Indiase kleine boeren boeken grote overwinningen na langdurige, heftige strijd
“Nu hoeven we niet meer op hun akkers te werken. We verbouwen ons eigen graan en ons eigen veevoer. Dit is óns land, zo ver het oog reikt.” Met haar uitgestrekte arm wijst Rajinder Kaur naar een uitgestrekt gebied van ongeveer 125 acre (zo’n 52 hectare), dat de Dalits (arme, praktisch rechteloze mensen in India) in het dorp Balad Kalan in de Noord-Indiase deelstaat Punjab in 2014 hebben veroverd op de rijke, grote, machtige boeren.
De Dalits in het zuiden van de Punjab hebben hebben lang en hard gevochten om een derde van de gemeenschappelijke grond van hun dorpen in handen te krijgen, waarop zij volgens een wet van 1961 recht hebben. Dankzij hun hardnekkige strijd hebben ze sinds 2014 ruim 20.000 bigha (ruim 1700 hectare) in 162 dorpen in het zuiden van Punjab teruggewonnen.
De strijd In Balad Kalan was niet gemakkelijk te winnen. “Het was gebruikelijk dat de burgemeester van het dorp alle 125 acre kon pachten, die eigenlijk voor de Dalits bestemd waren”, vertelt Charan Singh, een dagloner. Hij is hoofd van het comité dat toezicht houdt op het beheer van het teruggewonnen land. “Toen we wilden deelnemen aan de veiling van de pachtcontracten, verzette de burgemeester zich daartegen en probeerde hij ons te intimideren. Maar wij blokkeerden de snelweg en legden de veiling zes keer stil. Als reactie daarop viel de politie ons aan met lange wapenstokken. Vrouwen werden opgepakt en naar het politiebureau overgebracht en 41 mannen zaten twee maanden gevangen.”
Ondertussen maakten grote boeren in het dorp misbruik van de afwezigheid van de gevangen gezette Dalits om de betrokken akkers te ploegen en rijst te planten. Als reactie hierop waren er op allerlei plaatsen in de Punjab protestacties van boerenvakbonden, schrijvers, kunstenaars en mensenrechtenorganisaties. Uiteindelijk werden de Dalits vrijgelaten en kregen zij een schriftelijke verklaring dat zij het land konden pachten. “Toen we vrijgelaten werden, gingen we meteen naar de akkers en hesen we ter plekke de vlag van ons Zameen Prapti Sangharsh Committee (ZPSC, Comité voor de Strijd om Land Terug te Winnen)”, vertelt de voorzitter van het comité Mukesh Malaud enthousiast. “Nadat we het land in bezit hadden gekregen, was onze grootste uitdaging hoe het te gaan bewerken. Het individualistische, elkaar beconcurrerende landbouwmodel van de Groene Revolutie (grootschalige landbouw met zaden van grote bedrijven en het gebruik van veel kunstmest en irrigatie water) wilden we natuurlijk niet. Daarom kozen we voor collectieve landbouw.”
De ZPSC stelde kleine groepen Dalits samen en verdeelde het land eerlijk onder hen, met volledige vrijheid om te verbouwen wat zij graag wilden. De coöperatieve landbouw in eigen beheer heeft het leven van vrouwen als Rajinder Kaur een nieuwe waardigheid gegeven. “Vroeger waren we bijna slaven van de grote boeren. Maar met ons comité hebben we onszelf bevrijd en zijn we nu eigenaar van deze grote akker.”
Vroeger hadden vrouwen veel te lijden, vertelt Mukesh. “Voordat de ZPSC invloed kreeg, was het gebruikelijk dat grote boeren Dalit-meisjes en pasgetrouwde vrouwen lastig vielen. Ze wachtten hen dan op als ze gras van de slootkanten kwamen snijden.” Rajinder Kaur herinnert zich nog een situatie uit haar jeugd, toen ze samen met een groep Dalit-vrouwen gras ging snijden om de waterbuffels van hun families te voeren. Toen de woedende landeigenaar de ‘indringers’ opmerkte, schreeuwde hij tegen de vrouwen hoe ze het waagden zijn land te betreden en gooide hun zakken met afgesneden gras een voor een over de sloot. “Hij riep dat we op moesten rotten. Als we alleen maar in de buurt van zijn akkers kwamen, joeg hij ons weg alsof we straathonden waren. Je wilt niet weten welke scheldwoorden hij ons naar het hoofd gooide.”
Mukesh: “Door dergelijke wreedheden waren Dalit-families vaak gedwongen hun vee te verkopen, omdat de vrouwen altijd kwetsbaar waren tijdens het snijden van gras. Vrouwen moesten soms wel vijf of zes kilometer lopen om gras te verzamelen, waardoor ze uren tijd verspilden. Tegenwoordig snijden ze ’s avonds het gras van de randen van hun eigen velden.”
De beweging om land terug te winnen, zegt Mukesh, bracht de Dalit-vrouwen meer dan alleen waardigheid. “Het heeft een einde gemaakt aan een cultuur van dwangarbeid en heeft hen mogelijk gemaakt om te onderhandelen met de grote boeren.”
Charan Singh vertelt over zijn groep van 22 Dalit-gezinnen in Balad Kalan. Deze groep verbouwt gezamenlijk op 77 bigha (ruim zes en een halve hectare) tarwe en rijst. Daarnaast heeft ieder gezin twintig marla (200 vierkante meter) voor het verbouwen van veevoer. “Na de laatste rijstoogst ontving elke familie vijf quintals (250 kilo) rijst voor eigen consumptie en een tractorlading kaf voor het vee. De rest van de rijst hebben we verkocht. Van dat geld betaalden we de pacht voor het volgende jaar en wat er over bleef verdeelden we. Iedere familie kreeg 19.000 roepies (180 euro, waarvoor je in India ongeveer tien keer zoveel kan kopen als in Nederland).”
Deze strijd om land heeft het leven van kleine boeren in Zuid-Punjab daadwerkelijk veranderd. Bijna elk dorp heeft zijn eigen speciale verhaal. Het ene heeft tenten en allerlei andere spullen aangeschaft voor gemeenschapsactiviteiten, terwijl een ander een heleboel landbouwwerktuigen kocht. Zoals Batriana, een dorp op ongeveer vijftien kilometer van Balad Kalan. Daar ontmoeten we Ramkaran Singh, een timmerman die lid is van het comité dat de collectieve Dalit-boerderij van het dorp beheert. Hij bereidt rijstvelden voor met een nieuwe, sterke Swaraj 855-tractor. “We hebben die gekocht van de winst van onze boerderij”, zegt hij trots.
In Batriana bewerken alle ongeveer honderddertig Dalit-families sinds 20215 hun gezamenlijke elf hectare grote collectieve boerderij. Behalve de tractor bezitten ze ook nog een zaaimachine, enkele ploegen, een aanhangwagen en noem maar op. “Zelfs nadat we ongeveer één miljoen roepies (9.600 euro) aan machines hebben uitgegeven, hebben we ruim 700.000 roepies (6.700 euro) gespaard, die we tegen zo’n elf procent rente per jaar uitlenen aan onze plaatselijke geldschieter Mangat Sharma, bij wie wij vroeger geld moesten lenen”, zegt Ramkaran.
Als het oogstseizoen in deze dorpen aanbreekt kijken Dalit-vrouwen niet langer naar de grote boeren. Ze zingen samen hun eigen liederen om de komst van dit seizoen te vieren. “In onze eigen huizen hebben we nu meer dan genoeg graan voor het hele jaar. En kijk eens naar deze kupps (bergen kaf), er is nu ook genoeg veevoer voor een heel jaar”, zegt Savitri Kaur in Balad Kalan. “Nu verdient bijna elk huis in onze vehra (Dalit-wijk) geld met de verkoop van melk. Sommigen families hebben zelfs meer dan één buffel”, zegt ze, terwijl ze wijst naar een boerderij met een groot aantal kupps.
Het collectieve landbouwmodel van de Dalits dat we tegenwoordig in Balad Kalan en Batriana zien, stamt uit 2008. Toen kregen de Dalits in het dorp Benra voor het eerst hun negen acre (een kleine vier hectare) grote perceel in handen. ZPSC leider Mukesh benadrukt dat het niet alleen om collectieve landbouw gaat, maar vooral om een strijd voor grond. “Het Punjab ministerie van Plattelandsontwikkeling en Panchayats (dorpsraden) verpacht jaarlijks bijna 65.000 hectare dorpsland, waarvan officieel een derde is gereserveerd voor Dalits. Toch hebben machtige grote boeren dit land decennialang stelselmatig tegen spotprijzen in handen gekregen, waarbij ze een paar omgekochte Dalits gebruikten als stromannen om de wet te omzeilen.”
Na Balad Kalan verspreidde de beweging voor collectieve Dalit-landbouw zich als een olievlek en kwamen er gemiddeld vijftien nieuwe dorpen per jaar bij. Tegelijkertijd viel de politie ZPSC-leiders met steeds meer aanklachten lastig. Mukesh alleen al heeft 28 strafzaken aan zijn broek, waaronder verschillende voor “poging tot moord”, “landroof”, “belemmering van het verkeer” en “het hinderen van ambtenaren in de uitoefening van hun taken’. “Nu”, glimlacht hij, “wacht ik op mijn 29e zaak.” Want de ZPSC is onlangs gestart met een campagne voor het toepassen van een wet uit 1972 die bepaalt dat een boer niet meer dan een bepaalde grote hoeveelheid hectare grond mag bezitten.
Dalits maken ongeveer 32 procent van de bevolking van Punjab uit, maar ze bezitten slechts 3,5 procent van het totale land. Mukesh: “Hoe hebben sommige mensen enorme landgoederen in handen weten te krijgen, denk je? Nou, ze hebben de grond gekregen als beloning voor hun hulp aan bepaalde koningen of aan de Britten. Het enige wat wij eisen is dat de overheid de wet respecteert. Als de regering dat niet doet, zullen de mensen het zelf doen.” Op 20 mei 2025 demonstreerden honderden Dalits voor de opdeling van een landgoed van 927 acre (bijna 400 hectare) in Bir Aishwan, terwijl ze leuzen riepen als “Lang leve de eenheid van de landlozen”.
Mukesh spreekt de menigte toe: “Wij Dalits zijn hier naar toe getrokken om op dit landgoed Beghampura (een utopisch dorp zonder kasten bedacht door de heilige dichter Ravidas) te stichten. En dit is nog maar het begin. Er zijn in de Punjab nog 152 andere van zulke landgoederen. Elke vierkante centimeter van die grond zullen wij in handen weten te krijgen.” De politie arresteerde ongeveer vierhonderd Dalits, waaronder verschillende leiders van de ZPSC. Ze is sindsdien driftig op zoek naar Mukesh, die zich opnieuw ondergedoken is in de bevolking, zoals hij dat nu al vijftien jaar doet.
Vishav Bharti
Het oorspronkelijke artikel “When Dalits fight to reclaim half the sky” verscheen in september op de website People’s Archive of Rural India. Vertaling en bewerking: Jan Paul Smit.
Reacties (0)
Voeg nieuwe reactie toe
Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.