Forum voor Anarchisme
ArtikelenDe AnarchokrantDossiersEventsWiki // Hulp bronnenContact // InzendingForum
|
library27 mei 2024

Hoe zeg je 'especifismo' in het Nederlands

Author: Forum voor Georganiseerd Anarchisme (FvGA) | GEPLAATST DOOR: De Anarchokrant | Bron: a-bieb.nl
cover social levels

Origineel geschreven door Carl Eugene Stroud, vertaling, toevoegingen en verwerkt naar de Nederlandse context door Forum voor Georganiseerd. Anarchisme.

De tekst gaat in op de complexiteit en nuances van "especifismo", een term die vaak verkeerd begrepen of gebruikt wordt binnen de Engelstalige en ook Nederlandse anarchistische beweging. Het verkent de oorsprong, principes en praktische toepassingen van especifismo. Waar bij sterke benadrukking ligt bij het belang van organisatorische eenheid en ideologische afstemming onder anarchisten. Het richt zich op het organiseren van een toegewijde minderheid om te werken aan maatschappelijke bevrijding. De strategie omvat politieke betrokkenheid en actieve deelname aan bredere sociale bewegingen.

Ook te vinden op a-bieb.nl voor een gemakkelijke print versie of brochure.

Organisatorisch dualisme

De term “especifismo” kan wat wenkbrauwen doen fronzen bij anarchisten van diverse stromingen. Met dit ene, niet-Nederlandse woord valt geheid wat scene punten mee te scoren. Voor bepaalde opportunistische individuen is especifismo een vaag concept waarvoor veel studie nodig is om het te begrijpen, maar dat, wanneer het van toepassing is, altijd goed lijkt aan te sluiten bij hun eigen politieke opvattingen. Anderen schrikken van de onuitsprekelijkheid van de term. Zij voelen zich misschien meer op hun gemak met “specificisme”, of geven om precies dezelfde reden de voorkeur aan de algemenere term “sociaal anarchisme” of “georganiseerd anarchisme”. Maar zonder veel gepubliceerde informatie over deze specifieke anarchistische stroming, moeten Nederlandssprekende bepaalde vragen zelf beantwoorden. Wat is especifismo? Is het anarchisme? Wat is een especifistische organisatie? Wat doet het? Is het een politieke partij? Deze basisvragen, die voor sommigen misschien eenvoudig klinken, zijn niet ongebruikelijk in Nederland of zelfs nog in Brazilië. Aan de hand van Sociaal Anarchisme en Organisatie van de Anarchistische Federatie van Rio de Janeiro (FARJ) kunnen we een concreter begrip krijgen van de ideologie, theorie, strategie en uiteindelijke doelstellingen van especifismo.

We zullen in deze tekst verder ingaan op de anarchistische especifismo stroming en wat de strategische, organisatorische en theoretische kenmerken zijn. Maar het is handig om te weten dat especifismo of especifista – zoals het ook wel genoemd word – simpel weg te vertalen is – van uit het Portugees – als ‘specifiek’. De term ‘specifieke organisatie’ in de tekst is dus verwisselbaar met ‘especifismo organisatie’. Andere termen zoals wat er bedoelt word met ‘militant’ en ‘volksbeweging’ worden verder uitgelegd onderaan de tekst.

Hoewel sommige basisconcepten van het especifismo, zoals strategische eenheid en sociale inbreng, vaak geciteerd worden, heeft veel van de verwarring en geheimzinnigheid rond de term te maken met de onjuiste veronderstelling dat het een geheel nieuwe kijk op anarchisme is. In de tekst vinden we de beknopte uitleg dat:

“De term especifismo werd gecreëerd door de Uruguayaanse Anarchistische Federatie (Federación Anarquista Uruguaya - FAU) en hiermee verwijzen we naar een opvatting van anarchistische organisatie die twee fundamentele assen heeft: organisatie en sociaal werk/inbreng. Deze twee assen zijn gebaseerd op de klassieke concepten van verschillende uitvoering van het anarchisme op sociaal en politiek vlak (Bakoeninistisch concept) en specifieke anarchistische organisatie (Malatestaans concept). De term especifismo is dus niet alleen recentelijk bedacht, maar verwijst ook naar anarchistische organisatiepraktijken die al sinds de negentiende eeuw bestaan.”

Especifismo levels

In het huidige Nederlandse discours over dit onderwerp wordt er onvoldoende onderscheid gemaakt tussen het sociale en het politieke vlak. Onze organisatie vindt meestal plaats in een politiek schemergebied dat niet echt een volksorganisatie (populaire organisatie) is of een groepering van tendensen genoemd kan worden. Helaas ontkomen we er niet aan dat als we dit verschil tussen de twee vlakken (sociaal/politiek) verder willen begrijpen en als we op een effective manier willen leren samenwerken we ons ook collectief verder moeten ontwikkel op theoretisch gebied. Dit kan even slikken zijn voor mensen die puur via praktijk met anarchisme in aanraking zijn gekomen.

Maar ondertussen maakt Especifismo ook een duidelijk onderscheid tussen bepaalde theoretische ontwikkelingen in het anarchisme zoals het onderscheid tussen de meer individualistische en anti-organisatorische stromingen en de vanguard politiek van het marxisme.

Organisatorische eenheid is een essentieel principe van especifismo en is daarom de sleutel tot het begrijpen van het verschil tussen het sociale vlak en het politieke vlak. Een specifieke anarchistische organisatie werkt niet aan de opbouw van een politieke macht die de samenleving als geheel kan sturen in de richting van meer welvaart. Voor maatschappelijke transformatie zijn massabewegingen nodig, maar bij especifismo gaat politiek over het organiseren van een actieve minderheid langs een expliciete, politieke lijn. Dit is organiseren rond een gemeenschappelijke ideologie en collectieve actieplannen. Omdat het sociale vlak een meer omvangrijk concept is dan het politieke vlak, gaat het om het organiseren van meer mensen, onder een breder dak. Dat soort organiseren dat op massale schaal gebeurt, kan onmogelijk gebaseerd zijn op hetzelfde soort eenheid dat op het politieke vlak bereikt kan worden.

Desalniettemin vereist de politiek van especifismo sociale betrokkenheid. Nadat er ideologische, theoretische en strategische eenheid is bereikt, kan een specifieke groep zich effectiever (collectief) inzetten op sociaal gebied. Op deze manier dient het politieke vlak als een trainingsplatform, opleidingsplatform, verenigingsplatform en planningsplatform. Organiseren op politiek vlak is een instrument dat volksbewegingen versterkt en helpt ondersteunen. Het is geen eigen voorhoedepartij/groep of eigen machtscentrum. Daarom hangt lidmaatschap van een specifieke anarchistische organisatie fundamenteel af van instemming met de politieke lijn van de groep, niet omdat anarchisten niet zouden moeten samenwerken met andere ideologische stromingen, maar eerder omdat deze samenwerkingen en coalities moeten plaatsvinden op het sociale vlak van organiseren, gericht op gedeelde doelen en waardes.

Een bevrijdende ideologie is de enige manier voor deze bewegingen om reactionaire en autoritaire tegenkrachten te overleven en te groeien naar hun revolutionaire potentieel. Dit is de basisstrategie van especifismo: het aanmoedigen van de bevrijdende tendens van massabewegingen zodat ze genoeg sociale kracht krijgen om de maatschappij te transformeren. Voor deze strategie is het niet nodig om mensen tot het anarchisme te bekeren, noch om deelnemers aan bewegingen over te halen om anarchist te worden. Especifismo gaat over anarchisten die zich organiseren om te werken aan maatschappelijke bevrijding van uitbuiting en overheersing. Deze anarchisten organiseren zich niet alleen op hun eigen voorwaarden, maar ook als gelijkwaardige deelnemers binnen grotere sociale bewegingen.

Ideologische en theoretische eenheid

Especifismo presenteert eenheid als iets dat niet strikt theoretisch is. Dit is het nuttige effect van het samen ontwikkelen van een gedeelde politieke lijn, een soort organisatorische gymnastiek. Voor especifistische militanten gaat politiek over het verwoorden en verdedigen van deze lijn, en over hun eigen persoonlijke betrokkenheid bij de grondbeginselen en de details ervan. Door hun directe deelname en inbreng in de ontwikkeling van een gedeelde politieke lijn, worden de leden van een specifieke anarchistische organisatie niet geforceerd of gedwongen om te doen alsof ze eigenaar zijn van andermans ideeën.

In activistische ruimten kunnen tactiek en strategie moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn. Soms is loyaliteit zo afhankelijk van het toepassen en verdedigen van een bepaalde tactiek, dat het in twijfel trekken van de strategie erachter een politieke aanval lijkt. Maar echt revolutionaire politiek moet gebaseerd zijn op diepere en meer ontwikkelde interpretaties van actuele gebeurtenissen en situaties. Tactiek alleen kan geen politieke lijnen uitzetten. Theorie en ideologie bepalen de politieke lijnen. Daarom legt especifismo de nadruk op de eenheid van een specifieke anarchistische organisatie, want zonder theoretische en ideologische eenheid kan er geen strategische of tactische eenheid zijn. Aangezien zelfs onze massabewegingen de neiging hebben om na verloop van tijd geen samenhangende actie te voeren, is het duidelijk dat activisme alleen onvoldoende is om revolutionaire verandering teweeg te brengen.

Tactische verbondenheid is onvoldoende om revolutionairen te organiseren, omdat er naast het activisme ook een plaats moet zijn voor revolutionairen om strijdvaardigheid te cultiveren. De meeste politieke organisaties zijn tegenwoordig echter niet gestructureerd rond duidelijk geformuleerde en vastgelegde politieke lijnen. En als leden van een organisatie weten dat er onenigheid is in de groep als geheel, waar kunnen ze dan naartoe om expliciet aan een collectieve overeenkomst te werken en een duidelijk standpunt te formuleren? Als politiek gaat over het organiseren van mensen als groepen, waarom wordt er dan meestal van ons verwacht dat we in ons eentje, in privé, onze politieke standpunten verwoorden en vervolgens op zoek gaan naar anderen met hetzelfde standpunt? Especifismo gebruikt de specifieke organisatie als de plaats voor het opbouwen, versterken en strategiseren met anderen rond een gemeenschappelijke lijn. Dit voorkomt verwarring en debat over fundamentele standpunten in de toekomst, waardoor de gevestigde lijn makkelijker vast te houden is in de loop van de tijd, iets wat nodig is als je samenwerkt en compromissen sluit met een grassrootscoalitie.

In Sociaal Anarchisme en Organisatie gaat de Anarchistische Federatie van Rio de Janeiro (FARJ) in op een veel voorkomende angst van activisten en andersdenkenden die nieuw zijn in het concept van militantie, door de realiteit uit te leggen dat serieus werk niet alleen gedaan kan worden:

“Het model van de specifieke anarchistische organisatie impliceert dat de militanten dingen moeten doen die ze niet zo leuk vinden of moeten stoppen met sommige dingen die ze leuk vinden. Dit is om ervoor te zorgen dat de organisatie vooruitgang boekt met de strategie. Voortgaan met de strategie maakt van de anarchistische organisatie een coherente en effectieve organisatie; een organisatie die zich toelegt op serieuze, toegewijde militantie waarin de militanten doen wat ze als prioriteit hebben vastgesteld en werken aan de taken die op de meest effectieve manier bijdragen aan de consolidatie van hun strategische doelen.” (p. 67)

Omdat especifistische militanten niet gedirigeerd worden om de organisatorische lijn vast te houden, maar deze zelf ontwikkelen en vormen, bedreigt of compromitteert de especifistische anarchistische organisatie niemands individuele vrijheden. In plaats daarvan is het een voorbeeld van individuen die in vrijheid samen een radicale positie vormen en handhaven.

In veel opzichten presenteert especifismo een zorgvuldig ontwikkelde ideologie over het belang van strategie. Dit omvat zowel het bestuderen van het heden als het zo duidelijk mogelijk maken van de langetermijndoelen. FARJ heeft het over de relatie tussen middelen en doelen en over potentiële ” cyclus van strijd.” Deze ideologische strengheid wordt door andere sociaal anarchisten soms gezien als te voorschriftend en beperkend. Ze vinden de ideeën te niche en de inhoud te uitgebreid. Toch heeft deze precisie twee belangrijke voordelen die especifismo tot een belangrijke stroming maken die grondiger bestudeerd verdient te worden door anarchisten over de hele wereld.

Ten eerste ontwikkelen especifistische groepen door het verwoorden van zulke complexe concepten hun eigen ideologische en theoretische eenheid. De teksten die door deze organisaties worden gemaakt zijn het bijproduct van het vormen van een verenigd front; ze zijn de documentatie van het werk om tot duidelijk gedefinieerde standpunten te komen. Omdat het soms interne documenten zijn die lange, uitvoerige debatten vastleggen, dienen de teksten van especifismo als bewijs van het feit dat bepaalde anarchisten met succes organisatorische eenheid hebben gecultiveerd. Als de eindproducten waren gemaakt op een manier die beter verteerbaar was voor lezers die geen deel uitmaakten van dit proces, zouden ze minder vormend zijn geweest voor de militanten die ze hebben gemaakt en zouden ze misschien alleen de persoonlijk gevormde politieke ideeën van de meest bekwame schrijvers hebben laten zien, niet van de organisatie als geheel. Bovendien is de voornaamste activiteit van een especifistische organisatie politieke eenheid en sociale betrokkenheid. Especifismo is minder bezig met het laten groeien van een bepaalde anarchistische groep dan met het versterken van een verenigde strategie van anarchisten die deelnemen aan massabewegingen.

Het tweede voordeel dat de exactheid van especifismo sociale anarchisten vandaag de dag biedt, is de diepgang van het denken, in een hedendaagse context. Dit laat de rest van de internationale anarchistische beweging zien hoeveel werk er is vereist voor groepsstudie, hoeveel werk er is vereist voor het verwoorden van theorie in geschreven woorden, hoeveel werk er is vereist voor debatteren, compromissen sluiten en leren, alleen maar om het politieke instrument te vormen (de specifieke anarchistische organisatie) dat uiteindelijk kan worden toegepast op het sociale vlak. Hoewel het gebruikelijk is voor activisten en organisatoren om te denken dat er geen tijd is voor dit soort “intern” werk, of het nu gaat om theoretiseren, strategiseren, reflecteren, denken of leren in het algemeen, maken de strategische kritieken die door especifismo worden gepresenteerd duidelijk dat militante actie eenheid vereist, dat militanten training nodig hebben en dat langetermijndoelen de basis vormen voor kortetermijnactie. Daarom vereist revolutionaire verandering een ideologisch organisatievlak. Het ideologische vlak is het politieke vlak, het anarchistische vlak.

Politieke fronten

Discussies over de relatie tussen korte- en langetermijndoelen doen zich wel voor onder anarchisten. Maar naar deze relatie wordt meestal alleen ideologisch verwezen, als een basisprincipe, zonder enige manier om het toe te passen op de huidige situatie. In Sociaal Anarchisme en Organisatie benadrukt de Anarchistische Federatie van Rio de Janeiro (FARJ) “noodzaak/behoefte” als een centraal punt voor het verzamelen en mobiliseren van mensen. Behoeften onthullen radicaal de compromisloze krachten van het huidige systeem. Door collectief te strijden voor het managen van onze eigen behoeften kunnen langetermijndoelen concreter worden begrepen. En het is ook door deze strijd om directe behoeften aan te pakken dat we de organisatiemethoden en sociale kracht zullen ontwikkelen die nodig zijn om de maatschappij te transformeren.

Fronts

Behoeften zijn echter niet homogeen. Ze variëren in de loop van de tijd en van persoon tot persoon. De uitdagende realiteit is dat de verschillende sectoren van de samenleving enorm verschillende behoeften hebben. Als een politieke organisatie zich richt op verschillende bewegingen in de samenleving, dan hebben deze bewegingen hun eigen kennis, studie, theorie en strategie nodig. Especifistische militanten moeten zich voorbereiden op deze unieke ruimten en ze het volle respect en de oprechte inspanning geven die ze verdienen en nodig hebben om effectieve sociale krachten te worden. Door hun betrokkenheid te organiseren in “fronten” kan een specifieke groep zich scherp bewust blijven van zijn organisatorische capaciteit en zijn positie binnen de volksstrijd. Om deze reden bestaat especifismo uit militanten die zichzelf en hun sociale betrokkenheid ordenen en organiseren.

Binnen een specifieke anarchistische organisatie zijn militanten van elkaar afhankelijk voor het doorgeven van relevante informatie en updates over belangrijke gebeurtenissen. Deze informatie kan betrekking hebben op verschillende organisatieruimtes. De mogelijkheid om specifiek te verwijzen naar “Front X” en “Front Y” maakt bondigere en preciezere samenvattingen en verslagen mogelijk. Bovendien verbindt de ruimtelijke context van verschillende fronten die verspreid zijn over de samenleving de theoretische opvatting van sociale betrokkenheid met je concrete leefsomgeving. Fronten impliceren zowel een organisatorische geografie als een topografie van de strijd. Hoe preciezer een punt van betrokkenheid op een bepaald front wordt, hoe meer de rest van de organisatie afhankelijk is van nauwkeurige in kaart brenging om precies te laten zien waar en hoe de verschillende fronten zich tot elkaar verhouden.

Elk politiek front moet worden onderhouden als het organiseren op politiek vlak wil uitgroeien tot een volkskracht die in staat is een revolutie in de samenleving teweeg te brengen. Hoewel deze bewegingen onvermijdelijk zullen ontstaan en ontwikkeld worden, kunnen de ideologische invloeden die ze aansturen beïnvloed worden door kapitaal, de staat of een andere gecentraliseerde autoriteit. Daarom moet de politieke ruimte worden ingenomen door verenigde ideologische krachten die bevrijdende methoden en ideeën kunnen verdedigen en promoten. Omdat de machthebbers expliciet georganiseerd zijn om hun ideeën in het openbaar te verdedigen, moet het anarchisme ook ideologisch en theoretisch voorbereid zijn om zich in deze sfeer te begeven.

Concentrische cirkels

De Anarchistische Federatie van Rio de Janeiro (FARJ) benadrukt het belang van het verenigen van militanten die een gedeelde “affiniteit” hebben om zich op een specifieke manier te organiseren. Maar als deze organisatie gebouwd moet worden op een gedeelde ideologie en eenheid van strategie, wat zijn dan de grenzen? Wie kan lid worden, hoe, en waarom zouden ze dat willen? Deze vragen kunnen niet ideologisch beantwoord worden, want alleen het delen van een aantal overtuigingen met anderen bepaalt niet ieders mate van betrokkenheid. Met andere woorden, ideologie alleen informeert ons niet over onze positie in de strijd. Especifismo gebruikt een theorie van concentrische cirkels om dit probleem op te lossen.

Sommige anarchisten kunnen ongemakkelijk zijn met theoretische concepten. Ze zijn misschien alleen op ideologische gronden met andere anarchisten geassocieerd (of in conflict gekomen). De especifistische stroming binnen het anarchisme is zeker theoretischer dan momenteel gebruikelijk is in anarchistische kringen in Nederland. In Sociaal anarchisme en organisatie kunnen met name concentrische cirkels problemen opleveren voor het Nederlandse begrip van especifistische theorie. Niettemin moeten de positionaliteitskwesties die in deze analyse aan de orde komen niet worden genegeerd door militanten die serieus zijn over het potentieel van massabewegingen om de samenleving te bevrijden. Jezelf kunnen plaatsen in relatie tot een specifieke politieke groep, maar ook in relatie tot grotere sociale groepen, maakt integraal deel uit van het organisatorische dualisme (het onderscheid tussen organiseren op sociaal en politiek niveau) van especifismo.

Concentric circle

De strijd om de maatschappij te transformeren omvat militanten, activisten, organisatoren, sympathisanten, etc. Om de relatie tussen deze groepen en de specifieke anarchistische organisatie te begrijpen, gebruikt FARJ een visuele voorstelling die een pad laat zien, dat lagen van toenemende politieke eenheid doorkruist, waarlangs toegewijde militanten de specifieke organisatie binnenkomen. Een ander pad, dat in de tegenovergestelde richting loopt, toont de stroom van anarchistische ideeën en praktijken terug naar de grotere sociale bewegingen. Elke concentrische cirkel vertegenwoordigt een mate van overeenstemming en toewijding aan de politieke lijn van de specifieke organisatie. Sommige mensen zijn het misschien niet volledig eens met de ideeën van de groep/organisatie, of ze kunnen om wat voor reden dan ook zich maar beperkt inzetten qua tijd en inzet. Het tegenovergestelde kan echter ook waar zijn, dus het organiseren rond dit concept kan het contact dat een revolutionaire groep heeft met potentiële militanten vergroten, en ook helpen om interacties met kameraden en bondgenoten een meer doelbewuste inspanning te maken voor alle betrokkenen.

Alleen binnen de binnenste cirkel bestaat ideologische en theoretische eenheid. Op dat organisatieniveau is elke militant afzonderlijk in staat om “de politieke lijn van de organisatie intern, aan de fronten en in openbare activiteiten uit te werken, te reproduceren en toe te passen”. Dit betekent dat de ideeën en standpunten van de specifieke groep weer naar buiten worden geprojecteerd in de kringen eromheen. De activisten, organisatoren en aanhangers op de buitenste lagen zullen het voordeel hebben van het gebruik van de gereedschappen en middelen die door de specifieke anarchistische organisatie zijn gecreëerd. Ze zullen ook kunnen werken met het vertrouwen dat de mensen die zich het meest militant inzetten voor transformatie op lange termijn, onderling goed georganiseerd zijn.

Een essentieel aspect van de instroom van militanten in een revolutionaire organisatie is de opleiding en training van radicaliserende mensen. Nogmaals, dit heeft niets te maken met indoctrinatie of dwang van welke aard dan ook. Critici van georganiseerde, militante vorming benadrukken iemands vrije deelname als “vrijwillig”. Maar hoe kunnen aanhangers zonder goede kennis overdracht en middelen over politieke militantie en especifismo een weloverwogen beslissing nemen om hun mate van betrokkenheid te wijzigen en vrijwillig militanter te worden?

De theorie van concentrische cirkels biedt een manier om iemands positie te begrijpen in relatie tot een specifieke, verenigde en ideologische politieke groep. Deze positionaliteit bepaalt iemands rol in het besluitvormingsproces en iemands betrokkenheid bij de uiteindelijke beslissingen van de groep. Dit zorgt ervoor dat “de organisatie duidelijke criteria voor toetreding heeft, die duidelijk definiëren wie er wel en niet aan deelneemt, en op welk niveau van betrokkenheid de militanten zich bevinden” (p. 47.) Hierdoor weten activisten, dissidenten en organisatoren duidelijk wanneer en op welke manieren ze hun krachten zinvol kunnen bundelen met een specifieke anarchistische organisatie. Op dezelfde manier kunnen we als anarchisten alleen door onze relatie tot de specifieke groep theoretisch te begrijpen de vrije beslissing nemen om ons te verbinden aan een organisatieprogramma. Een grondig begrip van politieke positionaliteit is dus net zo belangrijk voor geradicaliseerde militanten als voor minder betrokken aanhangers in de samenleving als geheel.

Steun is, net als militantisme, geen belofte die je één keer doet en het hier bij laat. Politieke betrokkenheid bestaat eerder uit momenten van commitment. De strategie van especifismo is erop gericht om deze momenten in de loop van de tijd met elkaar te verbinden. Op deze manier dient de specifieke organisatie als motor voor de terugkeer en herhaling van collectieve momenten van politieke actie. FARJ beschrijft steun voor de specifieke anarchistische organisatie als een moment waarop:

“mensen die affiniteiten hebben met de anarchistische organisatie en haar activiteiten contact hebben met andere militanten, zich kunnen verdiepen in de politieke lijn van de organisatie, haar activiteiten beter leren kennen en hun visie op anarchisme verdiepen, enz.” (p. 46)

Deze wederzijdse en wederkerige beïnvloeding kenmerkt de “stroom van militanten” die in Sociaal Anarchisme en Organisatie wordt beschreven. Zowel het “contact” met anarchistische ideeën als de toekomstgerichte “kennismaking” benadrukken het potentieel voor de politiek van especifismo om zich te verspreiden onder geradicaliseerde en radicaliserende mensen. De specifieke anarchistische organisatie is een bestemming voor mensen die zich verder willen verdiepen in revolutionaire politiek, maar het is ook een bron van waaruit revolutionaire politieke ideeën kunnen worden verspreid naar het sociale vlak.

Het is belangrijk om op te merken dat de concentrische cirkels niet de superioriteit of macht van het ene niveau van betrokkenheid over het andere bepalen of versterken. Dit geldt in beide richtingen van de ideeënstroom tussen het sociale en politieke vlak. Een specifieke anarchistische organisatie is er niet op gericht om een politieke lijn vast te stellen zodat die kan worden opgedrongen aan anderen die ervoor hebben gekozen om uit vrije wil deel te nemen aan een massamobilisatie of een volksorganisatie. Deze mensen zijn het misschien niet eens met de ideeën van de specifieke anarchistische organisatie. Toch, omdat we allemaal een gemeenschappelijke basis vinden in de grotere sociale beweging, hebben de meest toegewijde militanten, net als de single-issue aanhangers, het respect van anderen nodig en verdienen ze dat ook, zich te organiseren en een eigen standpunt in te nemen op de manier die hen goeddunkt.

Politieke activiteiten

Wat doen especifistische militanten nu precies? In Sociaal Anarchisme en Organisatie beschrijft de FARJ zes categorieën die de activiteiten van een specifieke anarchistische organisatie karakteriseren. Deze omvatten: 1. sociaal werk en inbreng, 2. productie en reproductie van theorie, 3. anarchistische propaganda, 4. politieke educatie, 5. conceptie en implementatie van strategie, en 6. sociale en politieke relaties (p. 41). Bij het bestuderen van especifismo helpt het om een onderscheid te maken tussen deze verschillende soorten activiteiten om gemeenschappelijke termen als theorie, propaganda en onderwijs te definiëren.

1: Sociaal werk en inbreng

Hier moet een onderscheid worden gemaakt, omdat de term “sociale inbreng” voor sommige radicalen een moeilijk te begrijpen begrip kan zijn en voor sommige anarchisten een moeilijk te steunen begrip. Op het meest basale niveau is sociale inbreng de naam voor het hele proces van invloed uitoefenen op sociale bewegingen. Maar het verwijst niet naar de passieve of unieke invloed die iedereen inherent uitoefent in het dagelijkse sociale leven. Sociale inbreng is de opzettelijke en collectieve handeling van het beïnvloeden van sociale bewegingen. De specifieke doelen en de organisatie van deze collectieve actie worden op politiek niveau geformuleerd, maar om revolutionair potentieel te hebben moet deze invloed op grotere schaal worden uitgeoefend. Sociale inbreng gaat dus over het strategisch (en succesvol) introduceren van politieke ideeën en organisatie op het sociale vlak.

Maar wat zijn de verschillen tussen de sociale inbreng van especifistische militanten en het soort invloed dat wordt uitgeoefend door andere “revolutionaire” politieke ideologieën?

Ten eerste verschilt especifismo van insurrectionaire ideologieën omdat het het gebruik van sociale bewegingen als revolutionaire krachten bevordert. Maatschappelijke transformatie is niet het automatische effect van verkiezingen, een staatsgreep of het logisch verloop van de geschiedenis. De samenleving moet zichzelf veranderen.

Ten tweede verschilt especifismo van het vanguardisme omdat het niet tot doel heeft een leidende klasse te creëren binnen massabewegingen. Het organiseren van het volk moet een praktijk zijn in zelfbestuur, anders zal het gecentraliseerde staatsmiddelen herstellen. Op plaatsen waar er leiderschap is, moet het volk op democratische wijze de reikwijdte ervan bepalen. De onderdrukteklasse hebben geen kader van leiders nodig om hen hun toekomst in te leiden. Maatschappelijke transformatie vereist een revolutionaire ideologie die van de onderdrukte klassen zelf komt, niet van een opgeleide minderheid.

Tenslotte verschilt especifismo van entryisme omdat het beïnvloeden van het sociale niveau door middel van participatie niet betekent dat je de controle over een organisatie moet grijpen en die naar je eigen hand moet zetten. Sociale inbreng en invloed hoeft geen onethische indoctrinatie of dwang in te houden. Het kan gewoon gaan om interactie met anderen als gelijken om de meest bevrijdende ideeën te promoten en te ontwikkelen. Invloed is geen synoniem voor onrechtvaardige dwang.

2: Productie en reproductie van theorie

Sociaal anarchisme en organisatie noemt begrippen als libertair socialisme, revolutie, militante strijd, sociaal werk, enz. Maar het toepassen van deze begrippen op onze eigen historische, sociale en politieke context kan niet gedaan worden door iemand die buiten onze unieke context staat. Theorie moet als het ware zelfgemaakt worden. In hun eigen context beschrijft FARJ het proces als volgt:

“De specifieke anarchistische organisatie wil een revolutionaire politiek in praktijk brengen die de middelen ontwikkelt om de einddoelen (sociale revolutie en libertair socialisme) te bereiken met actie die altijd gebaseerd is op strategie. Hiervoor organiseert ze zich als actieve minderheid en coördineert ze de ideologische militante activiteiten die werken als gist voor de strijd van het sociale niveau. De belangrijkste activiteit van dit politieke niveau is het sociale werk dat plaatsvindt wanneer het politieke niveau in wisselwerking staat met het sociale niveau. In dit contact probeert het politieke vlak het sociale vlak zoveel mogelijk te beïnvloeden, zodat het zo libertair en egalitair mogelijk functioneert. We hebben gezien dat dit rechtstreeks kan gebeuren tussen de anarchistische organisatie en de sociale bewegingen, of via groeperingen van tendensen.” (p. 62)

Tendens kan dus worden opgevat als een andere route voor de potentiële invloed van revolutionaire ideeën op sociaal niveau. Dit kan een tactische, strategische of ideologische overeenkomst zijn tussen deelnemers aan een volksorganisatie en een specifieke anarchistische organisatie, een soort inter-organisatorische tendens. Maar het kan ook een onbedoelde of incidentele eenheid zijn die gevormd wordt door de strijd zelf.

Gezien de onvermijdelijke relatie tussen middelen en doelen, moet elke bevrijdende poging om sociale bewegingen te beïnvloeden worden geleid door einddoelen. Begrijpen wat we bedoelen als we het hebben over libertair socialisme is belangrijk om te bepalen wat onze volgende, meest directe stappen moeten zijn. In een kapitalistisch systeem komen onze materiële omstandigheden niet overeen met onze maatschappelijke idealen. Daarom moeten we theoretisch samenwerken om de transformaties goed te formuleren en te verfijnen zoals we die in onze samenleving willen zien.

De ontwikkeling van deze theorie vereist een gezamenlijke ideologie en strategie. Het produceren van theorie zonder deze eenheid (of het importeren van theorie van andere organisaties) stimuleert niet de collectieve inzet die nodig is om politieke actie te realiseren, noch profiteert het van de veelheid aan perspectieven die een politieke lijn versterken. Door als organisatie een politieke lijn te bepalen en een politiek programma te formuleren, worden eenheid van actie en mate van betrokkenheid duidelijk. Concreet vinden deze processen plaats door middel van een dialoog tussen militanten. Deze dialoog is afhankelijk van een hoge mate van vertrouwen, zodat ideeën en kritiek openlijk gedeeld kunnen worden. Vertrouwen maakt het ook mogelijk om ieders individuele verantwoordelijkheden duidelijk te formuleren.

3: Anarchistische propaganda

Propaganda is de materiële verspreiding van ideeën. Het kan theoretisch, educatief of cultureel zijn, maar omdat het tot doel heeft de algemene acceptatie van deze ideeën op sociaal vlak te vergroten, is propaganda altijd politiek. Bovendien is algemene acceptatie van radicale ideeën niet hetzelfde als “niet-afwijzen” van deze ideeën. Op het sociale niveau gaat het om zulke grote aantallen mensen dat het onwaarschijnlijk is dat iemand de meeste mensen in de samenleving kan overtuigen om het eens te zijn met hun specifieke toekomstvisies. Dit is geen probleem voor vrij socialisten, omdat het uiteindelijke doel onvermijdelijk zal afhangen van de inbreng en het werk van andere mensen.

Hoewel propaganda een effectieve algemene verspreiding van especifismo kan zijn, is het uiteraard beperkt als het gaat om het ondersteunen van massabewegingen (op sociaal vlak) en het opbouwen van eenheid (op politiek vlak). Desalniettemin biedt het verspreiden van ideeën en het publiceren van kritieken de deelnemers in populaire organisaties de mogelijkheid om hun eigen relatie tot de militantie van een specifieke anarchistische organisatie te bepalen. Onze revolutionaire perspectieven kunnen niet cultureel obscuur blijven als ze een revolutionair effect op de maatschappij willen hebben.

4: Politieke Educatie

In tegenstelling tot politieke propaganda, die gericht is op het beïnvloeden van het sociale vlak, is educatie gericht op het politieke vlak. Politieke educatie gaat over het trainen van militanten zodat ze in staat zijn om deel te nemen aan het werk en het discours van de specifieke anarchistische organisatie. Dit betekent dat elke organisatie zijn eigen educatieproces heeft. Helaas is dit proces meestal onofficieel, indirect en meer een doe-het-zelf-aanpak. Voor de especifistische militanten is educatie echter een politieke daad van solidariteit en fundamenteel voor het opbouwen van eenheid en het ontwikkelen van relaties tussen kameraden. Als expliciete poging om de hiërarchieën die ontstaan door kennis en ervaring aan te pakken, zonder de onmiskenbare noodzaak van deze kenmerken in revolutionair werk te negeren, kunnen we zeggen dat:

“[educatie] steunt nieuwe militanten zodat de verschillen in kennisniveau tussen lager en hoger opgeleiden zo klein mogelijk zijn, en zodat het hoge discussieniveau binnen de organisatie niet negatief beïnvloed wordt door deze verschillen. In het algemeen bevordert politieke vorming de theoretische en ideologische ontwikkeling van de organisatie en zorgt het voor eenheid.” (p. 60)

Dit verwijst niet naar een massale distributie van deze educatie, noch naar het doel van gelijke kennis onder militanten.

Educatie binnen een politieke organisatie moet gericht zijn op het verminderen van de negatieve effecten en hiërarchieën die ontstaan door de uiteenlopende persoonlijke ervaringen van de militanten. Het moet er echter wel naar streven om de aanwezigheid van deze zelfde persoonlijke perspectieven in de discussies van de groep te behouden. Daarom moet een belangrijk onderdeel van het curriculum voor nieuwe militanten een grondige introductie zijn in de methoden van de groep om individuele perspectieven te modereren en te faciliteren. Voor militanten die sociale inbedding beoefenen zullen persoonlijke ervaringen essentieel zijn, omdat ze de organisatorische eenheid verdedigen buiten de politieke vormingsruimte van de organisatie.

5: Conceptie en implementatie van strategie

Door te theoretiseren over het libertair socialisme, dat een langetermijndoel is, besefen especifistische militanten dat dit niet snel en onmiddellijk te realiseren valt. Vanwege de rol van het sociale vlak van betrokkenheid bij revolutionaire transformatie, plaatst especifismo de maatschappelijke behoeften in het middelpunt van zowel de conceptie van de strategie als de implementatie ervan. Door zich te organiseren om de behoeftes zelf te vervullen, ontwikkelen de mensen zich. En door strategieën rond dit leren te ontwikkelen, is de meest actieve minderheid beter toegerust om zich te blijven inzetten voor het aanpakken van deze behoeften.

Het begrijpen van materiële behoeften is essentieel voor een ethische benadering van het samenwerken met anderen in hun bevrijdingsstrijd. Dit staat in contrast met een “ideologische benadering” waarmee militanten de massa proberen te overtuigen om hun radicale politiek over te nemen. Especifismo is fel gekant tegen dogmatische politiek omdat:

“Een anarchistische sociale beweging, of een van welke ideologie dan ook, zou alleen maar leiden tot verdeeldheid in de klasse van de uitgebuitenen, of zelfs in diegenen die geïnteresseerd zijn in het strijden voor een bepaalde zaak. Dat wil zeggen, de drijvende kracht achter het ontstaan en de ontwikkeling van sociale bewegingen is noodzaak en behoeften en niet ideologie.” (p. 35)

Omdat behoeften onvermijdelijke factoren van ons dagelijks bestaan zijn, is het geen optie om ze niet aan te pakken. Alle militanten hebben, net als alle mensen, behoeften. Daarom is het meest basale deel van het menselijk leven ook de beste plaats om te beginnen met sociaal werk en het bedenken van strategieën voor verandering. Op deze manier kunnen militanten ervoor zorgen dat het fundament voor hun uiteindelijke doel wordt gebouwd op het meest duurzame deel van in het sociale vlak. En het anarchisme krijgt de kans om steun te verwerven door zijn strategieën aan te passen aan de realiteit van de huidige behoeften.

6: Sociale en politieke relaties

Een transformatie in de maatschappij die in staat is om haar machtigste structuren te kantelen zal ongetwijfeld drastische veranderingen met zich meebrengen in de manier waarop we met elkaar omgaan. In de strijd om kapitalistische uitbuiting en staatsoverheersing te overwinnen, moeten we leren om waarde in elkaar te vinden, niet als potentiële hulpbronnen, maar als noodzakelijke onderdelen van een collectieve macht van onderop, een macht die voor één persoon alleen onmogelijk is. Radicale politieke ruimten, met goed gedefinieerde lijnen, zijn in staat om transformatieve praktijken te modelleren, zowel intern als extern. Op deze manier moedigen goed gedefinieerde lijnen individuele militanten aan om zich in te zetten voor het programma, omdat ze persoonlijke waarde zien in de betrouwbare volharding van de groep.

De politieke lijnen van een specifieke groep gaan niet alleen over strategieën om revolutionaire bewegingen in de toekomst te beïnvloeden. Organisatorische duidelijkheid is veelzijdig. Ondanks het feit dat revolutie een langetermijndoelstelling van especifismo blijft, hebben de instrumenten van especifistische militanten vandaag de dag directe toepassingen, zowel op politiek als sociaal vlak.

Door bijvoorbeeld mensen met gemeenschappelijke affiniteit actief aan te moedigen om zich te organiseren, wordt de strategie van especifismo, die gebaseerd is op eenheid op politiek vlak, een instrument dat gebruikt kan worden door elke politieke groepering binnen een massabeweging. En door week na week te mobiliseren om een politiek programma te definiëren, kan een ideologisch verenigde groep tegelijkertijd een veilige sociale ruimte bieden aan mensen die niet geaccepteerd worden door de hedendaagse populaire cultuur. Deze mensen kunnen politiek, cultureel, racistisch, enz. verstoten zijn en voor hen kan ideologische en theoretische eenheid een continuïteit van steun bieden die in andere groepen niet mogelijk is. Dit heeft zowel waarde voor de individuen als voor de politieke agenda, omdat continuïteit de stroom van militanten en radicale ideeën zo vanzelfsprekend en open mogelijk maakt.

In een kapitalistische samenleving vereist het eenvoudigweg dialogeren met anderen, in een poging om afspraken te maken, militante toewijding en striktheid. Maar beslissingen nemen waarbij andere mensen betrokken zijn, is een normaal, onvermijdelijk onderdeel van ieders persoonlijke en sociale leven. Het oplossen van de tegenstrijdigheden tussen de behoefte aan verenigde strijdbaarheid en de behoefte aan pluralisme in massabewegingen is de taak van de specifieke anarchistische organisatie. Ze moet anarchisten ontmoeten op politiek vlak, met een verenigde strategie. En ze moet onderdrukte volkeren ontmoeten in hun strijd op sociaal vlak, met bevrijdende politieke praktijken die tegemoet komen aan de onmiddellijke behoeften van de gemeenschap.

Conclusie

Dit is geen definitieve studie van especifismo. Het is een nauwkeurige analyse van één tekst. Als deze theorie invloed wil hebben op de revolutionaire strategieën van sociale anarchisten over de hele wereld, moeten we ons onderzoek naar het onderwerp blijven uitbreiden. Vandaag de dag vereist dit meestal het werken in meerdere talen of met vertalingen. Om deze reden komen Nederlandstalige anarchisten al snel aan het eind van de beschikbare literatuur over het onderwerp. Deze tekst is bedoeld om iets toe te voegen aan een groeiende canon van Nederlandstalige geschriften over het onderwerp. Dus, in plaats van een conclusie, laat dit een uitnodiging zijn voor lezers om zelf studenten te worden van especifismo en sociaal anarchisme in bredere zin.

Er is geen reden om onze kennis en methoden te isoleren in gelokaliseerde kampen. Als de verenigde strategie een internationale kracht moet worden, moeten we leren van Latijns-Amerikaanse contexten om de theorie te reproduceren in onze eigen context. Ons werk kan op zijn beurt bestudeerd worden door anderen en hen informeren over ons en onze strijd. Op deze manier kan schrijven over especifismo helpen om deze ideeën te verspreiden en de vorming van een internationale militante stroming te bevorderen.

Begrippenlijst

Militant: persoonsaanduiding voor iemand die zich actief strijdbaar inzet voor diens idealen, al dan niet als lid van een organisatie of partij.

Volk: met het begrip volk bedoelen we iedereen die buiten de kapitalistische en heersende klasse vallen, en niet alleen gedocumenteerde zoals het begrip burger omschrijft.

Volksbeweging: een horizontale beweging, vrij van interne en externe overheersing, wat een sociale kracht ter wegen brengt voor potentiële sociale transformatie.

Kader: is een groep toegewijde, actieve, revolutionaire intellectuelen die een gemeenschappelijke politiek delen en die samenkomen om revolutionair denken en revolutionaire praktijken te ontwikkelen en uit te testen in de strijd.

Entryisme: is een trotskistische strategie waarbij leden proberen een andere organisatie over te nemen (te coöpteren). Meestal door invloedrijke posities in te nemen in sociale bewegingen. Dit verschilt van ‘sociale inbreng’ waar anarchisten pleiten voor anarchistische tactieken en ideeën in de context van het winnen van een “leiderschap van ideeën”. Het gaat niet om het winnen van praktisch leiderschap, maar om anderen te overtuigen van de noodzaak van anarchistische methoden en de kracht van zelforganisatie van de arbeidersklasse.

Groeperingen van tendensen: De “Groepering van Tendensen” is een manier voor sociaal anarchisten om met andere groepen samen te werken aan specifieke doelen. Het maakt samenwerking mogelijk met groepen die ook progressieve burgerlijke krachten kunnen omvatten. Het maakt een bredere coalities mogelijk om specifieke doelen na te streven.

Reacties (0)

Voeg nieuwe reactie toe

Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.