Forum voor Anarchisme
ArtikelenDe AnarchokrantDossiersEventsWiki // Hulp bronnenContact // InzendingForum
|
anarchokrant19 april 2025

Revolutie en contra-revolutie in Soedan

Author: Doorbraak.eu | GEPLAATST DOOR: De Anarchokrant | Bron: doorbraak.eu

Terwijl alle ogen gericht zijn op Gaza, leidt verder naar het zuiden, in Soedan, een ander gruwelijk conflict tot massale hongersnood. In de gevechten die in april 2023 uitbraken, strijdt een agressieve militaire groep genaamd de Rapid Support Forces (RSF) tegen het Soedanese leger. Beide strijden om de controle over het land, zijn aardolie, goud, ertsen en landbouw producten. Meer dan 14.000 mensen zijn gedood, nog eens 33.000 gewond, en ongeveer tien miljoen op de vlucht geslagen. Ondertussen dreigt er een enorme hongersnood. De Verenigde Arabische Emiraten zouden de RSF bewapenen. Waarom? Waarschijnlijk om de aanvoer van goud, vee en gewassen naar de Emiraten door te laten gaan.In dit artikel beschrijft de Soedanese boer, onderwijzer en vakbondsactivist Abdelraouf Omer de geschiedenis van het boerenverzet in zijn streek tegen de verschillende autoritaire kapitalistische regimes.

Ik ben geboren in het dorp Faris Al Kitab in een familie van tarwe- en katoenboeren in het hart van het Gezira-irrigatieproject (Centraal-Soedan). Ik heb van jongs af aan meegewerkt op onze boerderij, en zo het boeren geleerd. Faris Al Kitab staat bekend om zijn socialistisch verzet sinds de jaren veertig tegen koloniale en post-koloniale regimes. Het huis van mijn vader was een verzamelplaats voor boeren om hun problemen met de irrigatie te bespreken, omdat hij contacten had met de beheerders. Ik groeide dus op in een sfeer van activisme tegen ‘werkgevers’ en de staat. Ik verliet mijn dorp in de jaren tachtig om onderwijzer te worden, eerst in het dorp Wadi Shaeer en daarna in het stadje Hassaheissa in dezelfde regio. Ik sloot me daar aan bij de Communistische Partij en hielp mee aan de oprichting van een onderwijzersvakbond die samenwerkte met andere vakbonden in hun strijd tegen de autoritaire president Jafaar Numeiri (1969-1985).

De Gezira Project Wet van 2005 was een belangrijk keerpunt voor het Verbond van Gezira en Managil Boeren, waar ik lid van was. Dictator Omar al-Bashir, die in 1989 aan de macht was gekomen, voer een neo-liberale koers en had al veel overheidsbedrijven geprivatiseerd. Hij hief vakbonden en boerencoöperaties op, bedreigde allerlei maatschappelijke organisaties, en kwam met wetten die onze vrijheid beperkten. De Gezira Project Wet was een stap in dit proces. Onze landbouwmachines, opslagloodsen, fabrieken om katoenpitten te verwijderen, kantoren en arbeiderswoningen, alles verkocht de staat aan voornamelijk Soedanese rijken. Vervolgens gingen die land van kleine boeren die schulden hadden opkopen.

Ons verbond verzette zich tegen deze ontwikkeling onder de leuze: “Nee tegen privatisering en nee tegen de verkoop van het land van het Gezira project”. We kwamen met een alternatief voor de wet, waarin we pleitten voor versterking van bestaande coöperaties van kleine boeren en oprichting van nieuwe. We stelden mensen kandidaat voor de lokale verkiezingen van 2005. Ondanks fraude wonnen zij die, maar het Registratie Bureau van Arbeidsorganisaties wees hen af, ondanks een positieve uitspraak van de rechtbank. We hebben nog meer rechtszaken aangespannen: tegen de verkoop van ons land en tegen de levering van slechte zaden door het Soedanese Katoenbedrijf, dat was overgenomen door de regeringspartij.

We hebben zeven vergaderingen belegd over een nieuwe landbouwaanpak en publiceerden toen ons Manifest voor Landrechtvaardigheid. Het was niet alleen een alternatief voor de Gezira Project Wet van 2005, maar kwam ook met aanpassingen van de Gezira-wetten uit 1927 en 1984. Het bevatte ook kritiek op een wet uit 2011 die bestaande vakbonden verving door ‘verenigingen’, waar rijke boeren en kapitalisten zich al gauw meester van maakten. Deze verenigingen verkochten de verschillende werkplaatsen die zorgden voor het onderhoud van de irrigatie-netwerken aan privébedrijven. Deze verkochten beetje bij beetje de tractoren, vrachtwagens en graafmachines, vaak aan bedrijven die zich bezig hielden met goudwinning in andere delen van het land.

Toen ons verbond zich verder ontwikkelde, hebben we ook een politieke onderwijsafdeling opgericht. We brachten brochures uit over de geschiedenis van de boerenbeweging vanaf de staking in 1946 tot nu, over het autoritaire landbouwbeleid van de afgelopen dertig jaar, en over de gevaren van bestrijdingsmiddelen en kunstmest voor gezondheid en milieu.

Revolutie van 2018

Het kapitalistische, neo-liberale beleid van dictator Omar al-Bashir (1989-2019) leidde tot massale baanloosheid onder arbeiders, hoger geschoolden en pas afgestudeerden. Mensen leden enorm veel armoede en honger. Door massale corruptie raakte het overgrote deel van de bedrijven, banken en fabrieken van Soedan in het bezit van een klein deel van de bevolking, van wie velen tot de heersende islamitische partij behoorden. Ze ontsloegen het oude, bekwame personeel en stelden ondeskundige werkers aan die tot de regerende partij behoorden, zowel in de krimpende publieke sector als in de groeiende private sector. In Gezira en andere landbouwgebieden privatiseerde het Bashir-regime landbouwprogramma’s en andere projecten die voor de arme bevolking van belang waren en verving ook daar de werkers.

Om de ontevredenheid die dit beleid opriep te onderdrukken, breidde het regime zijn veiligheidsdiensten en oproerpolitie uit, en opende het martelhuizen en gevangenissen, alles zogenaamd ter bescherming van de islam. Terwijl de veiligheidsdiensten steeds actiever werden in Centraal-Soedan, nam het staatsgeweld in de armere regio’s van het land toe: in Darfur (West-Soedan), de Blauwe Nijl-regio (Zuidoost-Soedan) en het Noeba-gebergte (Zuid-Soedan). De staat bewapende gevechtsgroepen om tegen verschillende vormen van volksverzet op te treden. In Darfur leidde dit tot genocide van niet-Arabische gemeenschappen. De staat verdreef bovendien miljoenen niet-Arabische boeren uit Darfur om zich van het goud en uranium in de regio meester te kunnen maken.

De combinatie van een steeds diepere economische crisis met steeds meer en heftiger staatsgeweld in de armere regio’s leidde in de jaren tien tot nieuwe vormen van massaal georganiseerd verzet en burgerlijke ongehoorzaamheid. Het sloot aan bij de historische erfenis van verzet tegen staatselites, van de Mahdistische Revolutie van 1885 tot de Oktoberrevolutie van 1964 en de intifada (opstand) van 1985. Er waren demonstraties, sit-ins, barricades, stakingen en boycots, maar er ontstonden ook nieuwe democratische organisaties die de macht terug wilden winnen, die de elites van de bevolking hadden afgenomen. Vervolgens kwamen er verzetscomités, en de beweging die was begonnen op het platteland, verspreidde zich naar de steden.

Op 19 december 2018 brak er in Soedan een revolutie uit met grote protestdemonstraties op verschillende plaatsen in het land, waartegen het leger met veel geweld optrad. Op 11 april 2019, de 113e dag van de revolutie, zette het leger, onder druk van de alsmaar voortdurende massale protesten, Bashir af en vormde een militaire overgangsregering. Vanaf 18 april protesteerden honderdduizenden mensen hier tegen, omdat zij een overgangsregering zonder soldaten wensten. Want het doel van de revolutie was om het oude regime politiek, economisch en juridisch te ontmantelen, en niet om het te vervangen door een ander autoritair bewind dat min of meer op dezelfde voet door wilde gaan.

Oorlog tussen SAF en RSF

De huidige heftige oorlog uit tussen het leger, de SAF (Sudanese Armed Forces), en de gewapende groep RSF (Rapid Support Forces), die in april 2023 uitbrak, heeft tot doel die ontmanteling onmogelijk te maken. Ondertussen zijn we twee jaar verder en zijn er in ons land talloze kleinere fabrieken, smidsen en timmerwerkplaatsen in de deelstaat Khartoem en daarbuiten verloren gegaan. Tientallen bussen, benzinestations en veertien centrale markten zijn in vlammen opgegaan, en 22.000 winkels zijn geplunderd of vernietigd. Dit is een ramp voor meer dan een miljoen betrokken arbeiders.

Deze oorlog is een contra-revolutionaire strijd om de macht en de grondstoffen, en draait om de belangen van het mondiale kapitaal. Dat vindt het wel best dat militairen de dictatuur van Bashir, die de bevolking heeft afgewezen, vervangen door een nep-burgerlijke, zogenaamd democratische regering, zolang die maar een neo-liberaal beleid voert. Land staat centraal in deze strijd. Met land bedoel ik grond, maar ook water, vee, bossen, ertsen en aardolie, die lokale, regionale en internationale elites al sinds mensenheugenis in handen proberen te krijgen. Toen we in 1956 onafhankelijk werden van de Brits-Egyptische overheersing, ruilden we in wezen een koloniaal systeem in voor een mondiaal kapitalistisch systeem.

Tijdens de revolutie van 2018-2019 bleven we proberen ons land, onze gebouwen en machines terug te krijgen die het Bashir-regime van ons gestolen had. We spraken met vertegenwoordigers van de overgangsregering, waaronder premier Hamdok en de gouverneur van de deelstaat Gezira, om onze zorgen te delen en de alternatieven die we in ons manifest voorstelden te presenteren. Maar ze namen ons niet serieus en pogingen van lokale ambtenaren om onze ideeën in de praktijk te brengen beantwoordden zij met vertragingstactieken. Als gevolg hiervan raakte tijdens de overgangsperiode nog meer kleine boeren hun land kwijt.

Onlangs nog kwamen kleine boeren in Gezira bijeen om zich voor te bereiden op het plantseizoen. Zij kwamen tot de conclusie dat zij niet konden gaan zaaien, als hun veiligheid niet gegarandeerd was. “We kunnen geen landbouw bedrijven”, zeiden ze, “als we het risico lopen dat de RSF onze akkers komt plunderen en ons gaat vermoorden.” Ons verbond schat dat ongeveer zeventig procent van onze boeren ontheemd is geraakt door deze oorlog, en dat percentage neemt elke dag nog toe. Het Gezira-project en de landbouwsector in het algemeen zijn in onze ogen de sleutel tot de ontwikkeling van Soedan. We kunnen het ons niet veroorloven deze uit handen te geven aan kapitalisten die oorlog voeren en onze gewassen en akkers zien als buit.

Abdelraouf Omer

Dit artikel is een gedeelte uit “In Sudan, the People’s Revolution Versus the Elite’s Counterrevolution” in Hammer&Hope van zomer 2024. Vertaling en bewerking: Jan Paul Smit.

Reacties (0)

Voeg nieuwe reactie toe

Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.