Dekoloniale demonstratie in Hoorn: “Coen moordde voor de poen” (beeldverslag)
Afgelopen zaterdag vond in het kader van de strijd tegen koloniale verheerlijking in Hoorn een enerverende demonstratie plaats tegen het standbeeld van de genocidepleger Jan Pieterszoon Coen, ook wel “de slachter van Banda” genoemd. De actie was georganiseerd door We Promise, Aralez, Dekolonisatie Netwerk en Doorbraak. In aanloop naar de demonstratie werden leden van We Promise online bedreigd, zoals helaas te doen gebruikelijk, maar tijdens het protest bleef een georganiseerde extreem-rechtse tegenactie gelukkig uit. Wel lieten diverse omstanders hun ongenoegen uiten over de dekoloniale visie van de demonstranten op schurken als Coen.
Dekoloniale activisten die in Hoorn rondlopen en verwonderd of geërgerd om zich heen kijken, wanen zich in een soort koloniaal openluchtmuseum. Op en rond het plein Roode Steen, waar het beeld van Coen staat, bevinden zich zoveel zeventiende eeuwse en andere historische panden dat het lijkt alsof de tijd heeft stilgestaan. Alsof de tijd van toen, de koloniale tijd, is bevroren in pakweg 1644 en eeuwenlang geconserveerd is gebleven, zonder ooit te ontdooien.
De vele materiële overblijfselen uit de koloniale tijd in de ruimtelijke omgeving van Hoorn lijken te worden weerspiegeld in het bewustzijn van flink wat inwoners. Veel lokale witte mensen zijn trots op en pronken graag met hun stad. Hun ongebreidelde chauvinisme kan ertoe leiden dat ze hun middelvinger opsteken naar dekoloniale activisten en luidkeels schreeuwen “Leve de VOC!”. Of dat ze actieborden dragen met de tekst “Handen af van J.P. Coen! Hij hoort bij onze geschiedenis”. Alsof het bestaan van een witte koloniale geschiedenis van bezetting, plundering en uitbuiting een argument zou moeten zijn om dat verleden dan meteen ook maar te verheerlijken. “Wij hebben zoveel aan Coen te danken. Hij heeft ons zoveel welvaart gebracht. Kijk maar eens naar die schitterende panden hier om je heen”, zo kunnen dekoloniale activisten te horen krijgen, als ze onverhoopt in gesprek gaan met Coen-fans. Langs de gevels van die “schitterende panden” druipen het bloed, het zweet en de tranen van talloze slaafgemaakten, dwangarbeiders en andere gekoloniseerden. Uit onderzoek dat in 2023 werd gepubliceerd, bleek eens te meer dat Hoorn indertijd tot z’n nek in de slavernij zat. Maar koloniaal Hoorn, dat zichzelf zo graag betitelt als “stad van de Gouden Eeuw”, wenst daarvoor de ogen te sluiten.
Scheepjongens van Bontekoe
De demonstratie van afgelopen zaterdag begon bij station Hoorn, nadat de organisatoren eerst het standbeeld van Coen op het plein Roode Steen hadden omsingeld met bouwhekken en spandoeken. Het kolossale beeld torende weliswaar nog steeds boven iedereen uit, maar de op ooghoogte opgehangen spandoeken confronteerden de terrasjesmensen in de onmiddellijke nabijheid voortdurend met een dekoloniseringsstrijd die velen van hen beschouwen als een importproduct uit “de grote steden”.
De tocht vanaf station Hoorn voerde eerst naar de haven, naar de beeldengroep Scheepsjongens van Bontekoe, waar ik een praatje hield. Onderweg riepen de demonstranten in rap tempo variaties op bekende demonstratieleuzen, aangepast aan het strijdterrein van de actie. Zoals “Say it loud, say it clear, JP Coen not welcome here”, “Hey ho, hey ho, JP Coen has got to go”, “Toen niet, nu niet, nooit meer kolonialisme” en “A-, anti-, anti-kolonialisme”. Ook minder gebruikelijke leuzen kwamen aan bod, zoals “Stop het eren van foute heren”, “Wie voldoende steelt, krijgt hier een beeld” en “Coen moordde voor de poen”.
Vanwege de Wereldhavendagen en het Cultuurweekend waren er afgelopen zaterdag flink wat Hoornse inwoners op de been. Zij zagen zo’n honderd demonstranten aan zich voorbijtrekken die scherp en luidruchtig blijk gaven van een visie op Coen en de VOC die in hun stad publiekelijk zelden wordt gehoord en gezien. Maar nu konden ze er niet omheen: hun held op een sokkel werd tijdens de actie veranderd tot wat hij daadwerkelijk was: een schurk, een dief en een massamoordenaar. Gelukkig viel er hier en daar bij de omstanders ook nog een duim te ontdekken die omhooggestoken werd, ten teken dat men uit de koloniale kast durfde te komen door toedoen van demonstrerende medestanders.
Bouwdoek
Aangekomen bij het plein Roode Steen bleek er naast het beeld van Coen een fors podium van Theaterstraat te zijn opgesteld. Daar vond door mensen van kleur een indrukwekkende serie speeches plaats, gehost door Joanna. Eerst kwam Ridhwan, een nazaat van slachtoffers van Coen op de Banda-eilanden, aan het woord. Daarna hield Max van Aralez een gloedvol betoog, gevolgd door Chihiro, eveneens van Aralez, die samen met vier anderen in een verrassend ritme een prachtig gedicht ten gehore bracht. Vervolgens vertelden Marisella en Merve van We Promise hoe het is om in Hoorn te wonen, te strijden tegen kolonialisme en racisme en voortdurend te worden geconfronteerd met repressie en intimidatie. Na de speeches hadden de demonstranten de gelegenheid om op een bouwdoek dat aan een bouwhek was bevestigd, boodschappen te schrijven aan de gemeente Hoorn. Het doek kwam uiteindelijk helemaal vol te staan met teksten die opriepen om te stoppen met het verheerlijken van het koloniale verleden.
Zo lang het standbeeld van Coen in de openbare ruimte van Hoorn zal blijven staan, zo lang zal de strijd tegen dat beeld doorgaan. Dat werd volkomen duidelijk tijdens de demonstratie. We Promise pleit ervoor om het beeld te verplaatsen naar de tuin van het West-Fries Museum, voorzien van de juiste historische context. Ook het West-Fries Museum lijkt daar een voorstander van te zijn. De komende tijd zal die verplaatsing de inzet zijn van een dekoloniseringsstrijd die stukje bij beetje terrein aan het winnen is.
Harry Westerink
Reacties (0)
Voeg nieuwe reactie toe
Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.