schreef ene Alex Dabrowski (zie Online) dat Thissen in zijn boeken nogal eens de neiging heeft ‘de context te veel op de voorgrond te zetten’. Daarmee heeft hij zeker een punt. Alleen: ik vind dat veeleer een aanbeveling van Thissen’s aanpak dan een verwijt aan zijn adres. Dat ‘te veel’ moet dus weg! Zo maakt Thissen bijvoorbeeld veel werk van de ‘juristerij’ rond het proces tegen De Vletter: petje af voor zijn research, te meer omdat de juristerij niet onmiddellijk zijn metier is. Maar je komt door zijn heldere analyses veel te weten over het functioneren van de rechtsspraak in de 19e eeuw. Prima ‘bijvangst’ wat mij betreft! *
Thissen maakte onder meer dankbaar gebruik van James Scott’s Two Cheers For The Petty Bourgoisie, een hoofdstuk uit het prachtboek Two Cheers For Anarchism (2012) van deze Amerikaanse antropoloog, met een stevige knipoog naar onze marxistoïde vrienden – die met en door het begrip ‘kleinburgers’ een hele klasse mensen als revolutionairen meenden af te kunnen serveren.
Klimaatkwestie
Scott blijkt in juli 2024 te zijn overleden. Onlangs verscheen, postuum dus, een nieuw boek van hem, In Praise of Floods: The untamed river and the life it brings (Yale UP, New Haven CT, 246 pp. ca. €27,50). In het Times Literary Supplement (TLS, Feb 28, 2025) een recensie. In The New Yorker1 (4.4.2025)., onder de titel Enemy Of The State een ‘in memoriam’, met een overzicht van zijn werk, en enkele regels over zijn laatste boek. Dit artikel werd ook online gepubliceerd, zie James C. Scott’s “In Praise of Floods,” Reviewed | The New Yorker.
Scott bepleit anders naar rivieren te kijken, minder antropocentrisch. Dan kun je ook de positieve kanten zien van overstromingen….. Daar zal menige Nederlander toch wat moeite mee hebben, zeker de Nederlanders met een huis in een gebied dat onder de zeespiegel ligt. Maar goed: het is een interessant gedachtenexperiment dat zonder meer een bijzonder boek oplevert. Over antropologen gesproken. Mogelijk had Thissen ook wat gehad aan de in druk verschenen oratie De zaakwaarnemer (zoals gezegd, het beroep van De Vletter) van de Nederlandse antropoloog André Köbben (1925 – 2019) (Deventer, Oratie Erasmusuniversiteit Rotterdam, Deventer: Van Loghum Slaterus 1983).
Een recent verschenen klimaatboek over architectuur zou je ook kunnen lezen als een antropologie van het bouwen. Helaas betreft het een nogal prijzig boek maar het is wel een èrg mooi boek. Het kreeg de titel Architecture Follows Climate – uiteraard verwijzend naar de notie vorm volgt functie van de Amerikaanse architect Louis H. Sullivan (1856 – 1924). De auteur van dit klimaatboek heet Alexandros Iannou-Naoum, als docent/onderzoeker werkzaam aan de Weense Technische Universiteit.
Het boek beschrijft de traditionele architectuur in 5 klimaatzones. Deze werden ooit onderscheiden en benoemd door de Russisch-Duitse geoloog Wladimir Peter Köppen, (1846 – 1940), te weten: de tropische, droge, gematigde, land- en poolklimaten. Achtereenvolgens worden de lokale ‘bouwkunsten’ en –technieken besproken, waarbij benadrukt wordt hoe zeer de bouwwerken aangepast worden aan deze klimaatzones. Het boek werd vooral ook glashelder en wonderschoon geïllustreerd. Mede daardoor is het niet alleen uiterst praktisch maar vooral ook inspirerend. (Bazel, Birkhäuser, 414 pp. € 65,00).
Terug naar de revolutie
In Buiten de orde (2024/4, info: secretariaat@vrijebond.nl) onder de kop Soundtrack van de Revolutie een interview met de muzikant Richard de Mos, bekend van onder meer Fungus. Aan de Soundtrack van de Revolutie zou De Mos American Paranoia van Attitude Adjustment willen toevoegen. Popmuzikant Meindert Talma, bekend door zijn Domela Passie (2019) waarmee hij met Freek de Jonge op de planken stond, kwam recent (2024) met een nieuwe CD en een nieuw boekje, beide nogal autobiografisch, beide getiteld Gezinsverbijstering. (Info: https://meinderttalma.nl/).
Het Duitse anarcho-blad Graswurzelrevolution heeft ‘revolutie’ sinds jaar en dag in de eigen naam. In GWR 498 (april 2025) aandacht voor twee belangrijke vrouwen: de Amerikaanse anarchiste Emma Goldman (1869 – 1940), die een ‘leidenschaftliche Propagandistin anarchistischer Ideeen’ wordt genoemd en schrijfster Ursula LeGuin (1929 – 2018), vooral bekend door haar utopische roman The Dispossesed (1974). Daarbij aandacht voor haar feminisme onder de kop Brauchen wir ein Geschlecht?
Henk Sneevliet (1883 – 1942) was een belangwekkende Nederlandse revolutionair. Hij was onder meer betrokken bij de communistische partijen van Indonesië en China. In Rotterdam werd er lang geleden terecht een straat naar hem vernoemd. Een recent geplaatste fotomontage aldaar herinnert vooral aan Sneevliet als verzetsheld. NRC Handelsblad interviewde een tweetal betrokken Rotterdamse kunstenaars: “Dat linkse verleden zit in deze stad – en dat moeten we gedenken” (NRC, 17.2.2025, zie Online).
Vooringenomen journalistiek
Bij de Vlaamse uitgeverij EPO verschenen twee boeken van Noam Chomsky in een Nederlandse vertaling, te weten een nieuwe editie van zijn The Essential Chomsky en en het samen met Edward Herman geschreven Manuifacturing Consent (de Engelse titel bleef deels gehandhaafd) De politieke economie van de massamedia.(Manufacturing Consent), Barchem-Antwerpen, EPO, 671 pp., € 34,90). In NRC Handelsbladeen, to put it mildly, nogal vooringenomen recensie van dit laatste boek door Sjoerd de Jong onder de kop Eerst de spreekbuis, toen de boksbal van de macht. Uiteraard noemde De Jong het debat tussen Chomsky en Bolkestein dat in mei 1989 plaatsvond, volgens hem bleef dat debat onbeslist, ‘omdat er teveel langs elkaar heen zou zijn gepraat’. In een ingezonden brief wees ik er op dat dat onzin is. In De Gids (155/7, 1992) stond een analyse van het debat. De auteurs, met kennis van logica en argumentatieleer, concludeerden na een nauwgezette analyse, min of meer tot hun eigen verbazing, dat Bolkestein het debat verloor: hij gebruikte te vaak allerhande drogredenen.
Vooringenomen journalisten zoals De Jong, evenals destijds zijn NRC-collega Raymond van den Boogaard, zijn daar dus aantoonbaar ingetrapt. Tamelijk schandalig om mijn kleine maar niet onbelangrijke correctie de NRC-lezer domweg te onthouden. Het genoemde artikel uit De Gids werd online gezet door DBNL, zie
Caroline van Eck & Hende Bauer De Chomsky-Bolkestein controverse: Een grensverkenning van de mogelijkheden om logica op politiek toe te passen, (De Gids. Jaargang 155 – DBNL). Positiever over Chomsky’s boek is een online-bespreking op dewereldmorgen.be: het boek wordt daar zelfs getypeerd als ‘de Bijbel van elke kritische journalist’, zie Online.
Tenslotte
Ex-Provo Roel van Duijn – hij is zoals eerder gemeld ‘anti-militarist af’ – wordt columnist bij het blad De Kanttekening, zo meldde de redactie in het aprilnummer. De Kanttekening is een nieuw, maandelijks verschijnend en linkserig tijdschrift – met onder meer veel aandacht voor minderhedenkwesties. In het maartnummer ook aandacht voor Simone Weil middels een recensie van een Weil-biografie die ik niet kende: Frits de Lange, In alles tot het uiterste. Het leven en denken van Simone Weil, Utrecht: Ten Have, 192 pp. € 22,99). Voor meer info over dit blad, zie Over ons – De Kanttekening Voor iets minder dan €9,00 kun je een proefabonnement van 3 nummers nemen.
Er zijn gelukkig nog altijd mensen die wel geloven in geweldloosheid. Lodewijk van Oord hoort daar bij. Van zijn hand verscheen Protesteren voor beginners. Over verzet en rebellie (Amsterdam, Cossee, 128 pp. € 18,99). Hoe werkt geweldloos verzet? stond er boven een NRC-recensie (28.3.2025). De recensie verscheen eerder ook online. Daar was de kop een beetje, wat heet, anders: “Als geweldloosheid steeds met geweld wordt beantwoord, wat doe je dan?”, stond er boven deze digitale versie, zie: Als geweldloosheid steeds met geweld wordt beantwoord, wat doe je dan? – NRC
Tot slot: ook het literaire tijdschrift De Gids kwam met een themanummer over pacifisme (De Gids, 2025/1, info Online, abonnees op De Groene Amsterdammer ontvangen De Gids gratis).
Cees Bronsveld
Commentaar op en suggesties voor deze rubriek graag naar ceesbronsveld@outlook.com
* Als nevenbijvangst is te wijzen op het verschenen zijn van de brochure Anarchistisch recht (2025) door Thom Holterman en anderen, te bestellen bij ‘Het Fort van Sjakoo’ (Amsterdam); meer informatie zie Online.
Reacties (0)
Voeg nieuwe reactie toe
Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.