Geschiedenis die nog rookt
In onderstaande zal een poging worden gedaan om een constructieve wending te geven aan de inzet van de Doorbraak-redactie dat we ons “bewustzijn van onze linkse geschiedenis nooit mogen laten bepalen door onze tegenstanders”. Hierbij gaan we eerst in op wat de redactie/Eric Krebbers heeft verwoord, waarna we een poging doen een constructief voorstel te formuleren.
Naar aanleiding van de NAVO-top die binnenkort in Den Haag plaats zal vinden, is onlangs een aanzet gegeven de protesten tegen de NAVO in een breder historisch perspectief te plaatsen. Aanzet hiervoor is een vertaald artikel uit het Duitse Gefangeneninfo waarin de RAF met haar in 1982 gepubliceerde strategie, het zogenaamde “frontpapier” uit mei 1982, een centrale positie inneemt.
Verrassend is dat de RAF, 27 jaar na te zijn opgeheven, plotseling weer opduikt met een strategie die niemand (meer) kent (sic)!
De arrestatie van Daniela Klette, en de heksenjacht op Ernst Volker Staub en Burkhard Garweg, waarbij laatstgenoemde ook de autoriteiten blijft tarten met teksten die door linkse media worden gepubliceerd, heeft althans bij de buren tot een mediagekte geleid die nogal wat vragen oproept.
En die ook hier tot wat zorgen heeft geleid onder ‘experts’, waar we verder uiteraard niet op in zullen gaan omdat het ons per definitie niet verder brengt.
Wat opvalt ís dat wat enkele ‘experts’ verwoorden, lijkt op wat we kennen van veel (oud-)linksen: een combinatie van nauwelijks bedekte sympathie met personen met tegelijkertijd een scherpe afwijzing van de ooit door de RAF gevoerde acties.
Krebbers lijkt ook op deze twee gedachten te hinken: enerzijds is het blijkbaar geschiedenis die belangrijk kan zijn, anderzijds wordt over de strijd van de stadsguerrilla eind jaren zeventig en begin jaren tachtig opgemerkt dat deze niet zou “voldoen aan de maatstaven die links en radicaal-links momenteel hanteren bij hun strijd”. Meteen daarna wordt de RAF genoemd, waarbij blijkbaar vooral ook zeer belangrijk is dat men zich realiseert dat er geen sympathie meer bestaat voor een organisatie die zich, zoals net genoemd, al decennia geleden heeft opgeheven. Blijkbaar bestaat er vrees dat iemand dat zou kunnen denken, er worden tenslotte (ongeveer) veertien kritiekpunten geleverd, voor de slechte verstaander.
Het moet gezegd, daarnaast maakt Krebbers namelijk terecht ook ruimte voor de bekende gevoelige punten, hij verwoordt wat anderen doorgaans weg willen poetsen. Immers, aan de andere kant zouden we niet moeten vergeten dat er ook hier dodelijk geweld (folter en moord) zou kunnen worden ingezet wanneer dit opportuun wordt geacht, wat (deels) te wijten zou zijn aan hoe eerder is weggekeken. Krebbers: “Dat grote delen van links er na de nederlaag van de West-Europese stadsguerrilla verder het zwijgen over toe deden, is een tragische ontwikkeling geweest, die vandaag de dag nog doorwerkt, in onder andere een gebrek aan openbare en strijdbare solidariteit met allerlei gevangen kameraden.”
Wij voelen ons in ieder geval met het laatste citaat aangesproken. We denken echter wel dat genoemde “tragische ontwikkeling” alleen kan worden begrepen wanneer we militant linkse groepen, waarvan de RAF een van de eerste was, waar overigens anderen daarna van hebben geleerd, alleen kunnen worden begrepen wanneer de bredere maatschappelijke context waarbinnen ze opereerden erbij wordt betrokken. De nederlaag van deze groepen vormt naar ons idee een onderdeel van de nederlaag van links in het algemeen.
Voor ons vormen echter ontwikkelingen en opgedane ervaringen in ons land het vertrekpunt. We beschouwen de connectie van de RAF in en met Nederland, en vooral met groepen en acties en publicaties zoals die zich vanaf midden jaren zeventig hebben ontwikkeld tot in de jaren tachtig, als een belangrijk onderdeel van onze geschiedenis. Maar zeker ook als een onmisbare schakel waarbij ook vooral tal van vragen zijn opgeworpen en nog steeds (zouden moeten) bestaan.
Het eerst aandacht vragen voor een deel van de geschiedenis en het daarbij vrijwel tegelijkertijd bekritiseren hiervan lijkt ons niet zo productief.
Op de eerste plaats hebben wij niet de indruk dat er hier (nog) iemand achter de politieke strategie staat van het “frontpapier”, van organisaties die ook al decennia niet meer bestaan! Hoe zou het ook anders kunnen???
Ten tweede denken we dat, willen we ook maar iets kunnen begrijpen van eerdere ontwikkelingen, we de spanning, die ook wij voelen bij enerzijds opstellingen van personen, wat respect afdwingt, en anderzijds gevoerde acties die we niet begrijpen, moeten verdragen. Het kan niet zo zijn dat we wegwissen wat ons niet bevalt.
Er zijn dan ook maatstaven, criteria, nodig waarmee we deze ontwikkelingen van toentertijd proberen te duiden. Maar bovenal ook een daarop gebaseerde open blik waarbij we eerdere praktijken serieus nemen door ze te willen begrijpen.
Inzet is daarbij zeker ook de huidige ontwikkeling richting een steeds meer autoritaire staat, zoals we die dagelijks waarnemen, te willen begrijpen. Een ontwikkeling die gaande is waar geen noemenswaardig verzet tegenover staat.
Daarbij hebben we dan ook zeer grote vraagtekens over huidige “maatstaven die links en radicaal-links momenteel hanteren bij hun strijd”, en dit zou naar ons idee zeker ook verder moeten worden uitgewerkt, niet alleen door Krebbers en de andere Doorbrakers. Ook door ons, door te reflecteren op opgedane ervaringen.
Tot gauw!
Enkele bekende onbekenden
Reacties (0)
Voeg nieuwe reactie toe
Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.