Anarchisme – Gemeenschap En Utopie
In de afgelopen maanden heb ik twee miniseries gepubliceerd in de vorm van ‘een kleine geschiedenis van het anarchisme’. De eerste serie was getiteld ‘Colin Ward en pragmatisch anarchisme’ (deel 1, zie Online), de tweede droeg de titel ‘Anarchisme tegen de staat’ (deel 1, zie Online). Zoals men kan constateren heeft een aantal zaken, die in deze series besproken zijn, elk hun eigen achtergrond (historisch-politieke en persoonlijke). Die constatering deed mij denken aan een oude bundel, getiteld Anarchism, Community and Utopia (1993). Die heeft maar weinig bekendheid gekregen. De achtergrond van de bundel werd gevormd door politieke gistingen onder meer in de jaren 1980, in Tsjechië en in het oude Joegoslavië.
Het betreft een bundeling van lezingen van een meerdaagse cursus ‘Anarchisme: Gemeenschap en Utopie’, gehouden in het voorjaar 1989, in het Inter-University Centre Dubrovnik (Kroatië). Daaraan nam ik zelf met een bijdrage deel, in de hoedanigheid van libertaire jurist. De reden om voor deze bundel, die ik al tientallen jaren in mijn bezit heb, aandacht te vragen houdt verband met de door mij gevoelde noodzaak van ‘historisch besef’. Hoewel er in de afgelopen 35 jaar in de wereld veel gebeurd is, zijn de teksten namelijk onverminderd informatief en instructief. Daarom in kort bestek iets over de inhoud. [ThH]
Opzet van de bundel
De redacteur van de bundel is de Joegoslavische filosoof en politicoloog Laslo Sekelj (1949-2001). Als mederedacteur trad op de Tsjechische historicus Václav Tomek (1942-2022). Hij schreef het Voorwoord getiteld ‘On Emancipation and Freedom and the Experience of Totalitarianism’ (Over emancipatie en vrijheid en de ervaring van totalitarisme). De bundel sluit af met een bijdrage van hem, ‘From the Idea of Freedom to Authoritarian Emancipation’ (Van het idee van vrijheid naar autoritaire emancipatie). Hierin komt men ook een weergave van het Tsjechische anarchisme tegen.
Het begrip ‘utopie’, zoals in de titel van de bundel opgenomen, is een meerduidig woord. Het wordt vaak door politieke tegenstanders als dooddoener gebruikt. Die staan al snel klaar, wanneer ze iets niet willen, door het utopisch te noemen. De Amerikaanse filosoof, activist, sociale theoreticus en anarchist John P. Clark (1945), gaat uitvoerig in op een aantal betekenissen van ‘utopie’ in zijn lezing getiteld ‘Utopian Dreams and Nightmares’ (Utopische dromen en nachtmerries).
Aan de genoemde teksten zijn enkele historische bijdragen toegevoegd. Zo vindt men van George Crowder ‘Freedom and Order in Nineteenth-Century Anarchisme’ (Vrijheid en orde in het negentiende-eeuwse anarchisme). De Israëlische historicus, specialist op het vlak van kibboets beweging en het commune-wezen in het algemeen, Yaacov Oved (1929), informeert over het ‘“Comunismo libertario” and Communalism in the Spanish Collectivization (1936-1939)’ (“Comunismo libertario” en het communalisme in de Spaanse collectivisatie (1936-1939).
Dan is er nog een viertal theoretische bijdragen, die ik als de kern van de cursus in Dubrovnik beschouw. Ik bedoel er niet mee dat ze belangrijker zouden zijn dan de andere. Het heeft te maken met het feit dat het belang van ‘geschiedenis’ en ‘filosofie’ er duidelijker door wordt en welke ‘praktijk’ dit oplevert, waarvan weer geleerd kan worden.
Theorievorming
In de bundel treffen we een bijdrage aan van de Amerikaanse denker William O. Reichert, getiteld ‘The Anarchist Case Against Rousseau as Prolegomena to a Political Theory’ (De anarchistische zaak tegen Rousseau als prolegomena [inleidende gedachten] tot een politieke theorie). In de context van het anarchisme is het niet vreemd de naam van de Franse filosoof Jean-Jacques Rousseau (1712-1778) tegen te komen. In menig geval gaat het om zich tegen hem af te zetten, om kernverschillen tussen zijn gedachte en een anarchistische gedachte weer te geven.
Reichert gaat het in het bijzonder om Rousseau’s theorie van de ‘algemene wil’. Die wordt al door Proudhon en andere anarchisten gehouden voor de baarmoeder van onderdrukking: de algemene wil geeft de regering de macht, met aanwending van ‘force’, onderdanen zich te laten gedragen overeenkomstig de wet. Maar zo vraagt Proudhon zich af, aldus citeert Reichert hem, ‘hoe kan de burger die gedwongen wordt om de wil van een ander te gehoorzamen, beschouwd worden vrij te zijn?’. Dit wordt verder door Reichert uitgewerkt, waarvoor ik verder naar de bundel verwijs.
Dan de Engelse politicoloog, Alan Ritter, mede bekend van zijn boek Anarchism: A Theoretical Analysis (1980) (te downloaden, klik hier), Die hield zich in de bundel op een andere manier dan George Crowder bezig met het verschijnsel vrijheid en wel onder de titel ‘Procedural Freedom in Anarchist Thought’ (Procedurele vrijheid in het anarchistische denken). De kernzin die hij uitwerkt, is: vrijheid van handelen ongehinderd door welke beperkingen ook behalve voor die waarvoor overtuigende argumenten te geven zijn. En dan vervolgt hij met een verklarend betoog.
De derde theoretische verhandeling is van de Italiaanse activist en anarchistische theoreticus Amedeo Bertolo (1941-2016). Ik kende hem reeds van mijn deelname aan verschillende symposia georganiseerd door het Centro studi libertari(Milaan), waar ook het maandblad Rivista Anarchica uitgegeven werd.
Bertolo’s verhandeling heeft als titel ‘Authority, Power and Domination’ (Autoriteit, macht en dominantie). Het was hem opgevallen dat al vele decennia door anarchistische auteurs de verschillende betekenissen van een term als macht door elkaar gebruikt worden. Dit levert niet alleen verwarring op maar vaak ook een onjuist duiding van een bepaalde opvatting. Zo kan iemand denken dat in het anarchisme alle macht en gezag afgewezen wordt, wat onjuist is. Bakoenin al legde uit dat hij bepaalde vormen van gezag aanvaardde. Daarbij wordt zijn voorbeeld van de aanvaarding van het gezag van een schoenmaker vaak geciteerd. Die schoenmaker weet meer van het herstellen van schoenen dan hij. Het komt dan aan op een plausibele uitleg, plus betoogt Bakoenin, dat hij zich tevens het recht van contra-expertise voorbehoudt.
Met macht is ook zoiets aan de hand. Macht kan verwijzen naar het vermogen om iets te doen (het ligt in mijn macht om dit deksel op te tillen). Het betoog van Bertolo leidt ertoe om ‘dominantie’ (overheersing) af te scheiden van ‘macht’. Wat in het anarchisme wordt afgewezen is dus dominantie! Dat definieert de relatie tussen ongelijken. Het definieert de situatie van boven- en onderschikking, het definieert de situatie van permanente asymmetrie tussen sociale groepen, aldus Bertolo.
Bertolo herinnert eraan dat er overigens bepalende factoren bestaan die door de cultuur worden opgelegd. De culturele factoren vindt men in normen, regels, communicatie en interactie codes. Een verdere uitwerking hiervan levert de gedachte van een ‘sociale regulatie functie’ op. Voor het anarchisme is dan van belang een fundamenteel gelijkelijk verdeelde vrijheid en wel in de vorm van zelfbeschikking op het niveau van deelname in het collectieve regulerende proces. Gelijke toegang tot macht voor alle leden van de gemeenschap, is de eerste onvermijdelijke voorwaarde voor gelijke vrijheid voor allen. Dit is de richting die Bertolo uitgaat om een aantal termen conceptueel beter bruikbaar te maken.
Tot slot de vierde theoretische bijdrage. Die is van de hand van ondergetekende over een controversieel onderwerp, getiteld ‘Anarchism and Legal Science’ (Anarchisme en rechtswetenschap). Controversieel omdat het recht in anarchistische kringen gemeenlijk onvoorwaardelijk als een verwerpelijk verschijnsel gezien wordt. Dit heeft te maken met het feit dat ‘het recht’ vereenzelvigd wordt met het positieve recht en vooral het strafrecht. Dit maakt dat aan de aandacht ontsnapt, dat het recht ook een relatie heeft met anarchistische opvattingen en door anarchisten geaccepteerde verschijnselen – zoals wat hierboven bij Bertolo ‘de regulatieve functie’ heet; dat kan een-op-een in betreffende anarchistische rechtsopvatting worden opgenomen. Het vormt er een onderdeel van. Dit brengt mee dat de rechtswetenschap over veel meer handelt dan wat anarchisten als recht verwerpen. De bijdrage in de cursus van Dubrovnik verschaft daaraan de grondslag.
Onlangs heb ik dit, samen met enkele Franse libertaire juristen en een historicus, verduidelijkt in een brochure getiteld Anarchistisch recht (2025, 74 blz.). Die is te bestellen bij de Amsterdamse libertaire boekwinkel Het Fort van Sjakoo (zie Online).
De Dubrovnik-bundel mag van oudere datum zijn, hij blijft de aandacht waard. Discussie kan ons verder helpen.
Thom Holterman
Sekelj, Laslo & Václav Tomek, Anarchism, Community and Utopia, Filosofieky ustav AV CR, Praha, 1993, 272 blz.
Reacties (0)
Voeg nieuwe reactie toe
Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.