Dekoloniale activisten in Hoorn houden stilteprotest tegen schijnparticipatie over standbeeld van genocidepleger Coen

Naar de inhoud springen

Afgelopen zaterdag hielden mensen van Change The Future of Maluku, Werkgroep Slavernijverleden Hoorn en We Promise een stilteprotest voor de ingang van het stadhuis van Hoorn. Terwijl op dat moment in het stadhuis een zogenaamde “open stadsdialoog” van start ging over het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen, werden de nazaten van de overlevenden van de genocide onder leiding van Coen opnieuw buitengesloten. Maar “wat je ook zegt, Coen is en blijft een genocidepleger”, aldus de dekoloniale activisten. En daarom dient zijn standbeeld te worden verwijderd uit de openbare ruimte. Liever gisteren dan vandaag. Dus niet langer meer praten tot je een ons weegt.

In een persbericht waarmee het stilteprotest werd aangekondigd, hebben de activisten nog eens op een rijtje gezet welke feiten over Coen en de VOC niet voor discussie vatbaar zijn. “1. J.P. Coen gaf in 1621 opdracht tot massamoord op de Banda-eilanden. Dit wordt door historici erkend als genocide. 2. J.P. Coen is niet ‘slechts’ verantwoordelijk voor de genocide op Banda. Hij was architect van VOC-geweld in heel de Molukken. 3. De VOC dwong mensen tot arbeid, ontnam hun vrijheid, eigendom en leven. Dat heet vandaag: slavernij, dwangarbeid en mensenhandel. 4. Wat toen ‘handel’ werd genoemd, is nu strafbaar volgens artikel 273-f Wetboek van Strafrecht. 5. Het stadsbestuur van Hoorn was economisch betrokken bij de VOC en profiteerde van koloniale moorden en uitbuiting. 6. De Roode Steen, waar het standbeeld waar J.P. Coen staat, heet zo omdat daar publiek bloed vloeide bij executies – niet door toeval, maar door macht. 7. Een standbeeld in de openbare ruimte is een eerbetoon, geen neutrale geschiedschrijving. 8. Eerbetoon aan een dader is ontkenning van het slachtoffer. 9. Dwangarbeid, slavernij en genocide zijn geen ‘meningen’, maar misdrijven onder internationaal recht. 10. ‘Participatie’ zonder de nazaten van de slachtoffers is geen dialoog, maar voortzetting van uitsluiting. 11. Wat toen werd toegestaan, zou vandaag tot strafrechtelijke vervolging leiden.”

Tijdens het stilteprotest toonden de activisten posters die haarscherp duidelijk maakten dat de oeverloze stadsgesprekken en raadsvergaderingen over het standbeeld van Coen volstrekt overbodig zijn. Het standbeeld moet simpelweg verdwijnen uit de openbare ruimte. En Coen moet niet langer worden vereerd en verheerlijkt. De activisten eisen daarom: “1. Stop deze schijnparticipatie – géén daderverheerlijking onder het mom van ‘dialoog’. 2. Betrek de nazaten structureel in elk besluit over J.P. Coen en VOC-erfgoed. 3. Verplaats het standbeeld van J.P. Coen naar het museum – waar het hoort: met context, niet met eer.”

Harry Westerink

(Alle foto’s zijn gemaakt door Jaimie.)

Berichtnavigatie