Ecofilosofie En Klimaatverandering – Verzet Tegen Industrieel Leven
Kort geleden verscheen nummer 5 van dit jaar van Filosofie – Tijdschrift. Dit nummer bevat een themagedeelte onder de titel ‘Ecofilosofie en klimaatverandering’. In de bijdragen vindt men allerlei botsingen geanalyseerd en besproken van verschillende waarden en keuzeproblemen (matiging of groei, bijvoorbeeld). Het is maar in welk soort wereld men wil leven. Het bouwen van een kerncentrale – om een voorbeeld te nemen – lijkt een neutraal, technisch probleem, maar is dat om allerlei redenen niet.
Zo kwam nog geen week geleden het plan naar buiten, dat het demissionaire kabinet zelf de nieuw in Nederland te bouwen kerncentrales wil betalen. Dat lijkt mij een mooi plan als het doet wat ze letterlijk zegt. Maar je hoeft geen taalfilosoof te zijn om te begrijpen, dat het de bedoeling is de kosten van de nieuwbouw op de Nederlandse bevolking af te wentelen, althans op de belastingbetalers (zie voor het bericht NU.nl, Online).
Het idee is een staatsbedrijf op te richten, dat zich met de bouw bezig gaat houden en voor de kosten opdraait. Ook hier weer: een staatsbedrijf, dat financieel verantwoordelijk is. Ook voor het verlies. Ja, maar het zal de belastingbetaler zijn die moeten bloeden. En wees er op bedacht, dat er grote kans is dat het fout gaat. De constructie van het staatsbedrijf is namelijk bedacht omdat grootindustrielen geen brood zien in de medefinanciering van de bouw van de kerncentrales. Deze ‘onderneming’ is te risicovol. En gelijk hebben zij. Denk eens aan de bouw van een nieuwe kerncentrale in Frankrijk. Tot viermaal is het bedrag over de kop gegaan, ten opzichte van de aanvankelijke begrote kosten en twaalf jaar vertraging bij de bouw (de bouw zou vijf jaar duren… zie Online). En ik ben oud genoeg om mij het fiasco ‘Kalkar’-centrale te herinneren (de snelle kweekreactor net over de grens met Duitsland), waar tegen ik met anderen nog gedemonstreerd heb. Dat complex is nu een ‘pretpark’ (zie Wikipedia, Online). Kernenergie…een nucleaire octopus (zie Online). Verzet nodig tegen industrieel leven.
Ecofilosofie en klimaatverandering
Kortom, ik stel voor dat we eerste eens nadenken over wat voor een wereld we eigenlijk wensen. Daarbij komen we terecht in de sfeer van de ecofilosofie, zoals in het genoemde nummer van Filosofie – Tijdschrift bedoeld. Willen we bijdragen leveren aan klimaatverandering? In welke zin? Meer opwarming, minder opwarming? Wie voor het laatste gaat moet bedenken, dat bijvoorbeeld bouwen van kerncentrales geen goed idee is. Ja, ze worden in het pakket ‘duurzaam’ ondergebracht. En inderdaad, op het moment van elektriciteitsopwekking vindt geen CO2 uitstoot plaats. Maar hoe zit dat in het hele proces vooraf gaand aan de bouw? Er is beton voor nodig, heel veel beton. De productie van beton alleen al stoot drie maal meer CO2 uit dan het luchtverkeer (Léa Hobson, Désarmer le béton, Ré-habiter la terre, Paris, 2025). Dan hebben we het nog niet over de productie van staal… En voor daarna: hoe zit het met het verwerken en de opslag, voor eeuwen, van kernafval? Dit zijn nog maar enkele vragen. Het zijn echter vragen die te maken hebben met de meer omvangrijke vraag: in welke wereld willen wij leven? Een dat is ook een politiek–filosofische vraag.
Dit soort kwesties heeft ten grondslag gelegen aan het opzetten van het themagedeelte in Filosofie – Tijdschrift. In elf uiteenlopende artikelen over totaal 30 pagina’s hebben 15 auteurs, onder wie ikzelf, ieder vanuit hun eigen specialisme en belangstelling hun zienswijze verwoord omtrent ecologie, milieu, klimaat – opdat er een discussie kan volgen. Het geheel stond onder regie van Marcel Wissenburg. Meer informatie over wie meewerkten en welke onderwerpen behandeld werden, is te vinden in de inhoudsopgave, zie daarvoor het onderdeel ‘Themagedeelte Ecofilosofie en klimaatverandering’ van het nummer, Online.
De moed van dwarsdenken
De maatschappelijke ‘kern’-problemen zijn groot en vragen om een andere manier van ‘kijken’ naar de wereld dan gebruikelijk. Daar is de moed van het dwarsdenken voor nodig. Dat spreekt ook uit een aantal artikelen in het themagedeelte. Eén naam wordt daarbij af en toe genoemd, maar is als actieve auteur afwezig, te weten Marius de Geus (1954-2020), politicoloog in de politiek-filosofische hoek. Met aandacht voor milieu en omgeving als accent. Het is echter geweldig dat zijn twee dochters, Iris en Tessa, zijn plaats hebben ingenomen en een bijdrage voor het themagedeelte geschreven hebben, waarin zij mede aan hun vader herinneren onder de titel ‘De moed van dwarsdenken’.
Ook ik moet aan Marius denken. Wij waren beiden jarenlang redacteur van het anarchistische tijdschrift de AS (opgeheven winter 2020, thema ‘Dit is het begin’). Opmerkelijk is dat enkele van de laatste nummers pasten in de ‘filosofie’ die Marius bezig was uit te werken. Tot het eind toe. Zo werkte hij nog intensief mee aan nummer 203 van de AS met als thema ‘Van wie is het landschap?’ (voorjaar 2019). Nummer 205 van de AS zou met het thema ‘Matig!’ (najaar 2019) zo aan hem opgedragen kunnen zijn – hij kon er nog net aan meewerken… (de nummers zijn te downloaden, zie Online. Het werk is niet af en onvoorstelbaar is dat het afkomt. Echter, men hoeft niet te slagen om te volharden!
Thom Holterman
Filosofie – Tijdschrift, nr. 5, 2025 (zie Online)
Reacties (0)
Voeg nieuwe reactie toe
Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.