Hyper-narrativisatie: de (neppe) waarheid onder fascisme
Trump heeft het hoofd van Arbeidsstatistiek ontslagen en overweegt geen (onwelgevallige) maandelijkse cijfers te publiceren over werkgelegenheid. Dit is hoe fascistische regimes pogen hun eigen waarheid te creëren.
Wat is “narrativisatie”? Het omschrijft het proces waarbij losstaande feiten worden verbonden aan de hand van een verhaal (een narratief). Dit kan meerdere doelen dienen. Narrativisatie maakt droge feiten begrijpelijk, en interpreteert die feiten ook.
Daarnaast kan narratief nuttig zijn om mensen op emotie aan te spreken, in plaats van alleen op feiten. Dit is het verschil tussen “A doodde B met voorbedachte rade” en “A heeft B vermoord”. Het is allebei waar, maar die tweede heeft een andere impact.
Alle journalistiek is in feite narrativisatie. Een journalist kiest een aantal relevante feiten en spint daarmee een rode draad, die voor de lezer (hopelijk) nuttig en interessant is. Zoals dit stuk, dat een aantal gebeurtenissen aan elkaar weeft.
Narrativisatie is altijd incompleet, want je moet bepalen welke feiten relevant zijn. Dat is nooit een neutrale keuze. Zelfs als je, zoals NOS in het bovenstaande stuk, kiest om weinig te duiden en juist op te sommen. Dan creëer je een narratief zonder context.
In een perfecte wereld is er constant debat over wat relevante feiten zijn, en is er constante her-narrativisering (ofwel: revisionisme). Niet alleen om nieuwe feiten te betrekken, maar ook om andere perspectieven te betrekken.
Maar: wat als het narratief belangrijker is dan de onderliggende feiten? Dit zien we overal waar feiten ondergeschikt zijn aan een andere overweging. Zoals marketing, waarin het belangrijk is om producten te verkopen ongeacht hun échte nut en kwaliteit.
Een ander voorbeeld is de politiek, waar partijen stemmen willen verzamelen, ongeacht of beleid daadwerkelijk een wenselijk effect heeft. Zoals VVD-strateeg Bas Erlings beschrijft in zijn boek over de VVD-strategie.
Dit is over-narrativisatie: het proces waarbij het creëren van een nuttig en krachtig narratief prioriteit krijgt boven de feiten die het zou moeten overdragen. Dan krijg je politici die actief feiten verdoezelen als ze niet bij hun verhaaltje passen.
En voordat men denkt dat dit alleen extreem-rechts is voorbehouden: alle parlementaire partijen doen aan over-narrativisatie. Zo bestaat het breedgedragen misverstand dat kapitalisme een efficiënt systeem is, dat niet wordt gedragen door feiten.
Toch verspreiden partijen dit verhaal, zodat ze zich niet hoeven verzetten tegen het regerende systeem. Maar ook andere zaken: dat Nederland een progressief en gelukkig land is, dat kolonialisme voorbij is, dat Nederland een democratie is… Allemaal over-narrativisatie.
Het probleem van over-narrativisatie zou je op kunnen lossen. Door meer perspectieven en diversere narratieven te verspreiden kan je tegenwicht bieden aan de ongefundeerde over-narratieven. Zeker als die diverse narratieven gefundeerd zijn met openbare, toegankelijke feiten.
Het probleem is dat de mogelijkheid om te narrativiseren niet eerlijk verspreid is over de samenleving. Politieke actoren en bedrijven hebben meer “podium” om hun narratief (hun “frame”) veel makkelijker ten tonele te brengen.
Daarnaast is toegang tot feiten en kennis niet eerlijk verdeeld. Welke aspecten van de maatschappij worden gemeten en welke niet zijn politiek bepaald, en ook hier speelt geld een grote rol. Politiek en bedrijven bepalen dus ook beschikbare feiten.
Zo kon Shell jarenlang het over-narratief handhaven dat er weinig negatieve consequenties zaten aan de olie-industrie. Ze wisten van klimaatverandering, maar die informatie hebben ze eenvoudigweg achtergehouden om hun over-narratief niet te ondergraven.
Door decennia, zo niet eeuwen aan afstomping zijn we als samenleving gewend geraakt aan over-narratieven in de media. Onze media is er zelfs op aangepast: kranten zijn vervangen door talkshows waar figuren ongefundeerde verhaaltjes kunnen ophangen.
Na het jarenlang breed accepteren van die over-narratieven was het een kwestie van tijd voordat iemand de volgende stap zou zetten: wat als je een narratief bedenkt dat niet alleen bepaalde feiten negeert, maar dat compleet losstaat van feiten? Een “blank slate” om te ontwerpen?
Dat is de ‘innovatie’ van fascisten als Geert Wilders en Donald Trump: het bouwen van een narratief dat geheel losstaat van de werkelijkheid. Een “hyper-narratief” dat ze vanaf de grond toe kunnen ontwerpen voor hun eigen politieke doeleinden.
Zo komen zaken als sugrofobie de wereld in. Door een hyper-narratief te creëren over complottheorieën van “linksen”, moslims en “buitenlanders” weten fascisten precies de emotionele noten te spelen die hun volgelingen zo boos en haatdragend mogelijk maakt.
Niet alleen is dat hyper-narratief haatdragend, het is ook zo ontworpen dat “gelovigen” allerlei autocratische handelingen steunen, en zo toestaan dat autocratische leiders steeds meer macht naar zich toetrekken. Want: in een complottheorie is iedereen een potentiële vijand.
En dat hyper-narratief is niet alleen “agnostisch” over feiten. Het is actief anti-feitelijk. Want feiten zijn ketenen die het hyper-narratief beperken. Een fascistisch hyper-narratief moet juist zo veel mogelijk leugens bevatten.
Eén bekend hyper-narratief is hoe het handelstekort van de VS iets slechts is voor de VS. Het tegendeel is waar, blijkt uit de negatieve gevolgen van de importheffingen. Als dat narratief botst met de waarheid, is de oplossing het te verdoezelen.
Dat is het fascistische antwoord op feiten die hun hyper-narratief bedreigen: met geweld bouwen ze een wereld waar iedereen moet doen alsof hun narratief klopt. Bijvoorbeeld: pro-Palestijnse leuzen vervolgen als terrorismeverheerlijking.
Of, zoals in de VS, het inperken van journalistieke vrijheid zodat kritiek op het regime geen ruimte krijgt. Uiteindelijk wordt kritiek op de regering strafrechtelijk aangepakt, met als onderbouwing dat de kritische pers onderdeel is van “het complot”.
Dat is waar fascisten naartoe bouwen: een wereld waarin zij de uiteindelijke autoriteit zijn over de realiteit. Een toneelstukje waarin zij gelijk hebben gekregen, enkel omdat iedereen die hun leugens kan of durft te benoemen is uitgeschakeld.
Dit is overigens ook wat fascisten uiteindelijk de kop kost. Dat ze alle kritiek verbieden maakt hun hyper-narratief nog niet waar. Zoals tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen de nazi-economie compleet onvoorbereid was om oorlog te voeren.
Of toen Hitler fantaseerde dat de USSR op het punt van instorten stond, en dat Duitsland alleen maar de deur hoefde in te trappen om het hele land in te laten storten. Ook dat bleek een ideologisch waanbeeld.
Maar: we hebben niet de mogelijkheid om te wachten tot de fascisten uit zichzelf instorten. Want voordat ze dat doen hebben ze al veel gemarginaliseerde groepen en politieke tegenstanders vermoord. Dat moet kostte wat het kost worden voorkomen.
Daarvoor is het niet genoeg om alleen het hyper-narratief te bestrijden. Want het onderliggende probleem is dat we jarenlang over-narratieven hebben toegestaan, waar uiteindelijk die hyper-narratieven uit zijn gegroeid. We moeten dus alle leugens bestrijden.
Een strijd tegen fascisme is daarom niet compleet zonder een strijd voor de bevrijding van de journalistiek van de kapitalistische media, die in hun talkshows vooral bezig zijn met verhaaltjes te vertellen. De waarheid moet weer een plek krijgen.
En daarnaast moeten we het idee loslaten dat “links” dezelfde spelletjes kan spelen als rechts. Een échte linkse beweging laat haar politiek bepalen door compassie in de ene hand, en feiten in de ander. Voor die zaken is in een over-narratief geen plaats.
Bo Salomons
(Dit artikel verscheen eerder als draadje op Bluesky.)
Reacties (0)
Voeg nieuwe reactie toe
Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.