Forum voor Anarchisme
ArtikelenDe AnarchokrantDossiersEventsWiki // Hulp bronnenContact // InzendingForum
|
anarchokrant28 januari 2025

Natuur onder vuur

Author: Stop Wapenhandel | GEPLAATST DOOR: De Anarchokrant | Bron: stopwapenhandel.org

Militaire activiteiten richten grote schade aan. Niet alleen aan mensenlevens, maar ook aan natuur en milieu. Nu de militaire sector in Nederland meer ruimte krijgt en militaire budgetten stijgen, neemt die schade toe. Ondertussen wekt defensie de indruk bij te dragen aan natuur- en milieubescherming.

Door Wendela de Vries

Woorden kunnen vreemde betekenissen krijgen. Wanneer militairen praten over een ecosysteem doelen ze niet op de wonderbaarlijke, kwetsbare samenhang tussen dieren en planten in een specifieke biotoop, maar op de samenwerking tussen krijgsmacht, wapenindustrie en politiek. In militair taalgebruik is een ecosysteem niet de basis van het leven, maar de samenwerking die bedoeld is om dodelijke technologie te ontwikkelen.

Het kabinet-Schoof gebruikt de term ecosysteem in de Defensienota 2024 voor nieuwe bewapeningstechnologie, waaronder drones en andere onbemenste wapens. Om die te ontwikkelen is in de defensiebegroting 1 miljard euro uitgetrokken, als onderdeel van de 2,4 miljard extra die naar de krijgsmacht gaat – toevallig precies het bedrag dat vanaf 2027 per jaar wordt bezuinigd op ontwikkelingssamenwerking. Minister Brekelmans van Defensie spreekt van ‘een ongekend bedrag’ om Rusland af te schrikken én te zorgen voor technologische vernieuwing en meer banen in Nederland. Een win-win situatie, volgens hem. Sinds 2016 is de Nederlandse defensiebegroting bijna verdriedubbeld.

Oefenen in natuurgebied

Wat is het effect van de krijgsmacht op het echte, natuurlijke ecosysteem? Vaak zijn militaire oefenterreinen in Nederland gelegen in prachtige natuurgebieden, denk aan de Vliehorst op Vlieland, waar de rust wordt verstoord door laag overvliegende gevechtsvliegtuigen en voortdurend geboem-boem van geschut. De krijgsmacht legt een claim op schaarse ruimte en stilte, en wil niet alleen bestaande locaties uitbreiden maar ook nieuwe oefenterreinen uit de grond stampen.

In juli 2023 presenteerden ministerie en krijgsmacht het programma ‘Ruimte voor Defensie’, met een overzicht van tientallen gebieden die volgens hen in aanmerking komen voor onder meer laagvliegoefeningen, schietoefeningen en munitie-opslag. In het volle Nederland hebben de plannen forse impact op burgers en natuur. Op de lijst staat onder meer de Sallandse Heuvelrug, waar natuurbeschermers al jaren proberen de korhoenpopulatie op peil te houden. Ook het Zwanenwater bij Callandsoog staat erop, een van de kwetsbaarste natuurgebieden van Nederland. Volgens de krijgsmacht is dat zeer geschikt voor amfibische oefeningen met vaartuigen en voertuigen. Daar waar Defensie munitie-opslag wil uitbreiden, zoals in het Overijsselse Weerselo, zullen omwonenden en boerenbedrijven het veld moeten ruimen, want in veiligheidszones rondom munitie-opslag mag niet gewoond of gewerkt worden.

Lokale bestuurders en bewoners zijn nogal overvallen door de voortvarendheid van Defensie. Ze dienden meer dan 2200 bezwaarschriften in en demonstreerden bij door Defensie georganiseerde informatiebijeenkomsten. Een van de weinige positieve reacties op de uitbreidingsplannen, mits er geen landbouwgrond maar natuurgebied wordt gebruikt, komt van de Provinciale Staten van Overijssel, waar de BBB de grootste partij is. Volgens BBB-politici zullen defensieterreinen in natuurgebieden een positieve bijdrage leveren aan natuurwaarden. Welke natuurwaarden zij bedoelen is onduidelijk. Natuurbeheerders zijn juist bezorgd. Natuurmonumenten vraagt om te kijken naar alternatieven met minder negatieve gevolgen. Nu al ligt de helft van de militaire oefenterreinen in Natura 2000-gebied, waar de rust steeds meer verstoord wordt nu de krijgsmacht meer gaat oefenen.

Ondanks bezwaren en protesten worden plannen doorgezet. In de Tweede Kamer wees (voormalig) Defensiestaatsecretaris Van der Maat op de noodzaak om inspraak te beperken vanwege de oorlog in Oekraïne. VVD-Kamerlid Erkens pleitte ervoor om bezwaartermijnen in te korten zodat ‘doorgepakt kan worden’.

Ondertussen probeert Defensie aan natuurbelangen tegemoet te komen door ecologen de flora en fauna op oefenterreinen in kaart te laten brengen. Die constateren onder meer dat de zandhagedis juist graag eieren legt in net door tanks omgeploegde aarde. Ze bedoelen maar: er zitten ook positieve kanten aan natuurgebieden als militaire oefenterrein. Maar als Defensie natuurbeheerder is, zal niet natuurwaarde maar militaire behoefte altijd voorrang hebben.

Natuurschade door oorlog

Schade door militaire oefeningen valt in het niet bij de ravage die oorlog aanricht. Onderzoekers van onder meer de Britse organisatie Scientists for Global Responsibility wijzen erop dat natuur- en milieuschade geen toevallige bijproducten zijn van oorlog; het toebrengen van zo veel mogelijk schade is vaak juist het doel. Dramatisch dieptepunt daarvan waren de Amerikaanse atoombommen in 1945 op Hiroshima en Nagasaki, die twee hele steden in een klap van de kaart veegden en honderdduizenden mensen het leven kostten, voornamelijk burgers. Door de radioactieve straling van de atoombommen werd het genetisch materiaal van alles wat leeft voor generaties beschadigd en werd een groot gebied voor lange tijd onleefbaar.

In 1970 tekenden kernwapenstaten als de Verenigde Staten, Rusland, China, Frankrijk en Groot-Brittannië het Non-Proliferatieverdrag, bedoeld om het bezit van kernwapens te beperken. Ze leven deze verplichting alleen niet na, er komen juist nieuwe kernwapens bij, en oudere types, bijvoorbeeld de Amerikaanse kernwapens op de Nederlandse luchtmachtbasis Volkel, worden vervangen door nieuwe, makkelijker inzetbare types. Tijdens de Koude Oorlog werden proeven gedaan met atoombommen, met grote schade aan natuur en gezondheid als gevolg. Veel proeven vonden plaats in inheems gebied, onder meer in Nevada (door de VS), Polynesië (door Frankrijk) en Australië (door Groot-Brittannië). De directe blootstelling aan straling en het eten van radioactief besmet voedsel leidden tot ernstige gezondheidsschade , die soms pas op de lange termijn zichtbaar wordt. Inwoners kregen onder andere auto-immuunziektes en zeldzame vormen van kanker. Nog altijd zijn velen niet of niet volledig gecompenseerd, voor zover dit soort schade met geld kan worden goedgemaakt.

Ook ontbladeringsmiddelen als Agent Orange hebben diepe sporen nagelaten. Amerikaanse militairen gebruikten het in de Vietnamoorlog om te voorkomen dat tegenstanders zich in het groen konden verstoppen en om landbouwgebieden onbruikbaar te maken. Niet alleen de natuur werd door dit gifwapen getroffen: nog steeds proberen Amerikaanse veteranen en Vietnamese gezondheidsorganisaties compensatie te krijgen van de Amerikaanse overheid voor alle gezondheidsklachten die de jaren daarna optraden.

Van recenter datum zijn de grote branden aan het eind van de Golfoorlog (1991), toen het Irakese leger meer dan 700 oliebronnen in Koeweit aanstak. Enorme hoeveelheden broeikasgassen werden de atmosfeer in geblazen, het blussen duurde maanden en de omliggende woestijn is nog steeds zwaar vervuild. De oorlog heeft niet alleen honderdduizenden, voornamelijk Irakese slachtoffers gemaakt, maar ook een kwetsbaar, uniek ecosysteem vernietigd.

Soms razen oorlogen door natuurreservaten, ten koste van beschermde dieren, planten en ecosystemen. In het Grote Merengebied in de Democratische Republiek Congo wordt de populatie olifanten, gorilla’s en andere zeldzame dieren bedreigd door oorlog en de gevolgen ervan. Niet alleen de directe gevechtshandelingen bedreigen de natuur, ook het feit dat natuurbeschermers door de oorlog hun werk niet meer kunnen doen. Extra schade ontstaat doordat de bevolking, verarmd en veelal ontheemd, haar normale bron van levensonderhoud verloren is en overleeft door stroperij en illegale houtkap.

Wat voor schade oorlog doet aan het milieu hebben natuurbeschermers en wetenschappers in Oekraïne zo volledig mogelijk proberen te documenteren. Door de lange frontlijn van de Oekraïne-oorlog is een groot gebied getroffen door explosies en branden, en door de lange duur van de oorlog krijgt erosie de kans om de schade aan landschap en waterlopen te verergeren. De herstelwerkzaamheden worden bemoeilijkt door achtergebleven explosieven en mijnen. Grote energie-installaties zijn specifieke risicofactoren. Door de verwoesting van de stuwdam in de Oekraïense rivier Dnjepr zijn natuurgebieden en landbouwgronden weggespoeld, en chemicaliën uit beschadigde fabrieken zijn door het water over het gebied verspreid. Een nog veel groter gebied wordt bedreigd door gevechten rondom de grootste kerncentrale van Europa in de Oekraïense stad Zaporizja. Als deze centrale beschadigd wordt kan bij ongunstige wind half Europa radioactief besmet raken. Na de kernramp in 1986 in het Oekraïense Tsjernobyl (toen nog deel van de Sovjet-Unie) moest tot in Nederland het vee worden binnengehouden en mochten sommige groenten niet gegeten worden vanwege mogelijke aanwezigheid van radioactiviteit.

Militaire voetafdruk

Oorlogen leveren niet alleen directe natuurschade op, maar zijn ook slecht voor het klimaat. Grote internationale klimaatorganisaties, zoals het Climate Justice Network en het Climate Action Network, beschouwen oorlog en oorlogsvoorbereiding inmiddels als onderdeel van de klimaatcrisis. De oorlog in Gaza heeft als katalysator gediend om discussie hierover aan te zwengelen. De klimaatschade door de Gaza-oorlog blijkt voor bijna de helft veroorzaakt door Amerikaanse transportvliegtuigen die wapens en militaire voorraden invliegen. Op de VN-klimaatconferentie COP28 in Dubai werd door maatschappelijke organisaties en actiegroepen veel aandacht gevraagd voor de relatie tussen broeikasgassen en militaire activiteiten, al was het niet opgenomen in het officiële programma.

Onderzoekers van onder meer Britse universiteiten en het Transnational Institute, een internationale progressieve denktank, proberen methoden te ontwikkelen om de klimaatschade van oorlog zichtbaar te maken, vaak op grond van zeer beperkt beschikbare gegevens. De precieze bijdrage van de militaire sector aan de klimaatcrisis is niet bekend. Landen zijn niet verplicht om militaire activiteit te rapporteren bij VN-klimaatbureau UNFCCC; het resultaat van een lobby van het Pentagon tijdens de totstandkoming van het Kyoto-protocol in 1997. In plaats daarvan proberen wetenschappers de militaire voetafdruk te bepalen op basis van uitgaven voor brandstof in defensiebegrotingen en emissierapportages van wapenbedrijven. Naar schatting is de broeikasgasuitstoot van de militaire sector wereldwijd 5,5 procent van de totale uitstoot. Ter vergelijking: de commerciële luchtvaart is verantwoordelijk voor 2 tot 3 procent van de wereldwijde broeikasgasuitstoot. De meeste vervuiling vindt plaats door de inzet van zware wapensystemen tijdens oefeningen en militaire operaties. Nu NAVO-landen allemaal hun militaire uitgaven verhogen tot hun zelfopgelegde norm van 2 procent van het BBP, zal de militaire klimaatvoetafdruk flink toenemen: in 2028 zullen de NAVO-krijgsmachten gezamenlijk evenveel uitstoten als de industrielanden Duitsland en Japan samen.

Klimaatveiligheid of klimaatrechtvaardigheid

Binnen het militaire denkkader is de stijging van militaire uitgaven nodig voor de veiligheid. Niet alleen ter bescherming tegen vermeende vijanden, met name Rusland, maar ook voor ‘klimaatveiligheid’. In beleidsstukken van de NAVO, de EU en het ministerie van Defensie wordt betoogd dat de krijgsmacht bij uitstek geschikt is om de veiligheid te waarborgen als de klimaatcrisis tot rampen en instabiliteit gaat leiden. In de woorden van voormalig NAVO-secretaris-generaal Jens Stoltenberg tijdens VN-klimaatconferentie COP28 leidt klimaatverandering tot toenemende schaarste, wat leidt tot geweld en oorlog, en zijn krijgsmachten dan nodig om veiligheid te bieden. De vraag is natuurlijk wiens veiligheid beschermd gaat worden. De krijgsmachten van de rijke landen zijn er vooral ter bescherming van belangen en grondgebied van die landen zelf, en niet van mensen die onevenredig hard worden getroffen door klimaatverandering. Een rechtvaardig klimaatbeleid moet zorgen dat toenemende schaarste niet leidt tot conflicten en geweld maar tot herverdeling.

Krijgsmachten zijn op klimaatgebied vooral bezig met aanpassen aan de klimaatcrisis, niet met het stoppen van klimaatverandering. In NAVO-rapporten over klimaatverandering ligt de nadruk op de gevolgen en kansen voor militaire inzetbaarheid. De NAVO heeft een Arctic Command in het leven geroepen, een speciale eenheid voor de wateren van de smeltende Noordpool, waar zowel het Westen als Rusland en China azen op het delven van diepzeegrondstoffen. En in het recente NATO Climate Change and Security Impact Assessment Report worden de strategische nadelen van de klimaatcrisis voor potentiële tegenstanders geïnventariseerd.

Kwetsbare planeet

Het Nederlandse ministerie van Defensie heeft net als andere ministeries een klimaatdoelstelling: in 2030 moet de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen met 20 procent zijn afgenomen ten opzichte van 2010, en in 2050 met 70 procent. Maar nu op grote schaal nieuwe tanks, onderzeeboten en F-35-gevechtsvliegtuigen worden aangeschaft, wordt het bijna onmogelijk die doelstelling te halen. Volgens het ministerie van Defensie hebben we nieuwe wapens nodig ter bescherming tegen buitenlandse mogendheden, met name Rusland. Maar EU-landen geven gezamenlijk al vier keer zoveel uit aan hun krijgsmachten als Rusland.

De nieuwe wapens gebruiken bijna zonder uitzondering méér fossiele brandstof dan de wapensystemen die ze vervangen. Een F-35-gevechtsvliegtuig verbruikt bijna twee keer zoveel brandstof als een F-16. Het ministerie van Defensie heeft voor de aanschaf van nieuwe wapens weliswaar een ‘Afwegingskader Duurzaamheid’ ontwikkeld om de klimaatschade mee te wegen, maar in de praktijk legt duurzaamheid weinig gewicht in de schaal; het wordt bijvoorbeeld amper vermeld in de brieven aan de Tweede Kamer over voorgenomen wapenaankopen. De enige concrete duurzaamheidsmaatregel voor zware wapens is het voornemen om de kerosine, diesel en scheepsdiesel van al het vliegend, rollend en varend materieel te mengen met hernieuwbare brandstof. Daarvoor moeten echter eerst nog wat technische doorbraken plaatsvinden in de productie van alternatieve brandstof. Of die doorbraken er ooit komen is uiterst onzeker.

De natuur is veerkrachtig en kan tot op zekere hoogte herstellen, al komen sommige zeldzame of kwetsbare planten en dieren nooit meer terug. Maar als als de klimaatopwarming boven de 1,5 graden komt, of als escalerende militaire spanningen leiden tot inzet van kernwapens, zal de schade onherstelbaar zijn.

Als we dat willen voorkomen moeten we internationale conflicten op een andere manier benaderen. Nu kiezen we voor militarisme, op basis van de onbewezen premisse dat afschrikking met een zwaarbewapende militaire macht het uitbreken van oorlogen voorkomt. Andere opties, zoals de-escalatie en wapenbeheersing, worden in het huidige politieke klimaat nauwelijks serieus overwogen. Een niet-militaire benadering van internationale conflicten wordt beschouwd als naïeve ‘soft power’. Wapenbeheersingsverdragen zoals tussen de Verenigde Staten en Rusland, of tussen de Verenigde Staten en Iran, worden opgezegd of niet verlengd. Diplomatie staat op een laag pitje. Om over internationale solidariteit en een eerlijke verdeling van de welvaart nog maar te zwijgen.

Maar militaire inzet en wapens lossen geen conflicten op. Ze verschuiven alleen de machtsverhoudingen, meestal in het voordeel van de rijkste partij. En ze veroorzaken grote schade aan natuur en klimaat. Voor een rechtvaardige, veilige wereld is demilitarisering van groot belang. De-escalerend beleid moet je niet terzijde schuiven omdat het ‘soft’ is. Een zachte behandeling is precies wat een kwetsbare planeet nodig heeft.

Wendela de Vries werkt bij Stop Wapenhandel, een onafhankelijke onderzoeks- en actiegroep op het gebied van wapenhandel, wapenindustrie en lobby. Stop Wapenhandel pleit voor duurzame veiligheid, niet gebaseerd op militaire macht en afschrikking maar op het oplossen van oorzaken van onveiligheid

Gepubliceerd in OneWorld no.14 december 2024.

Reacties (0)

Voeg nieuwe reactie toe

Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.