Forum voor Anarchisme
ArtikelenDe AnarchokrantDossiersEventsWiki // Hulp bronnenContact // InzendingForum
|
anarchokrant7 april 2025

Schaarste opheffen als opstapje naar de revolutie? (deel 2)

Author: Doorbraak.eu | GEPLAATST DOOR: De Anarchokrant | Bron: doorbraak.eu

Het opheffen van schaarste, zoals het gratis en voor iedereen toegankelijk maken van openbaar vervoer, wonen, gezondheidszorg, sociale uitkeringen, enzovoorts, zou een tussendoel kunnen zijn van de revolutionaire strijd. Een prefiguratief tussendoel dat bij grote groepen mensen het besef kan doen groeien dat fundamentele veranderingen mogelijk zijn, dat een betere wereld daadwerkelijk kan bestaan. Een tussendoel dat ons bovendien zal verlossen van veel angst en onzekerheid, en meer tijd kan geven om te leven en te strijden, en niet alleen om te overleven. Dat idee werkt Simon Hannah uit in zijn stuk “Capital is scarcity”, dat we in twee delen vertalen. Deel 1 lees je hier en deel 2 hieronder.

De psychologische impact van schaarste: angst

De Amerikaanse socialist Eugene Debbs beschreef de angst waar de meesten van ons mee worstelen: “In dit systeem is absoluut niemand veilig en dat weet je instinctief. Je hebt tienduizend dollar, maar je hebt niet de minste zekerheid dat je niet zult sterven in een armenhuis en uiteindelijk zult slapen in een paupergraf. Je weet het niet; je kunt het niet weten. Het is onmogelijk om het gordijn van de toekomst opzij te trekken. Je stelt alles in het werk om je zoon op te voeden en hem enkele voordelen te geven. Ten opzichte van wie? Over de zoon van je buurman.” (5)

Maar al te vaak worden gesprekken tussen mensen gedomineerd door zorgen en onzekerheden over huisvesting, geld, toekomstige werkgelegenheid en algemene financiële problemen. We leven met een voortdurend op de achtergrond aanwezige angst over de onzekerheid van ons leven; zelfs als we een beetje geld en zekerheid hebben, vragen we ons af hoe ons leven zou kunnen zijn als we helemaal “comfortabel” zouden zijn, in staat om het leven te leiden waar we van droomden zonder “geldzorgen”.

Omdat schaarste synoniem is met kapitaal en dus met kapitalisme, kunnen we beginnen te begrijpen waar een van de belangrijkste motiverende impulsen voor veel mensen vandaan komt. In een wereld met minder of geen vangnetten, sociale zekerheid of garanties tegen dakloosheid, zijn mensen bang dat ze het weinige dat ze hebben zullen verliezen. Deze onzekerheid drijft mensen in verschillende politieke richtingen.

Het kan hen inspireren om vakbonden op te richten of socialisten te worden om dit systeem te overwinnen dat ons zo onzeker laat leven. Of het kan ze bijvoorbeeld in een nationalistische en racistische razernij drijven, waarbij ze buitenlanders de schuld geven van hun problemen en migranten en vluchtelingen haten omdat ze worden gezien als een bedreiging voor het weinige dat al aanwezige bewoners hebben. Dit is het essentiële verschil tussen socialistische oplossingen voor schaarste en conservatieve of fascistische ‘oplossingen’. Socialisten willen middelen socialiseren om een goede levensstandaard voor iedereen te garanderen; rechts wil mensen verdelen in waardige en onwaardige armen en mensen tegen elkaar opzetten.

Kapitalisten dwingen werkers om een lager loon of slechtere arbeidsvoorwaarden te accepteren door het gebruik van de angst om hun baan te verliezen of tot armoede te vervallen. Het moedigt werkers aan om zich te identificeren met hun bazen en dankbaar te zijn dat ze hen werk geven. Het zet werkers tegen elkaar op en veroordeelt de zogenaamde “uitkeringstrekker” of de “bijstandskoningin” omdat ze niet “hun steentje bijdragen’. Hoeveel voorpagina’s van roddelbladen nodigen ons uit om een alleenstaande moeder met vijf kinderen die van een uitkering leeft uit te lachen, belachelijk te maken en te haten?

De argumenten rond migratie zijn bijna volledig geworteld in de taal van schaarste. “Onze banen inpikken”, ‘van uitkeringen profiteren”, “lonen verlagen” (zelfs “onze vrouwen inpikken” alsof vrouwen ook een schaars goed zijn zoals andere “middelen”).

Dit zijn de standaardzorgen die veel mensen opwerpen, gebaseerd op het wereldbeeld dat schaarste onvermijdelijk is. Maar omdat de obscene rijkdom van de kapitalistische klasse ook onvermijdelijk lijkt, worden mensen van de werkende klasse gereduceerd tot het vechten om de restjes. Zelfs het basisidee van herverdeling van rijkdom wordt gestigmatiseerd of als onmogelijk gezien in het post-neo-liberale tijdperk. Het idee dat er een ijzeren wet van lonen bestaat die afneemt naar het laagste punt omdat er te veel migranten (mensen) zijn, is aantoonbaar onjuist, maar toch bestaat het in de fantasieën over schaarste van malthusianen, van mainstream politici in verkiezingstijd, en in de populaire media.

Iedereen die meegaat in de zorgen over migratie (of mensen met een uitkering) omdat dit “zorgen van de arbeidersklasse zijn”, accepteert de rationaliteit van het kapitalisme als een systeem van georganiseerde schaarste en ontbering dat ons verdeelt, en daagt de essentiële logica achter deze reactionaire argumenten niet uit. Iedereen die zogenaamd links is en in dit verhaal meegaat, speelt een gevaarlijk spelletje en zit zelf gevangen in de schaarste logica van het kapitaal. Uiteindelijk zullen ze altijd pro-kapitalistisch beleid of zelfs regelrecht reactionaire eisen onderschrijven.

De woede rond werkers die aangenomen zouden zijn vanwege diversiteitsbeleid, komt ook voort uit schaarste als een conditionerende factor in ons denken. Er zijn maar beperkt banen; waarom zou een zwarte vrouw een baan krijgen alleen vanwege haar geslacht en etniciteit? We moeten het hele idee van een beperkt aantal banen, en hoe mensen met elkaar vechten en concurreren op een arbeidsmarkt waar de kopers (de bazen) alles bepalen, ter discussie stellen. Diversiteitsbeleid is een belangrijke, maar weliswaar ruwe poging om systemisch racisme en seksisme aan te pakken.

Schaarste aan middelen, zoals bepaald door het kapitalisme, is ook de basis voor de voortdurende reactionaire angst voor “overbevolking”. Vanaf Thomas Malthus is de angst voor “te veel arme mensen” een gewoonte geworden die het mainstream denken rond internationaal ontwikkelingsbeleid heeft geleid. Het heeft geleid tot weerzinwekkende eugenetische programma’s voor massasterilisatie van armen of sociaal achtergestelde minderheidsgroepen. In het Puerto Rico van de jaren zestig werd meer dan een derde van de vrouwen gedwongen gesteriliseerd om het “bevolkingsoverschot” te verminderen, een tijd waarin daar slechts twee procent van de mensen tachtig procent van het land bezat. Gedwongen sterilisatie is in de VS nog steeds toegestaan in 31 staten. Premier Indira Gandhi in India steriliseerde onder dwang 6,2 miljoen arme mannen en mannen uit de arbeidersklasse (meer dan de nazi’s deden) na leningen van de Wereldbank en het Bevolkingsfonds van de VN. Sterilisatieprogramma’s vonden recent nog plaats – vier miljoen in 2013-2014. (6)

Omdat het probleem voortkomt uit het kapitalisme als een systeem dat niet voor iedereen zinvol en betaald werk kan bieden, schildert de reactionaire ideologie van de overbevolkingsangst de armen af als nutteloze hongerige monden om te voeden, zogenaamd overtollige mensen die niets bijdragen aan de maatschappij – een diep reactionaire en vervreemdende kijk op andere mensen.

Schaarste versus universalisme

Een van de centrale en meest overtuigende argumenten die we kunnen inbrengen tegen een maatschappij van schaarste is het belang van publieke goederen (of publieke rijkdom) en universele, gratis diensten onder het kapitalisme. Universele diensten zijn cruciaal om ons een nieuw soort toekomst voor te kunnen stellen die vrij is van schaarste.

Een van de grootste successen van de naoorlogse Britse sociaal-democratie was de NHS. De basisgedachte van de NHS, bepleit door linkse Labour-leden zoals Anuerin Bevan, was het universele verstrekken van gezondheidszorg. Het maakte niet uit of je de rijkste persoon in Groot-Brittannië was of de armste; je zou dezelfde gezondheidszorg gratis ontvangen. Er is hard gevochten voor dit universalisme, maar het is een essentiële filosofie van de gezondheidszorg die zelfs de meest visionaire neo-liberale Tory-regering mee geworsteld heeft om te kunnen veranderen.

Dit principe van universalisme heeft zich helaas echter niet uitgebreid naar andere gebieden van openbare voorzieningen. Een van de meest betwiste en bediscussieerde gebieden is de sociale zekerheid en welzijn. In de jaren twintig van de vorige eeuw was het een principe van links dat sociale zekerheid niet inkomensafhankelijk moest zijn. Als je baanloos was, zou je dezelfde sociale uitkeringen moeten krijgen, of je nu geen geld op je bankrekening had of tienduizend pond.

Dat was gebaseerd op twee basisprincipes. Ten eerste was het verkeerd dat de armen moesten bedelen en smeken om geld door te bewijzen hoe arm ze waren, bankafschriften te laten zien en de overheid in hun leven te laten binnendringen om vast te stellen of ze arm genoeg waren om de sociale uitkeringen van de staat te krijgen. Een dergelijke aanpak is vernederend en ontmenselijkend. Het tweede kernprincipe was dat universele voorzieningen de basis legden voor gelijkheid en gelijke behandeling. Iedereen had er toegang toe omdat het een recht was en goed ding om te hebben.

Er is nog een belangrijk argument dat wanneer een voorziening inkomensafhankelijk is, veel mensen die wel aan de inkomensafhankelijke test zouden voldoen, geen aanvraag indienen omdat ze het niet zien als een recht – zoals ze het wel zouden zien als het universeel was – maar als een “aalmoes”. Dat leidt feitelijk tot inkomensonderzoek, waardoor veel van de mensen die die dienst het hardst nodig hebben, worden uitgesloten.

Onder een regime van schaarste bezwijken zelfs sommige linkse mensen voor het idee dat degenen met wat meer geld geen toegang zouden moeten hebben tot zulke ‘genereuze’ overheidsvoorzieningen. Zo’n standpunt lijkt in eerste instantie een kwestie van gezond verstand – waarom zou een miljonair toegang moeten hebben tot sociale zekerheid of bijstand? Zou een miljonair door de staat gefinancierde kinderopvang moeten krijgen? Maar om die logica te aanvaarden, moet je een schaarstemodel aanvaarden (er is maar beperkt welzijn beschikbaar voor iedereen), en om dat te aanvaarden moet je ook je armoede testen en bewijzen (kruipen voor de door de staat gesanctioneerde beslissers over je toekomstige bestaan). Nee, onder kapitalisme zouden de rijken hun belastingen in progressieve en steile stappen moeten betalen om welzijn te financieren. Als ze dan gebruik willen maken van de sociale voorzieningen, waar hun belastinggeld aan bijdraagt, dan is het een principe dat ze dat moeten kunnen doen.

Een specifiek voorbeeld. Toen de roddelpers ontdekte dat RMT-vakbondsleider Bob Crow in een woningbouwflat woonde, ondanks zijn aanzienlijke salaris als secretaris-generaal van de vakbond, hekelden ze hem omdat hij een flat van de gemeente had genomen terwijl andere, veel armere mensen op een wachtlijst stonden. Afgezien van het argument of vakbondsleiders wel zulke hoge salarissen zouden moeten hebben in vergelijking met hun leden, was het argument van Crow eenvoudig: dat sociale woningbouw oorspronkelijk bedoeld was voor iedereen – een fatsoenlijk huis waar arbeiders en professionals uit de middenklasse naast elkaar konden wonen. (7)

Maar toen de huizen van de woningbouwverenigingen vanaf de jaren zeventig werden verkocht en er maar heel weinig nieuwe werden gebouwd vanwege overheidsbeperkingen, werd het argument van schaarste gebruikt dat zulke woningen alleen voor de allerarmsten, de laagstbetaalden of de baanlozen zouden moeten zijn. Maar waarom woningbouw-wijken veranderen in getto’s voor de armen? Dat was niet het universele model van huisvesting dat oorspronkelijk naar voren werd gebracht. Politici zeiden dat Crow een morele plicht had om het eigendom van de woningbouwvereniging te verlaten, maar in feite heeft de maatschappij een morele plicht om ieder mens van huisvesting te voorzien. Nogmaals, schaarste bepaalt hoe we denken over wie wat zou mogen krijgen in woningbouwprojecten, terwijl de superrijken hele eilanden kopen alleen voor vakantiehuizen.

Natuurlijk wordt hiermee het bredere socialistische argument dat er überhaupt geen rijke en arme mensen zouden moeten zijn terzijde geschoven. Maar een belangrijke manier om die wereld te bereiken is door te pleiten voor universele openbare diensten, sociale voorzieningen en openbare goederen die voor iedereen toegankelijk zijn. Dat is een socialistische toekomst.

Een toekomst van overvloed en collectieve goederen

Kapitalisme kan gedijen omdat het de productie en distributie van goederen beheerst. Schaarste is essentieel om winst te maken. Als er ergens een overvloed aan zou zijn, dan zou de prijs instorten of zou het argument om bepaalde goederen gratis te maken versterkt worden.

In een wereld waar de klimaatcrisis nog meer schaarste zal veroorzaken in termen van voedsel en bewoonbare gebieden, is het gevaar dat extreem-rechtse argumenten meer gehoor gaan krijgen. Het is aan socialisten om uit te leggen hoe socialisme anders zal zijn, en het is niet zo eenvoudig als alleen maar roepen “nationaliseer alles”. Waarom dan, met welk doel? Door de staat gerunde bedrijven zijn niet noodzakelijkerwijs beter dan die van particuliere aandeelhouders. We moeten wijzen op het einddoel: een maatschappij zonder klasse en zonder sociale scheidslijnen, een maatschappij waarin in menselijke behoeften wordt voorzien door democratische sociale planning van onze middelen.

Natuurlijk kan een socialistische, democratisch geplande economie niet alle schaarste afschaffen. Maar wat het wel zal doen is de schaarste wegnemen die wordt opgelegd door de logica van het kapitalisme, en ons alleen de schaarste laten die wordt opgelegd door de realiteit van de natuurlijke omgeving. Socialisme zal ons in staat stellen om beter in onze behoeften en wensen te voorzien binnen een kader dat duurzaam en direct is, niet bemiddeld door de markt of door de vraag of iemand er winst mee kan maken. Socialisme zou een goede verdeling van werk onder de bevolking mogelijk maken om zinvol werk voor iedereen te garanderen, maar slechts voor een paar uur per dag.

We moeten ons sterk maken voor een samenleving waarin er overvloed is om in onze behoeften te voorzien. Maar dat betekent niet bergen consumptiegoederen en overal stapels plastic. Socialisme zal zorgen voor goed voedsel, huisvesting, goed vervoer en een overvloed aan gemeenschappelijke rijkdom – sport, musea, kunstgalerieën, muziek, parken en veel meer vrije tijd om ervan te genieten – omdat we de werkweek zullen terugbrengen tot het strikt noodzakelijke. Terwijl een gesocialiseerde economie groeit, zal die ons in staat stellen om de economie te decommodificeren, geld af te schaffen en te vervangen door productie voor behoefte, niet wat de markt bepaalt. Het zal een rationele verdeling van middelen mogelijk maken om op democratische wijze de balans te bepalen tussen consumptie en investering, tussen huidige behoeften en toekomstige ontwikkeling. Het zal de sociale arbeidsverdeling afschaffen tussen intellectuele en handenarbeid, mannen en vrouwen, zwart en wit, en het globale noorden en zuiden.

Socialisme is een wereld waarin we een overvloed aan publieke goederen kunnen hebben om aan de behoeften en wensen van mensen te voldoen binnen planetaire grenzen. Maar om dat te bereiken moeten we de kapitalistische klasse, en de ideologie van schaarste die hun systeem ondersteunt, omverwerpen.

Simon Hannah

(Zijn stuk “Capital is scarcity” verscheen op 16 december 2023 op de website Anti-capitalist resistance.)

Noten

  • 5. “It Ought Not Be Difficult to Decide: Campaign Speech at Chicago Auditorium”, 17 oktober 1904.
  • 6. “India’s dark history of sterilisation Published”, BBC News, 14 november 2014.
  • 7. “Bob Crow: ‘I have no moral duty’ to move out of council house despite receiving six-figure salary as RMT boss”, The Independent, 26 november 2013.

Reacties (0)

Voeg nieuwe reactie toe

Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.