LOS & VAST – 9: Een Veranderde Wereld Met Een Andere Kijk Op Recht?
Rubriek Thom Holterman. Ik vroeg mij dit af na lezing van het nieuwe boek van Siebe Thissen, oud-redacteur van het niet meer bestaande anarchistische tijdschrift De AS. Zijn boek is besproken door Cees Bronsveld in zijn rubriek Bladerennr. 41 (zie Online). Het boek draagt als titel Leve Rotterdam, De tragische geschiedenis van Jacob de Vletter. Hierbij mag ik niet verhullen dat Bronsveld en ik eveneens oud-redacteuren van De AS zijn… Hoewel van alles om ons heen veranderd lijkt, keren bepaalde zaken terug. Ik diep die op uit het boek van Siebe.
Hij beschrijft het Rotterdam van rond de jaren 1860, met een lange zomer van 1868 en een week van oproer. In het Rotterdam van toen, in de verarmde gedeelten van de binnenstad, broeit opstand. Enerzijds zet Siebe Thissen dit broeiproces in een brede context: de drang van transformatie van de stad onder gebruik van dwang van het gemeentebestuur om een gegroeide samenlevingsvorm te vernietigen. Aan de orde komt bij hem de afbraak van de commons, nu niet van algemeen in gebruik zijnde gronden, maar de straat (het openbare leven, inclusief venten op straat) en alles wat daarmee samenhangt.: ‘Woning, straat, buurt, werkplaats, café en herberg gleden bijna naadloos in elkaar over’ (zie p. 65-70).
Ik vind hier van toepassing waarover de Franse antropoloog Charles Stépanoff in een ander verband spreekt. Hij heeft het in zijn studie over twee verschillende bindingsnetwerken: verdichte netwerken en verdunde netwerken (Attachments, Paris, 2025, p. 12-13). Verdunde netwerken verwijzen naar de moderne, industriële, urbane manier van leven. Wat Thissen over de Rotterdamse binnenstad beschrijft, vergelijk ik met een ‘verdicht netwerk’. Het verzet in Rotterdam uitte zich tegen de afbraak van dat ‘verdichte netwerk’. Die afbraak werd ondersteund door afbraakrecht, het toen geldende strafrecht dat door later nog te noemen ‘priesters van het recht’ naar willekeur werd ingezet.
Siebe Thissen hecht anderzijds zijn verhaal aan één man, Jacob de Vletter, martelaar en mascotte, zoals hij hem noemt in Kroniek van april 2025 (zie Online). Deze Jacob de Vletter is aanbieder van rechtshulp aan kleine ondernemers. Voor de laatsten was het verkrijgen van rechtshulp via de bestaande advocatuur te duur. ‘Bovendien zouden advocaten van enige naam en faam nauwelijks trek hebben in nietige kwesties’ (p. 101). Honderd jaar later is de woon- en leefsituatie in Rotterdam (en elders) sterk veranderd. Maar wat zien we, het wordt noodzakelijk geacht een ‘juridische EHBO’ in het leven te roepen.
In de jaren 1960 was er in Nederland nog steeds een onderklasse waarvoor de ‘normale’ rechtshulp onbetaalbaar en daarom onbereikbaar was. Dit gaf rechtenstudenten van de Tilburgse en Amsterdamse rechtenfaculteiten in om in 1969 ‘rechtswinkels’ op te zetten. Via die weg wilden zij laagdrempelige rechtshulp kunnen verlenen. Aldus geschiedde ook in Rotterdam wat door de toenmalige Rotterdamse hoogleraar privaatrecht W.J. Slagter werd toegejuicht. Als rechtenstudent interviewde ik hem er in die tijd over voor Kretum (het binnenblad van de juridische faculteit in Quod Novum – van 29 oktober 1971). QN was het ‘blad voor de Rotterdamse academische gemeenschap’ (de NEH, later Erasmus Universiteit Rotterdam).
Siebe besteedt terecht ruime aandacht aan hoe via het recht de conflicterende partijen, zoals aan de ene kant de officier van justitie, commissaris van politie, ultraconservatieve minister van justitie en aan de andere kant Jacob de Vletter (1818-1872) en diens advocaat, elkaar bestookten en bestreden. Gezien vanuit het (ultra)conservatief gezag komt men de inzet tegen van het strafrecht. Het is de vraag of dat zo verstandig was. Het antwoord is mede afhankelijk van hoe je naar de werking van het recht kijkt. Om daar iets over te zeggen verwijst Thissen naar de Zwitserse rechtsgeleerde Johann Caspar Bluntschli (1808-1881), omdat Bluntschli niet alleen tijdgenoot was maar ook iemand die had aangegeven wat conservatieven in het recht zien. Ik citeer enkele door Thissen overgenomen regels: ‘Het recht verzekert de toestand der dingen en het houdt ze in stand; het recht beschermt tegen verderfelijke overrompeling en houdt de menselijke driften in toom’ (mijn curs., p. 163). Eén ding weten wij inmiddels zeker: het is precies wat het recht niet doet. Kijk maar om u heen, lees de krant, sla acht op nieuwsberichten. Het gaat in die conservatieve kijk op recht vooral om ‘wishful thinking’, waarachter de politiesabel van toen en de knuppel van nu schuilgaat.
Een van de faalmomenten in de conflictsituatie van 1868 was door het gezag zelf opgeroepen. Leven wij nu in een tijd dat het anders is? Neen, want hoewel we in een veranderde wereld leven, is door de dominante sociale orde onder haar gezag een criminogene maatschappij opgebouwd, die ‘met man en macht’ in stand gehouden wordt. De echo van ‘man en macht’ horen we weerklinken in de hedendaagse roep om ‘harder straffen’.
Wat mij in het boek van Siebe Thissen verder opviel is, dat in de door hem besproken tijd een aantal mensen die een rol speelden, vooral brochures schreven. Dat gold ook voor ene Willem Hogevliet en voormalig inspecteur van politie te Rotterdam en oud-commissaris van politie te Leiden. Hoewel zijn posities het niet doen vermoeden, was hij wel van de goede soort. Hij publiceerde al een week na de onlusten daarover een brochure (1868). Hogevliet merkte erin op: ‘het volk dat in verzet komt draagt (..) weinig schuld. U wilt uzelf onderwerpen aan wat rechtvaardig en billijk is. Maar in de rechtszaal hoort u de edelachtbare priesters van het recht verkondigen wat rechtvaardig was nu onrechtvaardig is’ (geciteerd bij Thissen, p. 140-141). Dat is natuurlijk om uit je vel te springen. Hogevliet spreekt hier over de ‘priesters van het recht’. Ruim honderd jaar later zal een van de voormalig Nederlandse gezagvolste hoogleraren staatsrecht, A.M. Donner (1918-1992), de ‘hogepriester van het staatsrecht’ genoemd worden. Hetgeen hem verontrustte, zo schreef hij in het Voorwoord bij de elfde druk van het Handboek van het Nederlandse staatsrecht (door hem bewerkt; Zwolle, 1983).
Het is niet zo vreemd dat er veel van brochures gebruik gemaakt werd. Je kan er voor een minimaal prijs (in vergelijk met boekenprijzen) toch redelijk wat woorden over een kwestie kwijt. Ooit, een halve eeuw geleden begon ik er zelf mee en ik heb dat weer opgepakt. Voor een andere samenleving heb ik de brochure samengesteld Anarchistisch recht. Die is te bestellen bij de internationale, libertaire Amsterdamse boekwinkel Het Fort van Sjakoo (meer informatie over de brochure, zie Online). Kortom, een veranderde wereld met een andere kijk op recht.
Thom Holterman
Reacties (0)
Voeg nieuwe reactie toe
Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.