Forum voor Anarchisme
ArtikelenDe AnarchokrantDossiersEventsWiki // Hulp bronnenContact // InzendingForum
|
anarchokrant15 oktober 2025

Middenklasse III: Professionele bestuurders

Author: Doorbraak.eu | GEPLAATST DOOR: De Anarchokrant | Bron: doorbraak.eu

Terwijl de nationale en internationale democratie onder vuur ligt, voltrekt zich ook een minder opvallend anti-democratisch proces: professionalisering. De professionele bestuurdersklasse is één van de grote onzichtbare problemen in de maatschappij.

Wat is een professioneel bestuurder? Dat is een bestuurder van een organisatie (een bedrijf, vereniging, stichting, ziekenhuis, enzovoorts) voor wie besturen een beroep of “professie” is. Meestal hebben zij geen ervaring in de organisatie die ze besturen, maar vooral in besturen van andere organisaties.

Neem Hef Wonen, een opvolger van Vestia. Hef wordt bestuurd door Marieke Kolsteeg en Ton de Rond. Kolsteeg is directeur en bestuurder geweest bij allerlei verhuurders. De Rond was directeur bij vastgoedontwikkelaars en kinderopvang.

Daarnaast doen veel professionele bestuurders veel tegelijk. Paula Nelissen, voorzitter van de Raad van Bestuur van Treant Zorggroep, is tegelijkertijd ook commissaris bij het Erasmus Centrum voor Zorgbestuur, voorzitter van het Ronald McDonald huis in Zuid-Oost Brabant, en toezichthouder.

Dit zijn slechts enkele voorbeelden, maar het is iets dat je bij veel organisaties kan uitzoeken. Kijk wie er in het bestuur of de raad van toezicht zit, en kijk of het iemand is van de werkvloer of een professionele bestuurder. En kijk ook gelijk hoeveel nevenfuncties zo iemand heeft.

Die professionalisering vindt overal plaats, en wordt vaak verkocht als iets positiefs. Professionalisering wordt gezien als synoniem met kwaliteitsverbetering van besturen. Het idee is: besturen is een beroep, en in een beroep kan je goed of slecht zijn.

Maar zo eenvoudig is besturen niet. Bij de vraag wie het beste een organisatie kan besturen, moet je ook rekening houden met de individuele belangen van bestuurders, naast hun professionele kwalificaties. En die professionele bestuurders hebben vaak hele eigen belangen.

Zo hebben externe bestuurders vaak weinig expertise op hun organisatie. Neem Ferd Grapperhaus, die naast Managing Partner van Deloitte voorzitter is van de Raad van Toezicht van de Universiteit Leiden, en daarnaast nog een aantal functies vervult. Hij kan onmogelijk in allemaal expertise hebben.

Daarnaast zijn veel van deze functies kortlopend. Marcel Nollen, vicevoorzitter van de Vrije Universiteit, heeft veel relatief kortlopende functies gehad. Bij veel bestuurders is het nog korter, tussen de twee en zeven jaar per functie. Een hoge omlooptijd dus.

Dat betekent dat professionele bestuurders altijd op zoek moeten zijn naar nieuwe functies, en dat betekent weer dat ze goede relaties moeten onderhouden met andere professionele bestuurders. Immers: het zijn meestal Raden van Toezicht die een nieuw bestuur benoemen.

En aangezien bestuurders tegelijkertijd ook vaak toezichthouders zijn (bij andere organisaties), creëert dat een heel netwerk aan ons-kent-ons-bestuurders, die op basis van hun kennissenkring aan baantjes komen. Een (relatief) gesloten circuit dus, bestaande uit goedbetaalde professionals.

Daarnaast wordt door die “professionalisering” een soort eenheidsworst aan bestuur geschapen. Alle organisaties gaan op elkaar lijken, omdat ze allemaal door een draaideur aan gelijksoortige professionals worden bestuurd. En dat betekent dat die organisaties dezelfde benchmarks gaan nastreven.

Dat gaat vaak gepaard met bezuinigingen, herstructurering en reorganisatie, omdat financiële gezondheid de makkelijkste benchmark is om “succes” mee te meten. “Honderd banen verdwijnen bij Xonar.” Dit soort koppen zijn een goed uithangbord voor een interim-bestuurder die zijn merk wil aanprijzen.

Hier betrof het Karel Verweij. Hij is niet alleen professioneel bestuurder/toezichthouder; hij is ook nog eens professioneel interim bestuurder. Interim bestuurders brengen alle risico’s mee van ‘normale’ professionele bestuurders, maar dan rapper.

Maar de problemen zijn fundamenteler. Professionalisering van bestuur brengt ook het risico met zich mee van zogenaamde “oligarchisering” mee. Dat geldt niet alleen voor politieke partijen (zoals wordt omschreven in het bijgevoegde stuk) maar voor alle organisaties.

Professionele bestuurders verkopen hun eigen bestuur vaak als rationele oplossing voor elk probleem. Dat betekent dat zij zo veel mogelijk macht en bevoegdheden in zichzelf moeten concentreren. Dat hiërarchische gezag leidt tot machtige bureaucratieën die het soms ideële doel uit zicht verliezen.

Dat is wat er is gebeurd in de woningbouw. Vroeger waren de woningbouwcorporaties democratisch georganiseerd, maar door de financialisering van de volkshuisvesting in de jaren tachtig werden steeds vaker professionele bestuurders benoemd.

Die professionele bestuurders zagen ledendemocratie vooral als een obstakel, en hebben ledenparticipatie langzaamaan vervangen door een professioneel bureaucratisch apparaat dat vervolgens loyaal was aan die bestuurders in plaats van aan de bewoners, de voormalige leden van de corporatie.

Met als gevolg dat die bureaucratieën puur keken naar spreadsheets om hun doelmatigheid mee te meten. Ze moesten concluderen dat middenhuur en koopwoningen veel meer geld opbrachten dan sociale huur, waardoor veel sociale huur in de uitverkoop werd gedaan. Met de huidige woningcrisis als gevolg.

Dit “Weber-Michelspatroon” ziet men overal. In de zorg, waar het leidt tot werkdrukvermeerdering omdat de bezetting zo krap mogelijk wordt ingedeeld. In het onderwijs, waar niet-winstgevende studies worden geschrapt en individuele begeleiding steeds meer stokt. Het raakt elk vraagstuk.

Als laatste heeft dit ook een groot effect op de parlementaire politiek. Want dat professionele bestuurderschap is in feite een “politiek pensioen” voor veel politici, zeker voor ministers. Voor politici is er dus reden om de relatie met het netwerk aan professionele bestuurders goed te houden.

Dat werkt overigens twee kanten op, want voormalige bewindspersonen zijn ook gewilde bestuurders. Ze brengen hun connectie met de politiek mee, en dat is ook wat waard. Dit zorgt voor een verwevenheid van de private bestuurdersklasse en de politiek.

En dat is soms pijnlijk duidelijk, zoals met VVD-woordvoerder op gokzaken Helma Lodder. Nadat de legalisatie van online gokken de Kamers had gepasseerd, werd zij lobbyist voor de online gokindustrie. Geen raadsel wat daar heeft afgespeeld.

Die lijn tussen overheid en bedrijfsleven is al zorgwekkend, maar het wordt alleen maar zorgwekkender als je nadenkt over wat een toekomstige extreem-rechtse regering met die connecties zal doen. Deze bestuurders lijken me nu niet verzetstypes, zullen we maar zeggen.

In conclusie: Nederland wordt naast de staat ook geregeerd door een relatief kleine groep onverkozen professionele bestuurders, wiens belang meer zit in het “efficiënt” besturen van hun organisaties en minder bij enig publiek belang dat hun organisaties zouden kunnen nastreven.

Het aanpakken van het democratisch tekort in Nederland kan dus niet plaatsvinden zonder dat we kijken naar deze bestuurslaag. Dat maakt het zo zorgwekkend dat er over dit probleem vrij weinig geschreven is, in ieder geval niet in publiek toegankelijke bronnen.

Voor activisten ligt hier dus een kans. Kijk niet alleen naar het handelen van de organisaties waar we tegen strijden, maar ook naar hun structuur. Waarschijnlijk komt er dan een hoop interessants op tafel.

Bo Salomons

(Dit artikel verscheen eerder als draadje op BlueSky.)

Reacties (0)

Voeg nieuwe reactie toe

Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.