Forum voor Anarchisme
ArtikelenDe AnarchokrantDossiersEventsWiki // Hulp bronnenContact // InzendingForum
|
anarchokrant4 juni 2025

RUSTELOOS: ALBERT HELMAN NABESCHOUWD

Author: Tijdschriftdeas | GEPLAATST DOOR: De Anarchokrant | Bron: libertaireorde.wordpress.com

Tien jaar geleden verscheen de biografie over de schrijver Albert Helman (1903-1996) van Michiel van Kempen, Rusteloos en overal – het leven van Albert Helman (2016). Het vormde een aanleiding voor André de Raaij om op deze libertaire socialist terug te komen. Laten we zeggen vanwege het broodnodige ‘historisch besef’. Hieronder zijn beschouwing over wat Albert Helman bij André de Raaij onder meer losmaakte. [ThH]

Nederland, kernland van het Nederlandse taalgebied, houdt zijn schrijvers niet in ere. Ieder woelt hier nu eenmaal om verandering, en vraag mensen van zekere leeftijd wie De Grote Drie zijn (waren) en meestal zult u op een lege blik getrakteerd worden. Het afgelopen jaar heb ik drie pillen met een biografie van schrijvers gelezen, waarbij ik mij kan afvragen: worden ze nog gelezen? Theo Thijssen speelde ook een rol in de SDAP, is dat belangrijker dan Kees de Jongen? Godfried Bomans was (is postuum wellicht) populair en werd en wordt alleen al daarom met fronzen bezien in het Nederlandse ons-kent-ons-wereldje. En dan die over Albert Helman (Lou Lichtveld), die allang weer niet meer als nieuw leverbaar is. Van Helman is nauwelijks nog iets nieuw te vinden, maar één titel, De sfinx van Spanje, nu juist wel, en dat boek is de aanleiding alsnog aandacht te besteden aan de biografie van bijna tien jaar geleden. Ik ben er voor De AS niet meer aan toegekomen, en dan nog – een pil van bijna 900 pagina’s – ik had de moed pas na het lezen van de biografie van Bomans die ook flink omvangrijk is, en naar ik vrees of vermoed dat zij definitief is, net als die van Helman.

In de context van deze site, die feitelijk voortzetting is van De AS, is wat Helman betreft van belang te vermelden dat hij in de tijd van de Spaanse Burgeroorlog voor het anarchisme koos, en naar eigen zeggen is zijn gezindheid sindsdien niet veranderd. Minister in Suriname, hoofd van de Rekenkamer, gevolmachtigd minister bij de VN, het zijn opmerkelijke functies voor een libertair socialist. Of niet? Wat zijn anarchisme betreft permitteer ik mij het stuk dat ik voor het Derde Jaarboek Anarchisme (1996) heb geschreven naar aanleiding van zijn overlijden, te herhalen. Het gevraagde interview voor De AS is er niet meer gekomen.

“Joop den Uyl heeft ooit gezegd dat hij één verworvenheid als de belangrijkste zag van het kabinet dat hij geleid heeft: de onafhankelijkheid van Suriname. Verkiezingen, laat staan een referendum, werden er in Nederlands Guyana over de opgedrongen status van republiek niet gehouden. De mensen stemden met de voeten: meer dan een derde van de bevolking van dit toch al zeer dunbevolkte land ging naar het land dat als ‘moederland’ gold van Suriname. Het kon niet goed gaan, en het ging en gaat niet goed.

Lou Lichtveld, als schrijver bekend onder de naam Albert Helman, kon er tot zijn einde kwaad over zijn en pleitte voor herstel van een staatkundige band met Nederland. Als ‘niet-politiek’ minister van volksgezondheid en onderwijs en als hoofd van de Algemene Rekenkamer van het Suriname van vóór de onafhankelijkheid wist hij maar al te goed waar hij het over had als hij de huidige status van zijn geboorteland ter discussie stelde. Het hielp niet en het zal niet helpen, en zijn stem is weggevallen. Het requisitoir tegen het kolonialisme in Guyana, de foltering van Eldorado, laat niets heel van de ‘belangrijkste verworvenheid’ van Nederlands meest linkse regering aller tijden. Tot slot – Helmans zwanezang in boekvorm – identificeert hij zich in de tweede editie van zijn boek over deze foltering (Kroniek van Eldorado, 1995) met Caliban uit Shakespeares The tempest. Hij neemt het woord als ‘oorspronkelijke’ uit zijn land, een aanklacht zoals zijn eerste boek, Zuid-zuidwest, geschreven in 1926 – dat een klassiek literair werk in het Nederlands is en dus ‘niet meer leverbaar’. Helman maakt in zijn laatste boeken zijn pagina’s niet vuil met de namen van de velen die allesbehalve achting waard zijn, Den Uyl niet uitgesloten.

“Een anarchistisch soort socialist”, zo typeerde hij zich in zijn laatste interview voor de Volkskrant. Wat dit betekent moet verder uit zijn werken blijken. In een in boekvorm verschenen radio-interview met Tony van Verre (ondertitel: Uit het leven van een dwarsliggende indiaan) vertelt hij dat Angelica Balabanow, nog voordat hij als oorlogscorrespondent naar Spanje ging, hem respect voor de anarchisten heeft geleerd. In Spanje maakte hij kennis met Emma Goldman, die “meer zijdelings, maar wel beslissend, invloed op [hem] heeft gehad”. In tegenstelling tot een legende die nog wel eens rondwaart, heeft hij niet in Spanje ‘meegevochten’ – een dag op stap met een geweer deed hem besluiten dat zijn vulpen een beter wapen was. Hij vond de anarchisten in Spanje wel de sympathiekste partij in de burgeroorlog (De sfinx van Spanje), maar niettemin een partij: “terwijl een bajonetpunt op mijn onschuldige borst gericht wordt, antwoord ik: ‘Cénété” (Sfinx, pag. 93). Hoe zou hij met zijn afkeer van de mediocre rozigheid en het communisme anders gekwalificeerd kunnen zijn dan als anarchist, zonder lid te worden ‘van de partij’?

Als romanschrijver opent Helman vaak het zicht op “de andere wereld” (Marten Toonder): in Kleine kosmologie, een lang prozagedicht, – en om het verder bij nog wel leverbare boeken te houden – zeer sterk in Mijn aap lacht en De G.G. van Tellus. Misschien is het dit door Helman getoonde vermogen zicht te geven op die wereld, waar de conflicten vandaan komen (en hun oplossingen), wat een auteur de libertaire inslag geeft zoals ik die in het Tweede Jaarboek Anarchismeprobeerde te omschrijven.

Maar ze zijn niet in staat tot bezinning, tot een beetje besef dat hun korte leven alleen maar gelukkig kan zijn en zinvol wanneer zij elkaar liefhebben, durven te liefkozen en zich te laten liefkozen zonder angst, zonder heerszucht, zonder onderworpenheid. (G.G., pag. 238)

Niet optimistisch, niet pessimistisch, maar nooit onverschillig – steeds geëngageerd, zoals zijn laatste volledig nieuwe boek, Zomaar wat kinderen (Amsterdam: In de Knipscheer, zoals alle thans leverbare titels van Helman; verschenen 1995). Dit verhaal van het kind uit een Surinaams gezin, dat ‘daar’ niet kan blijven en in Nederland niet mag wonen, heeft een open einde – er is ruimte voor hoop, maar allesbehalve zekerheid van een goede afloop. Alleen de volslagen breuk met het verleden, de doorgevoerde revolutie leidt tenslotte tot succes (Sfinx, pag. 60). Het zal juist de volstrekte onmodieusheid van de meest indiaanse en de meest anarchistische schrijver van Nederland en Suriname zijn die zijn werk voor verzinken zal behoeden.”

Dat is dus nog maar de vraag, dertig jaar later. Tegen de cultuurloosheid – althans op literair gebied – van Nederland  is geen kruid gewassen, vrees ik. En dan dus die biografie van Lou Lichtveld. Ook inheemse bewoners van Suriname (indianen) kregen een Nederlandse naam bij de emancipatie, Keti koti – waar Lichtveld/Helman niet op zat te wachten als feestdag. Een Nederlandse naam die juist niet in Nederland mocht voorkomen, Neerlands kolonialisme verspreidde nu eenmaal geen beschaving. De biograaf twijfelt aan de “indiaansheid” van Helman. Ik zou zeggen dat dit aan de betrokken persoon zelf ter beoordeling is. Poëet, prozaïst, politicus (van katholiek via communist tot libertair socialist) en zeker ook componist, zie Online), hij heeft een monument gekregen waarbij ik de aantekening maak dat de Beschränkung het meesterschap van de biograaf ontgaan is. Dat Helman een krentenkakker was hoef ik niet voortdurend uitgesponnen te krijgen. Om maar wat te noemen. Ik had wel meer willen vernemen over zijn rol in het verzet, maar waarschijnlijk is er op dit punt een tekort aan bronnen.

Enfin, zoek het tweedehands of probeer het te vinden bij een bibliotheek.

André de Raaij

– Michiel van Kempen, Rusteloos en overal – het leven van Albert Helman. Haarlem: In de Knipscheer, 2016. 863p.

– Albert Helman, De sfinx van Spanje – beschouwingen van een ooggetuige. De Bilt: Schokland, 2011. 172p, €22,90

– Foto Lichtveld: Door Willem van de Poll (ANEFO) – GaHetNa (Nationaal Archief NL) Bestand 252-2653, CC0, overgenomen van Wikipedia, zie Online.

(O ja, een persoonlijke noot: in mijn eerste jaren, voor verhuizing, speelde ik regelmatig op straat met een neefje van Helman, en een nichtje – zijn grote zus – heeft mijn grote zus een deuk in haar kin gestompt. Ze worden niet genoemd in de biografie, wij dus ook niet…) 

Reacties (0)

Voeg nieuwe reactie toe

Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.