Forum voor Anarchisme
ArtikelenDe AnarchokrantDossiersEventsWiki // Hulp bronnenContact // InzendingForum
|
anarchokrant30 november 2025

De laatste sjamanen – hoe Ruslands oorlog een stille genocide versnelt bij zijn inheemse bevolkingen

Author: Doorbraak.eu | GEPLAATST DOOR: De Anarchokrant | Bron: doorbraak.eu

Van Siberische sjamanen tot Arctische rendiernomaden: eeuwen van repressie, roofbouw en assimilatie komen opnieuw scherp tot uiting door een onrechtvaardig hoog dodentol in de oorlog in Oekraïne.

Inleiding

Sinds de invasie van Oekraïne in februari 2022 heeft Rusland naar schatting 150.000 tot 200.000 soldaten verloren. Daarbovenop komen meer dan een miljoen gewonden of vermisten. Achter deze statistieken schuilt echter een dieper verhaal: dat van kleine inheemse bevolkingen uit Siberië en het Russische noorden die disproportioneel veel verliezen lijden. Voor gemeenschappen die slechts enkele duizenden tot tienduizenden leden tellen, kan dit het verschil betekenen tussen overleven en uitsterven.

Hun lot staat niet los van een lange geschiedenis van koloniale onderdrukking, culturele vernietiging en ecologische roof. De oorlog vormt een nieuwe, vernietigende laag bovenop een slow-motion genocide die zich afspeelt op het niveau van demografie, cultuur en omgeving. Voor deze bevolkingen is het front een existentiële bedreiging voor hun voortbestaan.

Eeuwenlange verdrukking: kolonisatie, tsarisme en sovjetperiode

Zeventiende tot en met negentiende eeuw: Russische expansie. Vanaf 1600 breidde het Russische rijk zich uit naar Siberië en het hoge noorden. Inheemse bevolkingen – jagers, rendiernomaden, vissers – werden steeds verder teruggedrongen. Hun territoria werden ingeperkt, hun land toegeëigend voor handel en belasting. Dit legde de eerste fundamenten van structurele verdrukking die eeuwenlang zou doorwerken.

1930 tot 1950: stalinistische periode. Tijdens de vroege sovjetperiode werden nomadische bevolkingen verplicht gehuisvest in kolchozen. Jacht, visserij en rendierhouderij werden gecontroleerd en de traditionele economie stortte in. Kinderen werden naar staatsinternaten gestuurd waar hun taal, cultuur en sjamanistische tradities werden verboden of gemarginaliseerd.

Massale deportaties troffen hele bevolkingen. De Kalmukken werden in 1943 volledig gedeporteerd naar Centraal-Azië, waarbij bijna een derde van de bevolking stierf. Ook Kareliërs, Ingrische Finnen en Wolga-Finnen werden massaal verplaatst. Dit was een systematisch beleid van culturele vernietiging en demografische ontwrichting.

Late sovjettijd en post-sovjetperiode. In de decennia daarna werden traditionele leefgebieden verder vernietigd door ontbossing, mijnbouw, en olie- en gasprojecten. Russificatie nam toe: Russisch werd verplicht, inheemse talen en onderwijs nauwelijks ondersteund.

Na 1991 viel de sovjetstructuur grotendeels weg, inclusief de collectieve systemen, staatsbedrijven en de beperkte institutionele steun voor onderwijs en infrastructuur in afgelegen gebieden. Dit veranderde de context radicaal: enerzijds ontstonden nieuwe mogelijkheden voor gemeenschappen om hun eigen onderwijs, cultuur en autonomie vorm te geven, en konden sommige tradities in beperkte mate heropleven.

Anderzijds bleek deze vrijheid fragiel: armoede nam toe, jonge mensen migreerden massaal naar steden, en veel ondersteunende structuren verdwenen volledig. De traditionele economie werd verder onder druk gezet door exploitatie van land en natuurlijke hulpbronnen. Voor de inheemse bevolkingen betekende dit dat de culturele continuïteit en het sociale weefsel veranderden, waardoor hun overleving kwetsbaarder werd voor externe schokken zoals de oorlog in Oekraïne.

Cultuur, sjamanisme en band met natuur

Wat al deze bevolkingen gemeenschappelijk hebben, is een diepgewortelde animistische en sjamanistische wereldbeschouwing. In hun wereld heeft alles een ziel: bergen, rivieren, dieren, planten, wind. Mensen leven in voortdurende dialoog met deze wereld.

De sjamaan vervult een centrale rol: genezer, ritueel leider, bemiddelaar tussen mens en natuur, beschermer van gemeenschap en ecosysteem. Hun cultuur is geen folklore, het is overleving, kennis en ethiek in praktijk. Rituelen, taal en kennis zijn verweven met het leven op het land, de ritmes van de seizoenen en het welzijn van dieren en ecosystemen.

De oorlog in Oekraïne: een nieuwe, vernietigende laag

Veel jonge mannen uit Siberië en het Russische noorden zijn gemobiliseerd of melden zich vrijwillig – niet louter door persoonlijke keuze, maar omdat economische en sociale omstandigheden hun opties beperken. In deze perifere regio’s zijn werkgelegenheid en infrastructuur schaars, militaire dienst biedt een van de weinige stabiele inkomstenbronnen en een zekere maatschappelijke status.

Daarnaast speelt de historische traditie van militaire deelname een rol: sommige gemeenschappen hebben van generatie op generatie een band met het leger opgebouwd, en deelname wordt binnen dorpen en clans vaak gezien als een manier om erkenning te verwerven.

Bovendien profiteren regionale rekruteringspraktijken van de relatieve onzichtbaarheid van deze gebieden. Media en publieke opinie richten zich nauwelijks op afgelegen dorpen, politieke impact van verliezen in deze gemeenschappen is minimaal.

Voor de Russische staat betekent dit dat inheemse jongeren relatief gemakkelijk kunnen worden ingezet, terwijl eventuele protesten of verontwaardiging beperkt blijven. Het is geen toevallige statistiek dat deze bevolkingen disproportioneel aanwezig zijn in de strijdkrachten, het is het resultaat van structurele, historische en politieke factoren.

Voor kleine bevolkingen met slechts enkele duizenden leden betekent elk verlies op het slagveld niet alleen persoonlijke tragedie, maar een direct gevaar voor de continuïteit van bevolking, taal, cultuur en rituelen.

Kleine bevolkingsgroepen, grote verliezen
Volgens open data zijn minstens 2.470 inwoners van de regio Buryatia omgekomen in de oorlog, wat neerkomt op ongeveer 252 doden per 100.000 inwoners – vele malen meer dan in bijvoorbeeld Moskou, waar dat rond 9 per 100.000 ligt (Turkiye Today). Ook kleinere inheemse bevolkingen in Arctische gebieden hebben extreem hoge sterftecijfers: sommige geregistreerde casualty rates liggen op 2 tot 10 per 1.000 inwoners, terwijl het nationale gemiddelde rond 0,7 per 1.000 ligt (LSE Blogs). Hoewel deze inheemse of etnische minderheden slechts een klein deel van de Russische bevolking uitmaken, worden ze disproportioneel zwaar getroffen, en het werkelijke aandeel doden onder hen is vermoedelijk nog hoger dan de beschikbare data laten zien. Voor het aantal gewonden en psychologisch getraumatiseerde soldaten gelden vergelijkbare verhoudingen, en omdat zij terugkeren naar hun dorpen en gemeenschappen, verspreidt ook dit zware leed zich verder onder deze kleine bevolkingsgroepen.

Het verdwijnen van jonge mannen is een directe verzwakking

Het verdwijnen van jonge mannen verzwakt deze kleine bevolkingen onmiddellijk. Door lage geboortecijfers bedreigt elk verlies de demografische continuïteit, maar ook de culturele: jonge mannen zijn vaak de dragers van taal, rituelen en praktische kennis als jagers, herders, vissers of sjamanistische leerlingen. Hun wegvallen doorbreekt de overdracht van tradities die eeuwenlang van generatie op generatie werden doorgegeven.

Economisch valt bovendien een cruciale pijler weg. Rendierkuddes, jacht en visserij steunen op ervaren mannen en collectieve vakkennis, hun afwezigheid ondermijnt voedselzekerheid en lokale economieën. Ook sociaal laten de verliezen diepe sporen na: mannen vervullen belangrijke rollen in rituelen, clans en besluitvorming, waardoor hun verdwijnen leidt tot ontwrichting, migratie en groeiende armoede.

Ten slotte versnelt dit alles de assimilatie. Wie in militaire structuren blijft of niet terugkeert naar het dorp, verliest taal en culturele binding. Zo wordt opnieuw een generatie weggevaagd die normaal de brug vormt tussen verleden en toekomst, en holt de samenleving op alle niveaus verder uit.

Waarom dit zichtbaar en bespreekbaar moet zijn

De situatie van de inheemse bevolkingen van Siberië en het Russische noorden verdient dringend erkenning en aandacht. Hun verliezen, zowel op het front als in hun cultuur en gemeenschap, worden vaak genegeerd door internationale media en beleidsmakers.

Het is niet voldoende om alleen te spreken over de slachtoffers van oorlog in Oekraïne: de demografische en culturele schade aan kleine bevolkingen, die al eeuwenlang onderdrukking en marginalisering ervaren, moet expliciet worden genoemd en erkend.

Hun verdrukking is het resultaat van eeuwen koloniale en staatslogica, van gedwongen collectivisatie en deportaties tot de voortdurende economische en politieke marginalisering vandaag.

Door hun situatie zichtbaar te maken, kunnen we solidariteit tonen en hun recht op overleving, cultuur en autonomie verdedigen. Hun wereld, hun talen en tradities zijn niet slechts curiositeiten of exotische folklore: het zijn levende vormen van kennis en wijsheid, ingebed in hun omgeving en hun omgang met de natuur.

Het is een morele en politieke verantwoordelijkheid om deze stemmen serieus te nemen, en tegelijkertijd een noodzakelijke kritiek te formuleren op de structurele mechanismen van oorlog, roofbouw en koloniale logica die deze bevolkingen keer op keer treffen.

Conclusie

De oorlog in Oekraïne treft deze kleine bevolkingen bijzonder hard: het verdwijnen van jonge mannen betekent niet alleen persoonlijk verdriet, maar een directe collectieve verzwakking. Door hun al lage geboortecijfers bedreigt elk verlies de demografische continuïteit. Maar de impact gaat veel verder dan cijfers: jonge mannen zijn vaak de dragers van taal, rituelen en sjamanistische kennis, als jagers, rendierherders, vissers en leerlingen van spirituele tradities. Wanneer zij sneuvelen aan het front, wordt de eeuwenoude keten van overdracht abrupt doorbroken.

Economisch en sociaal vallen tegelijk cruciale steunpilaren weg. Rendierkuddes, jacht en visserij steunen op hun vakmanschap, terwijl mannen ook sleutelrollen spelen in rituelen, clanstructuren en besluitvorming. Hun verlies leidt tot ontwrichting, migratie en groeiende armoede in dorpen die al kwetsbaar waren.

Zo versterkt de oorlog een proces dat al veel langer bezig is: door de demografische aderlating en het wegvallen van culturele dragers versnelt de assimilatie, en verdwijnt opnieuw een generatie die de brug moest vormen tussen verleden en toekomst. De strijd in Oekraïne wordt zo een stille versneller van het verdwijnen van deze bevolkingen – en van de laatste sjamanen die hun wereld en wijsheid levend houden.

Hun inzichten vormen een unieke erfenis van wijsheid over het leven in harmonie met ecosystemen, over overleving, veerkracht en duurzaamheid, een levenswijsheid die relevant blijft in tijden van ecologische crisis en niet verloren mag gaan.

Wanneer er inheemse bevolkingen verdwijnen in de schaduw van Rusland’s oorlog tegen Oekraïne, verliezen we niet alleen hen, maar ook de kennis en het wereldbeeld dat zij dragen – een wijsheid die wij (n)ooit bezaten, maar die verdwijnt met hun stemmen.

Paul Siperius

(Sociaal-cultureel agoog en activist)

Selectie van bronnen

  • Open-source schattingen Russische militaire verliezen, 2023–2025.
  • Rapporten over deportatie van de Kalmukken, 1943–1957.
  • Studies over boarding schools en gedwongen collectivisatie in de sovjetperiode, 1930–1950.
  • Artikelen en rapporten over huidige situatie van Siberische en Noord-Russische inheemse bevolkingen.
  • Analyses over Russificatie, economische marginalisering en exploitatie van natuurlijke hulpbronnen

Reacties (0)

Voeg nieuwe reactie toe

Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.