Staat, verzorgingsstaat, rechtsstaat…
vrijdag 28 maart 2025
Onderstaand stuk schreef ik voor Konfrontatie. Daar staat het al te lezen.
Longread, wees gewaarschuwd. Maar zonder noten, dat scheelt weer.
Fascisten aan de macht – via Milei tot Trump – zijn met twee dingen gecombineerd bezig. In de eerste plaats zijn ze op immense schaal en in ijselijk tempo aan het graaien geslagen. Rijke mensen zijn nog niet steenrijk genoeg, dus moeten arme mensen verder beroofd worden van inkomens en voorzieningen. Ondernemers hebben nog niet genoeg ruimte om winst te maken ten koste van personeel, consument en milieu, dus moet die ruimte verder worden vergroot. Keihard neoliberaal beleid, deregulering, privatisering, marktwerking, bezuiniging. Dat is de eerste lijn van de rechtse aanval.
De tweede lijn is repressie. Om de deuren in te trappen en de weg te banen voor bovenstaande roofoperaties, is er de ME, zo nodig het leger. Om de aandacht van de graaioperatie af te leiden en te zorgen dat slachtoffers ervan niet samen de daders te lijf gaan, is er racisme, het trappen naar transgender personen en hun vrijheid, en allerlei aanverwante demagogie. Om critici van asociaal beleid verdacht te maken is er de campagne tegen elke uiting van solidariteit met en tussen onderdrukte mensen. Vandaar de campagne tegen ‘woke’, vandaar ook de campagne tegen ‘antisemitisme’ oftewel tegen solidariteit met Palestijnen en tegen genocide. En om stemmen te smoren van degenen die tegen al dit soort zaken, is er de politie, de immigratiedienst ook, die mensen ontvoert, hun verblijfspapieren ongeldig verklaart, ze opsluit en hun deportatie voorbereidt. Dat kan momenteel alleen nog met mensen die geen volledige burgerrechten hebben. Maar wat weerhoudt Trumps mensen ervan om ook die mensen hun burgerrechten af te nemen?
We zien een aanval op de bestaanszekerheid en de voorzieningen die daaraan bijdragen. We zien een aanval op onze vrijheden, onze rechten, onze onderling gelijkwaardige positie. Beide aanvallen zijn essentieel voor rechts. De bestaanszekerheid is doelwit om de rijken verder te verrijken. Onze vrijheden en rechten zijn doelwit om elk obstakel, elke bron van verzet, tegen de grote graai-operatie uit de weg te ruimen en de aandacht van die operatie af te helpen leiden. Zo bouwen heersers aan een autocratie, aan een politiestaat die tegelijk een oligarchie is waar zeer weinige, zeer rijke mensen hun zin doordrijven en hun uitpuilende zakken nog wat verder vullen.
Ik hoef niet te zeggen hoe gevaarlijk dit hele offensief is, en hoe zeer verzet hiertegen nodig is. En hier is het nodig helder te zijn over vriend en vijand. Er zijn niet alleen vijandelijke mensen – fascisten, kapitalisten, politieagenten, bestuurders van de politiestaat in opbouw. Er zijn niet alleen hun vijandelijke instituties en onderdrukkingspatronen: staat, kapitaal, patriarchaat, witte overheersing enzovoorts. Er zijn ook vijandelijke concepten die te vaak in onze eigen hoofden functioneren en het zicht op wat ons te doen staat en hoe de wereld werkt, beperken en ons op een strategisch verkeerd been helpen zetten.
Twee ervan wil ik even onder de loep nemen. Het eerste is de verzorgingsstaat. Het tweede is de rechtsstaat. Beiden drukken iets waardevols iets uit, iets dat verdediging verdient. Maar beiden verknopen dat waardevolle element aan een ander element dat juist tot de kern van de vijandige macht behoort: de staat. Het instituut dat boven de maatschappij staat en zich de exclusieve gewapende zeggenschap over die maatschappij uitoefent, of de leden van die maatschappij dat nu leuk vinden of niet.
Machthebbersinstituut en sterke arm van de machthebbers tegelijk: dat is de staat. Het ding moet worden ontbonden en opgeruimd, willen we ooit in vrijheid en solidariteit, op basis van gelijkwaardigheid kunnen leven. Het opruimen van die staat hoort tot de kern van dat ambitieuze project dat we ´bevrijding’ noemen. En dat betekent iets voor die concepten ´verzorgingsstaat’ en ‘rechtsstaat’. Want als de staat dient te verdwijnen, kunnen rechtsstaat en verzorgingsstaat als zodanig niet overleven. Maar in rechtsstaat en verzorgingsstaat zitten toch hele waardevolle zaken? Hoe verdedigen we die zonder de staat boven ons te tolereren?
Verzorgingsstaat
Eerst de verzorgingsstaat. Er is daarin sprake van een staatsvorm waarin de overheid de zorg voor mensen op zich heeft genomen en die tot op zekere hoogte zelfs garandeert. Dat klinkt sympathiek. Maar laten we beter kijken en ons afvragen waarom overheden zich tot verzorgingsstaten hebben uitgebouwd. Waarom zijn regeringen akkoord gegaan met van overheidswege gefinancierde gezondheidszorg en onderwijs? Waarom hebben overheden een uitkeringsstelsel in het leven helpen roepen, een minimumloon ingesteld en vakbonden formele erkenning verleend om over arbeidsvoorwaarden te onderhandelen en zelfs actie te mogen voeren binnen zekere grenzen?
Dat heeft meerdere redenen. De eerste reden is: strijd. Mensen zijn gaan staken tegen onmenselijke arbeidsverhoudingen en hongerlonen. Die strijd ontmoette onderdrukking maar gaandeweg lukte dat niet meer helemaal. Het gezag deed onder druk concessies. Daarom hebben we arbeidsrechten, daarom zijn er vakbonden. Maar de concessies waren beperkt: de staat droeg er zorg voor dat ondernemers de zeggenschap in hun bedrijven hielden, en steunt ondernemers in hun streven om de lonen niet zo hard te laten stijgen dat winsten gevaar beginnen te lopen. De verzorgingsstaat behelst dus een compromis: een gedeeltelijke neerslag van succesvolle strijd, ingekaderd en ingekapseld maar wel degelijk een reële verworvenheid.
De tweede reden is een lange-termijn eigenbelang van kapitalisten. Arbeiders die na tien uur werken op een vrijwel lege maag wankelen op hun benen of in de fabriek flauwvallen, zijn geen heel productieve arbeiders. Zwangere vrouwen en kinderen blootstellen aan levensbedreigend zwaar werk betekent de volgende generatie arbeiders in gevaar brengen – en wie moet dan het werk voor de ondernemers gaan doen? Als arbeiders ziek worden en dood gaan, moet de kapitalist nieuwe arbeiders vinden. Dat is geld weg smijten, vooral bij arbeiders waarvan de scholing de ondernemer geld heeft gekost. Is het niet handiger om arbeiders te helpen om te genezen, zodat ze daarna weer productieve werkkrachten zijn? En als de staat oorlog voert met de concurrent, heeft de staat soldaten nodig – arbeiders in uniform. Die kunnen dan maar beter fit en gezond zijn, anders wint de concurrent de strijd. Dat maakt gezondheidszorg tot een belang van niet alleen afzonderlijke kapitalisten, maar van de staat zelf.
Arbeid vergt in toenemende mate scholing. Dat maakt onderwijs nuttig – voor de kapitalistenklasse en de bijbehorende staat. Ook is het handig als arbeiders vanuit hun karige woningen naar de fabriek kunnen, en die ligt niet altijd naast de woonwijk. Iets van openbaar vervoer is dan functioneel, alweer voor de ondernemers dus. Die karige woningen moeten ook weer niet al te ellendig zijn, want als arbeiders thuis doodgaan wegens gebrekkige hygiëne, zomerhitte of winterkou kan de kapitalist ze niet meer productief uitbuiten. Lijken verrichten nu eenmaal geen werk, zelfs geen lopende band-werk. Ook maatregelen om de huisvesting van arme mensen te verbeteren zijn dus in het langere termijn belang van de kapitalisten en de staat – hun staat.
Huisvesting, OV, gezondheidszorg, onderwijs: allemaal takken van sport waar het kapitaal belang bij heeft. Ze horen bij de infrastructuur van het systeem. Datzelfde geldt ook voor uitkeringen. Zieke arbeiders de kans geven te herstellen, is nuttig voor de ondernemer die ze dan weer kan benutten. Arbeiders die ontslagen worden, in leven houden via werkloosheidsuitkeringen is goedkoper dan ze laten doodgaan en weer nieuwe arbeiders vinden. En het vooruitzicht dat arbeiders na een bepaalde leeftijd iets van pensioen krijgen,m is goed voor de motivatie van arbeiders. Al die uitkeringen betekenen trouwens ook weer dat ook mensen zonder betaald werk boodschappen kunnen doen, oftewel geld uit geven dat in zakken van kapitalisten komt. Dode mensen zijn slechte klanten.
De derden reden is: repressie. Door arbeiders allerlei voorzieningen te bieden maar daarvoor tegelijk allerlei voorwaarden op te leggen, bouwt de staat een groot controle-apparaat op. Bijstand krijg je niet zomaar, je moet formulieren invullen,informatie prijs geven, toezicht op je financiën toestaan, je regelmatig melden, voorwaarden accepteren die gaan van het toestaan van onverwacht huisbezoek tot en met het verrichten van gedwongen onbetaalde arbeid. Bij elk recht dat je probeert te doen gelden op de zegeningen van de verzorgingsstaat, hoort een net van verplichtingen. We zullen weten ook dat het hier dus niet louter om verzorging gaat maar boven alles tegelijk om de staat, de overheid, het gezag. Het hele uitkeringsstelsel is tegelijk een repressie-apparaat.
Het onderwijssysteem is niet alleen kennisoverdracht maar vooral ook het drillen van mensen tot gehoorzaamheid en precies genoeg eigen initiatief om ‘flexibel inzetbaar’ te kunnen zijn in ondernemingen en staatsinstellingen. Gezondheidszorg klinkt niet onderdrukkend, maar de normen waarmee bepaald wordt wie gezond is en wie ziek, zijn dat wel degelijk. Het hele begrip ‘normaliteit’ is een repressief keurslijf, en met name de geestelijke gezondheidszorg hanteert dat keurslijf.
Het hele stelsel van sociale zekerheid, gezondheidszorg en onderwijs heeft nog een repressieve functie: het tempert acute wanhoop en onvrede, het draagt er toe bij dat mensen in ieder geval niet wegens honger en acute ellende zich op pleinen verzamelen om naar overheidsgebouwen en villawijken op te trekken om daar hun gram te gaan halen, hun wanhoop uit te schreeuwen, het gezag uit te dagen en de rijken aan te vallen. Zorg verstevigt ook de legitimatie van het hele gevestigde bestel, een bestel dat de claim er ‘voor iedereen’ te zijn mee onderbouwt. Dat hetzelfde systeem nog altijd de onderkant uitbuit en neer houdt ten mate van de rijken en hun staat, is tegelijk waar maar ook iets minder schrijnend zichtbaar.
Dit repressieve, bureaucratisch georganiseerde aspect van de verzorgingsstaat is relevant uit antifascistisch oogpunt. Extreem-rechtse libertariërs en aanpalende fascisten als Milei, Musk maar destijds ook Pim Fortuyn, wezen op deze bureaucratie. Ze gebruiken de ergernis die dit aspect – terecht! – oproept. Ze misbruiken de terechte ergernis die dit repressieve aspect oproept om daarmee de hele verzorgingsstaat verdacht te maken. Hun achterliggende doelwit is dan niet die bureaucratie op zich, maar juist de verzorging en de kosten die dat ondernemers bracht. Fascisten misbruiken zo rechtmatige anti-bureaucratische sentimenten tegen de verzorging, tegen uitkeringen en dergelijke, maar dus niet tegen de staat zelf- waarvan ze de repressieve kern juist graag uitbouwen. Wat ons te doen staat is: niet in de val trappen! Niet zelf de hele verzorgingsstaat verdedigen, inclusief die bureaucratie. De anti-bureaucratische ergernis erkennen als rechtmatig en tegelijk de zorg, de uitkeringen, noem maar op, met hand en tand verdedigen en meer, zonder de bureaucratie op de koop toe te nemen. Pleiten en strijden voor herinrichting op zelfbestuurde solidaire – en niet- hiërarchische, niet-bureaucratische – wijze, dus.
Verworven rechten, kapitalistisch eigenbelang, en repressieve legitimatie: drie redenen waarom staat en machthebbers een verzorgingsstelsel hebben ingebouwd in het systeem. Dat heet dan verzorgingsstaat. Het ding zit vol spanningen. Kapitalisten snappen dat uitkeringen, zorg, OV en onderwijs nut hebben voor henzelf. Maar ze schuiven de kosten ervan zo veel mogelijk af op anderen. Via belastingen draaien vooral arbeiders zelf op voor de kosten, en de rijken zorgen er wel voor dat dit zo blijft, en dat de belastingdruk ondernemers en ondernemingen niet te veel op kosten jaagt. Waar dat toch dreigt te gebeuren pleiten rechtse politici graag voor bezuinigingen, ‘om de verzorgingsstaat betaalbaar te houden’. Datzelfde argument wordt door rechts gehanteerd tegen migratie: ‘om een te groot beroep op de verzorgingsstaat te vermijden’ kunnen ‘we’ al die mensen niet ‘zomaar toelaten’. Maar waar bijvoorbeeld stukken gezondheidszorg winstgevend geëxploiteerd kunnen worden, happen ondernemers maar wat graag toe. Zo krijg je een zorgstelsel met commerciële klinieken voor wie het kan betalen, karige ziekenhuizen voor wie dat niet kan.
Achter ‘de verzorgingsstaat’ gaan dus allerlei spanningen en tegenstellingen schuil, en de strijd tussen links en rechts vindt vooral rond die spanningen en breuklijnen plaats. Rechts wil de verzorgingsstaat zo ver mogelijk uitkleden, en neemt daarmee het verdwijnen van v genoemde voordelen van die verzorgingsstaat kennelijk op de koop toe. Links – dat deel dat iets anders is dan soft-rechts althans – wil de verzorgingsstaat doorgaans verdedigen en uitbouwen. Maar zelfs de meest linkse verdediging van de verzorgingsstaat verdedigt dus naast al die verzorging dus ook de staat: een staat van controle en repressie, met arbeidsproductiviteit en normaliteit als afgedwongen opperste normen. Wat we als anti-autoritaire links-radicalen echter nodig hebben is verzorging zonder staat, als collectief verwezenlijkte voorziening, vrij beschikbaar voor iedereen.
Rechtsstaat
Nu de rechtsstaat. Het gaat hier om een stelsels van regels, wetten, procedures en instellingen waarmee fundamentele rechten zijn gewaarborgd, gelijkheid voor de wet is vastgesteld, rechtsbescherming tegen willekeur wordt gegarandeerd, een van de uitvoerende macht onafhankelijke rechtspraak waar iedereen ook toegang toe heeft, en een politiek stelsel waarin mensen via verkiezingen zeggenschap uitoefenen over de samenstelling van het bestuur hoort hier doorgaans bij. Dat hele samenstel heet dan ‘de democratische rechtsstaat’, of – als men het politieke bestel naast het stelsel van rechtsregels zet in plaats van het als een enkel geheel – ‘democratie en rechtsstaat’.
Ik gebruik hier ‘rechtsstaat’ als afkorting voor ‘liberale’ of ‘liberaal-democratische rechtsstaat’. Want in zekere zin is elke staat een rechtsstaat: zonder rechtsbeginselen is een staat helemaal openlijk een oplichtersbende en niks meer. Nazi-Duitsland was een rechtsstaat, alleen zag het recht er nogal drastisch anders uit dan in een liberale rechtsstaat de bedoeling heet te zijn. In wat volgt doel ik met het woordje ‘rechtsstaat’ op de liberaal-democratische versie ervan.
Die rechtstaat heeft soortgelijke dimensies en tegenstrijdigheden als de verzorgingsstaat. Op te beginnen zitten er echte verworvenheden en overwinningen in verankerd, ingekapseld en wel, maar toch. Demonstratierecht hebben we omdat mensen zijn gaan demonstreren, zo effectief dat het gezag bakzeil moest halen en het recht om te betogen binnen zekere grenzen moest erkennen. Stakingsrecht hebben we omdat arbeiders gingen staken, keer op keer en zo effectief dat ondernemers en staat niks beters wisten te verzinnen dan er een zekere ruimte en erkenning aan te bieden, om erger (voor hen) te voorkomen. Alles natuurlijk maximaal ingeperkt en ingekapseld. Maar toch.
Vrijheid van meningsuiting en van pers hebben we omdat mensen hardnekkig hun meningen uitten, daartoe de pers gebruikten en desnoods hele smokkeloperaties op gang brachten om grensbewaking en censuur te omzeilen. De radicaal-democratische publieke opinie die in de Franse Revolutie doorbrak, was voorbereid door een half ondergrondse publieke opinie, in particuliere salons en via onder de toonbank verkochte en vaak van elders binnengesmokkelde subversieve (democratische, liberale, soms atheïstische) lectuur. Eerst de meningsuiting, daarna de vrijheid van meningsuiting, daarna de wettelijke – en nooit helemaal onbeperkte – erkenning ervan. Les voor vandaag: wil je je rechten? Oefen ze uit! Verdedig de speelruimte ervoor, en rek die steeds verder op. Wie als demonstrant op straat gaat lopen in plaats van de door het gezag voorgeschreven stoep, snapt het in feite.
Een tweede bestaansgrond voor de rechtsstaat schuilt in de kapitalistische concurrentie. In een markteconomie concurreren bedrijven met elkaar om afzet, om toegang tot grondstoffen en dergelijke. Ongereguleerd betekent zoiets een voor ieder betrokkene heel riskante en kostbare bende-oorlog. Regulering is handig. Zoals een voetbalwedstrijd een scheidsrechter plus grensrechters kent, met spelregels die door deze mensen worden gehandhaafd, zo heeft het kapitalisme het civiel recht, en bijbehorende rechtbanken om als arbiter tussen ruziemakende kapitalisten te functioneren. Zo wordt ervoor gezorgd dat de kapitalistische concurrentie een beetje ordelijk verloopt en ook verliezers zich bij de uitkomst ervan neer kunnen leggen. Burgeroorlog is immers bad for business.
Het gaat verder dan dit. In het kapitalisme sluiten ondernemers niet alleen contracten met elkaar en met klanten. Er is ook nog het personeel. Ook daarmee worden overeenkomsten gesloten: arbeidscontracten. Maar zoiets verondersteld dat beide partijen dan ook contracten kunnen afsluiten, dat ze ‘personen zijn in zin der wet’, en in die zin gelijkwaardig. Een tot slaaf gemaakte sloot geen arbeidscontract met diens eigenaar, een lijfeigene evenmin met de baron op wiens landgoed die werkte. Een arbeider sluit echter wel een contract met de ondernemer die de arbeider in dienst neemt.
Twee juridisch gelijke mensen zijn het, wat natuurlijk in schrik contrast staat met de feitelijke ongelijkheid tussen de bezittende en daarmee oppermachtige kapitalist en de bezitsloze arbeider die daar als betrekkelijk machteloos tegenover staat. De gelijkheid is een fictie, maar ook weer niet helemaal. Deze gelijkheid tussen personen gaat buiten de sfeer van arbeidscontracten makkelijk een eigen leven leiden. Daar kan die gelijkheid ook aansluiting kan vinden bij concepten van waardigheid en billijkheid die allang bestonden voor en buiten het kapitalisme. Want laat niemand denken dat kapitalistische filosofen de gelijkheid hebben uitgevonden….
Het kapitalisme is gebouwd op uitbuiting en ongelijkheid. Het kapitalisme kan tegelijk niet zonder de fictie van juridische gelijkheid, een fictie die de neiging heeft niet helemaal een fictie te blijven. Van daaruit is het opbouwen van een stelsel van rechtsprincipes, van grondrechten en daarop gebouwde wetgeving heel denkbaar. Vanuit het juridische gelijkheidsidee is een stap richting burgerschap en richting het recht om bestuurders te kiezen, niet zo enorm ver.
Gelijke juridische rechten, gelijke politieke rechten, gelijke behandeling voor de wet… het is allemaal rationeel en veelal ook functioneel in een stelsel gebouwd rond markt en contractvrijheid. Tegelijk staan al die vrijheden en gelijke rechten op intens gespannen voet met de fundamentele sociaal-economische ongelijkheid die datzelfde stelsel kenmerkt. De rechtsstaat is een kapitalistische rechtsstaat, maar bevat tegelijk een onder dat kapitalisme tikkende tijdbom. Wat als mensen de gepredikte gelijkheid nu eens doorzetten naar de sociaal-economische machtsverhoudingen? En wat als ze de politieke gelijkheid nu eens vertalen, niet enkel in kiesrecht maar in daadwerkelijk beslissingsrecht over de verhoudingen waarin mensen hun leven leiden?
Het kapitalisme heeft met de liberale gelijkheidsideologie een doos van Pandora vol potentieel links-radicalisme klaargezet. Datzelfde liberale kapitalisme heeft hordes beambten, administratief personeel politieagenten, geheime dienstfunctionarissen, soldaten en beulen, dag in dag uit druk bezig om die doos uit alle macht potdicht te houden. De rechtsstaat is een ander woord voor zowel de doos van Pandora vol gelijkheidsclaims als voor dat leger van ambtenaren en reglementen om die doos dicht te houden ook. Natuurlijk staan links-radicalen niet voor de hele rechtsstaat, mag ik toch hopen. Wij willen dat die doos opengebroken wordt, de repressieve reglementen ongeldig worden gemaakt en het hele legioen aan autoriteiten naar de vier uithoeken van het universum worden verdreven zodat de vrijheid realiteit wordt. Leve het recht – dat zonder staat geen recht meer is maar een wederzijds gegarandeerde vrijheid – en dus weg met de staat die dat recht hanteert tegen ons zodra de staat zich daadwerkelijk in gevaar weet.
De liberale rechtstaat heeft, naast de voor het kapitalisme functionele juridische gelijkheid, nog een functie voor de gevestigde orde: legitimatie. Een staat die in slaagt om over te komen alsof ze haar onderdanen respecteert, naar ze luistert, ze billijk behandelt, is een staat die minder last heeft van subversie en opstand. Een staat die kritiek reguleert binnen erkende rechten en procedures, heeft daarmee een manier gevonden om die kritiek redelijk onschadelijk te houden. De aandrang om tot daadwerkelijk verzet over te gaan is minder als mensen nog het gevoel hebben dat hun stem op een of andere manier wordt meegewogen.
Een staat die als rechtsstaat functioneert, is op een bepaalde manier stabieler dan een politiestaat. Zo’n politiestaat moet deze zwakte compenseren met de intimidatie en extreme repressie, en/of door het bieden van bestaansgaranties, in een soort van afruil: ‘jullie laten ons ongestoord regeren, wij zorgen voor jullie bestaanszekerheid’. Partijcommunisten bewandelen de eerste weg. Zij vestigen als ze de kans krijgen een autoritaire (en wel degelijk kapitalistische) verzorgingsstaat. Fascisten vandaag de dag doen overtuigend het tweede: staatsterreur ten bate van de rijken.
De vervanging van rechtsstaat door fascisme is dus riskant vanwege de legitimiteit die de rechtsstaat uitstraalt en in een politiestaat overboord wordt gegooid. Daarom zullen ook kapitalisten en politici zich vaak twee keer bedenken voor de de democratische rechtsstaat opzij schuiven en er een fascistische autocratie van maken, zoals momenteel overduidelijk in de VS gebeurt. Er zijn daar kennelijk andere kapitalisten (Musk) en politici (Trump en Vance) die bij zo’n verandering zoveel garen denken te spinnen dat ze het risico nemen. Maar een risico blijft het, zoals hopelijk de komende maanden duidelijk zullen helpen maken, als een aanzwellende vloedgolf van protest een verzet de machthebbers zodanig last bezorgt dat de machtsgreep strandt. Als…
Het zou dan echter buitengewoon veel helpen als deelnemers aan zulk protest en verzet verder kijken dan die rechtsstaat en verzorgingsstaat die zo aangevallen worden. We willen wat mij betreft geen rechtsstaat, geen verzorgingsstaat. We willen een staatloze wereld waar mensen elkaar in solidaire vrijheid weten te verzorgen waar nodig, zonder dat gezag en ondernemers ons vertellen hoe en onder welke voorwaarden. Wat we nodig hebben zijn de rechten en voorzieningen zoals rechtsstaat en voorzieningen die tegelijk hebben verankerd en ingekapseld. Maar we willen ze niet als recht-van-staatswege maar als vrijheid, zonder de inkapseling, zonder dat de rechten en voorzieningen tegelijk repressie-, propaganda- en controlemiddelen zijn om ons rustig en eronder te houden. Want rustig en eronder, dat is precies wat we niet langer willen, kunnen en horen te zijn.
Peter Storm
Reacties (0)
Voeg nieuwe reactie toe
Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.