“Waarom wegen de stemmen van mensen die geen last hebben van het koloniale verleden het zwaarst?”
Een van de insprekers tijdens de Hoornse raadsvergadering dinsdagavond over de toekomst van het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen was Merve, medeoprichter van We Promise en lid van de Werkgroep Slavernijverleden Hoorn. Zij hield de onderstaande speech.
Ik sta hier vanavond als medeoprichter van stichting We Promise en als lid van de Werkgroep Slavernijverleden Hoorn wederom voor jullie.
Waarom ik hier weer sta? Er wordt vanavond gesproken over een mogelijke richting die het standbeeld van JP Coen kan innemen. Er wordt een initiatiefvoorstel ingediend vanuit een partij die tot op heden nog geen enkele keer het gesprek is aangegaan met de gemeenschap die het meeste last ervaart van de gruweldaden van de genocidepleger die wij hier in Hoorn prominent op een sokkel hebben staan.
Is het niet op zijn allerminst fatsoenlijk om te praten met degenen die daadwerkelijk ergens last van hebben? Is het niet op zijn allerminst fatsoenlijk om met hen het gesprek aan te gaan wat zij nodig hebben, in plaats van te willen bepalen hoe het er voor iedereen uit moet zien?
Als er bijvoorbeeld beleid wordt gemaakt voor mensen met een visuele beperking, is het dan niet de bedoeling om op zijn minst met de mensen die deze visuele beperking hebben, te spreken en te vragen wat zij nodig hebben? Een kamer vol ziende mensen gaat namelijk geen passend beleid kunnen maken over een onderwerp waar zij geen ervaring mee hebben of waar zij niemand vanuit de desbetreffende gemeenschap over hebben gepolst.
Alles over deze inspraak-ronde in Hoorn
– Activisten tegen standbeeld van genocidepleger Coen laten zich niet doodzwijgen door gemeente Hoorn
– “Het standbeeld van Coen is een gezuiverde en selectieve versie van de geschiedenis, gebaseerd op giftige nostalgie en melancholie”
– “Structureel blootgesteld worden aan het standbeeld van Coen is kwetsend en werkt traumatiserend”
Dat is net zoals dat een kamer vol mannen, wetten gaan maken voor vrouwen zonder ook maar enige input van een vrouw te hebben. Of een wijkcentrum dat een activiteit aanbiedt voor jongeren zonder te weten wat er in de belevingswereld van deze jongeren speelt. Als het niet aansluit op de zorgsignalen of behoeften van de belanghebbende groep, dan is de volgende vraag: voor wie doen we het?
En dat is ook met dit ellenlange gesprek over het standbeeld van JP Coen het geval. Waarom wegen de stemmen van mensen die geen last hebben van een koloniaal- en slavernijverleden het zwaarst? Wat is het belang van de mensen met betrekking tot het beeld om dat in stand te houden? Is het ego? Koloniaal gedachtegoed? Witte superioriteit? Bang voor verandering of toegeven aan de geschiedenis?
Ik, Marisella en alle mensen die zich hier online, offline, zichtbaar en minder zichtbaar voor inzetten, zijn niet uit op een wedstrijd wie gelijk gaat krijgen. We hebben het hier over een genocidepleger op een standbeeld die verantwoordelijk is voor de executie van vele mensen, waarvan er in Nederland ook nazaten zijn van de slachtoffers van Coen. Je moet je voorstellen dat de moordenaar van jouw grootouders op een standbeeld geëerd staat midden op een plein, en ik benadruk het woord “eren”: dat is tenslotte de reden dat het standbeeld tijdens Nederlands rijzende nationalisme is neergezet. Echt niet omdat hij oh zo’n goede man was, maar omdat Nederland trots was op haar daden.
Ook vanavond is er een nazaat van slachtoffers van de gruweldaden van Coen aanwezig. Zij is echter geweerd om vandaag in te spreken. Een nazaat zou geen “direct belanghebbende” zijn. Ik herhaal: een nazaat die de last en de gevolgen draagt van wat Coen haar voorouders heeft aangedaan, is geen “direct belanghebbende”volgens de raad. Ze draagt het leed en trauma rechtstreeks met zich mee. Als zelfs zij geen recht heeft om haar stem te laten horen, wie zijn wij dan om te beslissen over dit onderwerp?
Merve
Berichtnavigatie
Reacties (0)
Voeg nieuwe reactie toe
Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.