Palestijnse Israëli’s: van tweederangs mensen tot brug naar de toekomst?
Palestijnen in Israël zijn al meer dan zestig jaar officieel bewoners van dit land, maar geen volwaardige bewoners. Hun positie houdt het midden tussen die van Joodse Israëli’s en die van Palestijnen in de bezette gebieden. Er is weinig belangstelling voor hun ervaringen. En dat is jammer, want die zouden aanwijzingen kunnen geven hoe Palestijnen en Israëliërs na de huidige oorlog samen kunnen leven.
Bij Palestijnse Israëli’s gaat het om Palestijnen die niet zijn verdreven tijdens de Nakba, de catastrofe van 1948. Zij hebben een heel andere geschiedenis dan andere Palestijnse groepen, omdat ze vanaf het begin deel uitmaken van de Joodse staat. De andere Palestijnen waren ofwel vluchtelingen binnen historisch Palestina of van buiten historisch Palestina. In 1967 kwamen die onder Egyptische heerschappij in de Gazastrook of onder Jordaanse heerschappij op de Westelijke Jordaanoever. Gedurende diezelfde tijd, de periode tussen 1948 en 1967, vielen de Palestijnen in Israël onder het militair bestuur, zoals je tegenwoordig op de Westelijke Jordaanoever hebt en in de Gazastrook. Dit militaire bewind is gebaseerd op de Britse koloniale regels, die het leger de vrije hand geeft om het leven van de bezette bevolking te controleren. Het kan Palestijnen zonder proces opsluiten, hun huizen vernietigen en hen in sommige gevallen verdrijven of doodschieten. Zo was ook de situatie voor Palestijnen binnen Israël tot 1966.
Terwijl de Palestijnen in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever na 1967 onder Israëlisch bestuur kwamen, kregen de Palestijnen binnen Israël het in die tijd iets beter. Ze werden nu officieel bewoners. Niet volwaardige bewoners, maar ze stonden tenminste niet meer onder militair bestuur. Ze bleven wel lijden onder meer verborgen vormen van apartheid en discriminatie. Veel van deze discriminatie was echter nog niet in de wet vastgelegd. Vóór de jaren 2000 probeerden de meeste Israëlische politici, althans in theorie, geen wetgeving door te drukken die mensen discrimineerde omdat ze Arabieren waren en geen Joden.
In 2000 begon de Israëlische politieke elite wetten te maken tegen Palestijnen in Israël. Allerlei onofficiële discriminerende praktijken werden plotseling legaal. Voor Palestijnen was het bijvoorbeeld altijd al heel moeilijk om land aan te kopen, maar nu werd dat voor hen ook illegaal. Het was voor hen nu ook officieel verboden om over de Nakba te praten. Dit alles mondde uit in de Nationaliteitswet van 2018, die officieel verklaarde dat Palestijnen weliswaar bewoners van Israël kunnen zijn, maar geen deel uit kunnen maken van de nationale gemeenschap. Van de rivier tot aan de zee is er maar één natie, zegt die wet, en dat is de Joodse natie.
Apartheid
De discriminatie van Palestijnen binnen Israël is niet zo dramatisch als op de Westelijke Jordaanoever, om nog maar te zwijgen over wat er nu gebeurt in Gaza. Maar vergeleken met de Joodse bevolking zijn ze tweederangs, zo niet derderangs mensen. Ze worden aangesproken op wie ze zijn en niet op wat ze doen.
In de praktijk gaan Palestijnen en Joodse Israëli’s nauwelijks met elkaar om. Er zijn bijna geen gemengde huwelijken. Het zionisme heeft Palestina de afgelopen honderdtwintig jaar stap voor stap gekoloniseerd. Maar het is een van de weinige koloniale bewegingen die zich nooit de taal van de gekoloniseerde mensen eigen heeft gemaakt en zich nooit met hen heeft vermengd. Zelfs in apartheid Zuid-Afrika waren er meer relaties tussen witte mensen en Afrikanen dan tussen Joodse Israëli’s en Palestijnen nu. Dat is de aard van het zionisme: het is Joodse oppermacht en uitsluiting van anderen, en daarom is de druk op gemengde koppels enorm. De meesten van hen verlaten uiteindelijk het land.
In het dagelijks leven is er een sterke scheiding, vooral in het lager en middelbaar onderwijs. Maar de universiteiten en bedrijven zijn gemengd en het openbaar vervoer ook. Zoals een deskundige eens zei: “Dit is geen kleinschalige apartheid”. Je hebt geen aparte toiletten, banken of bussen. De scheiding is veel meer verborgen en er zijn ook wel plekken waar de verschillende bevolkingsgroepen elkaar ontmoeten. Zo bouwde Israël verschillende nieuwe steden in het noorden van het land, in Galilea. Zij waren uitsluitend bedoeld voor Joden, omdat Israël zich zorgen maakte dat er relatief te veel Arabieren in het gebied woonden.
Er was echter een gebrek aan banen in de Palestijnse dorpen rond deze steden. Als gevolg daarvan waren Palestijnen die het wat beter hadden bereid om twee of drie keer zoveel huur te betalen als ze tot dan toe deden, om naar die nieuwe gebieden te verhuizen. Deze steden, die puur Joods hadden moeten worden, zijn nu behoorlijk gemengd. Soms is het leven sterker dan de staatsideologie. Er is dus wel voortdurend contact tussen de verschillende bevolkingsgroepen. Ik ben zelf geboren in Haifa, waar dat contact nog redelijk goed zichtbaar is.
Het probleem is dat de politiek, de cultuursector en het onderwijs opzettelijk proberen dit contact, dit samenleven te vernietigen. Dus van bovenaf wordt er veel moeite gedaan om ervoor te zorgen dat het samenleven niet sterker wordt. Als je het aan de mensen zelf zou overlaten, dan denk ik dat dit zich vanzelf zou ontwikkelen. Maar dan zou het hele idee van een exclusieve Joodse staat in het water vallen. De Israëlische politieke elite wil dat niet.
Toch zijn er wel Palestijnse artsen, ambtenaren of beroepssporters. Sommigen zijn zelfs gekozen tot lid van de Knesset (parlement van Israël) of benoemd tot rechter bij het Hooggerechtshof. Maar dat betekent niet dat er geen apartheid is in Israël. Dat zou het zelfde zijn als zeggen dat de situatie van vrouwen in India prima in orde is, omdat dit land ooit een vrouwelijke premier had. Natuurlijk zijn zulke symbolische successen belangrijk, maar het zegt lang niet alles over de dagelijkse praktijk.
De meeste mensen in Israël die onder de armoedegrens leven zijn Palestijn. Politie, rechters, alle instanties discrimineren Palestijnen, en als die laatsten het wagen zich uit te spreken voor de Palestijnse zaak lopen ze het risico in de gevangenis te belanden. Neem bijvoorbeeld de gezondheidszorg: Israëlische artsen zijn in groten getale geëmigreerd en een aantal Palestijnen heeft hun plaats ingenomen. Maar als een Palestijnse arts vandaag medeleven durft te tonen met de kinderen van Gaza via een post op Facebook, loopt hij de kans dat de overheid hem schorst.
Links liet het afweten
Toen Israël werd opgericht wilde het, in ieder geval tot 1967-68, een goede relatie hebben met zowel de Sovjet-Unie als de Verenigde Staten. De regering hoopte dat op den duur veel Joden uit de Sovjet-Unie naar Israël zouden emigreren. Daarom liet zij de Communistische Partij toe, terwijl ze bijvoorbeeld elke poging van Palestijnen in Israël om een Palestijnse nationalistische partij op te richten tegenhield. Sommige Palestijnen voelden zich misschien aangetrokken tot de socialistische of marxistische ideologie van de Communistische Partij, maar voor velen van hen was het de enige politieke partij waar ze zich als Palestijnen konden uiten en waar Arabieren en Joden elkaars gelijken waren. In andere partijen vond je ook wel wat Palestijnen, maar die dienden daar alleen als stemmentrekkers. Ze deden niet mee als gelijkwaardige leden. In de Communistische Partij werkten Palestijnen en Joden op voet van gelijkheid en behandelden ze elkaar met respect. Het was een voorbeeld van hoe de Israëlische samenleving eruit zou moeten gaan zien.
Maar net als zoveel andere linkse bewegingen in de Arabische wereld speelt deze partij tegenwoordig nog maar een kleine rol.Want zodra Israëls relatie met de Sovjet-Unie bekoelde – namelijk toen het duidelijk werd dat de Sovjet-Unie de kant van de Palestijnse bevrijdingsbeweging koos – werd de regering minder positief over de partij. En verder heeft links, zoals overal in de Arabische wereld, niet veel gepresteerd. Het bracht geen bevrijding van Palestina, geen sociale rechtvaardigheid of democratie. Dus gingen veel mensen op zoek naar een andere ideologie. In Israël voelen Palestijnen zich nu meer aangetrokken tot puur nationalisme zonder een communistisch randje of tot islamitische stromingen.
In de bezette gebieden en in de vluchtelingenkampen in Libanon, Syrië en Jordanië heb je van oudsher verschillende militante Palestijnse groepen, maar niet bij de Palestijnen die in Israël wonen. Daar zijn twee redenen voor. Ten eerste besloot de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) in de jaren zeventig dat elke Palestijnse groep op haar eigen manier moest vechten voor de bevrijding van Palestina, afhankelijk van de omstandigheden waarin ze zich bevond. Ze oefende geen druk uit op de Palestijnen in Israël om zich aan te sluiten bij de guerrillaoorlog, waar andere Palestijnse groepen mee bezig waren. Ten tweede hadden de leiders van de Palestijnen in Israël besloten om geen guerrillaoorlog te gaan voeren. Dat was een zeer bewuste beslissing uit angst voor een heftige Israëlische reactie. Zoals we vandaag aan de genocide in Gaza kunnen zien, was die vrees niet ongegrond.
De toekomst?
Vanaf 2000 en vooral sinds de verkiezing van de rechtse regering in november 2022, voeren de Israëlische regering en het Israëlische parlement een erg hard beleid tegen de Palestijnen. Dat was al het geval vóór 7 oktober, maar sindsdien is het allemaal nog erger geworden. De Israëlische overheid gebruikt 7 oktober als voorwendsel om zelfs het kleine beetje vrijheid van meningsuiting en protest dat de Palestijnen in Israël hadden, van hen af te pakken. Zo mogen ze bijvoorbeeld geen medeleven tonen met de Palestijnse baby’s in Gaza, want dat beschouwt Israël als steun aan het terrorisme. Daarvoor kunnen Palestijnen in de gevangenis terecht komen, zonder proces. Of hun baan verliezen. Daarom zijn veel Palestijnen bang om zich uit te spreken. Het is voor hen nu, zoals een van de leiders van de Palestijnse gemeenschap in Israël uitdrukte, nog gevaarlijker en moeilijker dan in de dagen van het militaire bewind tussen 1948 en 1966.
Hoe zal het nu verder gaan met de Palestijnen in Israël? Ik had gehoopt dat, zodra de eerste schok van 7 oktober en de daarop volgende genocide voorbij was, de Israëlische Joodse liberalen zouden beseffen dat intensieve samenwerking tussen Joden en Palestijnen de enige manier is om de huidige problemen van Israël op te lossen. Maar dat gebeurde niet. 7 oktober veranderde liberale zionisten in extreem-rechtse zionisten. Er is in Israël op dit moment geen progressieve gemeenschap meer. Dat betekent dat de Palestijnse gemeenschap in Israël verder geïsoleerd zal raken.
Maar dat geldt voor de korte termijn. Op de lange termijn denk ik dat 7 oktober een waarschuwing is dat de manier waarop de Joodse staat zich heeft ontwikkeld tot een racistische apartheidsstaat gebaseerd op onderdrukking, bezetting en etnische zuivering, niet werkt. Ja, Israël is nu nog sterk en heeft machtige bondgenoten, en de Palestijnen zijn zwak en kunnen zelf geen einde maken aan hun onderdrukking. Maar ze zullen hun strijd voortzetten. En de wereld begint te begrijpen dat zij de slachtoffers zijn – en niet Israël. Dit proces zal doorgaan. We zien nu al dat Israëli’s die een normaal, democratisch, liberaal leven willen leiden, zich niet meer thuis voelen in Israël. Ze verhuizen naar Duitsland of zo. En de achterblijvers weten niet goed hoe ze een land moeten besturen.
Ik ben er nog niet zeker van dat de Verenigde Staten altijd bereid zullen blijven om de begrotingstekorten van Israël aan te zuiveren. We zien ook dat wereldwijd gewone mensen genoeg hebben van Israëls optreden. Het is waar dat dit nog niet veel regeringen er toe heeft bewogen om concrete stappen te ondernemen tegen Israël, maar dat zal in de toekomst zeker wel gaan gebeuren. Daarom denk ik dat Israël van de onaanvaardbare huidige apartheid, genocide en etnische zuivering toe moet groeien naar een werkelijk vreedzame vorm van samenleven, zoals die bestond in Palestina vóór de komst van het zionisme. En het zijn juist de Palestijnen in Israël die een brug kunnen slaan naar zo’n toekomst, die aan kunnen geven hoe we de verzoening tot stand kunnen brengen, want zij zijn de enige Palestijnen die Israëli’s niet alleen kennen als kolonisten of soldaten.
Als er geen verzoening plaatsvindt, krijgen we vergelding, wraak. Dat is vreselijk om te beseffen. Daarom zijn de Palestijnen in Israël zo’n belangrijke gemeenschap. En in plaats van te begrijpen dat de toekomst nou juist in handen ligt van deze speciale groep Palestijnen, zijn de Israëli’s bezig die toekomst te vernietigen.
Ilan Pappé, in gesprek met Magdalena Berger
Het originele artikel “The Second-Class Citizenship of Palestinian Israelis” verscheen eind mei in Jacobin. Vertaling en bewerking: Jan Paul Smit. Pappé is een Israëlische hoogleraar geschiedenis, socialistisch activist en auteur.
Reacties (0)
Voeg nieuwe reactie toe
Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.