Forum voor Anarchisme
ArtikelenDe AnarchokrantDossiersEventsWiki // Hulp bronnenContact // InzendingForum
|
anarchokrant9 april 2025

Colin Ward En Pragmatisch Anarchisme – Deel II: Alledaags Anarchisme

Author: Tijdschriftdeas | GEPLAATST DOOR: De Anarchokrant | Bron: libertaireorde.wordpress.com

In het eerste deel (zie Online) kwam de voorgeschiedenis van ‘klassiek’ en ‘nieuw’ anarchisme aan de orde. Die geschiedenis werd in verband gebracht met het ontstaan van het tijdschrift Anarchy waarmee Colin Ward het pragmatisch anarchisme als een ‘alledaags anarchisme’ opvoerde. In deel twee wordt toegelicht over wat voor soort anarchisme het gaat en de discussie die het teweegbracht volgens de Australische filosofe en historica Sophie Scott-Brown.

We komen een deel van haar werk tegen in het Duitse anarchistische internet-tijdschrift espero (nr. 9/10, december 2024, zie Online). Dat koos de Engelse anarchist Colin Ward (1924-2010) als een van de thema’s, vanwege diens 100stegeboortejaar. En Sophie Scott-Brown schreef over Ward onder de titel ‘Wie im Kalten Krieg im Großbritannien die ‘gewöhnliche Anarchie’ entdeckt wurde’ (Hoe tijdens de Koude Oorlog in Groot-Brittannië, de ‘alledaagse anarchie’ ontdekt werd). Ik vertaalde en bewerkte uit de tekst in espero een aantal paragrafen. Ik verspreid die in een serie van vier delen.  Onderwijl levert dit een kleine geschiedenis van het anarchisme op. Deel twee. [ThH]

Facilitering van de praktijk van democratie

Anarchy wordt over het algemeen beschouwd als het belangrijkste orgaan van het sociaalwetenschappelijke anarchisme, maar zowel het tijdschrift als de redacteur had een gedifferentieerde relatie met de sociale wetenschappen. Op dit punt stond Ward in ieder geval dichter bij een radicaal pragmatisch standpunt. Radicale pragmatici zijn zich, aldus Michael Sullivan en Daniel Solove, bewust van de ‘feiten van dag’, maar nemen een ​​ambivalente, ironische houding aan, omdat zij zich bewust zijn van het toevallige en voorlopige karakter ervan. Ze accepteren ook schijnbaar ‘niet-rationele’ factoren – zoals overtuigingen, verlangens, idealen en intuïties – die relevant zijn voor alle soorten sociaal onderzoek.

Gegeven deze omarming van het toeval (of de toevalligheid), kan geen theorie, geen plan, hoe uitgebreid ook, zicht geven op de verwerkelijking van een over het algemeen bevredigende leefwijze. Belangrijker dan het voorschrijven van bepaalde organisatievormen was voor Ward daarom de ‘facilitering van de praktijk van democratie’. Dit kon geschieden door het bevorderen van een zo groot mogelijke actieve en vrijwillige deelname in de sociale organisatie. De nadruk van zijn anarchistische toewijding lag daarom op het bevorderen van democratiseringsmethoden op alle levensgebieden: werknemerscontrole in de industrie, burgercontrole bij de planning, bewonerscontrole bij de huisvesting en studenten en docenten controle in het onderwijs.

Dit geeft zijn credo van ernst een extra betekenis. Voor het cultiveren van anarchisme als een gemeenschappelijke sociale activiteit, was het niet voldoende om anarchistische ideeën ‘rationeel’ te maken, ze moesten ook ‘bruikbaar’ zijn. Het wil zeggen dat het zaken moesten zijn die mensen in hun dagelijks leven konden en wilden toepassen, ‘alledaags anarchisme’ dus. Dit was het basisidee van Anarchy.

Een verbrede strijd

Sophie Scott-Brown laat zien hoe Colin Ward zijn ‘gewone’, zijn ‘alledaagse’ anarchisme door middel van een reeks anarchistische debatten over post-nucleaire theorie en strategie ontwikkeld heeft. Deze ontwikkelingen weerspiegelden een algemene trend aan de linkerkant van de politiek, weg van een uitgesproken ‘arbeiderscultus’, met nadruk op culturele transformatie als sleutel voor revolutionaire actie. Zij wil erop wijzen dat hij de eisen steunde voor een ‘educatief’ anarchisme, maar hij was tegen het beperken hiervan tot (naar zijn mening) te deterministische ideeën over de menselijke natuur.

Hier sloot hij zich aan bij een verbrede strijd van intellectuele tijdgenoten, onder wie de Engelse filosoof en historicus Isaiah Berlin (1909-1997) en bij de activisten van de Campagne voor Nucleaire Ontwapening, de Universities and Left Review en de First New Left. Het ging mede om politieke toewijding aan de acceptatie, zelfs de omarming, van het waardenpluralisme. Ten slotte gaat Sophie Scott-Brown in op hoe Ward deze bredere opstelling concretiseerde in Anarchy. Het tijdschrift sloot zich bijvoorbeeld af van de jeugdbeweging die eind jaren 1920 was ontstaan. Voor een goed begrip over die gang van zaken bespreekt Sophie Scott-Brown eerst enkele inzichten van Herbert Read en Alex Comfort om dan uit te komen bij Colin Ward. Het bijbehorende, uitgebreide notenapparaat kan men vinden in de oorspronkelijke tekst (zie Online). [ThH]

Anarchisme: verleden en toekomst

In Herbert Read’s lezing Anarchism: Past and Future uit 1947, verklaarde de kunstcriticus dat, na twee wereldoorlogen, het diskrediet van de Sovjet-Unie en het voortbestaan ​​van het kapitalisme weinig vertrouwen gaf, dat een revolutie als een fysieke verovering van de productiemiddelen door het volk succesvol (of wenselijk) zou kunnen zijn.

Bovenal gaf de atoombom de staat absolute macht, wat een ‘beslissende impact op de revolutionaire strategie’ had.Anarchisten moesten zich nu aanpassen of als een romantische stroming in de geschiedenis gezien worden en weer verdwijnen. De aanpassing moest worden gemaakt op het vlak van ideeën. ‘Een halve eeuw lang is er geen fundamenteel idee toegevoegd aan de principes van het anarchisme’, betoogde hij. ‘De laatste belangrijke bijdrage aan het anarchisme was Kropotkin’s wederzijdse hulp, dat vijftig jaar geleden werd geschreven.’ De moderne psychologie, zo ging Read verder, is nu zo ver gevorderd dat zij zou kunnen voltooien wat Kropotkin begonnen was.

Voor anarchisten als Read, die pleitten voor geweldloze sociale verandering, had de sociale psychologie de anarchistische ideologie niet weerlegd, maar juist bevestigd. Dat had ze gedaan met het bestuderen van de relaties tussen individu, groep en omgeving. Ze liet zien hoe individuele neuroses (bijv. deviantie) en collectieve sociale ziekten (bijvoorbeeld criminaliteit), door het anarchisme als de organisatie die het sociale instinct het beste optimaliseert, overwonnen kunnen worden.

Om dit te bereiken vond Alex Comfort, ook auteur van Freedom en psychiater, dat anarchisten moesten beginnen met het systematisch bestuderen van de geschiedenis van de psychologie om hen van alle tradities en bijgeloof te bevrijden (vooral van alles wat niet empirisch geverifieerd kon worden), zodat er slechts één wetenschap overblijft die gebaseerd is op de zuivere rede. Voor de beide mannen, Read en Comfort, bestond er geen noodzaak om een ​​specifiek ‘anarchistische’ theorie van de wetenschap te ontwikkelen. Een consistentere toepassing van de erkende wetenschappelijke methoden zouden het anarchisme rechtvaardigen.

Net als Read geloofde Comfort dat de moderne wetenschap anarchistische principes rechtvaardigt en dat ideeën de enige effectieve radicale wapens zijn: ‘Een wetenschappelijke poging om concrete factoren in de samenleving, in het gezin en in het individu op te sporen die leiden tot ‘daden’ van criminele aard, is op zichzelf al een revolutionaire activiteit, als we revolutie begrijpen als de poging om ongepaste sociale patronen te veranderen door middel van gerichte acties.’ Ten behoeve van dit doel schreef hij brochures waarin hij liet zien hoe sociale stoornissen kunnen worden herleid tot seksuele onderdrukking of hoe politici klassieke ‘afwijkende’ gedragingen – langdurige adolescentie, constant verlangen naar aandacht en controle –, waarop de overheid dan reageert, zonder dat echt aan te pakken.

Read was het ermee eens dat de meest veelbelovende toekomst van het anarchisme zou liggen in een uitgebreid onderzoeksprogramma. Hij besloot zijn lezing in 1947 met een pleidooi om het woord revolutie (in de traditionele betekenis) uit de anarchistische propaganda te schrappen en te vervangen door onderwijs. Hij gaf toe dat niet iedereen geïnteresseerd is in studeren. Degenen wiens opstandige temperament tot activisme leidt, zouden hun energie kunnen richten op de huidige campagne tegen de militaire dienstplicht en er moet in ieder geval ook over geweldloze actievormen nagedacht worden. Men mag echter nooit vergeten dat de echte revolutie die niet direct tot tirannie leidde, een individuele en interne geweest is.

Colin Ward, die met zijn 23-jarige leeftijd een nieuweling in de beweging was, reageerde hier ambivalent op. Enerzijds verwelkomde hij de visie van de oudere man, van een pacifistisch, intellectueel veerkrachtig anarchisme, dat door gebruik van de rede en niet met geweld wilde overtuigen, maar hij twijfelde of hij zelf zonder meer de ‘robuuste praktijk van propaganda en agitatie’ achter zich zou kunnen laten. Hij was van mening dat Read het activisme terugbracht tot grove mechanismen die onder zorgvuldige begeleiding door stoere kameraden uitgevoerd zouden kunnen worden, wat in strijd zou zijn met wat hij dacht dat anarchisme inhield.

Vervolgens gaat Sophie Scott-Brown verder met het uiteenzetten van gedachten van Colin Ward. Daarop kom ik in Deel III terug.

Sophie Scott-Brown (vertaling en bewerking Thom Holterman. Haar bijdrage is integraal te vinden op espero nr. 9/10, 2024; zie Online.)

[De in espero te opgenomen bijdrage is de Duitse vertaling van een oorspronkelijk in het Engels verschenen artikel (in: Modern Intellectual History, vol. 20 (2023), nr. 4, pp. 1251-1272), aangevuld met enkele andere bijdragen van haar (pp. 13-70).]

Reacties (0)

Voeg nieuwe reactie toe

Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.