Ecomodernisme leidt ons af met fantasie-‘oplossingen’ voor echte kapitalistische problemen
In een vorig artikel over WePlanet had ik het kort over ecomodernisme, wat ik een “kapitalistische ideologie” noemde. Daar zijn reacties op gekomen, onder meer van Emil Jacobs. Waarom is ecomodernisme zo conservatief? En wat heeft Walt Disney ermee te maken?
Ter herinnering: ecomodernisme is een gedachtestroom die stelt dat technologische vooruitgang het mogelijk zal maken om huidige productie- en consumptiepatronen te behouden, binnen de ecologische grenzen van de planeet.
Ecomodernisme is een substroming van techo-utopianisme, het idee dat technologische vooruitgang de belangrijkste drijver zal worden om de mensheid naar een utopische (of in ieder geval betere) samenleving te voeren.
Dit gevoel is niet zonder enige basis realiteit. Technologische vooruitgang heeft immers veel mogelijk gemaakt: medische technologie, communicatie, GPS, stromend water, elektriciteit… Allemaal technologieën die ons leven makkelijker hebben gemaakt.
Ecomodernisme positioneert zich (zoals Emil Jacobs stelt) als tegenstander van “degrowth”. Dat is een gedachtestroming die juist stelt dat we productie- en consumptiepatronen moeten aanpassen, om zo binnen ecologische grenzen te blijven.
Ecomodernisme is dan heel aantrekkelijk. Het klinkt heel oncomfortabel om te moeten “minderen”, zoals “degrowth” stelt. Dat klinkt als korter douchen, minder eten, minder comfort… Met andere woorden, wat veel mensen zien als “armer leven”.
Dit is echter gebaseerd op een misverstand over wat “degrowth” precies betekent. Dat misverstand komt voort uit het idee dat consumentengedrag de belangrijkste aanjager is van de consumptiemaatschappij. Maar: dat haalt verantwoordelijk weg bij bedrijven.
Terwijl consumptie vooral wordt bepaald door wat wordt geproduceerd. Eén van de grote drijvers van de “weggooimaatschappij” is “planned obsolescence”. Producten worden actief van slechtere kwaliteit voorzien zodat mensen sneller vervanging moeten kopen.
Als je één stoel kan maken die twintig jaar meegaat, in plaats van tien stoelen die twee jaar meegaan, scheelt dat grondstoffen van negen stoelen. Dát is één van de grote winsten van degrowth.
Daarnaast zijn er nog wel meer problemen, natuurlijk, zoals goedkope “fast fashion”, waardoor kledingstukken soms maar één keer gedragen worden voordat ze worden weggegooid. Onze hele modecultuur komt voort uit de drang om meer kleding te verkopen.
En dat gaat niet alleen om het milieu. Onze huidige consumptiemaatschappij creëert ook erbarmelijke omstandigheden voor de mensen, vooral in het globale zuiden, die kleding maken voor ons in het globale noorden. “Degrowth” heeft brede voordelen.
En ja, het is niet alleen maar efficiëntie en duurzamere producten. We kunnen best met wat minder auto’s, minder AI-gegenereerde video’s, minder flitsbezorging, minder plastic, minder one-use gadgets… Maar: we hoeven het niet te missen als er duurzame alternatieven zijn.
Alleen, “degrowth” bereik je niet zomaar. De meningen zijn verdeeld, maar ik denk niet dat “degrowth” mogelijk is binnen een kapitalistisch systeem. De drang naar winstmaximalisatie heeft “planned obsolescence” immers veroorzaakt, en gaat het niet afschaffen.
Ecomodernisme stelt in feite: we hoeven niet minder te consumeren als we de juiste technieken uitvinden. Denk dan aan herbruikbare stoffen, productiemethoden die minder water gebruiken, en energie die op duurzame wijze wordt opgewerkt.
Als dit mogelijk is, is dat dan niet veel makkelijker dan proberen de hele samenleving fundamenteel te veranderen? Dan hoeft je minder mensen te overtuigen, en kunnen we het klimaat sneller redden! Er zijn echter een aantal problemen. Het eerste zit in die eerste “als”.
We moeten namelijk rekening houden met de AM/FM-tweedeling. AM heeft betrekking op “actual machines”. Dat zijn machines en mogelijkheden die we nu hebben, die we in korte tijd kunnen bouwen, en waarvan we weten wat de kosten en risico’s zijn. Dit is de echte wereld.
FM, daarentegen, is “fucking magic”. Dat zijn machines en mogelijkheden die alleen nog “in concept” bestaan. Het zijn in feite ideeën, die vaak alleen nog bestaan in zogenaamde concept art. En in de wereld van concept art is alles mogelijk.
De Hyperloop van miljardair Elon Musk is een perfect voorbeeld. In concept was het een supersnelle trein in vacuümbuizen. Van Amsterdam naar Parijs in een half uur! Maar toen kwamen de vragen: honderden kilometers vacuümbuis? Over land? Met 45 passagiers per coupé?
Treinen die dertig seconden na elkaar zoeven met honderden kilometers per uur? Is dat veilig? Hoe duur zijn de kaartjes? Verbinden ze alleen grote steden? Wat als er een trein op de noodrem trapt? Hoe haal je mensen eruit? Zijn er parallelle sporen of ligt het dan een dag stil?
Maar het was nooit de bedoeling dat de Hyperloop echt zou bestaan. Het blijkt dat de plannen vooral bedoeld waren zodat California niet zou investeren in de geteste technologie van hogesnelheidstreinen. Zodat hij auto’s kon blijven verkopen.
Dit is de rol die FM-technologie vaak speelt: als belofte zodat niet in AM-technologie wordt geïnvesteerd. Dat is in ieder geval de rol die kernenergie ook speelt voor de VVD, die windmolens en zonne-energie juist wil afhouden.
Het klopt dat kernenergie op zich een geteste technologie is, maar dat geldt niet voor waar politici nu allemaal mee komen: van gesmoltenzoutreactoren tot Small Modular Reactors tot zelfs kernfusiecentrales. Allemaal hoogstens in conceptfase.
Zelfs als een technologie zelf “mogelijk” is, zijn we nog niet klaar. Want al bestaat een technologie, dat betekent nog niet dat het rooskleurige beeld van die technologie klopt. De mensen die de technologie beloven zijn vaak ook de mensen die er geld mee proberen te verdienen.
Neem auto’s. Zelfs al wordt de elektrische auto een toegankelijke vorm van transport, dan blijf je zitten met huidige problemen: gevaarlijke wegen, files, herrie, en stedenbouw die verplicht tot het hebben van een auto. Dit vind je niet in concept art.
Voor valse toekomstbeelden kunnen we ook naar het verleden kijken, want techno-futurisme is geen modern fenomeen. In de jaren vijftig werden ook al toekomstbeelden gecreëerd. Dit filmpje is gemaakt door Disney; Walt Disney was een groot techno-optimist.
Vier dingen die opvallen: allereerst de hoeveelheid technologieën die geen waarheid zijn geworden. Een paar voorspellingen zijn goed, maar we hebben geen wegen die automatisch sneeuw en ijs smelten. Dat zou ook belachelijk duur zijn (en slecht voor het milieu!).
Ten tweede: met hoe veel zaken geen rekening is gehouden. In het filmpje zien we zo goed als lege snelwegen, met af en toe een auto. Maar in de werkelijkheid sta je op dit soort wegen vooral in de file, met duizenden andere auto’s.
Ten derde: hoe dystopisch sommige beelden zijn. Steden die compleet doorkruist zijn met snelwegen, natuurschoon en monumenten die worden omringd door snelwegen, en machines die wegen dwars door de bergen aanleggen. Een gruwelijk toekomstbeeld in de realiteit.
Dit toekomstbeeld is deels werkelijkheid gemaakt door mensen als Robert Moses, de man die verantwoordelijk was voor de aanleg van snelwegen in de VS. Onder zijn racistische beleid zijn hele buurten en steden onleefbaar geworden, in dienst van de auto.
En als laatste: geen woord wordt gezegd over de effecten op klimaat en milieu. CO2-uitstoot als gevaar was nog niet erg bekend toen, maar wel wat het effect was van het bulldozeren van een bos om er een weg door aan te leggen.
Los van een paar foute voorspellingen leven we nu in de wereld die Disney heeft voorspeld, en het is gruwelijk. Waarom? Omdat de technologie is ontwikkeld door mensen voor wie winstmaximalisatie de belangrijkste motivator was om die technologie te ontwikkelen.
Dan krijg je mensen als Elon Musk, die auto’s willen verkopen en daarvoor bereid zijn alle plannen voor toegankelijk openbaar vervoer te wurgen.
Tegelijkertijd gebruiken zijn auto’s wel grondstoffen die extreem giftig zijn om te mijnen. Niet alleen dat, maar de schaarsheid van deze metalen zet ook druk op geopolitiek. Bedrijven en landen strekken nu al hun neokoloniale tengels uit.
En hetzelfde geldt voor uranium, dat nodig is om kerncentrales te voeden. Het mijnen daarvan is nu al gevaarlijk, en gebeurt vooral in het globale zuiden. Een toename in de vraag naar uranium maakt de bestaande ongelijkheid alleen maar erger.
Dat is wat er gebeurt als je een kapitalistisch probleem ‘oplost’ met een kapitalistische oplossing: het kapitalisme vindt altijd wel een methode om winst uit mensen te persen. Je kan een kapitalistisch probleem dan ook niet oplossen met een kapitalistische technologie.
Eén van de nieuwe problemen is de centralisatie van energieproductie. Worden we straks niet allemaal afhankelijk van één of enkele kernreactoren? Dan komen ecomodernisten opeens met modulaire reactoren op de proppen; weer een niet-geteste tech-oplossing.
Hierdoor is het ecomodernisme niet zozeer een oplossingsrichting. Het is een belofte dat de oplossingen voor onze problemen eenvoudig zijn, en dat we in feite alleen maar hoeven te wachten. Nu, wie is er nou gebaat bij zo’n houding onder milieuactivisten?
Dit verklaart wel de populariteit van ecomodernisme. Het vereist in feite alleen een beetje fantasie om allerlei sci-fi-oplossingen te bedenken voor onze problemen. Met een beetje geld kan je er ook renders van maken. Zonder dat je hoeft na te denken over fundamentele problemen.
Ter afsluiting keer ik terug naar Elon Musk, ooit het schoolvoorbeeld van een ecomodernist die met zijn revolutionaire technologieën, zoals elektrische auto’s en Hyperloops, de wereld zou verbeteren. Dat bleek niet meer dan een pr-verhaal.
Tegenwoordig zit Musk vol in het kamp van klimaatontkenners, puur uit politiek opportunisme. Zodra hij realiseerde dat mensen die tegen klimaatverandering strijden ook niets zien in een almachtige rijkaard, was zijn wissel compleet.
Hij had zijn geld kunnen gebruiken om de wereld van goedkoop OV te voorzien, of om medicijnen te ontwikkelen, of om de ongelijkheid in de wereld te verminderen. Maar uiteindelijk ging het er vooral om dat hij kon blijven verdienen aan de status-quo.
En dat is de rol van ecomodernisme: een lege huls van een ideologie om te verhullen dat kapitalisme niet te verenigingen is met een samenleving die rechtvaardig is voor mens en dier. Maakt niet uit hoe veel gadgets je ertegenaan gooit.
Bo Salomons
(Dit artikel verscheen eerder als draadje op Twitter.)
Reacties (0)
Voeg nieuwe reactie toe
Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.