Onderzoeksvragen bij de moord op Willeke Weeda (De moord op Willeke Weeda; vermoord door een topgozer van de politie 2)
May 27, 2025
Moord is een afschuwelijk ding. De tijd staat even stil in de wereld, maar voor nabestaanden, vrienden kennissen staat die tijd veel langer stil, soms de rest van het leven. De moord op een dierbare is nooit af te sluiten, maar gedegen politieonderzoek kan wel veel vragen beantwoorden over het waarom en de toedracht en meehelpen aan enige closure.De moord op Willeke is niet onderzocht. De moordenaar had zichzelf van het leven benomen en daarmee vond de overheid een onderzoek niet meer nodig, alles was duidelijk. Is dat echter zo? Eigenlijk is er niets duidelijk, ja wel dat Willeke vermoord is en misschien een glimp van het waarom. De moordenaar was een control freak en als partner stalkte hij haar en belette haar om te leven. Moord gaat echter verder, het maakt een eind aan dat leven, definitief, een finaal punt.
Collega’s stonden in uniform naast het graf van de moordenaar, maar de politie zweeg over de moord, dat is eigenlijk de conclusie van een kort onderzoek en een overheid die zo snel mogelijk zand erover wil strooien.
Dat is echter geen rechtvaardigheid, geen atonement en laat een groot gat achter bij de familie, vrienden en kennissen van Willeke. Het beperkte antwoord op de waarom vraag levert eerder meer vragen op over signalen die er waren, over het gedrag van de moordenaar, het wegkijken van het korps, zijn collega’s, mensen die met hem bevriend waren, en velen meer.
Het roept de vraag op of de politie wel echt een serieuze organisatie is die introspectie wil tonen bij een moord door een van haar medewerkers. Er wordt gesproken over efficiency en over geld omdat het onderzoek niets zou opleveren, maar voor nabestaanden levert een transparant onderzoek wel iets op en als de politie een serieuze organisatie is wil zij ook leren van haar fouten. Waar zijn signalen niet geregistreerd, was de agent corrupt en zag geen uitweg meer, gebruikte hij drugs en was hij niet in zijn right mind, heeft hij het apparaat gebruikt om mensen te bedreigen en te mishandelen, om data van zijn vrouw te stelen, vergrijpen die op zichzelf al vragen om onderzoek.
Buro Jansen & Janssen doet in nauw contact met de familie onderzoek naar de moord op Willeke. Mocht u informatie hebben, antwoorden op een of meerdere van de onderstaande vragen, kunt u al dan niet anoniem contact opnemen met Buro Jansen & Janssen. Wilt u een bericht sturen aan de familie kan dat via ons, dan sturen wij dat bericht door. De familie wil geen direct contact, dat is begrijpelijk, maar worden wel op de hoogte gehouden en staat in nauw contact met ons. Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516 en +316-34339533, info@burojansen.nl.
Disclaimer: Mocht u vinden dat u op een of andere reden herkenbaar bent of uw naam niet terecht is opgenomen in de stukken, kunt u contact opnemen met Buro Jansen & Janssen. Wij zullen uw vraag dan serieus onderzoeken.
Vragen bij het onderzoek naar de moord op Willeke
1. Het politieonderzoek
Politie en justitie doen geen onderzoek naar een moord als de moordenaar de partner is van het slachtoffer en beide op dezelfde locatie worden gevonden. Er zal nog wel onderzoek plaats hebben gevonden naar de betrokkenheid van een eventuele derde persoon, maar als dat wordt uitgesloten dan wordt er geen moordonderzoek ingesteld. Ook doet de Rijksrecherche geen onderzoek, terwijl een politieagent dodelijk geweld heeft gebruikt. De overheid stelt dat de dader al is gevonden, dat het kosteneffectief is om geen onderzoek te doen en dat dat dus niet echt iets nieuws gaat opleveren.
Relevante vragen voor het onderzoek:
– Klopt het dat er nooit uitgebreid onderzoek wordt gedaan bij een moord gevolgd door een zelfmoord van de dader? Speelt het feit dat de moordenaar een agent is daarbij een rol?
– Wat wordt er onderzocht om uit te sluiten dat een derde partij niet betrokken is bij de moord en zelfmoord?
– Als iemand hulp heeft gevraagd, er een psychologisch onderzoek of psychologische ondersteuning loopt naar de moordenaar wordt bij het derden onderzoek ook gekeken naar eventuele beïnvloeding door derden van de moordenaar?
– Wordt bij het bescheiden onderzoek naar de moord en de zelfmoord ook gekeken of er sprake was andere zaken zoals drugsgebruik, bedreiging, corruptie etc.
– Heeft het gedrag van de moordenaar René Spans ertoe geleid dat er onderzoek is gedaan naar zijn handelen in de jaren voor de moord? Waren er aanwijzingen in de manier waarop de moordenaar met verdachten of derden om ging?
– Als er signalen waren dat er problemen waren bij de agent die de moordenaar is, worden die signalen wel onderzocht los van het uitgebreide moordonderzoek of ook niet?
– In het geval van de moordenaar René Spans is een politiewapen gebruikt voor de moord, waarom onderzoekt de Rijksrecherche dit dan toch niet? Heeft de Rijksrecherche stappen ondernomen? Volgt de Rijksrecherche het besluit van politie en justitie?
– Zijn er geen lessen te trekken uit een uitgebreider onderzoek, zeker als de agent in kwestie problemen had?
– Hoe verwacht de overheid dat de nabestaanden van het slachtoffer van de moord closure kunnen vinden zonder dat er een gedegen onderzoek wordt uitgevoerd? Wat is de rol van Slachtofferhulp bij een moord door een politieagent?
– Wordt aan de familie van het slachtoffer volledig openheid gegeven over het beperkte onderzoek en de overwegingen van politie en justitie?
2. Signalen voorafgaande aan de moord
In het geval van de moordenaar René Spans waren er signalen dat er iets mis was met hem. In andere gevallen waarbij de moordenaar een politieagent is, lijkt er ook sprake te zijn van tekenen van psychische problemen.
– Welke signalen waren er ten aanzien van de psychische toestand van de moordenaar René Spans? Zijn die signalen ook erkend door de directe leidinggevende van de moordenaar en is daar adequate naar gehandeld? Is dit na de moord onderzocht? Moordenaar René Spans had een aanvraag ingediend voor psychologische ondersteuning, betekent dit dat de leiding op de hoogte was dat er iets mis was met de moordenaar?
– Wat is de procedure bij signalen van problemen bij een agent? Wat zijn de stappen die worden gezet? Wie is verantwoordelijk voor dit proces en de controle? Op welk moment wordt er psychologische ondersteuning ingeschakeld? Wie besluit daartoe? En om wat voor ondersteuning gaat het dan, een psychiater, een psycholoog (specialist) of andere minder gekwalificeerde mensen?
– Er was een afspraak van de moordenaar René Spans voor psychologische ondersteuning, vermoedelijk drie weken na de moord. Was het een afspraak met een psychiater, psycholoog of een andere specialist? Werden de problemen van de moordenaar door de politie niet als urgent gezien omdat het nog drie weken zou duren of waren er andere redenen voor de wachttijd? Als de problemen niet als urgent werden gezien, waarom niet? Was het gesprek bij de psychiater, psycholoog of een andere specialist een intake dus een assessment van de problemen of het begin van een behandeling?
– Om welke problemen ging het precies? Voor huwelijkse problemen lijkt een afspraak met een psychiater wat overdreven of wordt die altijd ingezet? Als het om huwelijksproblemen ging, heeft de politie of een specialist dan contact opgenomen met het slachtoffer Willeke? Is hier onderzoek naar gedaan, bijvoorbeeld telefoongegevens? Er is gezegd dat het om problemen thuis ging of omdat het thuis niet goed ging, omdat de moordenaar klaagde over zijn partner, wat heeft de moordenaar precies aangegeven?
– Als er andere problemen waren, welke problemen dan? Psychische problemen is een breed begrip om welke problemen ging het precies? Was er sprake van stress of PTSS? Wat was de oorzaak van de stress of die stoornis? Er wordt gesproken over een narcistische persoonlijkheidsstoornis bij de moordenaar René Spans, is er bij de politie daar onderzoek gedaan ook na de moord?
– De moordenaar René Spans gebruikte zijn dienstwapen voor de moord. Mocht hij dit mee naar huis nemen? Als er signalen waren van problemen waarom is dit wapen niet ingenomen? Heeft de moordenaar zonder toestemming zijn dienstwapen mee naar huis genomen of is dat niet zo? Wat zijn de regels met betrekking tot het meenemen van een dienstwapen naar huis? Wat zijn die regels als een agent tekenen van problemen vertoont?
– Ten aanzien van psychische problemen bij de moordenaar wat is de procedure als dit is opgetreden tijdens werktijd? Worden zij na stressvolle incidenten regelmatig beoordeeld over hun functioneren zowel ten aanzien van hun werk als ten aanzien van daarbuiten? Worden agenten actief bevraagd over stress en worden tekenen van psychische actief onderzocht? Is de moordenaar door de politie voor in werking te treden psychologische getest? Zo nee, waarom niet, Is hij bij de Koninklijke Marchaussee getest? Of nog eerder bij het vervullen van zijn militaire dienstplicht.
– Wordt er bij de opleiding tot politieagent aandacht besteed aan de effecten van stress, PTSS of andere effecten op het psychisch welbevinden van de agent niet alleen op zijn werk maar ook de effecten in de privésfeer? Wordt er bij de opleiding ook aandacht besteed aan het herkennen door collega’s van signalen van problemen van politieagenten waarmee zij werken? Wordt er bij de opleiding van leidinggevenden aandacht besteed aan het adequate optreden bij signalen ten aanzien van politiefunctionarissen en/of bij agenten die problemen hebben? Wordt er bij de opleiding van leidinggevenden specifiek ingegaan op wapenbezit van agenten die problemen vertonen?
3. Omgang met de familie van het slachtoffer
Moord van een familie of vriendin is een traumatische ervaring en heeft diepe impact op het leven van naasten. Hoe de overheid moet omgaan met moord is altijd een gevoelige zaak, maar ten aanzien van de slachtoffers bij verschillende moordzaken heeft de overheid koste nog moeite bespaard om achter de toedracht te komen en slachtoffers spreekrecht te geven. Het moordonderzoek neemt nabestaanden mee en kan verlichting scheppen bij de verwerking. In het geval van de moord op Willeke heeft dit allemaal niet plaatsgevonden.
– Op welke manier toont de overheid atonement (rechtvaardigheid) voor het feit dat een ambtenaar, een lid van het korps dat over het geweldsmonopolie beschikt, geweld heeft gebruikt tegen een onschuldig slachtoffer? Welke rol speelt het apparaat, de organisatie, bij de moord? Wordt dit gezien als een aspect dat moet worden onderzocht, los van het feit of dit is gebeurd? Wordt er op correcte wijze teruggekoppeld naar de nabestaanden van het slachtoffer over het onderzoek, de stappen binnen de politie of andere belangrijke zaken?
– Is de familie van het slachtoffer inzicht gegeven in de exacte stappen van politie en justitie om de moord te voorkomen? Moord van een ambtenaar in functie buiten die functie buiten zijn werk is niet te definiëren als een reguliere moord. Het straalt namelijk af op de samenleving. De agent is kwestie is een losgeslagen moordenaar? Wordt dit door politie en justitie erkend? Of wordt dit gezien als een willekeurige moord? Speelt de cultuur binnen de politie, het korps waar de agent diende of het district waar de agent een rol bij de moord? Wordt hier na de moord aandacht aan besteed? De politie lijkt te hebben aangegeven geen ‘reuring’ te willen in het team van de moordenaar. Is dat juist? Waarom? Speelde er andere zaken binnen het team? Welke dan?
– Is het niet onderzoeken en uitgebreid informeren van de naasten van het slachtoffer van de moordende politieagent bewust beleid? Is dit een politiek besluit, politie en justitie vallen onder ministeriële verantwoordelijkheid? Is het besluit om geen uitgebreid onderzoek te doen ook gelegen in het feit dat daardoor berichtgeving over de moordende agent niet lang in de media wordt uitgesponnen? Worden de gevolgen van dit beleid op het leven van de nabestaanden meegenomen in de wijze waarop politie en justitie met deze moord omgaan? Wordt de moord gezien als een incident of niet? Waarom wordt op deze wijze omgegaan met het leed van nabestaanden? Ziet de politieorganisatie geen enkele rol voor zich in deze? Zo ja, hoe ziet het ministerie van Justitie en Veiligheid dit?
– Hoe is binnen de politie gesproken over het feit dat collega’s van de moordenaar René Spans na de moord vol lof over hem waren op onder andere sociale media? Deze collega’s zouden door hun leidinggevenden worden aangesproken. Om hoeveel collega’s ging het? Zijn deze collega’s aangesproken? Op welke wijze? Hebben deze collega’s en/of leidinggevenden zich ook gewend tot de nabestaanden van het slachtoffer om hun medeleven te tonen? Wat is de rol van leidinggevenden van het korps geweest bij deze lof uitingen? Is daar nadien onderzoek naar gedaan door de politie? Hebben deze collega’s signalen gemeld dat er iets mis was met de moordenaar voor de moord? Als zij dit niet gedaan hebben, is nadien onderzoek gedaan wat collega’s hebben gemist? Zijn er collega’s die na de moord problemen hebben ervaren over de moord en de mogelijke toedracht? Is daar onderzoek naar gedaan?
– Op de begrafenis van moordenaar René Spans waren veel mensen aanwezig. Wie waren op de begrafenis aanwezig? Waren dit vooral politieagenten? Waren zij in uniform? Waren er leidinggevenden aanwezig? Waren zij in uniform? Vindt de politieorganisatie het gepast om aanwezig te zijn op een begrafenis van een moordenaar? Vindt de politieorganisatie het gepast om in uniform aanwezig te zijn op een begrafenis van een moordenaar? Hebben een of meerdere van deze mensen ook de laatste eer aan Willeke bewezen? Was dit al dan niet anoniem?
4. vragen bij het onderzoek naar de moord op Willeke
Voor een beter begrip van de moord, maar ook om de familie meer duidelijkheid te geven over de moord en wat eraan voorafging zijn er vragen opgesteld bij een nieuw onderzoek. Deze zijn niet onuitputtelijk, maar slechts een startpunt.
– Willeke was van plan haar man te verlaten op het moment van de moord. Zij pakte een koffer in met een deel van haar spullen. Zij zou worden opgehaald. Wie is de persoon die haar zou komen ophalen en waar zou naar toegaan? De mobiele telefoon van Willeke zou door de politie zijn gewist. Op welk moment is dit gebeurd? Waar en is geprobeerd gegevens op andere manier te achterhalen zoals bij providers, clouddiensten en andere private partijen? Zijn mastgegevens in de buurt van de moord vastgelegd? Zijn deze nog bewaard?
– Moordenaar René Spans heeft verteld dat een man waar Willeke bevriend mee was toen zij werkte in Amersfoort door twee collega’s van de moordenaar in elkaar is geslagen bij een benzinestation. Heeft de moordenaar dit ook aan anderen verteld? Wie waren die twee collega’s? Zijn dat politieagenten waar de moordenaar vaker klusjes mee oploste buiten werktijd? Nadat Willeke had verteld over de vriendschap met de bewuste man, heeft de moordenaar René Spans haar telefoon laten uitlezen. Is dit gebeurd door iemand van de politie? Door wie is dit gedaan, waar en wanneer? Heeft de moordenaar vaker gebruik gemaakt van politiesystemen om mensen na te treken? Zijn de loggegevens van het natrekken van personen door de moordenaar vastgelegd? Zijn die geanalyseerd?
– In 2015 werkte Willeke bij Team kapsalon in Vianen. Verschillende oud-collega’s waren close met haar. Verschillende van deze collega’s zijn bedreigd door de moordenaar René Spans. Is door de politie onderzoek gedaan naar deze bedreigingen? Wanneer is dit onderzoek uitgevoerd? Waren collega’s van de moordenaar op de hoogte van deze bedreigingen? Hebben zij melding gemaakt van deze bedreigingen? Op welk moment hebben zij melding gemaakt van deze bedreigingen?
– Welke relatie had de moordenaar met mensen in de buurt? Zijn buurtbewoners door de politie gehoord in het kader van de moord? Hebben deze buurtbewoners het gevoel dat zij serieus zijn genomen bij hun verklaringen? Hadden buren kennis van het huwelijk van de moordenaar? Hebben zij daar gespreken over gevoerd met Willeke? Of met de moordenaar? Hebben deze buurtbewoners de begrafenis van de moordenaar bezocht?
– Heeft de moordenaar in het verleden andere mensen bedreigd? Zijn dit mensen uit de buurt of op zijn werk? Waarom heeft de moordenaar René Spans deze mensen bedreigd? Hebben deze mensen aangifte gedaan bij de politie? Is er iets met die aangiften gedaan? Zijn die bedreigingen na de moord opnieuw bekeken?
– Aan bekenden heeft de moordenaar René Spans aangegeven drugs te gebruiken. Om wat voor drugs ging het hierbij? Van wie kreeg of kocht hij die drugs? Waar heeft hij die drugs gekocht of gekregen? Wat was zijn relatie met de persoon of personen van wie hij drie drugs kreeg of kocht? Was die persoon of waren die personen lid van een organisatie? Was die persoon of waren die personen of was die organisatie bekend bij de politie? Zijn die in aanraking gekomen met de politie of met de moordenaar René Spans? Is daardoor de relatie ontstaan of is er een andere reden?
– Moordenaar René Spans was bevriend met de van corruptie veroordeelde politieagent Orm Kranenburg. Is Orm Kranenburg veroordeeld voor corruptie. Wat was de relatie tussen de moordenaar René Spans en Orm Kranenburg precies? Hoe lang kenden zij elkaar? Alleen van de politie of ook eerder? Hebben zijn samen bij verschillende korpsen en verschillende locaties gediend? Zo ja waar, hoe lang en in welke functie? Kranenburg speelde informatie door aan criminelen. Waar kwam die informatie vandaan? Speelde bij het verzamelen van die informatie moordenaar René Spans ook een rol. Is bij het onderzoek naar Kranenburg ook gekeken naar de rol van moordenaar René Spans? Is naar aanleiding van het corruptieonderzoek naar Kranenburg ook gekeken naar de mogelijkheid dat de moord op Willeke door moordenaar René Spans het gevolg is geweest van een in het nauw gedreven agent die geen uitweg meer wist omdat hij ook corrupt was?
– Na de moord op Willeke heeft de moordenaar nog contact gehad met Johan Bullee. Welke relatie heeft dhr. Bullee met de politie op het moment van de moord? Waar kenden zij elkaar van? Waarom belde de moordenaar dhr. Bullee? Hebben de moordenaar en dhr. Bullee elkaar eerder gesproken kort voor de moord? Waar hebben de moordenaar en dhr. Bullee over gesproken? Is dhr. Bullee verhoord in het kader van het politieonderzoek naar de moord op Willeke? Behoorde dhr. Bullee tot de vriendengroep van de moordenaar René Spans? Kende dhr. Bullee ook dhr. Kranenburg? Waar kenden zij elkaar van?
– Hoe groot was de vriendengroep/groep collega’s van moordenaar René Spans? Wie waren die mensen die contact hadden met de moordenaar? Wanneer hebben zij voor het laatst contact gehad met de moordenaar? Waren het alleen mensen van de politie of ook mensen van buiten de politie? De twee mensen die een vriend van Willeke hebben mishandeld, behoorden die ook tot de groep? Behoorden dhr. Kranenburg en dhr. Bullee tot die groep?
– De moord op Willeke Weeda; vermoord door een topgozer van de politie
– De gevallen engel (De moord op Willeke Weeda; vermoord door een topgozer van de politie 3)
– Een hechte en prachtige familie, de gevallen engel 2 (De moord op Willeke Weeda; vermoord door een topgozer van de politie 4)
Reacties (0)
Voeg nieuwe reactie toe
Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.