Forum voor Anarchisme
ArtikelenDe AnarchokrantDossiersEventsWiki // Hulp bronnenContact // InzendingForum
|
anarchokrant28 januari 2025

Democratie en strijdbaarheid en de vakbondsleiding

Author: Globalinfo.nl | GEPLAATST DOOR: De Anarchokrant | Bron: globalinfo.nl

Een serie gesprekken over de toekomst van de FNV

Democratie en strijdbaarheid en de vakbondsleiding

De vakbeweging verliest invloed – sociaal en economisch. Meer dan veertig jaar ‘polderen’ heeft haar geen goed gedaan. De vergrijzing neemt toe, het ledenaantal baart zorgen, de politieke tegenwind is verontrustend, de werkgevers zijn niet erg toeschietelijk en ook met de overheid is het moeilijk zaken doen. Tijd voor herbezinning in een serie gesprekken met vakbondsmensen.

Verrassend genoeg heeft Tuur Elzinga de huidige voorzitter van de FNV, Marx citerend in zijn boek, de herbezinning ingezet (E521-4) en blies penningmeester Piet Rietman de klassenstrijd nieuw leven in een artikel bij Jacobin. Kennelijk is ook voor hen de nood van de vakbeweging hoog. Door deze standpunten te ventileren, geven Tuur en Piet wel de toon aan voor de richting die zij als dagelijks bestuurders met de FNV voor ogen hebben.

Zevende gesprek

Verkiezingsretoriek of aanzet tot echte fundamentele veranderingen. In een zestal gesprekken/interviews heeft een aantal vakbondsmensen hun ideeën kenbaar gemaakt over de thema’s die Tuur en Piet en aansnijden: democratie en strijdbaarheid. Nu zijn de twee bestuurders zelf aan de beurt. De verkiezingen voor een nieuw vakbondsbestuur, een nieuw Ledenparlement, en nieuwe sectorraden, staan immers voor de deur.

Democratie

Merijn Oudenampsen schrijft in het boek Neoliberalisme dat er sprake is van een ‘holle staat’: Een overheid die haar publieke diensten uitbesteedt aan een complex netwerk van commerciële en non-profit organisaties. Er is nauwelijks plaats meer in de polder voor de vakbeweging!
In de brochure Positie en strategie vakbeweging (2018), schrijft dezelfde Merijn deze conclusie: Het politiseren van sociaaleconomische keuzes moet onderwerp worden van een democratisch debat, bij uitstek een rol die geknipt is voor de vakbond. Een oproep die klinkt als een sterke relativering van een polderstrategie en zeven jaar geleden aanspoorde voor een andere vakbondsstrategie. Is dat jouw idee ook van ‘ontpolderen’ en wat is de stand van zaken?

Tuur – Gesprekken met de overheid en de werkgevers verlopen steeds moeizamer. Het marktdenken in de overheid is erg toegenomen, dat brengt de vakbeweging in een andere positie. Vijftig jaar geleden voor de opkomst van het neoliberalisme was er ook polderoverleg, dat verliep minder moeizaam, ook omdat de vakbeweging sterker was en serieus genomen werd. De vakbeweging is terdege in het defensief gedrongen, daar moet een weg uit gevonden worden. Polderen is nooit een doel op zich. Centraal overleg blijft. Als daar goede afspraken gemaakt kunnen worden, is dat meegenomen. Het is echter belangrijk dat de gehele vakbeweging meer van haar eigen agenda en eigen macht uitgaat. Die macht moeten bestuur, werkorganisatie, vereniging weer gaan opbouwen. De vereniging kan, nee moet, daarin meer het voortouw nemen. Het gaat immers om de belangen van de leden en de mensen in het land, die moeten voor de vakbeweging altijd centraal staan en dus ook nadrukkelijker op de voorgrond komen. De vakbeweging moet uit het defensief.

In je artikel bij Jacobin, refereer je aan de Kritiek op het program van Gotha, van Engels en Marx. De kern van het betoog is dat de toenmalige sociaaldemocratie in Duitsland enorm op de revisionistische toer is gegaan. Het program ging lijnrecht in op het idee van Marx bij de oprichting van de Eerste Internationale: “De emancipatie van de arbeidersklasse moet het werk zijn van de arbeidersklasse zelf.” Met andere woorden, de dialectiek beperkt zich niet tot de sociaaleconomische verhoudingen, maar gaat ook terdege over democratiseren. Veranderen moet van onderop komen. Hoe gaan we dat in de vakbond organiseren? Parlementaire constructies zijn volstrekt ontoereikend.

Piet – De worsteling die je aanduidt met het begrip ‘substitutie’, is mij zeker niet onbekend. Ik ben bij de vakbeweging gekomen om de loonstrijd te voeren en om op te komen voor andere belangen van de werkende mensen – om de klassenstrijd te voeren. Als je bezoldigd werkt voor de vakbond, zit je in een riante positie ten opzichte van de mensen waarvoor je het gaat doen. De verleidingen zijn groot, als vervanger, substituut, van de mensen waarom het gaat. Een goed voorbeeld is het opkomen voor mensen met zwaar werk, ik heb het wel druk en ben volop in de weer, maar daar hoort geen bestaansonzekerheid bij.
Als vakbondsbestuurslid is de verleiding om minder goed te luisteren naar je achterban erg groot. Je verplaatsen in de situatie, realiseer ik me, is niet voldoende, dat leidt tot compromissen die voor de mensen zelf teleurstellend zijn.
Democratiseren betekent voor mij: beter naar de mensen luisteren en de mensen actief betrekken in de besluitvorming. Het activeren van de vereniging hoort daar zeer nadrukkelijk bij, vakbonds(kader)leden moeten een grotere rol spelen in het hele proces.

Bij democratiseren gaat het vooral ook om anders te kijken naar democratische processen. Isabelle Fereras heeft daar bijna utopische gedachten over Democratiseer ons werk. De gedachte is om de zeggenschap in de bedrijven in handen te geven aan mensen (stakeholders) die er concrete belangen bij hebben, een vorm van onteigenen. De groep Groenstaalplus suggereert het als toepassing op Tatasteel Nederland en noemt het ‘omdenken’.
Hoe kijken jullie aan tegen zo’n idee en is het ook iets voor de vakbeweging zelf?

Tuur/Piet – De invloed en zeggenschap van de vakbeweging zijn in de loop van de jaren verminderd. De uitholling van de overheid die minder haar verantwoordelijkheid neemt om te zorgen voor de samenleving, gaat hand in hand met het onverantwoordelijk graaien en uitbuiten van de factor arbeid door het kapitaal. ‘We doen het al jaren zo’, dat mag niet meer het motto zijn. De machtsconcentratie is uit de hand aan het lopen, de arbeidersbeweging moet daar een ander strijdbaarder perspectief tegenover gaan stellen. De vakbond heeft een concept tot haar beschikking om daar vorm aan te geven, dat heet staking. De afgelopen periode is er een kentering gekomen, in de winkelstraat, in het vervoer, bij de distributiecentra, in de zorg nu recent de apothekersassistenten, zijn in actie en strijd gekomen. De strijd mag zich niet beperken tot arbeidsvoorwaarden, maar verbinden aan meer democratie. Meer zeggenschap in de bedrijven is een goede zaak, dat hoeft geen utopie te zijn, zoals Fereras vreest.

Bij Tata gaat dat niet goed?

Tuur – Klopt. Democratie betekent ook mensen in een strijd en proces betrekken die andere belangen hebben dan zekerheid van werk, een goed loon en goede secundaire arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden. Strijdbaarheid kan resultaten vergroten als het breed aangepakt wordt.


FOSngo

Strijdbaarheid

Linda Vermeulen zegt in haar bijdrage (E528-4) in deze serie interviews: “Ik denk dat het belangrijke woord ‘verbinden’ is. Solidariteitsverklaringen zijn mooi en een uiting van verbinding, nog mooier is het om gezamenlijk in de strijd te staan. Verbinden beperkt zich niet tot de sectoren onderling, het gaat ook om organisaties buiten de vakbeweging.”
Hoe gaat de vakbeweging die verbinding in de strijd organiseren?

Piet – Verbinden is een goede, sterke en interessante gedachte.

Politiek past niet goed in de traditie van de vakbeweging. Het verre verleden was daar minder krampachtig over, vooral kleinere vakorganisaties, de EVC en bijvoorbeeld het NAS waren politieker. Deze bonden hadden een sterkere band met een politieke partij.
De sectoren van onze organisatie hebben overeenkomende belangen, bijvoorbeeld pensioenen en discriminatie op het werk, daar is de verbinding belangrijk. Onderlinge solidariteit is belangrijk. Als een sector in strijd is, de winkelstraat bijvoorbeeld, dan is ondersteuning van harte welkom, dat is iets waar Linda op doelt. Hoe zien jullie dit?

Piet/Tuur – Racisme en discriminatie zijn belangrijk, het zijn kwesties die op de werkvloer spelen. De solidariteit met bijvoorbeeld Palestina is goed, de insteek van de vakbond moet niet politiek zijn.
De vakbond is terdege met milieu en klimaat bezig, die verbinding wordt door collega Bas van Weegberg op een goede manier gelegd. Acties en activiteiten van die bewegingen en de vakbeweging met elkaar verbinden, zal de strijdbaarheid erg versterken. Daarvoor is wel een goede onderlinge afstemming nodig.
Verbreding mag er niet toe leiden dat de hoofdtaken van de vakbeweging uit beeld raken: arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden.

Henk Baard en Dick de Graaf (beiden gepensioneerd) stellen in hun interview (E529-3): “Het gaat niet zozeer om de organisatie, er moet leven in de brouwerij. Het gaat om de behartiging van de belangen van ouderen , misschien gaat het allemaal ook wel op voor de andere sectoren.
We weten waar de schoen voor ouderen wringt: inkomen, zorg en wonen met betaalbare energie.” De kern van hun gedachte is ‘sectoralisatie’, meer autonomie lager in de vakbond.
Hoe gaan we die ruimte maken?

Tuur – Leven in de brouwerij is van harte welkom. Acties en interventies van onderop zijn heel goed. De vakbond van nu is daar ook mee bezig. De acties voor de loonstijgingen zijn succesvol geweest, hebben hun vruchten opgeleverd. Het ledenaantal steeg behoorlijk, het is wel zaak dit vast te houden. Meer mensen activeren, vooral jongeren enthousiast maken en bij vakbondswerk betrekken, allemaal uitermate belangrijk. Al die zaken mogen de kerntaken van de vakbeweging niet uit het oog verliezen; Opkomen voor de belangen van werkenden, als het gaat over alles wat te maken heeft met werk en inkomen. De huidige vakbeweging is in staat daarin de balans te vinden.

Hebben jullie nog aanvullingen?

Discussie – De behoeften zijn verschillend bij de achterban, het is belangrijk voor gezamenlijk succes om deze op elkaar af te stemmen. De vakbond moet dichterbij de leden komen, we hebben daar de faciliteiten voor, daarvan moet gebruik gemaakt worden. Een netwerk van bestuurders is bezig om het lokale vakbondswerk te gaan versterken. De vakbeweging moet de ruimte die er is benutten, de mensen in het land zijn mondig genoeg, zij moeten ook door de vakbeweging beter gehoord worden.

Het klassieke model van de vakbond was het bedrijvenwerk, daar lag de kracht van de vakbeweging. De krachtsverhoudingen tussen arbeid en kapitaal zijn veranderd, het oorspronkelijk model werkt niet goed meer. Sleutelen aan de organisatie is goed, als het maar komt vanuit wat de mensen bezighoudt en beweegt, en hoe zij hun weg kunnen vinden naar een strijdbare vakbeweging.

Reacties (0)

Voeg nieuwe reactie toe

Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.