Wat de Duitse economie echt nodig heeft
(Illustratie: Schnitt mit dem Küchenmesser durch die letzte Weimarer Bierbauchkulturepoche Deutschlands door Hannah Hoch, 1920)
Merz’s plannen voor herbewapening en bezuinigingen zullen niet werken
De energiecrisis wakkerde ook de inflatie aan en leidde tot de grootste daling van de reële lonen in één jaar sinds de Tweede Wereldoorlog. Ondanks enige winst in 2024 liggen de reële lonen nog steeds acht procent lager dan vóór de pandemie.
Deze economische malaise heeft de extreemrechtse partij Alternative für Deutschland (AfD) geholpen om verrassende en verontrustende winsten te boeken. Ze behaalde een historische tweede plaats bij de federale verkiezingen in februari. Met prominente neonazileden en openlijke vijandigheid jegens de liberale principes die Duitsland sinds de Tweede Wereldoorlog heeft nagestreefd, vormt de AfD een directe bedreiging voor de democratie van het land. Het succes voorspelt niet alleen weinig goeds voor Duitsland, maar ook voor Europa als geheel (*4).
En toch hebben de Duitse leiders moeite gehad om de volledige omvang van de crisis te bevatten. De vorige regering, een coalitie van drie partijen onder leiding van de centrumlinkse Sociaaldemocratische Partij van Duitsland (SPD), hield vast aan strikte regels voor een evenwichtige begroting (*5), hoewel een door een tekort gefinancierd economisch stimuleringsprogramma de juiste remedie zou zijn geweest voor de zieke patiënt. Ze voerde zowel in 2023 als in 2024 bezuinigingen door. Het resultaat was nog eens twee jaar economische stagnatie en uiteindelijk de politieke impasse die leidde tot de val van bondskanselier Olaf Scholz en de nieuwe federale verkiezingen dit jaar. De aantredende regering, onder leiding van de centrumrechtse Christlich Demokratische Union (CDU), probeerde het lot van haar voorganger te vermijden door in maart een wijziging van de grondwettelijk vastgelegde begrotingsregels (bekend als de “schuldenrem”) in te voeren om onbeperkte tekortuitgaven voor het leger en beperkte extra uitgaven voor infrastructuur mogelijk te maken. Veel analisten prezen de verandering als een doorbraak. De markten stegen. De nieuwe bondskanselier, Friedrich Merz, beweerde: “Duitsland is terug.”
Zeker, hervorming van het begrotingsbeleid was allang nodig. Maar de nieuwe uitzonderingen zullen niet voldoende zijn om de Duitse economie op een duurzaam groeipad te brengen dat werknemers ten goede komt. Hoewel Merz wil investeren in de herbewapening en infrastructuur van het land, bestaat een groot deel van zijn economische agenda uit bezuinigingen op sociale uitgaven, privatisering en deregulering. Een dergelijke agenda zal de problemen die worden veroorzaakt door reële loonverliezen en toegenomen economische onzekerheid niet oplossen. Het zal ongetwijfeld leiden tot voortdurende spanningen met de centrumlinkse coalitiepartner. En het is onwaarschijnlijk dat het vertrouwen in de democratische elites zal herstellen in een land waar de frustratie over de crisis in de kosten van levensonderhoud de groeiende steun voor de AfD stimuleert.
Het economische succes van Duitsland in de afgelopen decennia was gebaseerd op de vraag naar export; betrouwbare energie-import uit Rusland; betaalbare huisvesting en voedsel, die samen de levensstandaard tegen concurrerende lonen ondersteunden; en wereldwijd leiderschap in de vorm van grote multinationale ondernemingen in de investeringsgoederen- en auto-industrie uit het tijdperk van de mechanische industrie en fossiele brandstoffen.
Al deze belangrijke pijlers van de Duitse macht zijn weggevallen. De oorlog in de Oekraïne heeft geleid tot stijgende energieprijzen; het succes van de Chinese industrie heeft het moeilijker gemaakt om een leidende positie te behouden in sleutelsectoren zoals schone technologie; de handelsoorlog van de Amerikaanse president Donald Trump bedreigt de exportmarkten (*6) en binnenlandse beleidsfouten hebben deze moeilijke situatie verergerd. Naast herbewapening en investeringen in infrastructuur zou Duitsland baat hebben bij een alomvattende fiscale hervorming die het meer ruimte geeft om beleid te voeren dat de betaalbaarheid van basisbehoeften en het creëren van goede banen waarborgt, de groene transitie versnelt en vangnetten versterkt om de binnenlandse consumptie en minder afhankelijkheid van de buitenlandse vraag te stimuleren. Een dergelijk programma kan gedeelde welvaart genereren en mensen in staat stellen de regie over hun leven terug te krijgen. Daarmee zou het de aantrekkingskracht van extremisten verminderen en de liberale democratie in het hart van Europa helpen versterken.
De Merz Agenda: Militair Keynesianisme à la Ronald Reagan (*7)
Merz en zijn coalitieregering, bestaande uit de centrumrechtse CDU en de centrumlinkse SPD, werden op 7 mei beëdigd. De fiscale basis van hun agenda werd echter in maart gelegd, toen de coalitie de schuldenrem wijzigde – met steun van de Groenen, wiens stemmen nodig waren voor de benodigde tweederdemeerderheid in het parlement. Sinds de financiële crisis van 2008-2009 hanteert Duitsland strikte limieten voor de uitgaven, met een maximum van 0,35 procent van het bbp. Die limiet blijft intact, maar de coalitie heeft belangrijke uitzonderingen toegevoegd. Met name de defensie-uitgaven zijn niet langer onderworpen aan tekortlimieten, een ontwikkeling die de wapenfabrikant Rheinmetall in maart prees in zijn winstrapport. Om de SPD en de Groenen mee te krijgen, bevatten de nieuwe begrotingsregels ook vrijstellingen voor tekortuitgaven aan infrastructuur- investeringen van 0,8 procent van het bbp (ongeveer $ 40 miljard) en aan klimaat- bescherming van 0,2 procent (ongeveer $ 10 miljard) per jaar tot 2037.
De aantredende coalitieregering besloot de militaire uitgaven te verhogen om de Duitse defensiecapaciteiten te versterken en de economie een impuls te geven. Zodra de Duitse economie weer op de rails staat, zo redeneerden Merz en zijn bondgenoten, zouden de maatschappelijke problemen zich vermoedelijk vanzelf oplossen; Merz is een voorstander van vrije markten en bepleit de “trickle-down economie”. Wat de militaire sector betreft, heeft Merz Duitsland echter in een Keynesiaanse wereld van industriebeleid en onbeperkte overheidsuitgaven geduwd. Voor al het andere neemt de overheid een afwachtende houding aan. De overheidsuitgaven voor infrastructuur en klimaatverandering zijn geplafonneerd, terwijl de uitgaven voor sociale voorzieningen dreigen te worden verlaagd.
De bezuinigingen van de vorige regering hebben het land geen goed gedaan. Zo heeft de afschaffing van subsidies voor elektrische voertuigen in 2023 de productie in een belangrijke sector vertraagd en banen bedreigd. Merz is niet van plan om dergelijke bezuinigingen terug te draaien. De druk van zijn centrumlinkse coalitiepartner SPD zal hem waarschijnlijk niet op andere gedachten brengen. Deze laissez-faire-aanpak zou een verwoestend effect kunnen hebben op de Duitse industriële basis: Volkswagen is bijvoorbeeld van plan om het personeelsbestand in Duitsland tot 2030 met meer dan een kwart te verminderen en tegelijkertijd de lonen van de werknemers te bevriezen.
De veel genereuzere aanpak van Merz op het gebied van militaire uitgaven zal de binnenlandse groei de komende jaren niet zo sterk stimuleren als voorstanders beweren. De defensiesector draait al bijna op volle capaciteit en op korte termijn zullen stijgende overheidsuitgaven aan wapens en tanks slechts een beperkt effect hebben op de productie. Wapenbedrijven zoals Rheinmetall (*8) hebben hun winstmarges zien stijgen, wat hun marktmacht en het gebrek aan concurrentie waarmee ze te maken hebben, onthult, zelfs te midden van de stijgende vraag. Aanzienlijke extra overheidsuitgaven zouden hun marges verder kunnen verhogen. De vijftienvoudige stijging van de aandelenkoers van Rheinmetall weerspiegelt de verwachting van aanhoudende meevallers.
Natuurlijk heeft de regering volgehouden dat deze militaire uitgaven goedbetaalde banen in de industrie zullen creëren. Toch zit het kabinet van Merz vol met zakenmensen en mist het een sterke stem voor arbeidszaken, een afwezigheid die kritiek heeft opgeleverd van de CDU zelf. Bovendien zal de defensie-uitbreiding waarschijnlijk niet compenseren voor het dreigende banenverlies in kwakkelende sectoren zoals de automobielsector. De winst van Rheinmetall is tussen 2020 en 2024 bijna verdubbeld, maar het aantal werknemers in Duitsland is in die periode slechts met 25 procent gestegen. De ombouw van civiele fabrieken naar militaire doeleinden biedt niet veel meer hoop. In de Oost-Duitse stad Görlitz werd een voormalige Alstom-treinfabriek overgenomen door het Duits-Franse defensie MNO KNDS (Krauss-Maffei Wegmann +NEXTER Defense Systems) en produceert nu tanks, maar het personeelsbestand van de fabriek is gehalveerd. De komst van KNDS was duidelijk beter dan niets, maar het is onwaarschijnlijk dat het de situatie zal verbeteren in een plaats als Görlitz met een hoge werkloosheid van 7,7 procent. Bij de federale verkiezingen van dit jaar behaalde de extreemrechtse AfD-kandidaat Tino Chrupalla bijna 49 procent van de stemmen in de stad.
Gezien de stagnerende groei en de precaire externe vraag zou de regering er goed aan doen de consumentenbestedingen te stimuleren en het vertrouwen onder consumenten te vergroten. In plaats daarvan hebben Merz en zijn partij gepleit voor bezuinigingen op sociale uitgaven, deels om de stijgende defensiekosten te compenseren. Het is onwaarschijnlijk dat grote bezuinigingen zullen worden doorgevoerd, aangezien geen enkele partij tot nu toe de twee grootste uitgavenpotjes wil aanspreken: de openbare pensioenen en de openbare gezondheidszorg. Maar alleen al de retoriek kan het consumentenvertrouwen temperen en de bestedingsgewoonten beïnvloeden. Bovendien kan een dergelijke boodschap, te midden van aanhoudende economische spanningen, kiezers verder vervreemden. Als burgers geloven dat hun regering gul uitgeeft aan defensie, terwijl ze hen dwingt de last van een zes jaar durende economische crisis te dragen, zouden de gevestigde Duitse partijen wel eens meer steun kunnen verliezen aan extreemrechtse populisten.
Het publieke vertrouwen in Merz’ leiderschap is al schrikbarend laag, zelfs aan het begin van zijn ambtstermijn. Slechts 30 procent van de Duitsers gelooft dat de nieuwe regering positieve veranderingen zal brengen. Merz heeft de laagste populariteitsscore van alle aankomende kanselieren na de oorlog en is de eerste die er niet in is geslaagd een parlementaire meerderheid te behalen bij de eerste bevestigingsstemming. De AfD heeft nu een kleine voorsprong in sommige peilingen. Voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog heeft een extreemrechtse partij (die dit jaar door de Duitse inlichtingendienst als zodanig werd geclassificeerd) een reële kans om de federale macht te veroveren.
Een plan voor vernieuwing: Antifascistische economische politiek
Om aan stagnatie te ontsnappen – en daarmee de opkomst van extreemrechts te vertragen – heeft Duitsland een beleidsaanpak nodig die het economische model vernieuwt en breed gedeelde economische winst genereert. In plaats van de eenzijdige aanpak van de regering-Merz.
—A) zou Duitsland moeten beginnen met een echte en evenwichtige hervorming van de schuldenrem en de Europese begrotingsregels (*9) De hervorming zou tekortfinanciering van overheidsinvesteringen mogelijk moeten maken – niet alleen in de defensiesector en een paar andere sectoren. De Amerikaanse obligatiemarkt beleeft momenteel historische turbulentie. Trumps invoer van invoerrechten in april veroorzaakte een grote uitverkoop van obligaties en wankelde het vertrouwen in wat ooit een van ’s werelds belangrijkste veilige havens was. Deze volatiliteit heeft de leiders in Washington afgeschrikt, maar biedt een enorme kans voor Europa, met name voor Duitsland.
— B) Duitsland heeft enorme overheidsuitgaven nodig en veel landen en financiële investeerders staan te popelen om Duitse staatsschuld op te kopen. Het versoepelen van de begrotingsregels, zodat Duitsland meer van zijn schuld kan verkopen, zou de overheid bijgevolg meer budgettaire slagkracht geven.Die vuurkracht moet efficiënt worden ingezet.
—C) Investeringen die publieke eigendom van kritieke infrastructuur creëren, zijn goedkoper dan investeringen in handen van private equity, omdat publieke infrastructuur geen winst hoeft te genereren. Verbeterde Europese coördinatie kan de effectiviteit van militaire uitgaven vergroten en
—D) een herverdeling van de begrotingsmiddelen mogelijk maken, weg van defensie-uitgaven naar noodzakelijke investeringsgebieden zoals schone technologie en ouderen- en kinderopvang. Investeringen in deze sectoren hebben een veel groter economisch effect dan in defensie; vergeleken met militaire uitgaven genereert elke euro die in niet-militaire sectoren wordt uitgegeven vier keer zoveel groei.
—E) Duitsland heeft dringend behoefte aan een ambitieus industriebeleid dat duurzame economische groei en goede banen oplevert. Belangrijke sectoren zoals de automobielsector moeten hun concurrentievermogen terugwinnen, onder meer door pionierswerk te verrichten op het gebied van schone productietechnieken. Merz hoopt dat de vrije markt deze positieve transformatie zal faciliteren, maar de bewijzen wijzen erop dat dit niet zal gebeuren. Door Duitse bedrijven aan hun lot over te laten, lopen ze achter in de groene transitie.
—F) Een gericht groen industriebeleid met de juiste mix van prikkels en voorwaarden is nodig om bedrijven te stimuleren de technologische voorsprong in schone technologie in te halen. Om ervoor te zorgen dat werknemers hiervan profiteren, zouden Chinese, trans-nationale ondernemingen (waarmee Duitse MNO’s joint ventures aangaan) alleen subsidies moeten ontvangen als ze fatsoenlijke lonen betalen en binnenlandse productielocaties hebben. Net zoals China joint ventures vereist voor buitenlandse MNO’s om toegang te krijgen tot cruciale delen van de Chinese markt. Dit zou kunnen bijdragen aan het veiligstellen van banen en technologieoverdracht waar Duitsland achterop is geraakt.
De Duitse economie moet ook beter bestand worden tegen wereldwijde vraagschokken. Daartoe moet Duitsland de binnenlandse vraag naar goederen en diensten versterken.
—G) Hoge arbeidsnormen, waaronder minimumloonwetgeving en een brede vakbondsdekking in alle sectoren van de economie, zijn essentieel om de inkomens van de meeste huishoudens te verhogen. De overheid moet het minimumloon verhogen van het huidige niveau van ongeveer 13 euro naar 15 euro en bedrijven die vakbondslonen betalen, een voorkeursbehandeling geven bij de inkoop.
—H) De overheid moet ook helpen de prijzen van basisbehoeften, zoals huisvesting, voedsel en energie, laag te houden, zodat deze de koopkracht van mensen niet opslokken. De autoriteiten moeten een ambitieus programma opstellen om de crisis in de kosten van levensonderhoud (*10) aan te pakken door middel van effectieve nationale huurcontrole, stabilisatie van energieprijzen en strikte handhaving van de antitrustwetgeving in de voedselverwerkende en levensmiddelensector om de voedselprijzen te verlagen.
Zowel Trump als de AfD hebben geprofiteerd van economische problemen die mainstream politici te lang hebben genegeerd of gebagatelliseerd. Natuurlijk biedt geen van beide zogenaamde populisten een geloofwaardige oplossing, maar de problemen die ze aankaarten zijn reëel. Tot nu toe heeft de nieuwe Duitse regering geen overtuigend plan om de economische problemen op te lossen die de samenleving uiteenrijten. Het regeerakkoord bevat weliswaar diverse nuttige ideeën voor een groeimodel dat de arbeiders ten goede komt, maar het is onwaarschijnlijk dat Merz, een onverbeterlijke voorstander van de vrije markt, en zijn conservatieve ministers deze ideeën zullen omzetten in werkbare beleidsplannen. Als mainstream partijen geen alternatief draaiboek voor economisch beleid kunnen bieden dat de huidige crisis echt aanpakt, zullen ze uiteindelijk nog meer terrein prijsgeven aan extreemrechts – met verschrikkelijke gevolgen voor de Duitse democratie.
Noten:
*1) Dit is een vertaling en bewerking van het artikel What Germany’s Economy Really Needs | Foreign Affairs | May 14, 2025, van Isabelle Weber en Tom Krebs.
*2) Isabella M Weber is universitair hoofddocent economie aan de Universiteit van Massachusetts in Amherst, fellow bij het Roosevelt Institute en auteur van How China Escaped Shock Therapy: The Market Reform Debate. TOM KREBS is hoogleraar economie aan de Universiteit van Mannheim, lid van de Duitse Minimumlooncommissie en voormalig senior adviseur bij het Duitse ministerie van Financiën. Isabella Weber heeft een eigen website https://www.isabellaweber.com/
*3) Volgens Yanis Varoufakis is er sprake van een postmoderne versie van de grote Depressie van de jaren 30 gepaard gaande met xenofobie, racisme en fascisme. De economische aspecten hiervan zijn geanalyseerd in Henry van Maasakker, https://www.globalinfo.nl/algemeen/het-reactiveren-van-het-stabiliteits-en-groeipact/.
De politieke en sociale aspecten door Ingar Solty zie https://www.globalinfo.nl/achtergrond/duitse-de-unificatie-deel-1/ en https://www.globalinfo.nl/achtergrond/duitse-de-unificatie-deel-2/
*4) Duitsland en haar economische exportmodel spelen een centrale rol in de EU en haar terugkerende crises, zie de artikelen van van Maasakker en Solty. Het Duitse neoliberale crisismanagement van bezuinigen, flexibiliseren en dereguleren is ook op Europees niveau opnieuw ingevoerd. Solty noemt het een beggar thy neighbour strategie d.w.z. Met de invoering van de Euro exporteren de centrumlanden (o.a. Duitsland) in de EU, via het verlagen van hun loonkosten, de belastingen, de premies en de milieuregels “interne devaluatie” genoemd, hun werkloosheid, overcapaciteit en stagnatie naar het buitenland. Leidend tot grote overschotten, economische groei, en minder werkloosheid in de centrumlanden ten koste van de andere EU-landen, vooral in de periferie.
*5) De ‘schuldenrem of het leenplafond’ is in Duitsland en Europa hernieuwd ingevoerd, leidend tot stagnatie (chronische onder-investering en onderconsumptie) en het blokkeren van de groene transitie en technologische revolutie, zie H. van Maasakker, idem.
*6) China heeft met haar ‘Made in China 2025’ strategie uit 2015 honderden miljarden yuan geïnvesteerd in tien aangewezen topsectoren zoals: informatietechnologie, robotica, groene energie, luchtvaart, scheepsbouw, treinbouw, gereedschappen, materiaalontwikkeling, biotechnologie en landbouwapparatuur en haar infrastructuur (onderwijs, spoorwegen, woningen, energie enzovoorts) leidend tot diverse Kondratieff- en innovatiegolven. In Europa is al decennialang sprake van chronische onder-investering in al deze sectoren.Zie voor een analyse van hiervan, de Policy Briefing van de analyses van Cripps en Ward, https://soas-repository.worktribe.com/output/385042
*7) Weber en Krebs geven kort een beschrijving van wat onder militair keynesianisme moet worden begrepen, https://www.project-syndicate.org/commentary/germany-military-spending-will-hurt-climate-investments-under-current-plans-by-tom-krebs-and-isabella-m-weber-2025-03
*8) Rheinmetall is onderdeel van het Duitse Militair Industrieel Komplex. Dit Komplex bestaat uit Duitse (o.a. Rheinmetall, Thyssen Krupp, Hensoldt) en Europese transnationale ondernemingen (Airbus Defence, MBDA, KDNS) banken en internationale beleggingsfondsen (o.a. Black Rock, Sapital Group, Wellington) en 1350 hoofdzakelijk familiebedrijven in de Duitse investeringsgoederen- industrie waarvan de Duitse staat de omzet, winsten en de hoogte van de aandelenkoersen/ dividenden garandeert, aldus de Duitse MIK-analyticus Fred Schmid, zie https://www.sozonline.de/2025/01/den-tod-gibt-es-nicht-umsonst/
*9) Varoufakis stelt een gezamenlijk economisch stimuleringsplan tussen China en de EU voor tezamen met joint ventures tussen Europese en Chinese MNO’s in eerdergenoemde sleutelsectoren om uit de chronische stagnatie en een recessie ten gevolge van de handelsoorlog van Trump te komen, zie https://thechinaacademy.org/china-must-fight-until-costing-u-s-ruling-class-heavy-enough/
*10) Isabella Weber heeft vooral naam gemaakt met haar analyses van de galopperende inflatie sedert 2020, door haar graaiflatie van grote transnationale ondernemingen genoemd, die sedert 2020 tot omvangrijk koopkrachtverlies en groeiende bestaansonderzekerheid voor de lagere middenklasse en de arbeidersklasse hebben geleid, een belangrijke voedingsbodem voor de groei van neofascisme in de VS en Europa.
Reacties (0)
Voeg nieuwe reactie toe
Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.