Hoe Wilders Nederlanders voor zijn sekte rekruteert
Waarom is Wilders zo succesvol? Die vraag domineert Nederland al jaren, en is alleen maar relevanter geworden sinds de verkiezingen van november 2023. Zeker nu Nederland zich opmaakt voor nieuwe verkiezingen is het belangrijker dan ooit om te begrijpen waarom Wilders blijft winnen. Zijn de kiezers van Wilders allemaal racisten? Zijn het ongehoorde Nederlanders? Of is er iets anders aan de hand? In dit artikel analyseer ik de politieke strategie die Wilders gebruikt, en waarom het zo relevant is dat zijn partij ondemocratisch is.
Inleiding: vooroordelen loslaten
Om Wilders goed te begrijpen moeten we allereerst een aantal vooroordelen loslaten over hem en over hoe de Nederlandse politiek werkt. De klassieke politieke duiding van Wilders, in ieder geval in de ‘liberale’ hoek, is dat hij soort “glitch” in het systeem is. Volgens deze duiding is Wilders bij toeval de macht in gestruikeld, met zijn incompetente bende die zogenaamd “niets voor elkaar krijgt”. Wilders heeft nu eenmaal bewezen dat hij niet zou kunnen regeren, en daarmee is zijn gevaar ook geweken, zo gaat dit narratief.
Dat narratief klopt simpelweg niet. Het is een gigantische onderschatting van de strategie van Wilders. De aantrekkingskracht van die onderschatting is voor ‘klassieke’ politieke duiders groot, evenals voor partijpolitici: het voorkomt namelijk dat men uitkomt op een fundamentele kritiek op ons politieke stelsel. Die aantrekkelijkheid is juist het grote gevaar van zo’n simpele analyse: het sust ons in slaap, en maakt dat we het mogelijke gevaar van Wilders niet zien. We moeten hem juist op waarde schatten, en dat betekent dat we hem niet als een politiek ongelukje moeten zien, maar als een gewiekste strateeg. Alleen zo kunnen we verklaren waarom hij nog steeds de komende verkiezingen gaat winnen.
Waarom Wilders liegt
Het moge duidelijk zijn dat Wilders liegt, en niet zo’n beetje ook. Zo liegt hij over hoe sociaal hij is: hij zegt het eigen risico voor zorgverzekeringen af te willen schaffen, maar stemt daar vervolgens tegen. Hij zegt huren te willen verlagen, maar steunt geen enkele maatregel om dat te bereiken. Hij zet moslims in een kwaad daglicht, hij liegt over demografie en vluchtelingen, hij liegt over criminaliteit… Zijn hele politieke platform hangt aan elkaar van leugens en bedrog, puur bedoeld om kiezers te manipuleren.
Manipulatie is een miljardenindustrie waar Wilders veel van geleerd heeft. Reclamebedrijven investeren jaarlijks enorme sommen in wetenschap om te achterhalen hoe mensen het beste gemanipuleerd kunnen worden. Eén van de relevante conclusies (voor dit stuk over Wilders) is dat emotionele argumenten meer onmiddellijke overtuigingskracht hebben dan inhoudelijke argumenten. Daarom spelen reclames eerder in op emoties dan op feiten en onderbouwing. Dit heet in de psychologie peripheral route persuasion (indirecte overtuiging): overtuiging die zich baseert op de vorm van de boodschap in plaats van de inhoud.
Reclamebedrijven zijn hierin beperkt, omdat veel bedrijven hun merknaam niet willen associëren met zogenaamde “negatieve” emoties, zoals angst en woede. Reclames maken daarom meer gebruik van “positieve” emoties, zoals blijdschap en verlangen. Politici kennen deze beperking echter niet, en kunnen daarom gebruik maken van het volledige scala aan menselijke emoties.
Hoe Wilders liegt
Wilders speelt in op emoties door gebruik van sugrofobie. Dit is de angst voor zwendelaars, de angst dat je voor de gek gehouden wordt en dat er misbruik wordt gemaakt van je goede wil. Het is de angst dat er tegen je gelogen wordt en dat je dat niet doorhebt. Sugrofobie zit in alles wat Wilders zegt. Als hij het heeft over vluchtelingen die hier komen om uitkeringen te trekken, dan speelt hij in op sugrofobie. Als hij het heeft over islamisering, dan speelt dat in op sugrofobie. In 2017 schreef Wilders:
“Want de wil van het volk is voor de elite niet relevant. Ze lachen ons uit. Alles wat tot onze cultuur behoort wil men van ons afpakken. Zelfs Zwarte Piet mag niet meer. De elite wil nu ook het woord ‘allochtoon’ afschaffen, maar het is de autochtoon die zijn land verliest. Ik weiger me daar bij neer te leggen.”
Het aandikken van die gevoelde “vernedering”, en dat zien als onderdeel van een groter complot, is een belangrijk onderdeel van de tactiek van Wilders. Dat complotdenken maakt mensen minder vatbaar voor tegenspraak. Iemand met sugrofobe angsten is zeer wantrouwig naar mensen die met tegenargumenten komen. Sugrofobie is een complottheorie, en mensen die in een complottheorie geloven vinden alle niet-gelovigen inherent verdacht. Daarom is het vaak niet nuttig om met iemand in debat te gaan die gelooft in een sugrofobe samenzweringstheorie. Sterker nog, in discussie gaan met iemand met sugrofobe denkbeelden kan die denkbeelden juist versterken. Hoe overtuigender de argumenten, hoe vijandiger complotdenkers reageren.
Manipulatie en brainwashing
Naast dat de denkbeelden van Wilders zijn volgelingen ‘vaccineren’ tegen tegenspraak, maakt het hen paradoxaal genoeg ook vatbaarder voor zijn suggestie en manipulatie. Ook dit is geen nieuwe vinding van Wilders, maar een techniek die al jaren wordt gebruikt door sektes. Ik gebruik hier de term “sekte”, maar daarmee heb ik het in brede zin over wat Alexandra Stein een “totalitair systeem” noemt; een ideële relatie of gemeenschap die het leven van een persoon geheel consumeert en overneemt. Een andere gangbare Engelse term is een high control group (hoge controlegroep), verwijzend naar de hoge mate van controle die een sekteleider uitoefent.
Hoe beheersen sektes hun leden? Hoe worden ze gehersenspoeld? Daarvoor maken sektes gebruik van cognitieve dissonantie. Dat is een mentale staat waarin je verkeert als je twee tegenstrijdige ideeën tegelijkertijd wil geloven. Dat kan over van alles gaan: over je politieke voorkeuren, maar ook over je zelfbeeld. Mensen die van dieren houden maar ook vlees eten bevinden zich weleens in cognitieve dissonantie, maar ook mensen die racistisch zijn en Marokkaanse vrienden hebben. Mensen die in een staat van cognitieve dissonantie verkeren zijn mentaal kwetsbaar, en zijn zeer ontvankelijk voor oplossingen van die dissonantie.
Normaliter is die mentale kwetsbaarheid niet zo gevaarlijk. Mensen met hechte vriendengroepen en ondersteunende familie kunnen praten over de gevoelens die de dissonantie opwerpt, vaak zonder te realiseren dat er sprake is van dissonantie. Daarom proberen sektes hun mogelijke rekruten (vanaf nu: slachtoffers) te isoleren. De meest gebruikte techniek in sektes is de zelf-isolerende ideologie. Elke sekte heeft een eigen ideologie of denkbeeld die de kern vormt van het sekte-denken. Meestal is dat iets apocalyptisch; dat de Dag des Oordeels nabij is, bijvoorbeeld.
Dat apocalyptische is van belang, omdat het isolerend werkt. Wie gelooft in de doembeelden van de sekte zal proberen vrienden en familie te overtuigen van die denkbeelden. Veel mensen vinden het echter niet overtuigend. Dat een sekte-slachtoffer niet wordt geloofd door naasten wordt dan gebruikt om een wig te drijven tussen het slachtoffer en diens oude sociale kringen. Deze apocalyptische denkbeelden hebben vaak ook een complotaspect, en maken scherp onderscheid tussen vriend (de in-groep) en vijand (de out-groep). De combinatie van isolatie en angst om zélf als vijand verbannen te worden zorgt dat sekteleden vooral met andere sekteleden willen associëren, en zich zo mentaal aan de groep ketenen die in feite de oorzaak is van de mentale stress en isolatie.
Dit is in een sekte de grote bron van cognitieve dissonantie. Alexandra Stein noemt het disorganised attachment: een relatie waarin iemand met mentale stress een oplossing zoekt bij de persoon die die stress juist veroorzaakt. Dat veroorzaakt dan weer cognitieve dissonantie, waardoor slachtoffers van een sekte in een zelfversterkende spiraal terecht komen. Mensen in zo’n spiraal zoeken naar verlichting, en de sekteleider is de persoon die in zo’n geval voor verlichting kan zorgen. Meestal in ruil voor loyaliteit. Dit maakt de sekteleider tot een cognitieve keizer, die als enige in staat is zijn volgelingen mentale rust te geven.
De politieke sekte
Het bovenstaande geldt niet alleen voor religieuze of spirituele sektes. Een zelf-isolerende ideologie kan net zo goed politiek zijn. De denkbeelden van Geert Wilders zijn zo’n zelf-isolerende ideologie. Het is in ieder geval apocalyptisch. Wilders voorspelt hel en verdoemenis; “Nederland gaat kapot!”, zegt hij, en “Nederland islamiseert!”. Deze beelden roepen gigantische angsten op; dat mensen ooit wakker worden in een wereld die ze niet meer herkennen, en die niet meer “de hunne” is. In het beeld van Wilders is dit een kwaadaardig complot vanuit moslims en linkse politici om “de baas te worden” in Nederland, en dat beeld vindt gretig aftrek.
Deze angsten zijn onzinnig (en tonen weinig begrip van de daadwerkelijke machtsrelaties in de wereld), maar dat ze irreëel zijn maakt ze niet minder sterk. Integendeel, irreële angsten zijn vaak sterker dan reële angsten. Hoe minder reëel de angsten, hoe moeilijker iemand zelf, door het lezen van boeken of praten met naasten, van die angst af kan komen. Hoe minder reëel de angst, hoe meer het isolerend werkt. Daar komt bovendien bij dat leugens produceren makkelijk is. De leugen gaat te paard, de waarheid komt te voet. Het kost enkele seconden om een leugen te verzinnen die vervolgens uren kost om te ontkrachten. Zeker op sociale media is de snelheid waarmee leugens bedacht kunnen worden een groot gewin.
Een sekte-politicus als Wilders heeft er dus baat bij om een heel wereldbeeld te construeren puur uit leugens. Een wereldbeeld dat deels gebaseerd is op rationele argumenten, gestoeld op de waarheid, heeft een inherente zwakte in de ogen van een sekteleider: die rationele delen van het wereldbeeld kunnen gebruikt worden om de irrationele argumenten in twijfel te trekken. Die ideologische keten is slechts zo sterk als de zwakste schakel. Dus moet een sekteleider een hele ideologie bouwen uit leugens. Ook dit versterkt het samenzweringskarakter van de politieke sekte. Hoe groter de samenzwering lijkt, in het hoofd van een PVV-volgeling, hoe groter de angst, en hoe groter de aantrekkingskracht van Wilders.
Dat samenzweringskarakter van de ideologie is niet alleen nuttig, het is noodzakelijk. De vijanden die Wilders kiest (vluchtelingen, moslims, zogenaamde ‘criminelen’, uitkeringsgerechtigden) hebben niet de invloed waarvan Wilders ze beschuldigt. De vijand is, volgens Wilders, tegelijkertijd overweldigend sterk en ongelofelijk zwak. Immers wil Wilders wel het idee wekken dat hij die vijanden uiteindelijk kan verslaan. Die combinatie aan aspecten van zijn ideologie maakt het onvermijdelijk dat Wilders toevlucht neemt tot de samenzweringstheorie. Over deze combinatie schrijft Umberto Eco ook in zijn essay Oer-fascisme; zowel de obsessie met een complot als de gedachte dat de vijand gelijktijdig zwak en sterk is, zijn kenmerken van fascisme.
Daarbij is het goed om te benadrukken dat er een sterke correlatie is tussen het geloof in één samenzweringstheorie, en het geloof in meerdere samenzweringstheorieën. Als iemand eenmaal de logica van een samenzwering heeft geaccepteerd, is het voor hen makkelijk om aan te nemen dat dezelfde “kwaadaardige elite” ook verantwoordelijk is voor allerlei andere voor hen onverklaarbare zaken. Dit leidt tot de creatie van big tent conspiracies, zoals bijvoorbeeld Qanon: grote samenzweringstheorieën die allerlei ‘kleinere’ samenzweringstheorieën proberen te syncretiseren tot één (meer of minder) coherent narratief. Dit is ook waarom de corona-pandemie een winst was voor zowel Wilders als Forum voor Democratie: hoe meer mensen uit zichzelf in corona-samenzweringstheorieën gaan geloven, hoe vruchtbaarder de bodem voor hun eigen samenzweringspolitiek.
De doelwitten van Wilders
Maar niet elke leugen is hiervoor geschikt. Men zou denken dat als je een sugrofobe leugen bedenkt, dat er geschiktere doelwitten zijn dan vluchtelingen en moslims. Neem bedrijven die enorme winsten boeken ten koste van hun werkers. Of huisbazen die hoge huren vragen voor het recht om ergens te wonen. Of politici die racisme gebruiken om dit allemaal te verbloemen. Maar die doelwitten zijn allemaal ongeschikt, en wel om twee redenen: allereerst zijn dit échte vormen van misbruik, en zoals gezegd wil een sekteleider zich eerder baseren op leugens dan op de waarheid. Ten tweede zijn vluchtelingen en moslims makkelijkere doelwitten. Bedrijven, huisbazen en rechtse politici kunnen zichzelf via de media verdedigen. Ze kunnen publiekelijk tegenspraak leveren. Geert Wilders (en andere extreem-rechtse politici) kiezen juist de weg van de minste weerstand en de minste tegenspraak. Daarom is het slachtoffer van extreem-rechts altijd een groep mensen die het al moeilijk heeft in een samenleving, bijvoorbeeld door de gevestigde islamofobie, queerfobie en racisme, die in Nederland al eeuwen welig tieren.
Dit is overigens ook waarom de technieken van Wilders niet bruikbaar zijn voor een linkse, progressieve beweging die zich richt op rechtvaardigheid en anti-kapitalisme. Als je als beweging eenmaal besluit dat je leugens wil gebruiken, dan val je al snel in dit patroon: je valt de zwakken in de samenleving aan, en ontwijkt kritiek op de gevestigde belangen. Je zoekt de weg van de minste weerstand. Juist om die gevestigde belangen te beschermen is kennis nodig, en begrip voor de krachten die erachter schuil gaan. Er bestaat daarom niet zoiets als een “linkse Wilders”, en als die zou bestaan zou het niet mijn bondgenoot zijn.
Veelal wordt naar de inconsistentie van Wilders gewezen als een politieke zwakte. Geredeneerd vanuit het pluralisme is dat het ook. Hypocrisie en inconsistentie zijn in feite vormen van leugens: je liegt over wat je van plan bent te doen of wat je gelooft. Pluralistische partijen reageren daar slecht op, maar voor Wilders is het juist een kracht. Hij geeft niemand houvast; zijn tegenstanders niet, maar ook zijn volgelingen niet, en ook dat is het doel. Onzekerheid in zijn volgelingen vergroot alleen maar de disorganised detachment; het gevoel van onzekerheid waardoor ze juist naar de hatelijke ideologie van de PVV trekken.
Het sekte-ecosysteem
Al het bovenstaande maakt PVV-volgers mentaal enorm kwetsbaar, en dat is het doel. Wilders maakt zijn volgelingen vatbaar voor zijn politieke zwendel. Dat heeft echter ook neveneffecten, want die kwetsbaarheid voor zwendel stopt niet bij Wilders. Waar PVV-stemmers enorm kritisch zijn naar politieke medestanders, zijn ze enorm kwetsbaar voor suggesties van mensen die zich profileren als hun politieke ‘bondgenoten’, ook als dat zelf zwendelaars zijn.
Een voorbeeld hiervan is Alex Jones, een extreem-rechtse Amerikaanse radiomaker. In de laatste jaren heeft hij onder meer gesuggereerd dat de slachtoffers van de schietpartij van Sandy Hook, waar meerdere schoolkinderen bij zijn omgekomen, acteurs waren. Hij gebruikt zijn platform deels om zijn fascistische politiek te verkopen, maar ook om allerlei producten aan te mens te brengen: voedingssupplementen, overlevingsuitrusting… Elke uitzending doet hij alsof zijn radioprogramma bijna failliet is, en vraagt hij om donaties van zijn luisteraars, die enorme bedragen overmaken.
Zo zijn er nog wel duizenden voorbeelden. Zo zijn er zogenaamde ‘soevereinen’ die geloven in de samenzweringstheorie dat de staat niet écht bestaat, en die voor honderden dollars cursussen verkopen hoe je verkeersboetes ongeldig kan laten verklaren. Er zijn crypto-scammers die hun peilen expliciet richten op extreem-rechtse lui door een politieke boodschap aan hun coin te verbinden. Er zijn media-figuren wier hele carrière gebouwd is op het verspreiden van extreem-rechtse propaganda, puur omdat ze zeggen wat fascisten willen horen.
Dat gebeurt niet alleen in de VS, maar ook in Nederland. Wierd Duk, een ‘journalist’ van de Telegraaf, heeft zijn hele carrière gebouwd rond het verspreiden van extreem-rechtse propaganda. Gerard Joling behoudt zijn relevantie door zijn fascistische meningen te verspreiden, net als Johan Derksen bij Vandaag Inside. Jan van de Beek, een extreem-rechtse wiskundige, doet zich voor als migratie-expert en weet zo zijn boeken vol onwaarheden te verkopen. Hele websites, zoals Nieuw Rechts en Indepen, danken hun bestaan aan het meeliften op de sugrofobie van Wilders. Zo ontstaat een extreem-rechts ecosysteem van zwendelaars die allemaal gebaat zijn bij het in stand houden en het uitbreiden van de zwendel. Het fascistische project van Wilders is daarmee een groepsproject.
Waarom Wilders kan liegen
De vraag die dan rijst is: als die sugrofobe strategie zo goed werkt, waarom gebruikt alleen Wilders die? Wat weerhoudt andere partijen om hetzelfde te doen? Een stukje trivia dat weleens wordt gedeeld als het over de PVV gaat, is dat de partij ondemocratisch is. De PVV kent inderdaad maar twee leden: Geert Wilders enerzijds, en een stichting waarvan Geert Wilders het enige bestuurslid is anderzijds. Twee leden is het minimum om een vereniging op te richten, en zo heeft Geert Wilders toch alle touwtjes in handen. Dit is anders dan andere politieke partijen, waarbij mensen ook daadwerkelijk lid kunnen worden. Die verenigingen zijn, zoals de wet eist van verenigingen, democratisch ingericht. Leden verkiezen het bestuur, stellen het partijprogramma op, en stellen de kieslijsten samen.
Hoe anders is het bij de PVV. Daar kan Geert Wilders al die beslissingen in zijn eentje maken. Hij bepaalt het programma, de kieslijsten, en wie de baas is (hijzelf). Daarvoor hoeft hij zich aan niemand te verantwoorden, want hij gaat ook over het geld van de partij. Uit je kritiek, of doe je iets anders wat Wilders niet zint, dan kan je zonder pardon uit de partij worden gezet. Het is een systeem dat absolute loyaliteit aan Wilders beloont, boven alle andere aspecten van een persoon.
Pluralisme versus Monisme
Dit is, in tegenstelling tot hoe het vaak gepresenteerd wordt, niet alleen een curiositeit of een borrelfeitje. De ondemocratische aard van de PVV maakt dat Wilders een geheel andere politiek kan bedrijven dan andere partijen. Bij traditionele partijen is er altijd sprake van een bepaald machtsevenwicht tussen verschillende groepen leden. Net zoals de landelijke politiek verschillende partijen kent, zo bevat elke partij op haar beurt ook weer verschillende groepen en facties, elk met hun eigen belangen. Denk aan vergroening versus werkgelegenheid binnen GroenLinks-PvdA, of het kleinbedrijf (MKB Nederland) versus het grootbedrijf (VNO-NCW) binnen de VVD. Die belangen kunnen soms botsen binnen hun eigen partij, maar uiteindelijk heeft elk van deze groepen meer baat bij samenwerking dan het oprichten van een eigen partij.
Zo ontstaat pluralisme, een systeem dat bedoeld is om die verschillende machtige facties aan elkaar te binden. Politiek pluralisme is fundamenteel gebaseerd op wantrouwen, en dat is juist de kracht van het systeem. Geen enkel machtsblok binnen een partij wil dat een ander machtsblok er met de macht vandoor gaat. Dat wantrouwen zorgt ervoor dat bepaalde fundamentele rechten worden gewaarborgd. Vrijheid van meningsuiting, openheid van informatie, betrokkenheid bij besluitvorming… In traditionele partijen worden autoritaire, leugenachtige figuren daarom (meestal) niet tot hoge posities verkozen. Zij zullen door grote delen van de partij worden gewantrouwd.
Hoe anders werkt de PVV. Die partij is niet pluralistisch, maar monistisch: macht is niet verdeeld tussen verschillende machtsblokken, maar vloeit enkel voort uit de persoon van Geert Wilders. Iedereen binnen de machtsstructuur van de PVV is van hem persoonlijk afhankelijk: als ze macht hebben, dan hebben ze dat omdat Geert Wilders die heeft gegeven, en Wilders kan het op elk moment afpakken. Macht in een monistisch systeem wordt altijd ‘geleend’ van de hoogste leider. In de PVV mist niet alleen de mogelijkheid om Geert Wilders aan banden te leggen, maar ook de wil: PVV-ers worden geselecteerd op loyaliteit, en omdat ze hun macht ‘lenen’ van Wilders, zijn ze erbij gebaat dat hij zo machtig mogelijk is.
Dat komt het meeste naar voren als het gaat om leugens. De leugens die “traditionele” politici kunnen vertellen zijn talrijk maar beperkt. Zelfs als een politicus liegt, is dat vrijwel nooit een volledige leugen. Leugens van traditionele politici bestaan vaak in de onvolledigheid of selectiviteit van informatie die ze verstrekken, de spin die ze aan een onderwerp geven, of een beroep op emoties in plaats van feitelijkheden. Traditionele politici blijven altijd nog gebonden aan de werkelijkheid, en beperken leugens tot een minimum als ze hun doel ook met (een versie van) de waarheid kunnen bereiken.
Daarbij moeten twee opmerkingen geplaatst worden. Allereerst: dat is niet uit de goedheid van hun hart, maar komt voort uit de pluralistische controle vanuit hun partijen. Een politicus die tegen het parlement of het electoraat durft te liegen, liegt waarschijnlijk ook tegen de eigen partij. Dat is een bedreiging voor de macht binnen de partij, want leugenaars zijn onvoorspelbaar en niet te beheersen; hoe garandeer je dat een leugenachtige politicus de belangen van de partij dient, en niet hun eigen belang? Ten tweede: die bescherming geldt alleen voor onderwerpen waar een bepaald machtsblok (een bepaalde factie of een andere partij) iets om geeft. Pluralisme is een systeem om macht te ordenen, niet om de machtelozen te beschermen. Pluralisme kent inherent een in-group met macht en een out-group die niet beschermd wordt.
Wilders is al jaren geen traditionele, pluralistische politicus meer. Hij staat aan de top van een monistische partij, een machtszuil, en daardoor heeft hij een andere relatie met de waarheid. Zijn eigen partij heeft noch de mogelijkheid noch de wil om hem terug te fluiten. Voor een politicus die alleen maar zijn eigen belang hoeft te beschermen is de waarheid een gevangenis. Door te liegen kan Wilders juist meer macht naar zich toe trekken, en dat vinden zijn directe volgers, zijn vazallen, alleen maar prima. Bij de PVV is er immers geen verschil tussen het partijbelang en het persoonlijke belang van Geert Wilders, zoals die er wel is bij traditionele partijen.
Als je als politicus vrij bent om te liegen, dan is er geen enkele reden om je te beperken tot een leugentje of twee. Een liegende politicus kan het beste zo effectief mogelijk liegen, en dat betekent dat je je leugens precies bouwt op wat je wil bereiken. In het geval van Wilders: leugens die zo effectief mogelijk kiezers aan hem binden. Over de jaren heen heeft Wilders zijn strategie voor politiek liegen geperfectioneerd: niet alleen kan hij goed liegen, maar hij weet precies hoe hij zijn leugens moet gebruiken om kiezers te manipuleren.
Conclusie
Wat ik in dit artikel heb omschreven is een enorm krachtige politieke strategie. De vraag die dan opkomt is: waarom wint het nu pas? Waarom komt die politieke strategie nu pas op, terwijl de Italiaanse fascisten en de nazi’s het al gebruikten? Waarom boekten Hans Janmaat, Pim Fortuyn en Rita Verdonk niet hetzelfde succes als Wilders? Die vraag reikt te ver voor dit al zeer uitvoerige artikel, en is een verhaal voor een andere keer. Voor nu kunnen we volstaan met de vaststelling dat onze samenleving als geheel minder bestand is geworden tegen bepaalde leugens. Dit proces noemen veel mensen “verrechtsing”, en valt samen met de groei van de macht van kapitalisme. Hierdoor kunnen zondebokpolitici steeds meer hun gang gaan, zolang ze de aandacht afleiden van de problemen van het kapitalisme.
Wat kunnen we uit al het voorgaande afleiden? Allereerst kunnen we vaststellen dat Wilders niet zomaar verslagen zal worden door een chaotische verkiezingsdeelname. Daarvoor zijn zijn volgers te loyaal en te geïndoctrineerd. Ook is het lastig om al de volgers van Wilders racisten te noemen, die vanwege hun racisme op de PVV stemmen. Op de PVV stemmen is inherent racistisch, dus PVV-stemmers zijn per definitie racistisch, maar het is een kip-ei-vraag. Er is in Nederland altijd racisme geweest, maar Wilders heeft dat ook weer harder aangewakkerd en de racisten aan zich gebonden. Het sektarische element van de PVV mag niet vergeten worden.
Deze analyse leidt ook tot een wat pessimistische toekomstblik, namelijk dat Wilders niet zomaar verslagen kan worden. Hij heeft kiezers aan zich gebonden op een manier en een schaal waarop geen enkele Nederlandse politicus dat in de afgelopen tachtig jaar heeft gedaan. Die binding is hardnekkig. PVV-ers zullen niet zomaar overstappen naar een andere partij. Daarvoor is de aard van de partijen te verschillend. Het verslaan van de PVV zal een diepgaande deradicalisatie vergen, juist op een moment waarop de staat niet geneigd is om die handschoen op te pakken.
Deze keer heb ik even geen opbeurend afsluitend of een call to action. Dit probleem is niet op te lossen door naar een demonstratie te gaan, of door te flyeren, of zelfs door neo-nazi’s te lijf te gaan op straat, en doen alsof zou afdoen aan de ernst van de analyse. Er is geen reden tot paniek. De anti-fascistische strijd gaat door, en de conclusie is zeker niet dat Wilders onoverwinnelijk is. Maar het feit dat we op ons in moeten laten werken is dat fascisme niet vanzelf voorbij gaat. De politici gaan de strijd tegen Wilders niet winnen in het kieshokje. Als we daarop wachten zal de PVV alleen maar aan steun winnen. Pas als we dat realiseren, en ook echt op een fundamenteel niveau begrijpen, zie ik kansen voor de anti-fascistische beweging in Nederland.
Bo Salomons
Reacties (0)
Voeg nieuwe reactie toe
Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.