Forum voor Anarchisme
ArtikelenDe AnarchokrantDossiersEventsWiki // Hulp bronnenContact // InzendingForum
|
anarchokrant15 april 2025

Waarom een minimale anti-fascistische consensus niet genoeg is – fascisme, liberalisme en links (deel 2)

Author: Doorbraak.eu | GEPLAATST DOOR: De Anarchokrant | Bron: doorbraak.eu

Met dit artikel levert auteur Foti Benlisoy een bijdrage aan de actuele debatten in de antifa-bewegingen in Europese landen. Het verscheen op 7 oktober vorig jaar in het Turkse Ayrım Magazine, en werd daarna vertaald in het Duits door Lower Class Magazine. Wij vertaalden het in twee delen in het Nederlands. Hieronder deel 2. (Deel 1 vind je hier.)

Zoals Domenico Losurdo heeft aangetoond in zijn uitgebreide studie over de geschiedenis van het liberalisme, is dat nauw verbonden met de elementen die het fascisme mogelijk maken, zoals anti-democratie, elitisme, racisme, slavernij, kolonialisme en sociaal-darwinisme. In dit opzicht “is het banaal ideologisch om de catastrofe van de twintigste eeuw te beschrijven als een soort nieuwe barbaarse invasie die onverwacht een gezonde en gelukkige samenleving aanviel en overweldigde.” (9) In “Late Victorian Holocausts” bespreekt Mike Davis hoe de liberale doctrine genocidale gevolgen had in wat nu het “mondiale zuiden” wordt genoemd. “Miljoenen mensen stierven niet buiten de grenzen van het ‘moderne wereldsysteem’, maar in het proces van hun gedwongen integratie in de economische en politieke structuren ervan. Ze werden afgeslacht in de gouden eeuw van het liberale kapitalisme (…) toen de ‘heilige’ principes van Smith, Bentham en Mill werden verwerkelijkt als een ‘gebod van God’.” (10) In zijn studie “Origins of Nazi Violence” stelt Enzo Traverso dat de oorsprong van de misdaden van het nationaal-socialisme te vinden is in “het Europese industriële kapitalisme, in het kolonialisme en imperialisme, in de ontwikkeling van de moderne wetenschap en technologie, in het Europa van de eugenetica en het sociaal-darwinisme, kortom in de ‘lange’ geschiedenis van Europa in de negentiende eeuw, die eindigde in de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog.” (11)

Fascisme is daarom noch ongekend noch onvergelijkbaar, dat wil zeggen het is geen “absoluut” fenomeen zonder voorlopers of nawerkingen. In plaats van het fascisme te depolitiseren door het tegenovergestelde te beweren, is het belangrijk om het fascisme en zijn misdaden te historiseren en in een context te plaatsen. In plaats van het fascisme als een uitzondering te zien, is het nodig om de connecties met zijn voorlopers te benadrukken, zoals de vestigingskolonialistische regimes die heersten tijdens de gouden eeuw van het liberalisme, die Michael Mann “genocidale democratieën” noemde en Domenico Losurdo “democratieën van hogere etniciteiten”. Alleen door te wijzen op dergelijke verbanden kunnen we voorkomen dat de misdaden van het fascisme, zoals de Holocaust/Shoah, vandaag de dag worden gebruikt om bijvoorbeeld de Palestijnse bevrijdingsbeweging te criminaliseren, oftewel het instrumentaliseren van de beruchte herinnering aan het fascisme om de status quo te verdedigen.

Zoals Ishay Landa benadrukt: “Het fascisme was geen buitenstaander in de liberale ‘open samenleving’; het was eerder een insider in deze niet-zo-open samenleving. Verre van de antithese van het fascisme te zijn, zijn absolute tegenpool, droeg de liberale orde aanzienlijk bij aan het fascisme en was het de voorbode van veel van zijn verreikende manifestaties.” Veel van de kwaadaardige en extreme aspecten van het fascisme die schijnbaar tegengesteld zijn aan het liberalisme (afwijzing van democratie, dictatuur, chauvinistisch nationalisme, imperialistische oorlog en racisme) zijn historisch verbonden met het liberalisme. “Het fascisme was grotendeels (dat wil zeggen niet helemaal) een organisch product van ontwikkelingen binnen de liberale samenleving en ideologie. Het was een extreme poging om de crisis van het liberalisme op te lossen, om het te bevrijden uit de impasse waarin het terecht was gekomen en om de bourgeoisie van zichzelf te redden.” (12)

Natuurlijk gaat het niet alleen om het bespreken van de historische oorsprong. Als het fascisme niet wordt gezien als een historisch ongeluk, als een uitzondering, maar als een potentieel dat geworteld is in de structuren van overheersing en uitbuiting van de kapitalistische moderniteit, dan wordt het mogelijk om de terugkeer ervan te verklaren. Natuurlijk zijn dit geen terugkerende gebeurtenissen, maar tendensen die veroorzaakt worden door dezelfde historische structuren. Door te kijken naar de continuïteiten tussen het vroegere liberalisme en fascisme, dat een cruciale rol heeft gespeeld in het in stand houden van deze structuren van overheersing en uitbuiting, wordt het ook mogelijk om na te denken over de verbanden en continuïteiten tussen het huidige, nieuwe liberalisme en de post-, late- of neo-fascismen die zijn ontstaan. De huidige versies van historisch fascisme zijn een vorm van politisering die specifiek is voor het late tijdperk van het neo-liberalisme, waarin de arbeidersklasse gefragmenteerd en geatomiseerd is en waarin met name de ’trickle-down’ economie (waarbij de welvaart naar beneden zou doorsijpelen) alle pretenties heeft verloren. Het neo-liberalisme creëert een maatschappij die de onderliggenden ten gronde richt, terwijl het fascisme deze sociale situatie verdiept door middel van beleid dat sommigen van de onderliggenden zelfs het leven kost. In die zin bestaat het “extremisme” van extreem-rechts uit het tot haar logische einde doortrekken van de autoritaire neigingen en de haat tegen gelijkheid die inherent zijn aan het neo-liberalisme. Een “anti-fascisme” dat hier geen rekening mee houdt zal onvermijdelijk een obscuur en ineffectief aanhangsel van het extremistische centrum worden.

Minimaal anti-fascisme?

Tanıl Bora is voorstander van het voorstel van Mason, die anti-fascisme definieert als een compromis tussen liberalisme en socialisme, en die radicaal/revolutionair-links oproept om zijn horizon van verwachtingen te beperken. Dit gaat zo ver dat hij bereid is om de lat zo laag te leggen dat hij een “regressie van extremisten in de richting van populisme” en zelfs een “regressie in de richting van racisme, nationalisme, seksisme” als winst beschouwt. Hij definieert anti-fascisme als een “echte en vitale reden voor een minimum aan overeenkomsten” en roept op tot de constructie van een “anti-fascistisch minimum” (in verwijzing naar de term “fascistisch minimum”, die op zijn beurt verwijst naar de zoektocht naar een “ideaaltype” om fascisme in de sociale wetenschappen te definiëren).

Maar zoals Mason zelf toegeeft tussen de regels van zijn boek door, waren de helderste bladzijden in de geschiedenis van het anti-fascisme in de vorige eeuw niet het resultaat van de vernauwing (tot een minimum) van de horizon van politieke verwachtingen, maar van de verbreding ervan. Het is geen toeval dat het Spaanse anti-fascisme tot een revolutie leidde en het Franse anti-fascisme tijdens de Tweede Wereldoorlog tot de grootste proletarische verzetsbeweging die Europa ooit heeft gezien. Noch de Italiaanse, noch de Griekse, noch de Joegoslavische partizanen vochten tegen het fascisme om terug te keren naar een constitutionele monarchie. De strijd tegen het fascisme kon niet gevoerd worden ter verdediging van de oude orde waaruit de fascistische barbarij was voortgekomen, of om terug te keren naar die rampzalige oude normaliteit. In zijn boek “Een eeuw van uitersten” vat Hobsbawm deze situatie samen als “de naar links gerichte logica van de anti-fascistische oorlog”. (13)

“Er is overvloedig bewijs voor de radicalisering van gewone mensen die in heel Europa onder nazi-heerschappij leefden”, schrijft historicus Mark Mazower over hetzelfde onderwerp: “Een jonge Nederlandse advocaat schreef in 1942 in een ondergronds bericht: ‘Het laatste wat we willen is een terugkeer naar de sociale omstandigheden van 1939, met hun economische chaos, sociale ongelijkheid, intellectuele laksheid en klassevooroordelen.” Ongeacht de verschillen tussen de anti-fascistische verzetsbewegingen, is de radicalisering naar links in de sociale en politieke aspiraties van de verzetsstrijders duidelijk. “Het doel van een rechtvaardiger en ‘gesocialiseerde’ economie, of dat nu in de zin van nationalisatie van de belangrijkste industrieën en banken was, staatsplanning met prijs- en productiecontrole of in vage en dubbelzinnige termen van ‘sociale rechtvaardigheid’, werd gedeeld door de overgrote meerderheid van de verzetsstrijders.” (14)

In zijn boek gebruikt Mason zelf voorbeelden die de radicaliserende (maximale) dynamiek van anti-fascistische politiek bevestigen, en niet een van “grootste gemene deler” (minimale). Hij citeert bijvoorbeeld een activist van de Sociaal-Democratische Partij die ondergronds ging nadat de nazi’s de macht hadden gegrepen in Duitsland en die tegen het nieuwe regime vocht: “Er is hier één enkel idee: macht kan alleen worden gebroken door macht. En het huidige regime omverwerpen om de democratische staat van het verleden te herstellen is iets waar absoluut niemand in Duitsland bereid is een vinger voor uit te steken.” (15)

Vechten tegen het fascisme om de oude wereld te doen herleven was nooit een populair idee in het klassieke tijdperk van het anti-fascisme. Een van de bekende exponenten van dit idee was H.G. Wells. In “All Aboard for Ararat!”, dat werd gepubliceerd tijdens de Tweede Wereldoorlog en zijn laatste levenswerk vertegenwoordigt, gaat God op zoek naar een nieuwe Noach om een einde te maken aan de algemene staat van oorlog en bloedvergieten waarin de mensheid zich bevindt. Hij kiest uiteindelijk voor Noach Lammock en heeft een lang gesprek met hem waarin hij de opdracht aanvaardt om een nieuwe ark te bouwen. Terwijl Noach Lammock met God discussieert over het worden van de nieuwe Noach, stelt hij herhaaldelijk dezelfde vraag: “Willen we de oude wereld, die tot aan zijn nek in zonde en verderf zit, verlossen en vernieuwen, of willen we deze verschrikkelijke vuurzee van oorlog, consumerende staten en verouderde tradities achter ons laten en een compleet nieuwe wereld bouwen?” (16) Voor de nieuwe Noach heeft het bouwen van een ark midden in de apocalyps maar één betekenis: de belofte van een nieuwe wereld. Hij roept tot God: “We willen toch niet de oude wereld redden, die met angstaanjagende snelheid wegzinkt in een vloed van oorlog, haat en wreedheid? Met deze wereld hebben we niets meer te maken.” (17)

Dit is zeker het geval in onze tijd, waarin de horizon van politieke verwachtingen al smaller is geworden. Is de heropleving van het fascisme, zij het in verschillende vormen, niet juist een product van het “kapitalistisch realisme”, om de beroemde uitdrukking van Mark Fisher te gebruiken, waarin de verwachting van een toekomst die kwalitatief verschilt van het heden bijna volledig is losgelaten, waarin het onmogelijk is geworden om je een coherent en samenhangend alternatief voor het kapitalisme voor te stellen? Het kapitalistisch realisme maakt radicale veranderingen, en natuurlijk ook revoluties, ondenkbaar en versterkt de overtuiging dat er vanaf nu niets nieuws meer zal gebeuren. Deze “historische onvruchtbaarheid”, dat wil zeggen de ontkenning van het vermogen van menselijke samenlevingen om zichzelf radicaal te vernieuwen, leidt onvermijdelijk tot massale sociale regressie.

In de woorden van Ugo Palheta: “De opkomst van een soort klassenfatalisme (een groeiend scepticisme over de mogelijkheid om een machtsevenwicht te creëren ten opzichte van de eigenaars en het kapitaal) sinds de jaren tachtig” (18) vormt precies de politieke voedingsbodem waarop fascisme gedijt. William Buchanon wijst op dit klassenfatalisme wanneer hij de opkomst van Le Pen’s Rassemblement National bespreekt: “De partij weigert om meer sociale woningen te bouwen, maar roept op tot deportatie van migranten zodat meer Fransen hiervan kunnen profiteren. Afgezien van racisme is de groeiende populariteit van dergelijke stellingen direct gekoppeld aan de capitulatie van de Fransen op één punt: wat we ook doen, de liberale hervormingen zullen uiteindelijk worden doorgezet.” (19)

Wat Mason beschrijft als een onmisbare voorwaarde voor succesvol hedendaags anti-fascisme, namelijk de vernauwing van de politieke horizon van verwachtingen, de zelfbeperking en de-radicalisering van links en sociale strijd, leidt het hele politieke veld alleen maar richting een doodlopende weg waarin rechts tegen rechts vecht, en het kwaad tegen het kleinere kwaad. Het is deze impasse, die de politieke ruimte nog verder vernauwt, die ervoor zorgt dat “extreem-rechts” de wind nog meer in de zeilen krijgt. Degenen onder ons die jarenlang herhaaldelijk de ellende van “tatava yapma bas geç” (“niet zo kletsen, gewoon stemmen”) en “strategisch stemmen” hebben meegemaakt, zouden dit moeten weten.

Fascisme is een dominante tendens en een potentieel kenmerk van het neo-liberale “tijdperk van catastrofe”. Om deze tendens te bestrijden is het vooral nodig om een “defensieve” opvatting van anti-fascisme te vermijden (het anti-fascistische minimum, om Bora’s term te gebruiken), dat wil zeggen een tendens die zijn politieke doelen voornamelijk beperkt tot het stoppen van de fascistische dreiging en daarvoor zijn toevlucht neemt tot het centrum. Het anti-fascisme van vandaag moet een expliciet anti-neo-liberale lijn volgen die gericht is op het doorbreken van de dominantie van het “kapitalistisch realisme” dat het fascisme voedt en het tot een concrete mogelijkheid maakt.

Foti Benlisoy

Noten:

  • 9. Domenico Losurdo, “Liberalism A Counter-History”, Verso, 2011, pag. 340.
  • 10 Mike Davis, “Late Victorian Holocausts”.
  • 11. Enzo Traverso, “The Origins Of Nazi Violence”.
  • 12. Ishay Landa, “The Apprentice’s Sorcerer Liberal Tradition and Fascism”, Brill, 2010, pag. 9.
  • 13 Eric J. Hobsbawm, “The Short 20th Century 1914-1991. The Age of Extremes”.
  • 14. Mark Mazower, “Dark Continent Europe’s 20th Century”.
  • 15. Paul Mason, “How to Stop Fascism History, Ideology, Resistance”, Allen Lane, 2022, pag. 211.
  • 16. H.G. Wells, “All Aboard for Ararat!”
  • 17. idem
  • 18. “Umut Cephesini İnşa Etmek: Ugo Palheta ile Fransa Hakkında Söyleşi“.
  • 19. William Bouchardon, “Le tournant patronal du Rassemblement National“.

Reacties (0)

Voeg nieuwe reactie toe

Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.