Forum voor Anarchisme
ArtikelenDe AnarchokrantDossiersEventsWiki // Hulp bronnenContact // InzendingForum
|
anarchokrant24 april 2025

Thomas Walter: “De recherche noemde het een ‘paasei’”

Author: Doorbraak.eu | GEPLAATST DOOR: De Anarchokrant | Bron: doorbraak.eu

Vijf jaar geleden schreven we in “Ondergedoken en opgespoord” over de toenmalige gebeurtenissen rond de drie mannen die ervan verdacht werden te zitten achter een mislukte aanslag op een deportatiegevangenis in aanbouw bij Berlijn in 1995. Onlangs, op 16 april verscheen in de krant nd een interview met een van de drie, Thomas Walter. Hieronder een vertaling, en we beginnen met het achtergrond-kader dat de krant erbij plaatse.

In april 1995 probeerde de radicaal-linkse groep “Das K.O.M.I.T.E.E.” de in aanbouw zijnde deportatiegevangenis in Berlijn-Grünau te vernietigen. Dat was ook een reactie op de verscherping van de asielwetgeving door de CDU/CSU en SPD twee jaar eerder.

(De actie was gepland in de nacht van Paasmaandag op dinsdag, zodat die nog zou samenvallen met het einde van een congres van autonomen in Berijn, met ongeveer 2.000 deelnemers. Hij was bedoeld als stimulerende bijdrage, vert.)

Maar de actie mislukte. Diezelfde nacht nog moesten Thomas Walter, Peter Krauth en Bernd Heidbreder onderduiken en ze verdwenen tientallen jaren van het toneel. Er was geen nieuws van hen tot Heidbreder in 2014 werd gearresteerd in Venezuela, maar na lange juridische procedures niet uitgeleverd werd aan Duitsland. De drie kregen asiel in het Zuid-Amerikaanse land.

Als onderdeel van een deal met het federale Openbaar Ministerie konden Walter en Krauth onlangs terugkeren en werden ze veroordeeld tot twee jaar voorwaardelijk. Heidbreder was al in 2021 in Venezuela aan kanker overleden. Thomas Walter, 62, leeft nu als koffieboer in Zuid-Amerika.

In 1995 moest Thomas Walter na een mislukte aanslag op de uitzettingsbajes Grünau onderduiken. Na dertig jaar op de vlucht te zijn geweest is hij terug.

Een interview door Matthias Monroy en Raul Zelik

Misschien moet je eerst maar even duidelijk maken waar we het over mogen hebben. Jullie zijn tenslotte veroordeeld en zijn vrij op borgtocht.

Eigenlijk niet, nee. De rechter was blij toen we duidelijk hadden gemaakt dat we op korte termijn weer naar Venezuela wilden afreizen. Het enige wat ik zou willen vermijden is mensen die ons bij onze vlucht hebben geholpen met naam en toenaam te noemen.

Okay, dan gaan we direct naar de nacht van 11 april 1995. In de wijk Grünau in Berlijn ontdekt een politiepatrouille twee verlaten auto’s op een parkeerplaats in het bos. In een ervan bevindt zich een explosief. Wat was daar aan de hand?

Met dat explosief zou de uitzettingsbajes Grünau, die toen werd gebouwd, moeten worden verwoest. Een van de beide voertuigen was gestolen en als bomauto bedoeld. Op de parkeerplaats in het bos was de bedoeling kentekenplaten te plaatsen van een soortgelijke auto – om ermee onopvallend in Berlijn te kunnen rijden. Maar juist op het moment dat de kentekenplaten zouden worden aangebracht kwam de patrouille langs. Een ongelofelijke pech.

Wat is er toen gebeurd?

We hebben eerst urenlang in de bosjes gelegen, daarna zijn we ondergedoken.

Er werd destijds veel de spot mee gedreven dat de politie persoonsbewijzen in de auto aangetroffen…

Er was sprake van een legale auto die we hebben gebruikt. Daarin lagen papieren in geval we ons zouden moeten identificeren. Wanneer je op weg bent een aanslag te plegen, draag je je persoonsbewijs niet op je lichaam. Je zou het kunnen verliezen. Het was een opeenstapeling van toeval.

Niet van fouten?

Natuurlijk wel. De ergste fout was dat we de tweede auto van iemand hadden geleend die van alles niets wist. Het was de zus van Peter die zich een dag later bij de politie heeft gemeld. Hoewel de politie meteen wist dat ze niets met de geplande aanslag van doen had werd ze door het federaal Openbaar Ministerie (Bundesanwaltschaft, BAW) zes weken lang vastgehouden. Quasi als gijzelaar, zodat Peter zichzelf zou aangeven. Ze was op dat moment zwanger en kreeg een miskraam.

Wat was precies de bedoeling bij de Grünau-gevangenis?

Het plan was met vier gasflessen de dragende constructie van de uitzettingsbajes zo zwaar te beschadigen dat die vanwege bouwtechnische redenen zou moeten worden afgebroken. Het was ons duidelijk dat we met vier gasflessen “Unkraut-Ex” geen gebouw zouden kunnen opblazen. Maar met behulp van het bouwrecht hadden we de bouw zeker kunnen stoppen.

Kun je Generatie-Z uitleggen wat Unkraut-Ex is?

Dat is een natrumchloraat dat als bestrijdingsmiddel vrij te verkrijgen was – niet in Duitsland, maar in Frankrijk bijvoorbeeld. Voor een explosief zijn twee componenten van belang: het ene moet branden, het ander moet zuurstof leveren. In ons geval was poedersuiker het brandende materiaal en natriumchloraat leverde zuurstof. Als ontstekingsmechanisme gebruikten we gloeilampjes die vroeger bij het fotograferen werden gebruikt. Daarnaast rode fosfor die we van lucifers hadden afgeschraapt.

Klinkt nogal geknutseld…

Maar het werkte wel. Hetzelfde mechanisme hadden we eerder bij het gebouw van het leger, de Bundeswehr, in Bad Freienwalde gebruikt.

Voor die aanslag werden jullie niet veroordeeld…

Die is allang verjaard. Alleen het plannen van de mislukte actie in Grünau merkwaardig genoeg niet.

In Grünau was het de bedoeling uitzettingen te verhinderen. Waar ging het om in Bad Freienwalde?

Het was ons duidelijk dat de slagkracht van de Bundeswehr niet wordt beïnvloed wanneer we de kantine van een kazerne in brand steken. Maar we wilden de inmenging van de Bondsregering in andere conflicten symbolisch duidelijk maken. Het ging hier concreet om de ondersteuning van Turkije in de strijd tegen de Koerdische beweging. Midden jaren negentig leverde Duitsland oud DDR-materiaal aan Turkije, wat vervolgens tegen de burgerbevolking en de arbeiderspartij PKK werd ingezet. Als internationalisten waren we van mening dat de Duitse staat de strijd tegen een socialistische vrijheidsbeweging niet mag ondersteunen. Wat niet betekent dat we PKK-aanhangers waren. De leiderschapscultus rondom hun voorzitter Öcalan overtuigde ons helemaal niet. Tegenwoordig is de PKK meer basisdemocratisch en feministischer ingesteld dan toentertijd.

Hoe kwamen jullie op het idee dat aanslagen politiek zouden kunnen worden ingezet?

In de beweging van de jaren tachtig was er eigenlijk altijd sprake van een arbeidsdeling tussen legale en illegale politiek. De een voerde openlijk actie, de ander deed aan clandestiene acties. Wij hebben beide gedaan. We hebben de Berlijnse “Zitty” (een stadsmagazine, eind 2020 gestopt, vert.) in kroegen verkocht en de opbrengst daarvan aan gevangenen geschonken, én hier en daar sabotage gepleegd. Toen de Muur viel was de autonome beweging ook uiteen gevallen, en we voelden de noodzaak om ons meer te richten op militant verzet. We vonden dat de beweging iets nodig had dat vertrouwen geeft.

Je hebt ooit eens gezegd dat jullie toentertijd ook winkeldiefstallen in grote winkels organiseerden.

Klopt, we hebben dure winkels opengebroken en de spullen op straat verdeeld. Vaak gingen er ook buren mee naar binnen en die gingen daar hun gang. Herverdeling was voor ons zeer belangrijk. Niet het eigendom van de kleine bezitters, begrijp je, maar dat van de rijken.

De actie in Grünau doet denken aan de laatste aanslag van de RAF op de gevangenis in Weiterstadt. Hoe jullie waren georganiseerd doet eerder denken aan de “Revolutionaire Cellen”. Militante groepen na jullie zagen liever af van een naam.

We zagen onszelf als onderdeel van een eeuwenoude traditie, en deden aan zoiets als gewapende propaganda. Oftewel: het ging ons er vooral om, mensen te raken dan werkelijk ook iets te verhinderen. Om te worden opgemerkt was een naam belangrijk, hoewel het de repressie aanzienlijk verhoogt. Het staatsapparaat kan dan namelijk acties aan alle betrokkenen toeschrijven waardoor er niets individueel hoeft te worden bewezen. De afkorting K.O.M.I.T.E.E. stond overigens voor “collectief georganiseerde militante internationalisten doen het gewoon”.

Even weer terug naar 11 april 1995. Hebben jullie meteen besloten onder te duiken?

We konden eerst in een woning van een vriend die behoorlijk was geschrokken. Toen hebben we bedacht waar we de eerstkomende weken naar toe wilden. Het was ons snel duidelijk dat we niet ondergronds zouden gaan om van daaruit acties uit te voeren. Daarvoor hadden we een te klein netwerk. Binnen de beweging bestond ook geen consensus meer dat militante acties onderdeel vormen van linkse politiek.

Was er sprake van morele bezwaren tegen het plegen van geweld?

De beweging had morele criteria gedefinieerd. Het was voor ons geen optie mensen te doden. Niet omdat we dat principieel onacceptabel zouden vinden. Ik vind het bijvoorbeeld juist dat de Islamitische Staat militair wordt bevochten – hoewel daar mensen bij omkomen. Bij het geweldsvraagstuk komt het altijd aan op de omstandigheden. Maar een mensenleven is een zeer groot goed en voor ons was het duidelijk dat we niemand in gevaar wilden brengen. Daarom denk ik dat het voor de meeste mensen destijds er eerder om ging dat ze zichzelf politiek terugtrokken, dan dat het om morele problemen ging. 1989 was voor velen een soort van “einde van de geschiedenis”.

Het is toch ook zo dat velen indertijd het oude linkse denken in kampen ter discussie begonnen te stellen.

Ja, men merkte dat de bejubelde bevrijdingsbewegingen helemaal niet altijd zo goed waren geweest- de Sandinisten in Nicaragua bijvoorbeeld…

Desondanks gingen jullie naar linksen in Latijns-Amerika. Hoe was dat, om daar in een andere context helemaal overnieuw te beginnen?

We gingen alle drie zeer uiteenlopend om met ons nieuwe clandestiene leven. Daarom vonden we in het begin ook geen gezamenlijk project waar we allemaal in pasten. Mij ging de aanpassing waarschijnlijk het meest makkelijk af. Ook omdat ik erg onder de neergang van linkse bewegingen gebukt was gegaan, en de vlucht voor mij daarom ook als bevrijdend voelde. Toch waren er ook dingen waar ik het moeilijk mee had: de breuk met de familie, en met vrienden en vriendinnen bijvoorbeeld.

Kon je sowieso geen contact met je familie houden?

In het begin heb ik dat geprobeerd. Ik schreef brieven voor mijn ouders aan buren, maar helaas gooiden mijn ouders de enveloppen niet weg, waardoor achterhaald kon worden van waar vandaan de post was verstuurd. Of mijn vader noemde de brief aan de telefoon, waarna er een huiszoeking volgde. Het was mij duidelijk dat mijn familie niet op de situatie was voorbereid en daarom heb ik hen jarenlang niet meer geschreven, om derden niet in gevaar te brengen. Wat we daarentegen altijd hadden was een geslepen, zeer efficiënt communicatiesysteem met kameraden. Dat vormde onderdeel van het succesverhaal van onze vlucht: we slaagden erin decennialang contact te houden, waardoor we er nooit alleen voor stonden.

Kan je iets zeggen over hoe jullie communiceerden?

Ik kan je zelfs de broncode van het programma geven. Normale encryptiesystemen zoals PGP zijn gebaseerd op een algoritme dat, theoretisch gezien, met zeer veel rekenkracht gekraakt kan worden. Wij, daarentegen, hebben een systeem gebruikt waarbij blokken willekeurig gegenereerde data worden gebruikt voor encryptie, en verbruikt in het proces. Met andere woorden: de ontvanger en verzender hebben hetzelfde gegevensblok. De ene kant voegt het toe, de andere trekt het eraf. En dan is het gegevensblok weg. Dit is technisch niet te kraken en was al ons systeem in de jaren negentig. Om de andere kant te irriteren, versleutelden we de hele zaak opnieuw met PGP en in een derde stap verborgen we het in grote bestanden – in foto’s bijvoorbeeld. Daar is stealth software voor. Omdat veel vrienden het systeem vertrouwden, schreven mensen die zich niet langer politiek met ons verbonden voelden, maar toch hun menselijke nabijheid wilden uiten, ons ook. Dat was echt geweldig voor ons.

Hoe is er tijdens jullie vlucht op jullie gereageerd? Enkelen zullen toch van jullie geschiedenis hebben geweten.

Overal waar we kwamen waren individuen die onze geschiedenis kenden en ons hielpen te integreren. Dat was het belangrijkste. Wanneer iemand in Latijns-Amerika voor je borg staat, maak je snel deel uit van de familie. Dat was een geweldige ervaring: dat we binnen zeer verschillende contexten zo hartelijk werden opgenomen. De meeste mensen die later over onze geschiedenis hoorden, hebben positief gereageerd. Bij nauwe vriendschappen of liefdesrelaties kan men niet steeds iemand voorliegen. En ik kan me geen enkele situatie herinneren waarbij iemand heeft gezegd: “Jij bent een terrorist, ik wil niets met jou te maken hebben”. Dat interesseerde niemand, of ze vonden het zelfs goed. De meeste mensen in Latijns-Amerika hebben een sympathieke afstandelijke relatie met de politie. Ze beschouwen hen eerder als een bezettingsmacht.

Ook in Latijns-Amerika heb je echter vervolgens politiek gezien ontluisterende ervaringen opgedaan.

Meteen begon de tijd van revoluties. We zijn ongeveer in 1997 gearriveerd en er kwamen al snel linkse regeringen in Venezuela, Brazilië, Ecuador en Bolivia. Ik belandde bij een politieke organisatie en was daar jaren actief. Dat was voor mij een hele nieuwe ervaring. Het was een veel grotere structuur dan de linkse groepen die ik in Duitsland kende, en ik vond het super interessant hoe het gaat wanneer een bevolking van oud tot jong zich organiseert. In Duitsland werd politiek activisme vooral door mensen bepaald die na hun schooltijd een paar rebelse jaren doormaken. In Latijns-Amerika daarentegen heb ik in een beweging gewerkt die als een kleine samenleving functioneerde. Dat sprak mij aan, ook al was ik het met veel zaken helemaal niet eens en werd ik met stalinistische erfenissen geconfronteerd.

Links in Latijns-Amerika is ook duidelijk minder bepaald door de middenklasse dan in Duitsland. Was dat een cultuurschok voor jou?

Mijn oriëntatie was altijd al arm-tegen-rijk. Daar paste de organisatie waar ik terechtkwam ook wel bij – ook al was het meer een organisatie van boeren in plaats van proletariërs. Ik voelde me er politiek goed bij, hoewel sommige ideeën mij achterhaald leken.

Ik heb ergens gelezen dat jullie bij jullie odyssee nog een Duitse internationalist hebben ontmoet: de arts Christa Baatz.

Klopt. El Salvador in Centraal-Amerika was een van de opties die ons ter beschikking stond en daar ging Peter naar toe. Omdat het een klein land is belandde hij al snel bij Christa Baatz. Ze zijn verliefd geworden en waren jarenlang samen. Christa, geboren in 1942, kwam uit Maagdenburg, was naar het westen gekomen vanwege de liefde en kwam in de jaren zestig naar Hamburg.

… waar ze in kringen rondom de sociaal-revolutionaire arts en theoreticus Karl-Heinz Roth verkeerde…

Christa had in Oost-Duitsland geneeskunde gestudeerd en nam deel aan linkse gezondheidsprojecten. Eind jaren zestig stuurde de groep haar naar Bolivia. Daar werd geprobeerd om de verslagen guerillagroep van Che Guevara weer op te zetten.

In 1971 werd in Hamburg ook de consul-generaal van Bolivia doodgeschoten. Het ging hier om de officier die Che Guevara had geëxecuteerd.

Ja, waarschijnlijk door Monika Ertl, de dochter van een naar Bolivia gemigreerde Duitse nazi. Christa werkte, net als Monika, voor de ELN, een guerilla-organisatie uit Bolivia. Ze ging naar La Paz waar ze Duits doceerde, om het milieu van oligarchen en oude nazi’s te bespioneren. De guerrilla in Bolivia werd echter al snel verslagen waarna Christa naar Peru ging. Daar leerde ze een Nederlandse journalist kennen waar ze verliefd op werd.(3) Toen hij in 1982 bij een onderzoek in El Salvador door het leger werd vermoord, trok ze verder naar Centraal-Amerika en sloot ze zich aan bij de FMLN-guerilla. Gedurende de burgeroorlog richtte ze een kleine kliniek mee op waar ze uiteindelijk Peter leerde kennen. Toen hij naar Venezuela ging reisde ze hem na. Ze was een stuk ouder dan hem en is in 2015 aan kanker overleden.

Je benadrukt dat je tijdens de vlucht veel hebt geleerd. Maar ondanks de opgedane positieve nieuwe ervaringen kwam het toch ook voor dat je alleen maar naar huis wilde?

Zeker. In het begin dachten we dat ons geval juridisch al wel snel zou worden afgehandeld. Er was tenslotte niet zoveel gebeurd en onze advocaat dacht dat we met een verjaringstermijn van tien jaar rekening moesten houden. Daarnaast stonden we altijd open voor onderhandelingen. Daartoe moet je wel uit zicht van de politie blijven. Je kan immers niet onderhandelen wanneer je al in de bajes zit.

Welke voorwaarden stelden jullie voor een deal?

Dezelfde drie waar we nu voor zijn veroordeeld: we wilden niet naar de gevangenis, we wilden niemand verraden en we wilden geen spijt moeten betuigen. De eerste poging tot een deal hebben we in 2001 gedaan, maar het aanbod van het federale Openbaar Ministerie was voor ons onaanvaardbaar.

En vervolgens hebben ze de verjaringstermijn met een juridisch trucje naar veertig jaar opgetrokken.

Dat was voor ons echt een shock! Ik denk niet dat we zouden zijn gevlucht als we dat van tevoren hadden geweten. Het plannen van een aanslag woog plotseling zwaarder dan een actie die was uitgevoerd. Sowieso was de reactie van de staat totaal overdreven. In het begin nam de smeris ons vanwege onze fouten niet echt serieus. De recherche noemde het “Paasei” – volgens mij om ons belachelijk te maken. Ze beschouwden ons als sukkels. Maar toen ze ons vervolgens niet konden vinden beten ze zich vast en begonnen steeds meer geld te verbranden: de opsporing verliep wereldwijd, ze hingen in Brazilië en Egypte aan de bar in hotels. Er zijn honderden ondergedoken extreem-rechtsen in Duitsland, maar tegen niemand werd een dergelijk onderzoek gestart als tegen ons.

In 2014 werd bekend dat jullie in Venezuela leven. Jullie reisgenoot Bernd Heidbreder werd in Mérida gearresteerd.

We weten nog altijd niet goed hoe ze Bernd op het spoor zijn gekomen. Maar feit is dat hij op basis van een opsporingsbevel van Interpol werd gearresteerd en twee jaar in de gevangenis zat om te worden uitgeleverd. Het hoogste gerechtshof heeft het uitleveringsverzoek tenslotte afgewezen omdat de daden in Venezuela al waren verjaard.

Er ging het gerucht dat Heidbreder ook mede in de gevangenis belandde omdat hij als overtuigd aanhanger van de regering Chávez weigerde om smeergeld te betalen.

We weten niet of smeergeld geholpen zou hebben, maar het klopt. De politie deed hem direct na arrestatie een aanbod dat door Bernd werd afgewezen. Ook in de gevangenis heeft hij nooit voordelen met geld gekocht.

Hoe heeft hij dat verwerkt, dat de staat van Chávez die hij verdedigde, hem op deze wijze behandelde? Tenslotte zat Heidbreder, nadat zijn uitlevering werd afgewezen, nog acht maanden in de gevangenis.

Hij moet zich ideologisch in onmogelijke bochten hebben gewrongen, zou ik denken. Uit pure angst om het chavisme te bekritiseren heeft hij lange tijd bemiddeling afgewezen. Toen hij eindelijk toestond dat men politieke druk op de regering van Maduro uitoefende, kwam hij relatief snel vrij. Want het was natuurlijk een schandaal dat de Venezolaanse staat hem zonder arrestatiebevel langer vasthield.

Hoewel jullie in 2017 in Venezuela asiel aanvroegen probeerden jullie nog steeds een deal te krijgen?

Ja, maar bij het federale Openbaar Ministerie gebeurde jarenlang niets meer. Het ijs werd pas gebroken toen een bevriende advocate, die al eerder een deal had geregeld en inmiddels met pensioen was, een nieuw contact legde. Zij slaagde erin binnen enkele dagen een afspraak te maken. Daarna verstreken nog anderhalf jaar voordat het van kracht werd. In januari 2025 was er plotseling sprake van een nieuwe aanklacht die op de deal was toegesneden.

Vanaf 2017 verschenen ook enkele krantenartikelen over jullie. En jullie maakten met de Duitse muzikant Mal Éléve een film, waarom?

Sobo Swobodnik, de vader van een kind van mijn zus, is filmregisseur. Hij kwam op een gegeven moment naar mij toe en vroeg of hij over het muziekproject waar ik met Mal Éléve aan werkte, een documentaire mocht maken. Dit contact ontstond omdat ik aansluiting bij links in Duitsland zocht. Omdat ik muziek maak, zoiets als kampvuurmuziek, heb ik simpelweg op een gegeven moment naar Mal Éléve geschreven. Hij is een prachtige solidaire gast en reageerde meteen, kwam naar Venezuela en we hebben samen muziek opgenomen.

In Venezuela leid je eigenlijk het leven van een boer.

In het begin had ik een kopieerwinkel, een coöperatie. Maar na de arrestatie van Bernd moest ik een jaar onderduiken en had daarna geen zin meer om terug te gaan. Daarom heb ik overwogen wat ik in plaats daarvan zou kunnen doen, en kwam op het idee koffie te telen.

Hoe kijk je nu naar het huidige Venezuela?

De eerste vijf jaar waren voor ons echt geweldig. In de begintijd van Chávez hebben mensen zichzelf overal georganiseerd. De staat stelde fondsen beschikbaar waarmee buurten eigen projecten konden ontwikkelen: vuilnisophaaldiensten, waterleidingen, sportterreinen. Maar toen kwam op een gegeven moment de economische crisis. Mijn persoonlijke breekpunt was de stroomuitval. Bij ons in de provincie was sprake van stroomuitvallen die uren duurden, terwijl men in Caracas de voorziening in stand hield. Chávez wilde niet dat de hoofdstad last had van de crisis. Voor mij betekende dat een duidelijke overtreding van het gelijkheidsprincipe. Maar daarvoor speelden natuurlijk ook al zaken die niet klopten: de oprichting van de staatspartij PSUV bijvoorbeeld. In de statuten werd vastgelegd dat Hugo Chávez de natuurlijke voorzitter van de partij was. Het Chavisme was in dat opzicht zeer merkwaardig – enerzijds was het een basisdemocratische beweging die meer dan de helft van de bevolking omvatte, anderzijds leidde alles naar één persoon. En vervolgens kwam die te overlijden en viel het systeem in handen van iemand die hieraan ten onder ging.

Desondanks hebben jullie verklaard naar Venezuela terug te willen keren.

Voorlopig wel. Zowel Peter als ik hebben daar vrienden. En ook de fincas, de boerderijen, waar we vanuit hier niets voor kunnen betekenen. Ik zou echter, zolang mijn moeder nog leeft, minstens drie maanden per jaar in Duitsland willen zijn, om samen met mijn broer af te stemmen. Momenteel heb ik nog geen duidelijke toekomstplannen, maar ik kan het goed vinden met de mensen daar. Ook wanneer het moeilijk wordt, hebben ze een positieve insteek.

Jullie vriend Bernd Heidbreder is in 2021 ten gevolge van kanker overleden – mogelijk speelde de vlucht en de gevangenis daarbij een rol. Jullie hebben over dit verlies een roman “Aus der Zwischenwelt” geschreven. Was het het allemaal waard?

Er bestaat geen goed woord op de vraag of het de moeite waard was. We leven ons leven, we nemen beslissingen, daar staan we voor en we dragen de consequenties. Natuurlijk zou ik tegenwoordig van alles anders doen, maar dat realiseer ik me nu, nadat ik mijn fouten heb gemaakt en daarvan heb geleerd. Ik denk dat het meer om de houding gaat die men aanneemt. Schik ik mij en word ik onderdeel van het systeem dat ik eigenlijk afwijs, of bestrijd ik het? Bernd is veel te vroeg gestorven, maar heeft zijn leven volgens zijn idealen geleefd en daar neem ik mijn pet voor af.

Matthias Monroy und Raul Zelik

Reacties (0)

Voeg nieuwe reactie toe

Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.