Forum voor Anarchisme
ArtikelenDe AnarchokrantDossiersEventsWiki // Hulp bronnenContact // InzendingForum
|
anarchokrant30 augustus 2025

Het marketing-activisme van “Wij eisen de nacht op” blijkt weerloos tegen rechtse ophef

Author: Doorbraak.eu | GEPLAATST DOOR: De Anarchokrant | Bron: doorbraak.eu

De nieuwe beweging voor het beschermen van vrouwen ‘Wij eisen de nacht op” werkt samen met een omstreden webshop die polariserende stickers en posters verkoopt. Dat blijkt uit onderzoek van deze site. De campagne trekt nu de handen af van het platform en zoekt naar een alternatief om de distributie van de posters te regelen”, schreven AD-journalisten vrijdag. Hun stuk over de Rode Lap en “Wij eisen de Nacht op” is de term “journalistiek” niet waard. Het doet onkritisch mee aan de ophef-parade tegen radicaal-links. Maar dit toont ook de zwakte van de structuur van de campagne.

Wat is er aan de hand? “Paraat!”, het tijdschrift van Rood, heeft een mooi overzicht geschreven van de tijdlijn van gebeurtenissen. In het kort: de campagne “Wij eisen de Nacht op” heeft banden verbroken met het distributiepunt van De Rode Lap vanwege hun politieke boodschap.

Dit werd deels aangewakkerd door het artikel van journalisten Dénis van Vliet en Sebastiaan Quekel, waarin de Rode Lap een “omstreden webshop” wordt genoemd. Volgens wie is de Rode Lap omstreden?

Uit het stuk blijkt het dan te gaan over de politiebond ACP, FvD, BBB, D66, CIDI, en twee Oekraïense vrouwen. Voor ACP, FVD, BBB, D66 en CIDI geldt dat zij allemaal het doelwit zijn van kritiek van stickers en posters die de Rode Lap verspreidt.

Zij hebben er direct politiek belang bij dat de Rode Lap als “onacceptabel” wordt neergezet en hen in diskrediet te brengen. Het zou de taak van een journalist moeten zijn om daar in ieder geval kritisch mee om te gaan, iets dat Van Vliet en Quekel volledig nalaten.

Neem de stelling dat het onacceptabel is om te pleiten voor “minder politie”. Hoezo? Dat is toch gewoon een politiek standpunt? Dat al die partijen het er niet mee eens zijn maakt het nog niet onacceptabel. Die partijen hebben simpelweg politiek belang bij die framing.

Hetzelfde geldt voor het aan het woord laten van het CIDI. Natuurlijk vinden zij, als arm van de Israëlische regering, het aanbieden van Pro-Palestijnse speldjes en het aanhangen van een boycot “ongepast”. CIDI probeert altijd pro-Palestijnse acties te ondermijnen.

Het is tekenend dat Van Vliet en Quekel als onderbouwing een Kamermotie gebruiken tegen de leus “From the River to the Sea”. Deze ophefmotie gaat compleet in tegen de geaccepteerde betekenis van de leus, die ook door de rechtspraak is geaccepteerd.

Het enige punt dat niet direct te maken heeft met organisaties en partijen die hun critici willen ondermijnen is dat van Regina Nelha en Olesia Spicheva. Dat is een punt waar je een gesprek over kan hebben, net als het verkopen van Sovjet-vlaggen.

Er zijn goede redenen om Sovjet-nostalgie te verwerpen, zeker als je wilt organiseren met mensen uit Oost-Europa die in dictaturen geleefd hebben en voor wie dat traumatisch is.

Maar Van Vliet en Quekel zijn niet op zoek naar een dergelijk gesprek. Voor hen is deze kritiek slechts onderdeel van hun munitie tegen de Rode Lap. Daarom hebben ze ook compleet geen oog voor de nuances van vrije meningsuiting, óók als zij het ergens mee oneens zijn.

Daarna verzinnen Van Vliet en Quekel zelf punten om de Rode Lap op aan te vallen. Dat de regering van plan is om gezichtsbedekking bij demonstraties te verbieden, is genoeg om het verkoop van bivakmutsen bij demonstraties (nu dus legaal!) verdacht te maken.

De stelling dat gezichtsbedekking vaak wordt gebruikt om rellen te maskeren lijkt regelrecht uit de mond van een VVD-woordvoerder te komen, zonder dat daarvoor enige onderbouwing wordt gegeven. Op dit punt is het stuk een column geworden.

De extreme eenzijdigheid van dit stuk kan verklaard worden door de persoonlijke opvattingen van schrijver Dénis van Vliet. Op zijn persoonlijke Twitter deelde hij al eerder een draadje over de Rode Lap dat veel overeenkomsten vertoont met het AD-artikel.

Daarin neemt hij op dat hij het (persoonlijk) jammer vindt dat “Wij eisen de nacht op” in zee is gegaan met een Israël-kritisch platform, omdat dat Israëlische vrouwen zou afschrikken. Die opinie verklaart de toon en eenzijdigheid van het stuk.

Dat kan ook verklaren waarom het artikel in de introductie spreekt over een “onderzoek”, wat doet denken dat de schrijvers diep moesten graven om iets ‘geheims’ te vinden, alsof ze een terroristische cel onderzoeken. Terwijl: dat “onderzoek” bestond uit browsen in een webshop.

En het verklaart waarom Van Vliet en Quekel niet hebben gewacht op wederhoor vanuit de Rode Lap. Volgens Van Vliet moest alles “snel” vanwege “dagbladjournalistiek”, maar kon hij dan niet 24 uur wachten? Kon het allemaal niet een dag later?

Naast het inherente antisemitisme om aan te nemen dat Israëlische vrouwen automatisch aanstoot moeten nemen aan pro-Palestijnse uitingen: je tot het CIDI richten omdat je geen Israëlische vrouwen kan bereiken, is als je tot Peugeot richten omdat je geen automobilisten kan vinden.

Maar de ophef is maar één kant van het verhaal. Waarom is de campagne “Wij eisen de Nacht op” zo vatbaar voor ophefjournalistiek? Dat komt omdat het een campagne is vanuit een communicatiebureau. Danique de Jong, aanjager van de campagne, werkt bij GH+O Communicatie.

Marketing- en communicatiebedrijven kijken op een hele eigen manier naar activisme. Als je naar activisme kijkt als een marketingproduct, dan wil je zo veel mogelijk mensen aanspreken, ongeacht politieke voorkeur. Dus gaan ze politiek “uit de weg”.

Daarbij is “Wij eisen de Nacht op” nog eens extra vatbaar, omdat ze worden gesteund door DPG Media, de moeder van het AD. Zelfs als zouden ze het stuk en de journalistiek willen bekritiseren, dan krijgen ze mogelijk mot met één van hun grotere partners.

Bovendien heeft “Wij eisen de Nacht op” niet zozeer een achterban van leden. “Wij eisen de Nacht op” is niet democratisch georganiseerd, maar wordt aangestuurd door Danique de Jong van GH+O als aanjager (samen met haar collega’s). Dat betekent dat de campagne vooral wordt gerund vanuit dat nauwe communicatie-perspectief.

Dat is een risico, want een bedrijf als GH+O heeft hele eigen belangen. Zo doet GH+O veel werk voor publieke en semi-publieke instellingen. Waaronder voor de provincie Friesland, waar BBB in het provinciebestuur zit.

Dit alles zorgt dat ‘Wij eisen de Nacht op’ a-politiek zegt te zijn. Dat klinkt goed uit communicatieperspectief, want je kan zeggen dat je niemand uitsluit. Maar dat is natuurlijk een valse neutraliteit, want óók de stelling dat iets a-politiek is, is zelf politiek.

Door te zeggen dat de Rode Lap té politiek en ideologisch is, doet Danique de Jong óók een politieke uitspraak: dat de Rode Lap onacceptabel is. Ze legitimeert daarmee de verdachtmaking uit het journalistiek ondermaatse AD-stuk, en schaadt daarmee de Rode Lap.

Dat is ook schadelijk voor de strijd voor veiligheid voor vrouwen, want de Rode Lap heeft heel veel praktisch werk gedaan voor de campagne. Nu moet “Wij eisen de Nacht op” op zoek naar een nieuwe distributeur. Waarschijnlijk een commerciële, want commercie is zogenaamd a-politiek.

En nu “Wij eisen de Nacht op” één keer heeft toegegeven aan de ophef-machine, is de kans groter dat ze dat in de toekomst zullen blijven doen. Met ook weer grote consequenties voor een politiek campagne, want: wat zijn eigenlijk precies de eisen van de campagne?

Leuk dat alle critici je boodschap “ondersteunen”, maar wat is precies je boodschap? Wat moet er concreet gebeuren? Zodra die eisen concreet worden gemaakt zul je partijen krijgen die je boodschap niet meer ondersteunen. Dat is onvermijdelijk.

En stelling nemen is belangrijk. De moord op Lisa wordt misbruikt door fascisten om hun haat te spuwen richting vluchtelingen. Als je écht opkomt voor veiligheid van vrouwen en meisjes, dan moet je óók opkomen voor vluchtelingen. Waar ben je anders mee bezig?

Of neem transzorg. FVD en BBB (samen met nog een hele hoop andere partijen) vinden niet eens dat trans vrouwen daadwerkelijk vrouwen zijn. Hoe kan je je uitspreken tegen transhaat, een grote bedreiging voor vrouwveiligheid, als je daar niet de strijd mee aan wil gaan?

Maar als “Wij eisen de Nacht op” zich ooit zo uitspreekt zal het óók weer komen tot een ophefparade vanuit dezelfde hoek waaruit ze nu ophef ontvangen. Denken we echt dat ze in de toekomst meer weerstand kunnen bieden? Nu ze al een groep als een baksteen hebben laten vallen?

Dat gaat ook over fundamentele zaken als: hoe verhoudt je je tot het feminisme? De website van “Wij eisen de Nacht op” noemt feminisme één keer, en dan in de context dat er zoiets bestaat als een “feministische bubbel”. Geen woord over de historische strijd die daarbij hoort.

Dit staat in sterk contrast met de (recent weer actieve) Dolle Mina’s; een groep mét een democratische achterban en mét historisch besef. In het verleden deden de Dolle Mina’s juist wél aan politieke actie, met concrete politieke doelen.

Zaken als zelfbeschikking, abortus, anticonceptie, gelijk loon, gelijke arbeid, seksisme, waren toen óók niet a-politiek. De vooruitgang die wij voor gegeven aannemen, is er gekomen deels vanwege hun politieke strijd. En zo veel meer politieke strijden.

Want ook in dat mythische verleden werden mensen door emancipatoire politieke bewegingen zoals de Dolle Mina’s buitengesloten. Zoals de zwarte-, migranten-, en vluchtelingenvrouwen (zmv-vrouwen) die hun eigen strijd voerden, ook tegen racisme.

Een ‘a-politieke’ strijd voor vrouwveiligheid is uiteindelijk een extreem politieke strijd voor de veiligheid van hoogopgeleide witte cis-vrouwen. Een brede strijd betekent ook strijden voor vluchtelingen, tegen racisme, voor gelijk werk en inkomen en voor transrechten.

Want je kan als campagne vóór vrouwveiligheid geen coalities aangaan met partijen die weigeren een deel van de vrouwen als vrouw te erkennen, en die weigeren transfobie als een kwestie van vrouwveiligheid te zien. Maar dat is wel wat deze campagne probeert.

Dit alles is al erg genoeg, maar wordt alleen maar erger gemaakt doordat de campagne “Wij eisen de Nacht op” alle zuurstof opneemt. Media en politiek vinden zo’n ‘a-politieke’ campagne waarmee ze allemaal mooi weer kunnen spelen fantastisch, dus gaat de aandacht daarheen.

Daardoor wordt “Wij eisen de Nacht op” een soort woordvoerder voor het hele feminisme (terwijl ze dus niet uitgesproken feministisch zijn), ten koste van bestaande groepen en initiatieven. Dat is veel macht om te geven aan een ‘a-politiek’ communicatiebedrijf.

Op dit moment is ook de vraag wat “Wij eisen de Nacht op” precies doet. Ze hebben wat advertentieruimte gekocht en een boodschap naar buiten gebracht, en ze hebben nu een hoop geld. Wat nu? Komt er een demonstratie? Komt er een échte actiegroep? Waar gaat dat geld heen?

Dat is, in tegenstelling tot een actiegroep met leden en een democratische legitimatie, heel lastig te controleren of af te dwingen. Dat is een groot risico voor een beweging, want je weet nooit hoe zo’n marketingbedrijf zich in de toekomst gaat bewegen.

Al met al kunnen we het beste niet wachten op zo’n campagne. Er is genoeg wat we zelf kunnen ondernemen! Woon je in Leiden? Kom vanavond om 23:30 uur naar het Stadhuisplein met je fiets, een protestbord en veel lichtjes. Zo eisen we fysiek de nacht op!

Bo Salomons

(Dit artikel verscheen eerder als draadje op Bluesky.)

Reacties (0)

Voeg nieuwe reactie toe

Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.