Voor een radicale buitenparlementaire oppositie!
maandag 10 februari 2025
Ja, weer een longread. Ik heb overwogen het als artikelenreeks te publiceren. Maar ik kies er toch voor om het als geheel te presenteren. Niemand is natuurlijk verplicht het in een enkele ruk uit te lezen…
Het zou zomaar kunnen dat het kabinet-Schoof vrij snel onder het tapijt geschoven wordt. Dat zal dan niet of nauwelijks te danken zijn aan oppositie van links, niet aan verzet van onderop. Het zal het gevolg zijn van conflicten binnen rechts, tussen regeringspartijen. Lukt het de partijen om de coalitie overeind te houden rond de asielwetten en het advies van de Raad van State daarover, dan zijn er de komende begrotingsbesprekingen waar het kabinet zeer wel over kan struikelen. Het is zaak voor ons, linkse, radicale en (dus) anti-autoritaire mensen en groeperingen, om op scherp komen te staan om adequaat te kunnen handelen in de komende tijden. Maar eerst…
Hoe stevig staat Schoof?
Eerst was er een verkiezingsuitslag met de PVV als grootste partij. Dat kon al niet, maar het was toch gebeurd. Vervolgens kwam er een formatie. Dat kon al helemaal niet, maar ook dat gebeurde. Natuurlijk zou de rechtsstatelijke NSC van Pieter Omtzigt zich toch wel twee keer bedenken voordat ze met Wilders in zee ging? Nou, de NSC bedacht zich twee keer – en deed mee. We kregen nog de bizarre vertoning dat de vier partijen, allemaal vol Kamerleden die trouw gezworen hebben aan de Grondwet, nog een verklaring tekenden waarin ze beloofden dat ze zich aan de Grondwet zouden houden. En mensen maar roepen: de NSC doet echt niet mee met zoiets. Toch? Toch?! De hele formatie stond bol van de speculaties dat het zou springen, en soms leek het daar ook eventjes op. Maar het gebeurde niet.
Vervolgens trad het fascistenkabinet aan, met veiligheidsbureaucraat Dick Schoof als premier en Wilders achter de coulissen, buiten het kabinet maar tegelijk in een positie om dat kabinet zo ongeveer orders te geven. Dreigen met het opblazen van de coalitie bleek al gauw zijn tweede natuur. En wederom speculeerden mensen er op los. Zou het kabinet zelfs maar het debat rond de regeringsverklaring overleven? De Algemene Beschouwingen? Het getouwtrek over de noodprocedure waarmee Wilders en minister Faber graag het ‘strengste asielbeleid ooit’ wilden vormgeven door het parlement goeddeels buitenspel te zetten? Het kabinet overleefde het allemaal. Degenen die riepen: ‘ik geef dat stel hooguit een half jaar!’ of ‘voor Kerst zijn ze weg’ kregen week na week en maand na maand geen gelijk. Tenzij ze een Kerst bedoelen die nog komt.
En ik ben niet verbaasd. Deze coalitie was van het begin af aan een veel serieuzer onderneming dan velen van ons dachten, en veel steviger dan ze er op het eerste gezicht wellicht uit zag. Ik denk dat de partijen deze coalitie aangegaan zijn met een reden: het politieke landschap hard naar repressief en racistisch rechts doen kantelen en links buiten spel zetten. Sterke man Wilders, buiten het kabinet maar niet buiten de machtsconstellatie waar het kabinet een onderdeel van is – leidt op afstand wat in grote mate toch zijn kabinet is. Zolang dat in grote lijnen zijn spel helpt uitvoeren, vindt hij dat best. Zijn spel is deels: dat keiharde asielbeleid vormgeven. Zijn spel is deels ook zijn rechtse achterban blijven opstoken tegen elke aarzeling die in dat kabinet over racistisch beleid bestaat. Zodat hij na een kabinetscrisis die kiezers kan vertellen dat ze zijn PVV nog groter moten maken, zodat hij zijn racistische zin helemaal kan doorduwen. Wilders is permanent op verkiezingscampagne en gebruikt daar zijn huidige positie zeer behendig voor.
Dan is er nog de partijloze racistische veiligheidsbureaucraat Schoof, geen marionet van Wilders maar iemand met een eigen agenda, en ongetwijfeld met nuttige kennis en bruikbare contacten in het staatsapparaat. Aan het gestuntel dat de premier in zijn eerste weken ten beste gaf bij Kamerdebatten, is allang een einde gekomen. Bovendien: het soort macht dat hij uitoefent hangt niet af van retorische begaafdheid. Regeren is niet alleen persconferenties geven. Regeren is ook: achter de schermen dingen geregeld krijgen. Nee, dit kabinet is helemaal niet zo bros en fragiel als veel te veel mensen veel te lang hebben gedacht. Het opereert alleen heel anders dan mensen gewend zijn. Het levert geen oplossingen. Het bevestigt vooral rechtse rancunes, en vormt die om tot beleid. Dat is haar core business.
Wachten tot dit kabinet aan eigen verrotting en onderlinge conflicten ten gronde gaat en de rit tot zolang maar uit zitten – zo lang kan het immers niet duren? – dat is veel te veel de houding geweest, ook ter linkerzijde. En het is verkeerd! Het is een schadelijke onderschatting van de vijand. We staan niet alleen tegenover een hele rechtse, maar wel degelijk ook tegenover een relatief stabiele en in eigen termen wel degelijke competente regeringsmacht. Ja, sommige ministers zijn klunzen. Maar heel veel van wat door gaat voor geklungel is eerder een rookgordijn, een afleidingsmanoeuvre, en een teken van complete minachting voor wat critici er van vinden. Dit kabinet zou het liefst per decreet regeren. Intussen regeert het per middelvinger. En het kabinet kreeg nog veel te weinig onze collectieve middelvinger terug.
De houding van een soms zelfs ietwat neerbuigende onderschatting van het kabinet, van mopperend wachten tot het aan interne tegenstellingen en incompetentie bezwijkt… die houding kan ons nog wel eens heel duur komen te staan. Want met zo’n houding bouwen we niet in volle breedte, diepte en scherpte het verzet op dat nodig is tegen het rechtse en racistische beleid van deze fascistenclub. Met die houding bouwen we niet de sterke buitenparlementaire oppositie, dat brede en tegelijk inhoudelijk scherpe verzet van onderop dat zo noodzakelijk is en goeddeels zo schrijnend ontbreekt. Met zo’n houding hebben we als linkse en radicale strijders ook niet veel te bieden als er gebeurt waar we intussen zo geduldig op wachten: een kabinetscrisis. De ontwikkelingen overkomen ons dan. En hoe kunnen we een kabinetscrisis en wat daar mogelijk op volgt – een nog grotere rechtse verkiezingszege, daadwerkelijk gevolgd door Wilders I bijvoorbeeld – effectief tegemoet treden als we daarvoor niet nu, onder het huidige kabinet, al een stevige basis hebben gelegd?
Radicale linkse mensen zijn gelukkig niet helemaal lamgeslagen. Integendeel, we rennen van actie naar actie! Gellukkig maar, want ik moet er niet aan denken hoe de toestand zou zijn als ook dat ontbrak. Ik ren dus vrolijk mee, weliswaar in eigen tempo want met 63 jaar ren ik iets minder hard dan veel van mijn veel jongere kameraden. Maar sporen van de hierboven beschreven afwachtende houding kom je in linksradicale kringen wel degelijk ook tegen.
En is de afwachten-tot-het-kabinet-vanzelf-valt houding niet ergens een uiting van wanhoop? Zit er niet ook iets in van: we zijn machteloos, we kunnen niets anders dan afwachten, commentaar leveren en er het beste van hopen? Zit hier niet ook ongeloof in eigen vermogen in om het kabinet effectief de voet dwars te zitten? We zeggen: Schoof en zijn bende verdwijnen vanzelf wel weer. Maar voelen we tegelijk niet iets van: ‘of hij nu gaat of blijft, en wat hij of zijn opvolgers ook doen, we kunnen er weinig tot niks aan doen’? Gaat achter de onderschatting van onze vijand niet ook een gevoel van eigen onmacht verscholen? Zodat de vijand maar beter ook zwak kan zijn, zodat we nog enige hoop hebben om aan vast te houden? Ik gebruik het woordje ‘ we’ hier trouwens niet voor niets: ik ben helemaal niet immuun voor de verleiding van dit soort illusies. Maar illusies zijn het, en ze verdienen bestrijding. Afwachten is niet de beste strategie, en volslagen machteloos zijn we ook al niet. Wel is het zaak de toestand realistisch en zonder illusies onder ogen te zien. Maar daar hoort ook bij: kijken naar wat we wel kunnen, en hoe we daarmee effectief kunnen terugvechten.
Breuklijnen: asielwetten en begroting
Afwachten en speculeren op de naderende val van het kabinet terwijl we maar van actie naar actie rennen maakt ons niet veel sterker. Het helpt ons ook niet bijzonder als het kabinet werkelijk zou vallen. Dat laatste begint er ironisch genoeg wel degelijk als een zeer reëel scenario uit te zien: een kabinetscrisis, gevolgd door nieuwe verkiezingen. Zo’n situatie is dan niet zozeer product van incompetente ruziemakende persoonlijkheden in en om het kabinet. Zo’n situatie zou dan de uitkomst zijn van een serieus politiek conflict waar de vier partijen niet meer uit komen. Er liggen minstens twee van dit soort conflicten op de loer. Het eerste betreft de spoedwetten over het asielbeleid en het advies van de Raad van State (RvS) daar over. Het tweede betreft de begroting en de Voorjaarsnota waar het kabinet komende weken en maanden werk aan heeft.
Eerst die spoedwetten. Het zijn er twee: eentje waarin asielzoekers in twee categorieën worden opgesplitst, elk met verschillende rechtspositie. En eentje waarin de geldigheid van de verblijfsvergunning die statushouders krijgen, wordt ingekort. Beiden zijn een ondermijning van rechten een verdere uitholling van het beetje bescherming en opvang die vluchtelingen met een verblijfsstatus nog krijgen.
De eerste wet houdt dus de invoering in van twee ‘soorten’ vluchtelingen, een zogeheten tweestatusstelsel. De NOS: ‘Bij het tweestatusstelsel wordt onderscheid gemaakt tussen mensen die vluchten omdat ze als individu gevaar lopen in hun land (vanwege afkomst, seksuele geaardheid of religie) en groepen mensen die vluchten voor oorlog en (natuur)geweld.’(1) Nu.nl: ‘Met de invoering van het tweestatusstelsel wordt onderscheid gemaakt tussen vluchtelingen. De ene groep krijgt daardoor meer rechten dan de andere’.(2)
De tweede wet gaat over de duur van de verblijfsvergunning die een statushouder – een vluchteling die als zodanig wordt erkend en dus een ‘status’ krijgt krijgt. Nu.nl over deze zogeheten ‘asielnoodmaatregelenwet’: ‘De wet regelt onder meer het afschaffen van de verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd en beperkt het nareizen van familieleden’.(3) En de NOS: ‘Het andere wetsvoorstel regelt het verkorten van de tijdelijke verblijfsvergunning die asielzoekers kunnen krijgen van vijf naar drie jaar.’(4)
Het mag duidelijk zijn: het zijn nare maatregelen. Het hele pakket hoort in de prullenbak. Net als trouwens het doel dat de junta van Schoof er mee beoogt: ‘Het kabinet hoopt dat het aantal asielzoekers dat naar Nederland komt hierdoor afneemt.’(5) Afschrikking van mensen in nood: ga het maar ergens anders proberen, in Nederland heerst de zuinige hardvochtigheid. Dat is de verfoeilijk boodschap van de twee wetten en van het ‘strengste asielbeleid ooit’. Weg ermee.
Maar het dreigende conflict rond deze wetten gaat niet over morele en inhoudelijke bezwaren ertegen. Alle partijen zijn het erover eens dat dit nare beleid – deze verdere aanscherping van het nare beleid – er moet komen. Ze zijn het alleen niet eens over de vraag hoe ze met het advies van de Raad van State over de wetten moeten om gaan. Gebruikelijk is dat zulke adviezen zwaar worden meegewogen, en dat wetten worden aangepast als de Raad van State in haar adviezen erg kritisch is en om aanpassingen vraagt. De Raad van State heeft inmiddels ook de twee asielwetten van zulke kritiek voorzien. Is het allemaal wel uitvoerbaar? Krijg je geen overbelaste rechtspraak, als bijvoorbeeld mensen die in de ene asielstatus gestopt worden gaan procederen om in de andere, minder ongunstige status te worden ingedeeld? Dat soort zaken. Maar ook: draagt het wel veel bij aan dat doel van minder asielzoekers?(6) Aan die laatste observatie kun je trouwens zien dat ook de Raad van State lak heeft aan rechtvaardigheid. Want dat doel zelf deugt niet en verdient geen behandeling alsof het een legitiem streven zou zijn.
De PVV – zowel chef Wilders als asielminister Faber – hebben al aangegeven dat ze heel weinig tot aanpassingen bereid zijn. Wilders vindt dat hij al wel genoeg concessies heeft gedaan door zich er neer te leggen bij het schrappen van het noodrecht waarmee buiten de Kamer om harde maatregelen zouden kunnen worden doorgedrukt. Faber zegt dat ze ‘misschien een punt of een komma’ wil veranderen’, hooguit.(7) Wilders zelf ‘zegt in een reactie op X dat de wetten er hoe dan ook moeten komen.’(8) Maar het is niet gezegd dat andere partijen hierin meegaan. ‘Er wordt vooral gekeken naar de NSC-bewindslieden. De partij hecht veel waarde aan de adviezen van de RvS en vindt dat wetten uitvoerbaar moeten zijn’. Hilarisch terzijde: het is tegenwoordig dus al opmerkelijk als een partij vindt dat wetten uitvoerbaar moeten zijn. Maar hoe dan ook: het zou zomaar kunnen dat PVV en NSC clashen over wat het kabinet aanmoet met die RvS-adviezen. Of de NSC voet bij stuk houdt is de vraag. Doet ze dat, dan is er alle kans dat Wilders het kabinet ten val zal brengen uit naam van dat ‘strengste asielbeleid ooit’.
Interessant wordt de houding van de VVD hier. De rechtsstatelijkheid en de Raad van State zal ze bij die griezelclub weinig kunnen schelen. Maar bij deze gelegenheid de kaart van de rechtsstaat spelen om van Wilders af te komen en de deur op een kier zetten naar een coalitie met het CDA? Daar zie ik de VVD-chef Yesilgöz, opportunist van het zuiverste water, best voor aan. Temeer daar de VVD op een ander onderwerp tegenover de PVV dreigt te komen te staan: de begroting, vooral de noodzaak tot bezuinigen die door de VVD wordt beklemtoond, maar waar de PVV niet voluit achter staat.
Daarmee zijn we bij de tweede breuklijn, het tweede punt waaromheen een botsing binnen het kabinet dichterbij komt. Hier staat het keiharde neoliberalisme van de VVD tegenover het omfloerste neoliberalisme van de fascist Wilders waarin de indruk wordt gewekt dat er met ‘gewone Nederlanders ’ nog een beetje rekening wordt gehouden. Ook in 2012 waren nieuwe bezuinigingen voor Wilders de aanleiding om zijn gedoogsteun aan het kabinet Rutte I op te zeggen. Zoiets zou nu ook kunnen gebeuren, als de VVD tenminste zelf Wilders niet te vlug af is door een oprisping van NSC-rechtsstatelijkheid te steunen.
Het kabinet zou dus best eens voor de zomer kunnen springen op hetzij de asielwetten, hetzij de bezuinigingsdiscussie. Op geen van beide punten is er trouwens voor radicale linkse mensen een kant te kiezen. De bezuinigingslogica van de VVD verwerpen we natuurlijk frontaal. Maar dat maakt de PVV nog niet tot bondgenoot in de strijd ertegen. De PVV wil liever geen of minder bezuinigingen op bijvoorbeeld zorg. Maar ze kiest die positie om te zorgen dat ze genoeg steun blijft vinden voor haar asociale racistische doel waarnaar ‘het strengste asielbeleid ooit’ verwijst.
De racistische logica van de PVV verwerpen we natuurlijk frontaal. Maar dat maakt de NSC nog niet tot bondgenoot in een illusionistische ‘verdediging van de rechtsstaat’. Ons bezwaar tegen die twee asielwetten is niet dat ze onuitvoerbaar zijn of tot veel rechtszaken leiden. Ons bezwaar is dat die wetten het gevestigde racisme versterken en de levens van mensen op de vlucht nog moeilijker maken dan ze al zijn. We zijn tegen racistische uitsluitingswetten, niet alleen tegen onuitvoerbare versies van zulke wetten. En hoed u voor de aanpassing van racistische wetten zodat ze alsnog uitvoerbaar worden ook! En het feit dat de NSC sowieso akkoord is met de insteek van het kabinet om het ‘strengste asielbeleid ooit” op de rails te krijgen, maakt die NSC tot feitelijk een racistische partij. Rechtsstatelijk vormgegeven racisme is ook racisme.
Dreigende vooruitzichten
Ik zie dus redenen om serieus rekening te houden met dit vooruitzicht: het kabinet valt ergens tussen vandaag en uiterlijk het begin van de zomer. Opgeruimd staat netjes natuurlijk! Maar wat dan? Dan staan linkse en radicale mensen en bewegingen voor een immense taak, een groot probleem. Er zullen dan waarschijnlijk verkiezingen komen, en rechts staat er meer dan uitstekend voor. Valt het kabinet omdat Wilders elke aarzeling rond de asielwetten beu is en de stekker er uit trekt? Dan wordt asielbeleid de inzet van de verkiezingsstrijd. Dan zal Wilders via dat thema zijn aanhang nog wel eens verder kunnen uitbreiden, waarbij hij zichzelf nadrukkelijk als premierskandidaat zal neerzetten. En omdat vrijwel niemand frontaal tegen de noodzaak van dat strenge asielbeleid stelling neemt, is Wilders als grote voorvechter ervan rond dit thema in het voordeel. Het wordt een herhaling van de verkiezingscampagne van 2023, maar onder nog veel ongunstiger voorwaarden.
Aan het feit dat vrijwel niemand frontaal en principieel tegen dat strenge asielbeleid stelling neemt is trouwens iets te doen. Een serieus geluid tegen het uitsluiten van vluchtelingen, tegen migratiebeperking en voor vrijheid van beweging van waar je ook komt, zou tenminste een van die ongunstige voorwaarden waaronder Wilders zijn macht dreigt uit te breiden, verzwakken. Daar light een van de taken van die serieuze, linkse en radicale buitenparlementaire oppositie die zo hard nodig is, maar waarvan we nog maar zo weinig zien.
Valt het kabinet rond de discussie over meer of minder bezuinigingen? Ook dan is Wilders in het voordeel. Geen partij wordt populair door de noodzaak van bezuinigingen tot hoofdthema te maken, ook de VVD niet. Daarom speelt ook de VVD zo graag de racistische kaart en stookt ze tegen vluchtelingen. Maar dat is bij uitstek al het terrein van Wilders. Een wedloop tussen VVD en PVV richting nog harder staatsracisme ligt dan ook voor de hand. Daarbij kan Wilders profiteren van het feit dat hij, in tegenstelling tot de VVD, ook nog een beetje ‘opkomt voor de gewone Nederlander’. Zelfs als de VVD alsnog iets groter wordt dan de PVV, dan is dat een hard racistische VVD die de restanten van de verzorgingsstaat nog verder wil uitkleden. En in een race tussen rechtse partijen richting nog rechtser beleid wint rechts als geheel sowieso. Dat wordt de dynamiek van de verkiezingsstrijd die nadert. Tenzij linkse mensen die dynamiek weten te ontregelen door aandacht op te eisen voor een serieus en principieel links geluid. Een buitenparlementair en anti-autoritair links geluid graag, van onderop vormgegeven en aangestuurd. Ziehier nog een taak van die linkse en radicale buitenparlementaire oppositie waar ik voor pleit.
Parlementair links is intussen vrijwel nergens. Men orakelt daar over verdere fusie tussen PvdA en GroenLinks, waarbij sommige old skool sociaaldemocraten de teloorgang van het oude rooie gedachtegoed vrezen, terwijl voor anderen de vernieuwing niet snel genoeg kan gaan. Dat de hele sociaaldemocratie in al haar varianten heeft bijgedragen aan de dominantie van neoliberalisme, verdwijnt zo uit beeld. Dat een grote en vervolgens meeregerende PvdA (of GL-PvdA, of Verenigd Links, of Nieuw Links Wast Witter dan Wit, of hoe het ding maar mag gaan heten) zonder de geringste twijfel mee verantwoordelijk gaat worden voor nare asielwetten en nieuwe bezuinigingen als ‘de economie’ dat vereist – kan daarover ook maar een seconde serieuze twijfel bestaan? En op de desillusie die op zulk meeregeren volgt, gedijt dan weer de hardst mogelijke oppositie van rechts. Op Timmermans I volgt Wilders I, of erger. Als er tenminste geen effectiever spaken in de rechtse wielen wordt gestoken. Maar dan dienen we – linkse en radicale mensen en groeperingen, (potentiële) bestanddelen van die noodzakelijke linksradicale buitenparlementaire oppositie – ons de kunst van het vervaardigen van spaken wel eigen te maken, evenals de vaardigheid van het steken van die spaken in de rechtse wielen.
Natuurlijk we hebben ook nog SP en Partij voor de Dieren (PvdD). De SP doet zeer succesvolle pogingen om ieder vertoon van linksheid te versmallen tot sociaal-economische thema’s. Alles daarbuiten – racisme, queerhaat, transhaat, klimaat – is al gauw ‘woke’ en ‘dat willen onze kiezers niet’. Feitelijk buigt de SP op deze manier mee met openlijk rechts. De PvdD is beter op veel issues. Maar ook die partij verspreidt de illusie dat stemmen op de juiste politici, die vervolgens de juiste politiek gaan doorvoeren, de kern is van sociale verandering. Waarom het zo niet werkt heb ik in een vorig artikel proberen uit te leggen.(9) Nee, de benodigde spaken in de rechtse wielen steken, dat lukt niet via de stembus. Daar vindt niet de strijd plaats, daar weerklinken hooguit de echo’s van de straat die we nodig hebben.
Voor een linksradicale buitenparlementaire oppositie
Wat we dus nodig hebben is een echte linkse en radicale oppositie!
Dat betekent: een buitenparlementaire oppositie. Want in eigen deelname aan stembusstrijd valt niets te halen, en achter politici aan lopen maakt ons niet sterker, niet weerbaarder en niet vrij.
Dat betekent: met demonstratieve, waar nodig stevig disruptieve en waar mogelijk directe actie druk uit te oefenen op politici en ondernemers, om de weg te versperren aan rechts, repressief, racistisch en anderszins reactionair beleid. Rond allerlei thema’s, die immers allemaal wortelen in dezelfde orde waar we tegenover staan: solidariteit met Palestijnen, actie voor het klimaat, strijd tegen fascisme en voor trans- en queerbevrijding, voor arbeidsrechten, zorg en woningen voor iedereen, tegen een repressieapparaat dat al deze strijd probeert in te perken en te dwarsbomen en ga zo maar door. De wet en de orde zijn daarbij een te trotseren hinderpaal. Om rekening mee te houden, maar niet om respect voor te hebben. Onze strijd gaat verder dan hun legaliteit.
Dat betekent ook: eigen structuren en gemeenschappen, eilanden van solidariteit als het ware, op te bouwen en uit te bouwen en te onderhouden. Het zijn haarden van verzet. Het zijn tegelijk ook vingerwijzingen naar hoe zouden willen leven: naast en met elkaar, niet boven en onder elkaar.
Dat betekent: die eilanden en archipels netwerkend en solidair met elkaar verbinden. Dat betekent: die eilanden – dat kunnen kraakpanden in jouw stad zijn, weggeefwinkels, sociale centra van waaruit bijvoorbeeld kosteloos of tegen donatie eten wordt uitgedeeld aan iedereen die aangeeft daar behoefte aan te hebben – met hand en tand verdedigen, tegen gemeentelijk getreiter, politiedreiging en fascistisch geweld.
En dat betekent ook: tegelijk de bijbehorende argumenten voor gelijkwaardigheid in vrijheid en solidariteit maximaal en in allerlei verschillende vormen te verspreiden. Juist ook in verkiezingstijd kan dat meehelpen om de atmosfeer minder gunstig te maken voor rechts en aan de nederlaag van fascisten bij te dragen. Het opbouwen van eigen media en bijbehorende netwerken is hierin van het grootste belang.
Dit alles niet vanuit een hoofdkwartier: een werkelijk radicaal linkse oppositie is anti-autoritair, opereert decentraal en verbindt zich horizontaal. Het gaat niet om een nieuwe organisatie. Het gaat om het verbinden en verstevigen en aanscherpen van wat velen van ons al doen. Om het nemen van nieuwe initiatieven in deze geest. Om het ontwikkelen van solidariteit en autonome kracht, in het aangescherpte besef van urgentie, het idee dat het er toe doet en dat de tijd dringt.
Het doel van onze oppositie is maar beter nooit en te nimmer: vroeg of laat klaar staan on mee te regeren. Het doel is blokkeren en frustreren en ontwrichten van de vijandelijke macht, zodat die zo min mogelijk schade aanricht. Het doel is tegelijk: beginnetjes maken van die andere wereld waardoor we de huidige wereld vervangen willen zien. Een wereld zonder machthebbers, onderdrukkers en uitbuiters, een wereld van zelfbestuur, van solidariteit in gelijkwaardigheid en vrijheid.
Aan de slag, dus!
Van die ene stem op Timmermans (of Ouwehand) heeft Wilders niet merkbaar last. Die ene stemmer zou hoogstwaarschijnlijk toch al niet op hem gestemd hebben. Die ene persoon die echter overal anti-Wilders-stickers hangt, in hun familie en vriendenkring systematisch tegen Wilders-praatjes in gaat, hun buurt volhangt met antiracistische stickers en probeert aan antifascistische acties deel te nemen waar mogelijk, dat is wel degelijk iemand waar Wilders last van heeft. Vooral als die ene persoon samenwerkt met een tweede en een derde persoon die ook dit soort dingen proberen. En zo voorts, en zo verder. Dat is wat een linksradicale buitenparlementaire oppositie te doen staan: rechts bestrijden door vooral ook de eigen kracht van argumenten, activiteit en onderlinge ondersteuning zo goed mogelijk te ontwikkelen, te benutten en wijd en zijd te verspreiden.
Noten:
(1) ‘Spanning loopt op over Raad van State-advies asielwetten Faber’, NOS, 6 februari 2025, https://nos.nl/artikel/2554813-spanning-loopt-op-over-raad-van-state-advies-asielwetten-faber
(2) Priscilla Klomp, ‘Raad van State kritisch over Fabers asielwetten, maar wijst ze niet volledig af’, Nu.nl, 6 februari 2025, https://www.nu.nl/politiek/6345023/raad-van-state-kritisch-op-fabers-asielwetten-maar-wijst-ze-niet-volledig-af.html
(3) Priscilla Klomp, ‘Raad van State kritisch over Fabers asielwetten, maar wijst ze niet volledig af’, Nu.nl, 6 februari 2025, https://www.nu.nl/politiek/6345023/raad-van-state-kritisch-op-fabers-asielwetten-maar-wijst-ze-niet-volledig-af.html
(4) ‘Spanning loopt op over Raad van State-advies asielwetten Faber’, NOS, 6 februari 2025, https://nos.nl/artikel/2554813-spanning-loopt-op-over-raad-van-state-advies-asielwetten-faber
(5) Priscilla Klomp, ‘Raad van State kritisch over Fabers asielwetten, maar wijst ze niet volledig af’, Nu.nl, 6 februari 2025, https://www.nu.nl/politiek/6345023/raad-van-state-kritisch-op-fabers-asielwetten-maar-wijst-ze-niet-volledig-af.html
(6) ‘Raad van State negatief over asielwetten: ‘Dragen niet bij aan beperkte instroom’, NOS, 10 februari 2025, https://nos.nl/artikel/2555256-raad-van-state-negatief-over-asielwetten-dragen-niet-bij-aan-beperken-instroom
(7) Priscilla Slomp, ‘Faber wil haar asielwetten niet aanpassen na kritiek: “Hooguit punt of komma”’, Nu.nl, 7 februari 2025, https://www.nu.nl/politiek/6345092/faber-wil-haar-asielwetten-niet-aanpassen-na-kritiek-hooguit-punt-of-komma.html
(8) ‘Spanning loopt op over Raad van State-advies asielwetten Faber’, NOS, 6 februari 2025, https://nos.nl/artikel/2554813-spanning-loopt-op-over-raad-van-state-advies-asielwetten-faber
(9) Peter Storm, ‘Links bestuur, rechtas beleid’, peterstormt.nl, 5 februari 2025, https://peterstormt.nl/2025/02/05/links-bestuur-rechts-beleid/
Peter Storm
Reacties (0)
Voeg nieuwe reactie toe
Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.