Joods-Christelijke Beschaving – Een Bedrog
Geïnstitutionaliseerde religie uit zich in kerken en kerkelijke leiders. Waar die religie kans ziet, manifesteert het zich als een onderwerpend geloofssysteem (Taliban). Waar het even kan vormt dergelijke religie ‘goeie maatjes’ met de staat en heiligt het oorlog, zegent het oorlogstuig – dit ongeacht welke religie (Rooms-katholiek of Protestant). Het levert geen beschaving op, wel barbarij. Tweeduizend jaar christendom is langs die lijn te beschrijven (genocide op kettersgroepen, kruistochten).
Toen ik een tijd terug Geert Wilders (PVV) over ‘onze’ joods-christelijke beschaving hoorde spreken – dat zou volgens hem grondwettelijk vastgelegd moeten worden – , dacht ik welke leugen krijgen ‘we’ nu weer opgespeld. Het bleek een gedeelde oprisping. Ook de FvD van Thierry Baudet huldigde iets soortgelijks. Het werd verkocht als samenhangend met ‘onze’ identiteit, het verschijnsel nationalisme werd ermee gevuld. Menig politicus van andere politieke partijen nam het over, zoals die van het CDA en de VVD. Aalgladde rakkers die ‘nationale eigenheid’ en ‘joods-christelijke traditie’ als warme broodjes verkochten. In omringende Europese landen en ook in het Noord-Amerika van Trump was het net zo.
De Franse historica Sophie Bessis, gespecialiseerd in dit soort verschijnselen, schreef daartegen een beargumenteerd, vlammend boek, getiteld La civilisation judéo-chrétienne, Anatomie d’une imposture (De joods-christelijke beschaving, Ontleding van een bedrog). Een bespreking. [ThH]
Joods-christelijk?
Ongeveer veertig jaar geleden is de notie ‘joods-christelijke beschaving’ de openbare sfeer van Europa binnengedrongen. Met haar boek beoogt Sophie Bessis in een fundamentele analyse de mechanismen van deze vondst en zijn consequenties bloot te leggen. Wat verbergt zich achter de bewoording ‘joods-christelijk beschaving’? Zij verricht de analyse in vijf hoofdstukken. Ik vat die op hoofdpunten samen. Daarna sluit ik af met een aanvulling erop.
Hoofdstuk 1 draagt als titel ‘Een omvangrijke vervanging’. Het is nog niet zo lang geleden dat ook Bessis, zo geeft ze aan, op school leerde, dat de Europese beschaving vooral van Grieks-Latijnse huize is. Door de naamgeving ‘joods-christelijke beschaving’ is dit vervangen. Die vervanging hangt samen met de collectieve verantwoordelijkheid, opgedoken tijdens het proces Eichmann in 1962. Wat volgde, is dat het eeuwenlange westerse antisemitisme in stilte vervangen werd door officiële ‘jodenliefde’ (judéophilie). In de jaren 1980 kreeg de term joods-christelijk als grote vervanger ruimbaan.
Hoofdstuk 2 heeft als titel ‘De fabricage van het vergeten’. Naast de ‘grote vervanging’ is er volgens Sophie Bessis ook sprake van een enorme verduistering. Er moet een sluier gelegd worden over tweeduizend jaar Jodenhaat en over de langdurige ontkenning door de Rooms-katholieke kerk van het afstammen van Abraham. Maar ook protestanten kenden een gewelddadig anti-jodendom, al vanaf hun ontstaan. Luther trok in 1546 zijn registers open. ‘Als het in brandsteken van de synagogen niet helpt, moeten we de joden verjagen als wilde honden’ (Bessis geciteerd; noot 1, p. 24). Het gaat uiteindelijk om de triomf van het christendom…
Bessis bespreekt nog twee strategieën om ‘joods-christelijk’ verkocht te krijgen. De eerste is de staat Israël onvoorwaardelijk steunen in haar expansiepolitiek, bestaande in de systematische kolonisatie van Palestina na haar oprichting in 1948. De tweede strategie is het populariseren van de term ‘joods-christelijk’ tot dit de sokkel vormt waar de westerse beschaving op rust.
Hoofdstuk 3, getiteld ‘Een machine voor uitzetting’ neemt als harde kern van de westerse identiteit, het joods-christelijke. Bessis bespreekt het fungeren ervan als een uitzettingsmachinerie, gericht tegen de islam. Door de verantwoordelijke politiek zijn daarvoor de volgende gemaakte stappen op te merken. Eerst moet er heel wat culturele invloed verdonkeremaand worden. Hoeveel is daarvan niet weer te geven in de loop van de Europese geschiedenis? Bessis beschrijft een aantal elementen van islamitische inbreng en vergeet niet aan te geven welke opmerkelijke verbanden tussen de joodse en islamitische inbreng bestaan. Dat moet versluierd worden
Het wegzetten van de islam dient nog een ander doel, legt Bessis uit: het onzichtbaar maken van het Europese imperialisme en de kolonisatie vanaf de jaren 1830 in streken waar de islam door de plaatselijke bevolking gepraktiseerd werd. En dan is daar in de jaren 1970 vervolgens de naoorlogse Europese reconstructie, die de import vereist van arbeidskracht uit landen waarvan de immigranten in meerderheid moslims zijn [zoals in Nederland gastarbeiders uit Turkije (1964), werving in Marokko (1969) en gezinshereniging vanaf 1973, zie Online; thh.]. In plaats dat deze mensen (vooral jonge, ongehuwde, mannen) weer naar hun thuisland terugkeerden, bleven zij in het land (mislukken van het ‘circulatie-model’). In veertig jaar werd de islam een ‘Europese’ religie…
Dat daarmee ook de meest radicale moslims en het fundamentalisme opdoken, is niet vreemd. Vervolgens bracht het ermee samenhangende terrorisme een discussie over een uitzettingsproces opgang. In dat proces werd de islam synoniem voor jihad, voor bloedige aanslagen. Het gaat er niet om dit te ontkennen of om het probleem van de salaficatie (salafisme, fundamentalistische stroming) van de islam te bagatelliseren, aldus Bessis. Het is wat we meemaken en het levert een dodelijk gevaar. Waar het Bessis echter mede omgaat, is de dubbele standaard, die gehanteerd wordt als het om religieuze affaires gaat.
Hoofdstuk 4 kent als titel ‘Een gemakkelijke leugen’. Het ‘joods-christelijke’ westen heeft aan Israël, zo wordt wel gezegd, zijn verdedigingsflank tegen de moslimwereld. De extreemrechtse Benjamin Netanyahu is daarvoor een vurig woordvoerder geworden, aldus Bessis. Ook is duidelijk geworden dat Netanyahu Israël als rechtsstaat wil afbreken (waartegen een groot deel van de bevolking zich verzet) en dat hij belangrijke overheidsorganen voor zijn eigen belang inzet of tracht in te zetten. Wie niet meewerkt wordt ontslagen – een gedrag dat we van de Amerikaanse president Trump kennen. De directeur van de Israëlische binnenlandse veiligheidsdienst overkwam dit, omdat hij weigerde in opdracht van Netanyahu de dienst te laten gebruiken voor onderzoek naar tegenstanders van de regering, wat op dit moment een juridische strijd geworden is (Le Monde, 25 april 2025).
Netanyahu’s retoriek klinkt door in een aantal Europese staten. Ze berust, oppert Bessis, op een identitaire sokkel (één nationale identiteit), waarbij een etnisch-religieus racisme verdedigd wordt, door politieke machten die zich illiberaal noemen.
Vandaag de dag heeft Israël affiniteiten die diep liggen met het Hongarije van Viktor Orban of het Indië van Narendra Modi en met een aantal neofascistische politieke partijen, waarvan het antisemitisme een van de oorspronkelijke onderdelen vormt. Die affiniteiten zijn een stuk minder met een groot deel van de joodse wereld, verscheurd door haar tegenstellingen, aldus Bessis. Arabische nationalisten en islamisten zien vervolgens in de uitdrukking ‘joods-christelijk’ een middel ingezet voor imperialistische interventies in hun regio.
Het slothoofdstuk 5, getiteld ‘Een terug naar de wortels?’, levert een aantal provisorische opmerkingen op.
Zoals hierboven gesteld, heeft de Europese beschaving veel te danken aan Grieks-Latijnse invloed van weleer. Een belangrijk element in die cultuur was de introductie van het Griekse Logos of het Latijnse ratio, Nederlands voor de rede, het verstand. Dit culturele element duidt op de overgang, in die vervlogen tijd, van geloven naar weten (denken; kennis). Het belang van die overgang is de invloed van de leidende rol van het denken – dat wordt je namelijk geacht zelf te doen. Ik centreer dit in de term ‘rationaliteit’. Vraag je de Taliban waarom die een kwalitatief onderscheid tussen man en vrouw maakt, dan is het antwoord om de vrouw puur te houden. En wat drijft hen daartoe? Het geloof (een bepaalde uitleg van de islam). Maar hoe weet je zo zeker dat je daarmee goed zit? Je moet geloven. Het geloof vormt dan ook, in deze context, de basis voor ‘irrationaliteit’. Dat is precies waarmee we worden geconfronteerd met de invoering van het idee ‘joods-christelijke beschaving’ in de huidige westerse wereld. Het levert confrontatie op met bedrog, zo kwamen we bij Sophie Bessis tegen. Jammer genoeg is er iets waarop zij niet is ingegaan. Dat vraagt om aanvulling.
Rationaliteit en irrationaliteit
Ik denk daarbij aan twee principieel verschillende uitgangspunten voor beschouwing als het om de Europese beschaving en haar grondvesten gaat. Het ene verwijzingstype gaat uit van een regionale taalgroep (Grieks-Latijn), het andere verwijzingstype vanuit een ideologisch-religieuze en politieke samenspanning (joods-christelijk). Het eerste type houdt zich op binnen rationele overwegingen (rationaliteit), het andere type binnen irrationele overwegingen (irrationaliteit).
Bessis heeft laten zien wie zich zoal binnen de ideologisch-religieuze ‘joods-christelijke’ samenspanning ophouden. Vat je dat samen dan kent die samenspanning een hoog extreemrechts/neofascistisch gehalte. In mijn bijdrage ‘De terugkeer van de oude vijanden in nieuwe jassen (Fascisme VIII)’ heb ik van dat hoge gehalte verslag gedaan (zie Online). Aan de hand van een Duitse socioloog en historicus kom ik daar tot een monistisch configuratiemodel. In dat model is terug te vinden het idee van één god, één leider, één geloof, één identiteit. Wanneer men naar structurele elementen van organisatie, intern en extern, zoekt voor ‘extreemrechts’ en ‘fascistisch’ (neo/post) dan treft men telkens elementen aan uit het arsenaal van het monistisch configuratiemodel.
Welnu, het idee van de ‘joods-christelijke beschaving’ moet werken als een fuik waarin mensen zich laten vangen om het monistisch configuratiemodel te laten functioneren. De religieuze irrationaliteit werkt daarvoor als een magneet, zoals dat ook in de Verenigde Staten van Trump aan de orde is. De situatie aldaar levert een voorbeeld. Ik ontleen dit aan het paginagrote vraaggesprek in Le Monde van 25 april 2025 met de Amerikaanse onderzoekjournaliste Katharine Stewart, die het boek schreef, getiteld Money, Lies and God: Inside the Mouvement to Destroy American Democracy (2025).
In de Verenigde Staten van Trump is een christelijk Amerikaans nationalisme actief. Dat is tegelijk een ideologie en een politieke machine. Waar drijft die op? Men vindt er mensen van velerlei profiel. Katherine Stewart somt op: zogeheten ‘apostelen’ van Jezus, atheïstische miljardairs, reactionaire rooms-katholieke theologen, intellectuele pseudo-platonisten, opposanten van de ‘gynocratie’, die vrouwen verachten, evangelisten aan het hoofd van machtige netwerken, covid-19 complottisten… Deze zeer uiteenlopende groepen hebben een aantal zaken gemeen. Hun doel is de democratie van de USA zoals we die kennen, af te breken. Het ideologische kader waarin zij zich bevinden is het christelijk nationalisme. De politieke ‘geest’ berust op vier pijlers: (1) een identitaire visie (Amerika gedefinieerd als een christelijke natie), (2) een slachtofferschap (discriminatie gevoeld door conservatieve christenen), (3) het catastrofisme en (4) het autoritarisme.
Dat dit tot een massabeweging kon komen is te danken aan een enorme financiële en organisationele steun, bijvoorbeeld van miljardairs die besluiten te investeren in de destructie van de democratie. Ook laten intellectuelen met een extreemrechtse of ultraconservatieve politieke achtergrond zich niet onbetuigd. Zo speelden die een rol bij het formuleren van ‘Project 2025’, een programma ten behoeve van de uitvoering van het presidentsmandaat van Trump. Stewart wijst erop dat die bepaalde ideeën aanleverden van de theoreticus van het nazirecht Carl Schmitt (1888-1985), vooral die over de uitzonderingsstaat en het idee dat alle middelen geoorloofd zijn om de binnenlandse vijand het hoofd te bieden om de echte Amerikanen te redden.
De echte Amerikanen, wie zijn dat? De indianen? Kijk, daar heb je zo’n irrationeel element. Want wie maakt uit wat ‘echt’ zal zijn? De machtigste en dat heb je dan te slikken. Wanneer je al de elementen overweegt in de beschrijving van het Amerikaanse nationalisme, waar drijven die dan op? Het ‘christelijke’ en dan volgt dat je dat moet geloven. In zo’n Europa komen we te leven als wordt toegestaan, dat er met ‘joods-christelijke beschaving’ een sluier wordt gelegd over de cultuur van het autonome weten en denken.
Sophie Bessis spreekt over bedrog en leugen. De immanente irrationaliteit maakt het nog ernstiger. De ideologisch-religieuze samenspanning (joods-christelijk) dekt destructie af. Er is geen publiek debat. Zowel de kapitalistische als de menselijke destructie – zie maar wat grote en kleine machthebbers die zich binnen de samenspanning ophouden uithalen. Zo is genocide als uitroeiingsmethode van alle tijden en op herhaling in Gaza. De opbouw van een monistisch configuratiemodel zien we in diverse delen van de wereld met de opkomst van autoritaire leiders voor onze neus plaatsvinden. Irrationeel ingezet doch werkelijk.
Thom Holterman
BESSIS, Sophie, La civilisation judéo-chrétienne, Anatomie d’une imposture, Éditions Les Liens qui libèrent, Paris, 2025, 89 blz., prijs 10 euro.
Reacties (0)
Voeg nieuwe reactie toe
Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.