Kenia: de toetsenbordstrijders zijn aan de winnende hand
Wat begon als twee Facebook-groepen, #RejectFinanceBill2024 en #RutoMustGo, om met elkaar woede te uiten over het Keniaanse regeringsbeleid, is uitgegroeid tot een van de grootste bewegingen tegen corruptie en slecht bestuur in de geschiedenis van dit land. Opiniepeilingen wezen al in juni 2023 uit dat driekwart van de Kenianen de voorgestelde begrotingswet niet zag zitten. Economen waren er ook tegen, omdat het belasten van basisbehoeften essentiële diensten voor een bevolking waarvan veertig procent onder de armoedegrens leeft, vanzelfsprekend onverstandig is. Toen de regering de publieke opinie schaamteloos trotseerde en de wet een jaar later toch doorzette, kon iedereen op zijn klompen aanvoelen dat dit heibel zou geven.
De beweging won al snel aan kracht: tweets op X over de verfoeide begrotingswet werden in de eerste week al meer dan zeshonderdduizend keer bekeken! Maar de Keniaanse politici waren er van overtuigd dat de online oproepen tot actie geen gehoor zouden vinden. David Ndii, economisch adviseur van president William Ruto, bespotte de “toetsenbordstrijders” door te tweeten: “Politiek is een contactsport. Digitaal activisme is gewoon masturberen”. Andere parlementsleden sloten zich aan bij de beledigingen van Ndii, zoals Karen Nyamu, die meende dat TikTok-gebruikers alleen meededen aan de protesten om zoveel mogelijk kijkers te trekken.
Meer over de Keniaanse opstand
1. Keniaanse Generatie-Z in opstand
2. Kenia’s Derde Bevrijdingsbeweging
3. De toetsenbordstrijders zijn aan de winnende hand
Overigens was het wel opvallend dat Ndii sociale media-gebruikers uitschold, want hij dankte zelf zijn bekendheid voor een belangrijk deel aan zijn langdurige kritiek op corrupte Keniaanse politici op Twitter. Op het hoogtepunt van Ndii’s populariteit als oproerkraaier was Ruto vice-president in de Uhuru Kenyatta-regering, die berucht was om haar vele leningen, wijdverspreide corruptie en hoge kosten van levensonderhoud. “Heb je Ruto ooit iets positiefs zien twitteren?”, vroeg een Twitter-gebruiker in 2018 aan Ndii tijdens een van diens vele online tirades. Als antwoord tweette Ndii: “Ruto is een psychopaat die aan grootheidswaanzin lijdt, die niets goeds voortbrengt en alleen een eindeloos spoor van dood en verderf achterlaat.”
Zes jaar later accepteerde Ndii een uitnodiging om te dineren met de “psychopaten” die hij ooit bekritiseerde. Daaruit blijkt hoe bedwelmend het grote politieke leven is, hoe gemakkelijk het is voor een deskundige of politicus om je aan te sluiten bij een corrupt systeem dat je nog kort daarvoor openlijk verafschuwde. Ndii is nu typisch zo’n Keniaanse bureaucraat geworden die kan wedijveren met schurken uit de stripboeken van Batman. Behalve dan dat zíjn gemene plannen werkelijke negatieve gevolgen hebben in de echte wereld. In zijn rol als economisch adviseur is Ndii mede het brein achter de door het IMF gesteunde begrotingswet, die de belasting op basisgoederen en -diensten verhoogt – waaronder de behandeling van kanker -, die de armste Kenianen onevenredig zwaar treft, terwijl de goedbetaalde politici doorgaan met hun overdreven consumeren.
De aanvankelijke neiging van de Keniaanse regering om de kracht van online mobilisatie te onderschatten was vreemd. Digitaal activisme is niet iets nieuws. De enorme protesten tijdens de Arabische Lente waren gebaseerd op Twitter. Sociale media blijken prima in staat te zijn om informatie snel wereldwijd te verspreiden, veel sneller dan het traditionele activisme. De Black Lives Matter-opstand van 2020 in de VS markeerde een belangrijke nieuwe ontwikkeling in het tijdperk van digitaal protest, omdat foto- en video-apps zoals Instagram een centrale rol gingen spelen. Al deze protesten lieten het effect van digitaal activisme zien, en inspireerden natuurlijk ook Keniaanse activisten. Dus toen de Keniaanse regering de bevolking uitlokte om te bewijzen dat digitaal activisme echt kon werken in ons corrupte land, grepen toetsenbordstrijders, waaronder ikzelf, snel alle middelen die we tot onze beschikking hadden. Niet omdat we politici zo nodig iets moesten bewijzen, maar in het belang van de democratische toekomst van Kenia.
In de cruciale dagen voorafgaand aan de tweede behandeling van het wetsvoorstel door het parlement op 20 juni 2024, doken plotseling overal posters op over het bezetten van het parlement. Niemand wist waar de posters vandaan kwamen, want de protesten waren leiderloos, niet verbonden aan een bepaalde bevolkingsgroep, en ontwikkelden zich stap voor stap. Maar iedereen wilde meedoen. Daarna verschenen allerlei verschillende oproepen tot actie op X, Facebook, Instagram en TikTok. Je zag grafieken over het wanbeheer van het belastinggeld, een chatbot die het wetsvoorstel uitlegde, een satirische rap en een bekend lied met een aangepaste tekst. Bovendien zorgden verschillende TikTok-gebruikers voor video’s over het wetsvoorstel in verschillende lokale talen.
Daarnaast publiceerden activisten de persoonlijke telefoonnummers van parlementsleden samen met posters die opriepen ze te overstelpen met WhatsApp- en sms-berichten om tegen het wetsvoorstel te stemmen. Zo kreeg de telefoon van parlementslid Stephen Mule meer dan dertigduizend berichten te verwerken. Veel politici vonden dat het publiceren van contactgegevens een inbreuk was op de privacy van parlementsleden. Het officiële Bureau Gegevensbescherming waarschuwde de activisten daarmee te stoppen en dreigde met processen. Het verwees daarbij naar artikel 31 van de Grondwet van Kenia en de wet op de gegevensbescherming van 2019.
Maar in tegenstelling tot andere landen, waar het parlement verplicht is de bevolking de gelegenheid te geven het overheidsbeleid te bekritiseren, kent Kenia geen inspraak. De mensen hebben er weinig gelegenheid om hun parlementsleden te ontmoeten of hun zorgen te uiten. Via de spamactie konden de Kenianen de politici eindelijk eens een keer ter verantwoording roepen en hen ontdoen van hun status als zelfbenoemde redders van het land.
Het is duidelijk dat digitaal activisme een belangrijke rol heeft gespeeld in het versterken van de protesten tegen de begrotingswet en vóór het aftreden van de president. Het spammen van parlementsleden laat zien dat WhatsApp digitaal activisme mogelijk maakt. Daarnaast lijkt WhatsApp ook niet-activisten op een makkelijke manier bij politieke kwesties te kunnen betrekken, vanwege de combinatie van informatie, persoonlijke discussie, uitingen van afschuw, grappige affiches en oproepen tot actie wanneer en waar het de WhatsApper schikt.
Maar er zitten ook nadelen aan deze vorm van verzet:
- De overheid kan makkelijk activisten opsporen en ook eenvoudig het internet tijdelijk afsluiten.
- Het betaald via internet verspreiden van valse geruchten en onjuiste informatie komt veel voor, ook in Kenia. Naarmate de opstand voortduurde, rezen er vermoedens dat de regering bloggers met een grote aanhang betaalde om verkeerde berichten te verspreiden om mensen ervan te weerhouden zich bij de protesten aan te sluiten. Deze bloggers voerden lastercampagnes tegen prominente activisten en dreigden hún adressen bekend te maken. Ze zetten ook speciale Facebook-pagina’s in elkaar om demonstranten wijs te maken dat een bepaalde actie afgelast was. Daarnaast verspreidden regeringswoordvoerders mede via internet het praatje dat de Ford Foundation de protesten financierde.
- De sociale media bedrijven laten te vaak nepnieuws en berichten die aanzetten tot haat en geweld door.
- De techgiganten zo als Meta, Scale AI en OpenAI buiten hun Afrikaanse medewerkers uit in hun “digitale sweatshops”, waar zij hen slechts twee dollar per uur betalen. Ter gelegenheid van Ruto’s staatsbezoek aan de Verenigde Staten in mei 2024 schreven meer dan honderd Kenianen een open brief aan president Joe Biden, waarin ze er bij hem op aandrongen om een einde te maken aan de “moderne slavernij” in de techsector van hun land.
Een veelgehoorde kritiek is dat digitaal activisme vaak geen beleidsverandering brengt. Neem het voorbeeld van Nigeria’s #EndSARS beweging, die geen duidelijke leiding en strategie had en die het niet voor elkaar kreeg om de regering daadwerkelijk tot andere gedachten te brengen. Het is inderdaad de vraag of het Keniaanse online activisme er werkelijk in zal slagen het overheidsbeleid fundamenteel te veranderen en president Ruto afgezet te krijgen. Maar dat bewijst niet dat het geen effect heeft en zinloos is, als je beseft dat de regering met alle mogelijke middelen de vrijheid van meningsuiting onderdrukt, tot ontvoering en het doden van demonstranten aan toe.
Alles bij elkaar genomen kan je, gezien de moeilijke politieke situatie in Kenia, niet simpelweg concluderen dat digitaal activisme nutteloos is geweest, ook al hebben wij de doelen waar we naar streefden niet bereikt. De demonstranten zelf zijn duidelijk over het belang van de beweging en merken op dat ze in weken meer over de Keniaanse politiek hebben geleerd dan in voorgaande jaren. Zij bleek ook een prima tegenwicht te kunnen bieden aan de verdeel-en-heers politiek met het bijbehorende etnische geweld dat Kenia al sinds de onafhankelijkheid teistert. Dat belooft wat voor de toekomst.
De Keniaanse “toetsenbordstrijders” wisten in korte tijd een enorme massabeweging op de been te brengen, die Ruto er toe dwong de begrotingswet in te trekken. We hebben dan wel niet al onze doelen bereikt, maar het vergroten van het bewustzijn van de gewone Kenianen en het ontmaskeren van de corrupte, gewelddadige politici is een goed begin op weg naar echte verandering. Het belangrijkste is misschien wel dat de opstand een stimulans is voor jonge mensen en betrokken wetenschappers wereldwijd om met behulp van sociale media verder te bouwen aan een sterkere beweging. Of de regering werkelijk zal stoppen met bezuinigingen op belangrijke voorzieningen van gewone Kenianen en met belastingverhogingen die vooral hen zullen treffen, en of de president werkelijk zal aftreden, valt nog te bezien, maar één ding is zeker: de toetsenbordstrijders zijn niet meer weg te denken uit het gevecht om een nieuwe, betere wereld.
Naila Aroni
Het oorspronkelijke artikel “The keyboard warriors are winning” verscheen eind juli 2024 in Africa is a Country. Vertaling en bewerking: Jan Paul Smit.
Reacties (0)
Voeg nieuwe reactie toe
Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.