Politie Oostenrijk overvalt antifascistisch jongerenkamp

Solidariteitsgroepen en de Sloveense regering roept op tot onderzoek naar de provocerende operatie bij herdenkingscentrum voor verzet 2e WO.

4 augustus, 2025 3 min leestijd

(Foto: Damian Smrečnik/Novice)

Op zondag 27 juli deed de Oostenrijkse politie een inval in een antifascistisch jeugdkamp op het landgoed Peršman in een afgelegen gebied in de deelstaat Karinthië. Op de locatie, zelf een lokale instelling voor het bewaren van de herinnering aan het verzet tegen de nazi’s, werd een internationaal antifascistisch onderwijskamp gehouden. Er waren ongeveer 60 mensen aanwezig toen politievoertuigen plotseling op het terrein verschenen en verder vergezeld werden door helikopters, drones en een hondeneenheid. Drie mensen werden tijdelijk gearresteerd en één persoon raakte gewond.

De boerderij Peršman is een van de belangrijkste gedenkplaatsen voor de Sloveense bevolking van Karinthië geworden. Tijdens het nazi-tijdperk steunden de bewoners van de boerderij de antifascistische bevrijdingsstrijd en op 25 april 1945 vermoordden nazi-eenheden 11 Sloveense leden die op de boerderij woonden. De site is een gedenkteken voor de misdaden tegen de Karinthisch-Sloveense burgerbevolking en gewijd aan het behoud van de geschiedenis van hun verzet.

Afgelopen weekend organiseerde de in Wenen gevestigde Club van Sloveense Studenten (KSŠŠD) in samenwerking met de Peršman Vereniging een kamp gewijd aan de 80e verjaardag van het einde van de Tweede Wereldoorlog, met lezingen en workshops over de vormen van collectief herdenken en de rol van het antifascisme in Oostenrijk.

Volgens een persbericht van de Peršman Vereniging werden “identiteitscontroles en huiszoekingen uitgevoerd zonder gerechtelijke toestemming”. Er zijn drie redenen aangevoerd voor de grootschalige, agressieve politieactie: natuurbescherming, overtredingen van de kampeerverordening en dat een antifascistisch kamp een immorele benadering van het gedenkoord betekende. De organisatoren van het kamp verwierpen deze redenen gezien het feit dat het kamp op het terrein van het museum was, met volledige steun van de museumexploitanten werd gehouden en werd bijgewoond door nazaten van de verzetsstrijders en nazislachtoffers.

Tijdens de inval verwondde de politie een persoon, die later ter plekke werd behandeld, toen ze probeerden het museumgebouw binnen te dringen en arresteerde tijdelijk drie mensen omdat ze zich verzetten tegen staatsmacht. Het buitenproportionele politieoptreden en de ongegronde redenen voor de inval worden gezien als een voortzetting van de historische schending door de staat van het fundamentele recht van de Slovenen in Karinthië. De Peršman Vereniging heeft opgeroepen tot een onmiddellijk onderzoek en zei dat, hoewel de agressieve acties hun werk niet zullen verstoren, “het onaanvaardbaar is dat de politie aan nazate  van nazislachtoffers en verzetsstrijders wil dicteren hoe herdenking eruit moet zien en een zelfgekozen herdenking in het museum strafbaar wil stellen”.

Sinds de acties van het weekend is de oproep van de organisatoren voor een nader onderzoek overgenomen door de Sloveense regering, internationale antifascistische organisaties en Sloveense solidariteitsgroepen.