Forum voor Anarchisme
ArtikelenDe AnarchokrantDossiersEventsWiki // Hulp bronnenContact // InzendingForum
|
anarchokrant10 november 2025

Mogelijkheden en beperkingen van het kleur-klasse narratief voor radicaal-links

Author: Doorbraak.eu | GEPLAATST DOOR: De Anarchokrant | Bron: doorbraak.eu

We vinden het vrijwel allemaal belangrijk in veiligheid en met onze dierbaren te leven, onafhankelijk van of we in Nederland zijn geboren of net zijn gearriveerd. Maar huisjesmelkers en de politici die hun winstzucht tot beleid maken zorgen ervoor dat er niet genoeg betaalbare woonruimte is voor iedereen. Vervolgens leiden ze van hun gierige beleid af door vluchtelingen en migranten de schuld te geven. Net als eerdere generaties volkshuisvesting en sociale huurwoningen en hebben bevochten, zo kunnen wij door samen te strijden een samenleving creëren waarin iedereen een dak boven hun hoofd heeft en niemand bang hoeft te zijn dat ze hun huis uit worden gezet.

Deze inleiding is een voorbeeld van wat kleur-klasse narratief (kkn) wordt genoemd. Het is een communicatiestrategie uit de VS met als doel zondebokpolitiek tegen te gaan. Zondebokpolitiek is een strategie van rechts waarin ze gemarginaliseerde bevolkingsgroepen de schuld van problemen geven die ze zelf veroorzaakt hebben. Denk eraan hoe rechtse politici vluchtelingen de schuld geven van hoge huren, of hoe ze transhaat verspreiden om te zorgen dat de ontevredenheid zich niet op henzelf kan richten. Het kleur-klasse narratief spreekt die redeneringen tegen door een “wij” te benoemen waar de gemarginaliseerde groepen ook deel van uitmaken. Ook benoemt het kkn duidelijk het probleem en wíe dat werkelijk veroorzaakt heeft.

Ik ben door dit verhaal geïntrigeerd. Een duidelijk links verhaal dat de verdeel-en-heers strategie van (extreem-)rechts tegen weet te gaan is hard nodig, en onderzoek beweert dat het kkn echt werkt. De Stroomversnellers, De Goede Zaak en DeepCanvas NL zijn dan ook druk bezig om deze benadering in Nederland te verspreiden en te gebruiken. De vraag is of het ook bruikbaar is voor radicaal-links, dat revolutionaire veranderingen voorstaat.

Voorbeelden en successen

Deze communicatiestrategie werd onderzocht in de VS en het VK. Daaruit bleek dat het inderdaad werkt. Ook hebben verschillende campagnes in die landen en in Australië het al geprobeerd in te voeren. Voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld het Voice-referendum in Australië. Het doel daarvan is dat Aborigenes en Torres Strait Islanders, inheemse bevolkingen van Australië, een representatief orgaan krijgen van waarmee ze de overheid kunnen adviseren. Via een specifiek voor Australië ontwikkelde communicatiestrategie konden vakbonden 67 procent van hun leden overtuigen om vóór te stemmen, vergeleken met maar 38 procent in de bredere bevolking. (Deze informatie komt uit een email-correspondentie met een vertegenwoordiger van de Victorian Trades Hall Council.)

Een ander voorbeeld is Down Home North Carolina dat is begonnen het kkn te gebruiken om mensen te mobiliseren om bij verkiezingen op progressieve kandidaten te stemmen. Zo waren ze bijvoorbeeld met heel actief organiseren in staat om Diamond Staton-Williams van de Democratische Partij verkozen te krijgen. Niet alleen is ze een zwarte vrouw uit de arbeidersklasse, maar ze werd verkozen op basis van stemmen van het platteland, terwijl de mensen daar meestal uitsluitend op de Republikeinen stemmen.

Kleur-klasse verhaal: in detail

Nadat het kkn werd uitgedacht is het nog verder ontwikkeld. Zo is er ondertussen bijvoorbeeld ook een kleur-klasse-gender narratief tegen de zondebokpolitiek jegens transpersonen. De details van het narratief moeten altijd per context worden aangepast, maar onderstaande drie punten vormen de basis. (Ik hou hierbij vooral het model aan dat gepresenteerd werd bij dat kleur-klasse-gender narratief. Inmiddels hebben de Stroomversnellers echter ook een Nederlands basismodel gemaakt.)

1. Benoem een “wij”. Maak de diversiteit daarvan duidelijk, maar benadruk ook dat er gedeelde waarden zijn. Denk aan de openingszin van mijn stuk: “We vinden het vrijwel allemaal belangrijk in veiligheid en met onze dierbaren te leven, onafhankelijk van of we in Nederland zijn geboren of net zijn gearriveerd.”

2. Benoem de tegenstander(s) en maak daarbij duidelijk wat ze doen en waarom ze het doen. Let erop dat je tegenstander niet te abstract wordt. Om mensen te motiveren is het handig om een tegenstander te kiezen die niet almachtig voelt. “Het kapitaal” voelt te groot en ongrijpbaar om er iets tegen te doen. Een anti-kapitalistische analyse is sterk, maar geen heel motiverende boodschap voor de meeste mensen. Dus creëer een tegenstander die concreet is, en die idealiter ook klein lijkt in vergelijking met dat “wij”. “Enkele rijken en hun media” is bruikbaar, terwijl “politiek en bedrijfsleven” niet handig is.

Nadat we een tegenstander gevonden hebben, moeten we dus ook nog zeggen wat ze doen en waarom ze dat doen. Maak daarbij duidelijk dat hun motivatie en daden de waarden van het eerder benoemde “wij” tegengaan. Als bestaanszekerheid voor jou van belang is dan zijn huisjesmelkers die je alleen tijdelijke huurcontracten geven en proberen huurders uit te persen een duidelijke tegenstander. Nu moet je alleen nog de zondebokpolitiek benoemen, dus iets als: “en ze leiden van hun eigen gedrag af door vluchtelingen de schuld te geven”. Op deze manier presenteer je een ander verhaal voor de problemen die mensen ervaren: een verhaal dat rechtse verhalen tegenspreekt. En ook heel belangrijk: je herhaalt het rechtse verhaal niet. Immers, een verhaal dat voortdurend wordt herhaald wordt alleen maar normaler en aannemelijker voor mensen. Dus vermeid rechts tegen te spreken door eerst hun verhaal te herhalen.

3. Geef een visie. Dit is het deel waar je vertelt wat er moet gebeuren, en waar je uiteindelijk naartoe wilt. Ook dit graag weer concreet, zodat mensen zich er iets bij kunnen voorstellen en het motiverend werkt. Het is ook handig om eerdere successen te benoemen om mensen het gevoel te geven dat wat je voorstelt ook echt mogelijk is. Dus bijvoorbeeld iets als: “maar als we gezamenlijk voor onze belangen opkomen kunnen we zekere, betaalbare en goede woonruimte voor iedereen bereiken, net zoals we dat eerder met een sterke sociale huursector hebben bereikt.”

Het doel van dit soort boodschappen is om je achterban te motiveren, om mensen die nog niet helemaal zeker zijn over wat ze vinden, of die gemengde politieke opvattingen hebben, over te halen, en om tegenstanders te marginaliseren. Het doel is dus om een duidelijke front op te bouwen en zoveel mogelijk mensen tot actief of passief bondgenoot te maken.

Ook iets voor in Nederland?

Dit is dus het basisidee. Wat ik fijn vind aan dit model is dat het blijkt te werken en hoop geeft. Het blijkt dus dat redelijk wat mensen door dit verhaal worden aangesproken, meer in ieder geval dan door rechtse verhalen. Maar ik heb ook wat kritische vragen erbij.

Het model is ontwikkeld voor de VS en tot nu toe vooral toegepast in het VK en Australië. Dat doet me wel afvragen in hoeverre het model van toepassing kan zijn een context waarin er meer dan twee grote partijen actief zijn. In Nederland hebben we veel politieke partijen en daarnaast ook nog buitenparlementaire bewegingen. Een soortgelijk narratief hier, voor heel ‘links’, lijkt me lastiger, omdat de partijen zich ook onderling van elkaar willen onderscheiden. Een narratief dat ze allemaal met elkaar gemeen hebben, lijkt me dan niet haalbaar of handig. Uiteraard wordt het narratief altijd door de groepen die het gebruiken aangepast, maar het doel is dat het hun verhalen dicht bij elkaar houdt. Dicht bij elkaar zijn, en samen strijden, is natuurlijk wel goed, maar ik kan me ook voorstellen dat het de verschillen tussen de verschillende partijen en groepen wat kan doen ondersneeuwen.

Dit leidt me tot de vraag voor welke politiek het kkn precies te gebruiken is. Ik kan me voorstellen dat politieke partijen en grote ngo’s er wel door aangesproken worden. Een obstakel voor hen zou echter wel het benoemen van een concrete tegenstander zijn, dat is iets wat Nederlandse partijen en grote organisaties nauwelijks doen. In tegendeel, iedereen moet hier altijd een mogelijke bondgenoot blijven. Reële verschillen tussen onderdrukkers en onderdrukten, tussen heersers en beheersten, tussen uitbuiter en uitgebuite mogen niet benoemt worden. Er lijkt een echte aversie te zijn voor een politiek waarin er tegenstanders of vijanden zijn. Maar dat is wel een vereiste voor het kkn. In een email-conversatie hoorde ik dat dit inderdaad iets is waar mensen die het kkn in Nederland promoten tegenaan lopen. Er wordt daarom geprobeerd om het kkn ofwel aan te passen, ofwel de organisaties ertoe te bewegen het toch te accepteren. Radicaal-linkse organisaties hebben dit probleem vanzelfsprekend niet, maar die lopen met bij dit verhaal ergens anders tegenaan, denk ik.

Betaat een radicaal-links kkn?

Het is me niet duidelijk of dit narratief ook geschikt is voor organisaties niet op electorale strategieën gericht zijn. De meeste voorbeelden uit de VS lijken uiteindelijk op verandering via bestuur gericht te zijn,of dat nu gaat om wetten, overheidsprogramma’s of het verkiezen van een progressievere kandidaat. Ik vraag me daarom wel af in hoeverre buitenparlementaire tegenmacht met dit verhaal is op te bouwen. Ik verwacht dat je dan moet proberen te benoemen hoe wij winsten hebben bereikt zonder de staat nodig te hebben want zo laat je mensen zien wat mogelijk is. Dus misschien is er wel ruimte voor buitenparlementaire strijd met dit soort verhalen, bijvoorbeeld voor vakbonden die zondebokpolitiek op de werkvloer willen tegengaan. Maar kunnen we er ook een radicale strijd mee voeren?

Een centraal probleem dat ik hierbij zie is dat het benoemen van een concreet “wij” en een concrete tegenstander niet altijd heel goed bij onze analyse aansluit. Ik noemde het eerder in dit artikel al dat het benoemen van bijvoorbeeld kapitaal als tegenstander niet handig is omdat veel mensen dat niet direct snappen, of omdat het te groot en abstract voelt om er iets aan te doen. Alleen, het is wel een goede analyse! Het probleem is niet het “grootkapitaal”, een term die makkelijk een antisemitische invulling krijgt, maar de logica van het kapitaal.(*) Alleen zit er een hele analyse verpakt in het begrip “logica van het kapitaal”, en die kennen veel mensen nu eenmaal niet. Je zou het uit kunnen gaan leggen, maar dan heb je geen korte en bondige boodschap meer die beklijft en die mensen door gaan vertellen. Hier lijkt dus een spanning te zijn tussen wat we als radicaal-links echt vinden en wat in dit narratief past.

Deze spanning kunnen we een beetje omzeilen door te zeggen dat het kkn een soort van beginverhaal is. Een manier om mensen binnen te krijgen, en de echte analyse komt dan later wel. Alleen voelt dit wel misleidend, of niet? Natuurlijk is zo dat we mensen meestal niet meteen een volledige analyse geven. Dat zou veel te veel zijn voor een kort gesprek of een post op social media. Het is daarbij wel belangrijk dat de korte en heldere boodschap in een lijn is met de latere analyse. Ik weet niet zeker of dat wel kan met het kkn, omdat het benoemen van een beperkte en klein lijkende tegenstander simpelweg niet bij ons denken past. Ja, het kan nuttig zijn om dat soms te doen, maar dan moeten we ook bereid zijn om te zeggen dat het niet alleen deze ene slechterik is, maar het systeem dat hun gedrag aanmoedigt, mogelijk maakt of zelfs noodzakelijk maakt.

Ik zie het kkn dus als een mogelijk krachtig deel van ons gereedschap als linkse bewegingen. Ik denk dat er wel nog wat meer onderzoek en kritische discussie nodig is om uit te zoeken of en hoe we het het beste kunnen inzetten. Deels is dat alleen het praktische uitzoeken van hoe het bij onze lokale context, politieke situatie en organisatie past, zoals dat voor ieder model geldt. Deels blijft er voor mij ook een wat fundamentelere vraag open: hoe is het verband tussen dit uiteindelijk wat versimpelde verhaal en onze meer uitgewerkte analyse?

Slotgedachten

Deze discussie over het kleur-klasse narratief brengt mij nu tot wat algemenere vragen rondom radicale en reformistische politiek. Ik zie het kkn als onderdeel van een wereld van meer geprofessionaliseerd politiek werk dat nogal veel invloed heeft in Nederland. Er worden trainingen georganiseerd en organisaties opgericht die campagne voeren. En ik maak zelf ook onderdeel uit van die wereld. Ik help mee bij sommige campagnes en neem wel eens deel aan trainingen van meer geprofessionaliseerde organisaties. Een groot deel van buitenparlementair links in Nederland bestaat uit dit soort organisaties. Het risico voor zulke groepen is dat ze geld nodig hebben, maar dat geldgevers vanzelfsprekend alleen geld willen geven aan organisaties die niet te radicaal zijn. Daardoor zijn de grotere organisaties bijna per definitie wat minder radicaal, anders waren ze niet zo groot geworden. En dan krijg je het gebruik van dit soort technieken en tools, zoals het kkn of andere organizing strategieën. Strategieën die goed zijn, maar waar wel wat meer revolutionair denken ontbreekt.

Wat ik daarmee bedoel? Die organising strategieën kunnen heel effectief zijn, maar hebben geen revolutionaire horizon ingebakken. Ze kunnen net zo goed door radicaal-links, reformistisch links of zelfs door extreem-rechts gebruikt worden. En dat baart wel zorgen. Als deze technieken zo open zijn om door iedereen gebruikt te worden, zijn ze dan wel bruikbaar voor radicaal-links?

Ik denk dat ze dat wel kunnen zijn. Extreem-rechts kan zeker variaties ervan gebruiken. Ook zij kunnen op emoties inspelen, hoop geven en tot actie oproepen, om maar even de basis van een organising-gesprek als voorbeeld erbij te halen. Maar uiteindelijk is het wel anders als we ze als onderdeel van een echt solidair en bevrijdend project gebruiken. Maar om dat te doen moeten we wel een goed beeld hebben hoe ze in een revolutionair project passen. Dat laatste is iets dat in Nederland heel weinig gebeurt. Ik denk dat er nauwelijks organisaties zijn die een fundamentele omwenteling van de maatschappij als serieus doel voor ogen hebben, en op basis van de materiële omstandigheden kijken hoe daar naartoe kunnen gaan. Dit soort analyses en visies zijn iets dat in Nederland grotendeels ontbreekt. En dan eindig je met een buitenparlementair links dat allemaal trucjes gebruikt omdat onderzoek laat zien dat ze goed werken, maar zonder een groter plaatje te hebben van waar de reis naartoe moet gaan. Waar ik dus voor wil pleiten is om over strategie en organiseren na te denken binnen een revolutionair horizon. En daarbinnen kunnen organising trucjes best nuttig zijn, maar verlies nooit het einddoel uit het zicht.

Nickname

Noot (*) Met de logica van het kapitaal bedoel ik goederen die circuleren zodat die meer en meer waarde creëren. Dus kapitalisten die goederen inkopen, om er in het productieproces waarde aan toe te laten voegen en ze dan met winst weer te verkopen. Dit is in deze vorm alleen maar mogelijk omdat de productiemiddelen privébezit van de kapitalisten zijn. De mensen zonder eigendom moeten hun arbeid verkopen, terwijl de kapitalisten zo uitbuitend (dat wil zeggen “kostenbesparend”) als maar kan proberen te produceren om zo veel mogelijk winst te maken. Immers, als die dat niet zouden doen, dan zouden die ondergaan in de markt. Dat arbeiders emotioneel en fysiek aan het werk gehouden moeten worden, een geprivatiseerde taak die vaak door vrouwen wordt gedaan, dat de natuur een gratis grondstof is, dat sommige mensen harder uitgebuit kunnen worden dan anderen (bijvoorbeeld door grenzen, racialisering en criminalisering) en dat sommige mensen als minder waard worden gezien omdat ze niet in staat zijn om zich voor het kapitaal te laten uitbuiten (denk aan mensen met een beperking die hierdoor minder uitbuitbaar zijn) is hiermee ook bedoelt.

Reacties (0)

Voeg nieuwe reactie toe

Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.