Grote verschillen tussen rechtbanken bij bepalen van spoedeisend belang in geval van stopzetting van bijstandsuitkering
Een voorlopige voorziening is een spoedprocedure bij de rechtbank wanneer iemand door een overheidsbesluit in een noodsituatie terechtkomt. Rechtbanken blijken het spoedeisend belang dat door de advocaat moet worden aangetoond zeer verschillend te interpreteren. Sommige rechtbanken zijn streng en erkennen dat belang alleen als er bijvoorbeeld sprake is van huisuitzetting, andere rechtbanken zijn coulanter. Strenge rechtbanken oordelen vaak onrechtvaardig.
Soms verkeren bijstandsgerechtigden in een acute noodsituatie tot aan huisuitzetting toe, bijvoorbeeld omdat hun uitkering is stopgezet. Een bezwaarschriftprocedure bij de gemeente tot aan de gang naar de rechter kan vele maanden duren. En ondertussen zit je zonder geld en kun je soms niet het eten en de huur betalen. In dat geval kan een advocaat een verzoek om een voorlopige beslissing aan de voorzieningenrechter doen (als er een bezwaar- of beroepsprocedure loopt), omdat er sprake is van een spoedeisende situatie. Een voorlopige voorziening is een zelfstandige procedure op basis van de Algemene Wet Bestuursrecht. De rechter beslist dan bijvoorbeeld dat hangende de bewaarschriftprocedure tegen stopzetting van de uitkering de uitkering moet worden toegekend. Je hebt dan binnen enkele weken een beslissing. De advocaat moet dan het spoedeisende belang voor de rechter aantonen.
Minder streng
Nu ervaren advocaten dat rechtbanken heel verschillend met dat spoedeisende belang in bijstandszaken omgaan. De ene rechtbank is aanzienlijk coulanter dan de andere. In de zaak met het nummer ECLI:NL:RBNHO:2024:9854 overweegt de rechtbank Noord-Holland het volgende. “Spoedeisend belang. Nu verzoeker sinds 1 juli 2024 niet over de aanvullende bijstandsuitkering beschikt, acht de voorzieningenrechter voldoende aannemelijk dat hij een spoedeisend belang heeft bij het treffen van een voorlopige voorziening.
Zie verder de rechtbank Noord-Nederland in de zaak met het nummer ECLI:NL:RBNHO:2025:3980, waarin de lat voor het aannemen van een spoedeisend belang ook laag ligt. De rechtbank Amsterdam kent soms een voorlopige voorziening toe alleen al vanwege het feit dat de uitkering is stopgezet.
Zeer streng
De rechtbank Midden-Nederland (Utrecht) is veel strenger. Daar moet er al huisuitzetting dreigen, wil er naar het oordeel van de rechter sprake zijn van een spoedeisend belang en een voorlopige voorziening worden toegekend. De voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland is zeer terughoudend bij het aannemen van een spoedeisend belang. In een recente uitspraak: in de zaak met het nummer ECLI:NL:RBMNE:2025:1262 overweegt de rechter daarover nog het volgende. “De voorzieningenrechter treft op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Awb alleen een voorlopige voorziening als ‘onverwijlde spoed’ dat vereist. Bij een financieel geschil, zoals in deze zaak, is dat niet snel het geval. In beginsel kan namelijk na afloop van de bodemzaak het bedrag waarover het geschil gaat, alsnog worden (terug)betaald, zo nodig met vergoeding van de wettelijke rente. Als er geen onomkeerbare situatie dreigt, bijvoorbeeld faillissement, of acute financiële nood is, neemt de voorzieningenrechter aan dat spoedeisend belang ontbreekt, zodat hij alleen al daarom geen voorlopige voorziening treft.”
De rechtbank Midden-Nederland denkt dus anders over een spoedeisend belang dan een aantal andere rechtbanken, zoals Amsterdam en Noord-Holland. De rechtbank Oost-Brabant ligt voor wat betreft het aannemen van een spoedeisend belang op de lijn van de rechtbank Midden-Nederland en is dus ook zeer streng
Onrechtvaardig
Deze rechtsongelijkheid is onrechtvaardig. Rechtbanken voeren hierbij hun eigen beleid. Het moet niet zo zijn dat het in Nederland uitmaakt waar je woont voor wat betreft de toepasselijkheid van het aannemen van een spoedeisend belang. Maar helaas is dat wel het geval.
Sommige rechtbanken nemen sneller een spoedeisend belang aan. Anderen zijn zeer streng en gaan voorbij aan het feit dat sommige bijstandsgerechtigden geen eten meer hebben, als hun uitkering wordt stopgezet en ze moeten kiezen tussen huur betalen of eten. Er moet dan echt acuut huisuitzetting dreigen of afsluiting van gas en elektriciteit. De rechters hebben er in hun uitspraken de mond vol van dat het bestuur naar de menselijke maat moet kijken en niet te streng moet zijn op basis van de vele regeltjes. Maar sommige rechtbanken mogen wat dat betreft ook wel eens naar zichzelf kijken.
Mark van Hoof
Piet van der Lende
(Dit artikel verscheen eerder op de site van de Bijstandsbond.)
Berichtnavigatie
Reacties (0)
Voeg nieuwe reactie toe
Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.