Geheime verenigingen en Buitenlandse Zaken en Militair beleid
(Website van het boek $Onder Ons) (English version of this review)
De auteurs vroegen zich meteen in het begin af of Mark Rutte lid is? Mijn vraag richtte zich op het belang voor militair en buitenlands beleid. Club Rotterdam werd bijvoorbeeld opgericht om een kanaal van Antwerpen naar de Rijn te blokkeren, omdat de Nederlandse havenelite vreesde dat het kanaal hun positie zou verzwakken. Buitenlandse betrekkingen en handels- en industriebeleid kwamen samen en creëerden de geboorte van de Club.
Een van de belangrijkste posten op het vlak van militaire internationale betrekkingen is de functie van secretarissen-generaal van de NAVO. Daarvan kwamen er sinds de oprichting vier uit de Nederlandse politiek: Dirk Stikker (1961-1964), Joseph Luns (1971-1984), Jaap de Hoop Scheffer (2004-2009) Mark Rutte (2024-heden). De eerste drie waren eerder minister van Buitenlandse Zaken geweest en Rutte zelfs een lange periode premier van Nederland. En ja, alle vier zitten ze bij de bijna 1200 vermeldingen (*1) van namen van leden van vijf verschillende verenigingen van invloedrijke mannen (en sinds deze eeuw eindelijk ook vrouwen) uit voornamelijk economische en politieke, maar ook wetenschappelijke en medische eliteposities.
De journalisten van Follow the Money onderzochten de verenigingen: De Tafelronde (opgericht in 1900), De Pijp (opgericht in 1926), De Schoorsteen (opgericht tijdens WO II), De Haagse Schouw (ook tijdens WO II) en Club Rotterdam (opgericht in 1928). Alle vijf de clubs hebben een verschillende geschiedenis. Maar hoewel elk zijn eigen kenmerken heeft, zijn er ook overeenkomsten. Ze bestaan lang, hebben een exclusief lidmaatschap en praten niet over hun activiteiten met buitenstaanders.
Kasja Olongren, Minister van Defensie (2022-2024) onder Rutte is lid van de Ronde Tafel. Haar woordvoerder vergeleek dit lidmaatschap met dat van een tennis- en schaakclub. Het lidmaatschap is in andere woorden dus onbelangrijk en daarom wilde ze er niet over praten. Het bagatelliseren van het belang van de netwerken komt herhaaldelijk terug. Dit ondanks – of misschien juist door – de geheimhouding van het lidmaatschap en zelfs van de vergaderplekken, de afgesproken zwijgzaamheid en het interne selectieproces. Dat ze als niet bijzonder beschouwd worden, klopt juridisch gezien, en ze vallen dan ook buiten de officiële controle. Tegelijkertijd is niet te ontkennen dat ze veel belangrijker zijn dan cadeaus en extra banen die wel gemeld en gecontroleerd moeten worden, zo merkte wetenschapper Willeke Slingerland op in Onder ons. En ondanks de cultuurverandering in die verenigingen door de internationalisering van de industriële kringen, is vertrouwelijkheid nog steeds een belangrijke reden om lid te zijn en een bieden ze een plek om zonder persaandacht te praten en te overleggen.
Ollongren was niet de eerste minister van Defensie die lid was. Hoewel haar voorgangers de functie halverwege de 20e eeuw hadden (Sim Visser (1959-1963), Hans de Koster (1971-1973) en Piet de Jong (secretaris 1959-1963 en minister 1963-1967). De Jong was tot aan zijn dood in 2016 vanweghe zijn levensloop een boegbeeld voor de Nederlandse onderzeeboot adepten). Ministers van Buitenlandse Zaken waren in grotere getale lid. Naast de drie die later secretaris-generaal van de NAVO werden, waren dat ook Eelco Kleffens (1939-1945), Jan Herman van Roijen (1946), Dirk Uipko Stikker (1948-1951) en Ben Knapen (*2) (2021-2022). Naast leden van de regering worden ook de hoogste ambtenaren als leden vermeld, evenals diplomaten, militairen met een hoge rang binnen de NAVO en binnen de top van de Nederlandse strijdkrachten, commandanten van lokale bases, de President van het Hoog Militair Gerechtshof en een lid van de commissie van toezicht over de geheime en veiligheidsdiensten (CTIVD). Kortom, de crème de la crème van de buitenlandse politiek en militair beleid.
Personen afkomstig uit militaire bedrijven zoals Thales Nederland, Eurometaal, De Kruithoorn, Muiden Chemie etc. ontbreken in de vijf verenigingen. Van Damen/De Schelde zijn wel drie belangrijke personen lid via Club Rotterdam. De Nederlandse militaire industrie produceert verder meestal geen complete grote wapensystemen (op enkele uitzonderingen na) en geen munitie, maar voornamelijk componenten en technologie voor tweeërlei gebruik. En zoals veel militaire bedrijven wereldwijd produceert ze zowel voor de militaire als voor de civiele markt. (*3)
Hoewel Fokker – en zijn huidige afsplitsingen – een aanzienlijke militaire productie hadden en gedeeltelijk nog steeds hebben, staat het bedrijf toch vooral bekend om zijn civiele vliegtuigen uit het verleden. Het luchtvaartbedrijf had een paar hooggeplaatste personen in de verenigingen.
Stork begon als producent van gereedschappen voor de textielindustrie in Oost-Nederland en is de initiatiefnemer van de Ronde Tafel (die volgde op de oprichting van de gevestigde Vereniging van Nederlandse Werkgevers (VNW) en een eigen krant om de maatschappelijke steun voor de positie van de arbeidersbeweging tegen te gaan.) Bijna een eeuw later werd Stork een van de centrale bedrijven in aanvangsfase van de JSF/F-35-productie en terwijl Fokker een gering aantal leden had in de bewuste Old Boys netwerken, was Stork al vanaf het begin stevig aanwezig, zoals Jan Hovers, die een sturende rol had ten tijde van de JSF-debatten en lid was van De Schoorsteen.
Ir. Woltjer op de foto i.v.m. omstreden duikbootorder.
Mei 1967. Foto:
Ary Groeneveld.
Op nautisch vlak was er de aanwezigheid van de Rotterdamse Droogdok Maatschappij in Club Rotterdam ten tijde van de aanschaf van Nederlandse onderzeeboten. Wilton Feijnoord kon ook vertrouwen op zijnbestuurslid Woltjer in Club Rotterdam, toen de werf de export van onderzeeboten naar Zuid-Afrika plande, terwijl dit land nog onder de Apartheid zuchtte. Nauwe banden zijn waardevol in dergelijke controversiële gevallen. De deal strandde ondanks dit toch, maar het bedrijf zou later wel onderzeeboten naar Taiwan exporteren.
Bovendien is er een reeks bedrijven met een hoog aantal personen in de verenigingen. Ze hebben vaak een connotatie met civiele productie, maar hebben ook een uitgebreide militaire productie (gehad), produceren producten voor militair en civiel gebruik, of maken strategische producten, zoals AKZO, ASML, Draka, Hoogovens (nu Tata Steel), Philips, Siemens, Ten Cate, Van der Giessen-de Noord, Van Rietschoten & Houwens. (*4)
Follow the Money heeft ook een database met onderwerpen voor de bijeenkomsten op haar website. Er zijn er verschillende over het conflict in het Midden-Oosten en ook over buitenlands beleid in het algemeen. Er zijn verscheidene lezingen over de NAVO door bijvoorbeeld Ben Bot (1983, later minister van Buitenlandse Zaken (2003-2007), en daarna een controversieel lobbyist) en door Joseph Luns (1976, 1980) en Ben Knapen (1990). Maar de meest betekenisvolle is de inleiding van Prins Bernard tijdens een bijeenkomst in De Schoorsteen (1957, destijds echtgenoot van Koningin Juliana) over productieproblemen binnen de NAVO. De Prins was betrokken bij gesprekken over militaire aankopen, en werd pas later gedwongen zijn militaire uniform aan de wilgen te hangen, als deel van een minimale straf die hij kreeg na het omkoopschandaal van Lockheed/Northrop.
Het belang van de geheime clubs neemt af en ze hebben moeite om jongere en actieve leden aan te trekken, merkten de auteurs op. De elite lijkt minder interesse te hebben in dit soort contacten en richt zich meer op zakelijke kansen en concurrentie boven de hoffelijkheid van vriendenclubs. Een student concludeerde in haar scriptie dat het de verschuiving van het Rijnlandse naar het Angelsaksische model laat zien. Door de afnemende animo worden de clubs ouder en minder actief; van de 1.100 personen in de FTM-database zijn er slechts 39 geboren in 1970 of daarna. In de lijst van 74 personen die ik selecteerde voor Militaire Industrie, Buitenlandse Zaken en Militaire Zaken, zijn de jongsten Mark Rutte en Kasja Ollongren, beiden geboren in 1967, maar beiden zeker ook nog belangrijk gezien hun invloedrijke posities. Alleen het feit dat de laatste drie premiers vóór de onlangs gevallen premier Schoof (Kok, Balkenende en Rutte) allemaal lid waren van de Ronde Tafel, toont het belang dat er ook recentlijk nog aan gehecht wordt aan. Intern is een beleid gaande om nieuw leven in te blazen aan de geheime clubs. Maar voor de captains of industdry is het is slechts één van de vele mogelijkheden voor nauw contact tussen personen in het Militair Industrieel Complex, dat mede door de gemeenschappelijke handelsmissies, productiesamenwerking, lobby, werkbezoeken etc. goed georganiseerd is en waar banden met de Regering en overheid sterk ontwikkeld zijn. Maar ook de 19e-eeuws aandoende clubs spelen nog steeds een rol bij het versterken van de contacten en het verspreiden van informatie. Om grip en controle te krijgen op deze organisaties zou hun lidmaatschap en de aan de besproken onderwerpen openbaar moeten zijn.
Het boek Onder ons geeft de grote lijnen en de database extra informatie. In het boek komen de machtspolitieke zaken er wel bekaaid af (bij Luns wordt niet eens zijn functie binnen de NAVO opgemerkt). Maar een zoektocht door de deelnemers aan de genootschappen laat veel prominenten uit de wereld van de buitenlandse, militaire en militaire industriële wereld zien. Het onderzoeksproject levert zo een bijdrage aan het onderzoek naar de netwerken van de elite, ook op dit terrein, en het is vlot geschreven bovendien.
Noten:
(*1) Dubbele lidmaatschappen van de vijf onderzochte verenigingen zorgen ervoor dat 113 namen voor een tweede, derde of zelfs een uitzonderlijke vierde keer voorkomen. Voor een personenlijst moeten ze van het totaal worden afgetrokken. Dat betekent dat de ingangen in de database bijna 1100 individuele namen beslaan. Van 21 personen is bekend dat ze een of meer andere lidmaatschappen hebben, maar de namen daarvan worden niet vermeld.
(*2) Knapen was eerder hoofdredacteur van NRC-Handelsblad en lid van de Ronde Tafel. Een columnist van de krant schreef (18 oktober 1990) dat Israëlische journalisten binnen en buiten Israël zelfcensuur toepasten na de moord op 18 Palestijnen door de Israëlische strijdkrachten op de Tempelberg. Hierna werd Knapen door Ernst van der Beugel, lid van de Ronde Tafel en voormalig minister van Buitenlandse Zaken, dringend geadviseerd om een nieuwe “Auswitz revisited” te voorkomen en de positie van de columnist te beëindigen. Zo niet, “dan zullen ik en gelijkgestemden alles doen wat mogelijk is om hetzelfde doel te bereiken, met andere middelen, binnen de lijnen die mij ter beschikking staan.” Van der Beugel schreef dat hij dit aan de Ronde Tafel wilde bespreken, maar omdat Knapen niet aanwezig was, schreef hij een brief. Knapen deed wat hem gevraagd werd en beschouwde dit pas zes jaar later als een beginnersfout.
(*3) In de top 100 van Defense News produceren slechts tien bedrijven 100% militaire producten en van de tien grootste militaire producenten hebben er vier een militaire omzet van minder dan 50%. https://people.defensenews.com/top-100/
(*4) Fouttief gespeld als Van Rietschoten & Kouwens in de FTM database.
Reacties (0)
Voeg nieuwe reactie toe
Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.