Forum voor Anarchisme
ArtikelenDe AnarchokrantDossiersEventsWiki // Hulp bronnenContact // InzendingForum
|
anarchokrant2 januari 2025

Vietnam, Algerije, Palestina: de fakkel van de anti-koloniale strijd doorgeven (deel 3)

Author: Doorbraak.eu | GEPLAATST DOOR: De Anarchokrant | Bron: doorbraak.eu

De strijd duurt lang en de weg is moeilijk.

“Als de deuren van de gevangenis opengaan, zal de echte draak naar buiten vliegen.” (Ho Chi Minh)

“Door bittere ervaringen leert een vrijheidsstrijder dat het de onderdrukker is die de aard van de strijd bepaalt, en dat de onderdrukte vaak geen andere keus heeft dan ongeveer dezelfde methoden te gebruiken als de onderdrukker.” (Nelson Mandela)

“Gaza was en zal de hoofdstad van vastberadenheid blijven, het hart van Palestina dat niet ophoudt met kloppen, zelfs als de wereld zich om ons heen sluit. Houd dus vast aan het land, net zo stevig als wortels zich vastklampen aan de grond, want geen wind kan een volk ontwortelen dat ervoor gekozen heeft om te leven.” (Younes Masskine, Marokkaanse journalist, 2024)

De Palestijnse bevrijdingsstrijd moeten we plaatsen op de lange weg van anti-koloniale/anti-imperialistische/anti-apartheidsstrijd en dekolonisatie, net als de bevrijdingsstrijd van Haïti, Vietnam, Cuba, Algerije, Guinee Bissau, Kaapverdië en Zuid-Afrika. Het is daarom een strijd die onze steun verdient. Maar, zoals de Palestijnse activist en geleerde Edward Said ooit schreef: “Palestina is de gruwelijkste, moeilijkste zaak om te verdedigen, niet omdat zij onrechtvaardig is, maar juist omdat zij rechtvaardig is en het toch gevaarlijk is om er over te spreken.” Toch kunnen we het ons in deze tijden van genocide niet veroorloven om te zwijgen: we moeten zo eerlijk en concreet mogelijk over Palestina spreken.

De dekolonisatie van Palestina zou het einde betekenen van de bezetting en het apartheidsregime en de ontmanteling van Israël als koloniaal project. Alle anti-koloniale revolutionairen (ongeacht hun ideologie: communistisch, nationalistisch, religieus conservatief, etc.) zijn door de kolonisten en onderdrukkers altijd afgeschilderd als terroristen, wilden en barbaren. En alle koloniale machten hebben met wreedheid en onmenselijkheid gereageerd op daden van verzet door de onderdrukten en gekoloniseerden. Het wordt daarom tijd dat we stoppen met het legitieme geweld (en het recht op verzet) van de onderdrukten en gekoloniseerden (die vechten voor hun eigen bevrijding) even erg te vinden als het oneindig veel grotere geweld van de onderdrukkers en kolonisatoren, die dat alleen gebruiken om een onrechtvaardige en wrede status quo voort te laten duren.

De Zuid-Amerikaanse revolutionair Walter Rodney verwoordde dit zo: “Ons is verteld dat het gebruik van geweld op zichzelf slecht is en dat het, ongeacht de reden daarvoor, moreel niet te rechtvaardigen is. Maar, volgens welke morele maatstaf kan het geweld dat een slaaf gebruikt om zijn ketenen te breken gelijk worden gesteld aan het geweld van een slavenhouder? Met welke maatstaf kunnen we het geweld van zwarte mensen, die vier eeuwen lang telkens weer onderdrukt zijn, gelijk stellen aan het geweld van witte fascisten? Geweld dat gericht is op het herstel van menselijke waardigheid en op gelijkheid valt niet te vergelijken met geweld dat gericht is op het in stand houden van discriminatie en onderdrukking.”

De Al-Aqsa-storm aanvallen die de Palestijnse bevrijdingsbeweging op 7 oktober 2023 startte, kunnen we, ondanks alle verschrikkelijke verwoestingen en gruwelijke massaslachtingen door Israël in Gaza die erop volgden, zien als het begin van het einde van Israëls kolonialisme. Ondanks de moordaanslagen op leiders van Hamas en Hezbollah blijven de verzetsgroepen intact en gaan gestaag door met hun aanvallen op het Israëlische leger. Hoewel het eigenlijk nog te vroeg is om dit met zekerheid te zeggen, zou wat zich nu afspeelt in Palestina en Libanon, net als de gebeurtenissen op 8 mei 1945 in Algerije, de eerste stap kunnen zijn in een langdurige volksoorlog om de kolonie te ontmantelen. Hamas heeft de mythe van Israëls onoverwinnelijkheid aan diggelen geslagen, en door zijn heldhaftige verzet in Gaza laat Hamas zich nu gelden als de leider van het Palestijnse verzet tegen bezetting, apartheid en kolonisatie. De ongelijke oorlog die zich ontvouwt is niet simpelweg een oorlog tussen Hamas en Israël, het is een Palestijnse bevrijdingsoorlog. Het is ook al een regionale oorlog, aangezien Israël en zijn westerse bondgenoten (vooral de VS en Groot-Brittannië) op vijf fronten bij tijd en wijle aanvallen doen: Gaza/Westelijke Jordaanoever, Libanon, Jemen, Iran en Irak/Syrië.

We moeten inzien dat gewapende strijd onder bepaalde omstandigheden noodzakelijk is, en dat dit het geval is voor bezet Palestina in zijn strijd tegen het zionistische kolonialisme. Het is echter van het grootste belang dat de gewapende strijd een onderdeel uitmaakt van een groter geheel van revolutionaire politiek, om ervoor te zorgen dat de Palestijnse strijders zich niet verliezen in het onbesuisd aanvallen van willekeurige doelen. Gewapende strijd zou een middel moeten zijn om bredere politieke steun te krijgen, in plaats van mogelijke bondgenoten af te schrikken. Volgens de Pakistaanse revolutionaire geleerde Eqbal Ahmad heeft doeltreffend verzet daarom een flexibele strategie nodig, een mengsel van verschillende militaire en politieke acties, afhankelijk van de militaire situatie waarin de vijand zich bevindt en de wereldwijde politieke toestand. Geweld en geweldloosheid sluiten elkaar dus niet uit, waarbij onderdrukte bevolkingen zouden moeten kiezen tussen het een of het ander, maar vullen elkaar juist aan. We moeten het geweld van Hamas dus niet puur moralistisch veroordelen, zoals sommige linkse mensen doen. We moeten bovendien beseffen dat het verwerpen van islamistisch anti-koloniaal verzet voort kan komen uit een diepgeworteld islamofobie, waaraan helaas sommige delen van Europees-Amerikaans links lijden.

Sinds haar begindagen heeft de Palestijnse bevrijdingsbeweging de noodzaak begrepen van gewapend verzet tegen een wreed, gewelddadig, koloniaal, apartheids- en bezettingsregime. Tegelijkertijd weet ze, net als haar broeders en zusters in Algerije en Vietnam, dat het militair verslaan van een zeer moderne militaire macht (gesteund door de imperialistische VS en hun bondgenoten) onmogelijk is. Om zijn doel te bereiken moet de Palestijnse gewapende strijd daarom hecht verbonden zijn met een bredere revolutionaire politieke strategie en een verenigd anti-koloniaal front.

Laten wij bijvoorbeeld eens kijken naar de aanpak van Abane Ramdane, de “architect” van de Algerijnse onafhankelijkheidsstrijd. Hij zette zich in om de verschillende politieke en militaire groepen van de Algerijnse revolutie bij elkaar te brengen om zo een sterker verenigd front te krijgen. Tijdens het belangrijke Congres van Soummam in augustus 1956 benadrukte Ramdane dat politieke actie belangrijker was dan militaire operaties. Maar het was ook Ramdane die erop aandrong om de oorlog naar de hoofdstad Algiers te brengen. Het Algerijnse FLN won de oorlog tegen de Fransen niet militair, maar via politieke en diplomatieke gevechten, bijvoorbeeld door het Franse koloniale regime aan de kaak te stellen en zo te isoleren en door sterke internationale samenwerking op te bouwen, onder andere op de Bandung Conferentie in 1955, op Afrikaanse conferenties, in Europa en bij de Algemene Vergadering van de VN.

Het is duidelijk dat de wereld, politiek gezien, drastisch is veranderd sinds de jaren vijftig en zestig. We leven niet langer in het tijdperk van nationale bevrijding en enthousiaste samenwerking van landen in het mondiale zuiden. Erger nog, we leven in een tijdperk waarin de machtigste landen het internationaal recht openlijk met voeten treden en waarin het bouwwerk van progressieve westerse organisaties op het gebied van mensenrechten en democratie (politiek, intellectueel, cultureel en in de media) voor onze ogen in elkaar stort en de liberale gevestigde orde zijn ware genocide en witte arrogantie gezicht laat zien. De situatie in het Midden-Oosten is ook niet best. Reactionaire en verraderlijke Arabische regimes die de Palestijnse zaak hebben verkocht aan de VS en Israël omringen Palestina. Dit extreem moeilijke politieke klimaat moeten we in ons achterhoofd houden bij het ontwikkelen van een goede strategie die de Palestijnse anti-koloniale krachten kan verenigen en effectief revolutionaire taken kan verdelen. Als onderdeel van zo’n uitgebreide strategie is het versterken van Boycotten, Desinvesteren en Sancties opleggen (BDS) van het grootste belang.

Gaza heeft de wereld wakker geschud en Palestina is de belangrijkste hedendaagse strijd geworden. Palestina stelt progressieve bewegingen en organisaties op de proef, en het is ook een test voor ieder van ons. De Palestijnse bevrijdingsstrijd is niet alleen een morele kwestie of een mensenrechten kwestie: het is fundamenteel een strijd tegen het door de VS geleide imperialisme en het wereldwijde fossiele kapitalisme, omdat de twee pijlers van de Amerikaanse overheersing in het Midden-Oosten bestaan uit Israël, een Europees-Amerikaanse kolonie, en uit de reactionaire koninkrijken in de Golfstaten, die rijk zijn aan fossiele brandstoffen en een belangrijk centrum zijn van het wereldwijde fossiele kapitalisme. Palestina staat dus voor een wereldwijd gevecht tegen kolonialisme, imperialisme, fossiel kapitalisme en witte arrogantie. In dit opzicht is het succes van de strijd om de reactionaire Arabische regimes omver te werpen – voornamelijk de Golfkoninkrijken, Egypte en Jordanië – essentieel voor de overwinning van de Palestijnse strijd.

De genocide-oorlog van Israël heeft niet alleen onthuld hoe inhoudsloos de zogenaamde “op regels gebaseerde internationale orde” is, maar heeft ook het morele en politieke bankroet van de Arabische regimes aangetoond, waarvan sommige met de mond iets belijden terwijl ze in de praktijk niets doen, en andere actief medeplichtig zijn aan de zionistische misdaden (vooral de Verenigde Arabische Emiraten, Saoedi-Arabië, Egypte, Jordanië en Marokko). Dat is het afgelopen jaar overduidelijk geworden voor de Arabische bevolking. Dit zou hun vastberadenheid kunnen vergroten om deze regimes de komende jaren omver te werpen. Denk daarbij aan de Soedanese en Algerijnse revolutionaire slogans van 2018 en 2019: “Laat ze allemaal vallen”.

De koppige pogingen van de Fransen en hun bondgenoten in de jaren veertig en vijftig om in Indochina aan hun wereldrijk vast te houden, om zo hun posities in Afrika te verdedigen, zien we vandaag terug in de acties van de VS, Israël en hun bondgenoten om in Palestina en het Midden-Oosten vast te houden aan hun wereldmacht, terwijl zij daar stuiten op het verzet van Islamitische Republiek Iran, Hezbollah en haar zusterorganisaties in het Libanese verzet, Hamas en haar partners in het Palestijnse verzet, Ansar Allah (bekend als de Houthi’s) in Jemen en een reeks Iraakse verzetsgroepen. Het is zodoende voor de anti-imperialistische krachten wereldwijd van het grootste strategische belang om het imperialisme in Palestina en het Midden-Oosten aan te vallen voor de wereldrevolutie, om de woorden te gebruiken van de Palestijnse revolutionaire intellectueel, dichter en politiek activist Ghassan Kanafani, die ik aan het begin van dit artikel citeerde.

Het is niet mijn bedoeling om de verschillende revoluties en het anti-koloniale verzet kritiekloos te verheerlijken of te romantiseren, want ze hadden en hebben allemaal hun eigen problemen, tegenstrijdigheden, tekortkomingen en mislukkingen. Bovendien toont de post-koloniale realiteit in de landen waar ik het over heb de valkuilen van het nationalisme en het failliet van delen van de nationale bourgeoisie, zo meesterlijk beschreven door Fanon in zijn boek “De verworpenen der aarde”. Maar in plaats van nergens heil in te willen zien en deze revolutionaire inspanningen achteraf niet de moeite waard te vinden, moeten we revoluties zien als doorlopende, lange termijn processen, met eb en vloed, in plaats van gebeurtenissen die op één bepaald moment slagen of mislukken.

Voor een goede op feiten gebaseerde beoordeling van revolutionaire strijd is het ook belangrijk om zowel de nationale, als de regionale en internationale kanten daarvan te onderzoeken. Internationale solidariteit tussen onderdrukte en gekoloniseerde bevolkingen is en blijft een drijvende kracht achter het veranderen van de wereld. Op dit moment zien we hoe groot de kracht en het belang van dergelijke zuid-zuid solidariteit is, in de vorm van de betrokkenheid van zuidelijke landen bij de Palestijnse zaak en hun inspanningen om het criminele kolonistenregime van Israël te isoleren. De zaak van Zuid-Afrika tegen Israël bij het Internationaal Gerechtshof wegens schending van het Genocideverdrag is daarvan een voorbeeld. Het toont ook een historische ontwikkeling: Afrikaanse mannen en vrouwen schudden witte overheersing en kolonialisme van zich af om, in de woorden van de VN Speciaal Rapporteur Francesca Albanese, “de mensheid en het internationale rechtssysteem te redden van de meedogenloze aanvallen die door het grootste deel van het westen worden gesteund of door de vingers gezien. Deze strijd zal een van de bepalende beelden van onze tijd blijven.” In Den Haag zagen we hoe vertegenwoordigers van de natie die onder de apartheid leed en dat overwon, opkwamen voor menselijk fatsoen, rechtvaardigheid en solidariteit, en hun hand uitstaken naar een andere natie die koloniale onderdrukking en genocide ondergaat, zich ertegen verzet, en haar recht op vrijheid opeist. Het mondiale zuiden (ongeacht zijn onvolmaaktheden en tegenstrijdigheden) leert het “mensenrechten- en democratie minnende” noorden een lesje in politieke moraal. Met hun acties eren de erfgenamen van Mandela zijn nagedachtenis en onderstrepen ze de waarheid van zijn woorden: “We weten maar al te goed dat onze vrijheid onvolledig is zonder de vrijheid van de Palestijnen”.

Veel landen in het zuiden van de wereld steunen de zaak van Zuid-Afrika, zoals Turkije, Indonesië, Jordanië, Brazilië, Colombia, Bolivia, Pakistan, Namibië, de Malediven, Maleisië, Cuba, Mexico, Libië, Egypte, Nicaragua, de Organisatie voor Islamitische Samenwerking (bestaande uit 57 leden) en de Arabische Liga (bestaande uit 22 leden). Westerse mogendheden (de VS, Groot-Brittannië, Canada en Duitsland) steunen Israël daarentegen. Duitsland kreeg stevige kritiek van Namibië, zijn voormalige kolonie, die zijn houding beschamend noemde, omdat het de genocide van Israël in Gaza verdedigt en dus niet geleerd blijkt te hebben van zijn moorddadige geschiedenis van het plegen van twee genociden in de twintigste eeuw: op de Herero en Namaqua in Namibië en door middel van de Holocaust in Europa. Bovendien hebben Chili en Mexico het Internationaal Strafhof (ICC) opgeroepen om oorlogsmisdaden van Israël in Gaza te onderzoeken. Dit, samen met een dozijn landen die hun diplomatieke banden met Israël verbroken hebben en stappen van Colombia (en mogelijk Zuid-Afrika) om de export van steenkool naar Israël te verbieden, wijst op een duidelijke scheidslijn tussen noord en zuid (afgezien van landen als Jordanië en Egypte). Deze ontwikkelingen versterken de trend naar een multipolaire wereld waarin het zuiden zich politiek en economisch laat gelden. We bevinden ons nog niet in een nieuwe Bandung-fase, maar dit historische moment zal het verval van het door de VS geleide imperium versnellen.

De hoorzittingen van het Internationaal Gerechtshof en de ontwikkelingen die daarop volgden vormen een serieus probleem voor de witte wereld (waar wit niet alleen een raciale categorie is, maar ook een ideologische constructie), de westerse gevestigde orde, hun afbrokkelende bouwwerk van “mensenrechten” en hun “universalisme” (gelijke aandacht voor landen in het zuiden van de wereld), en kunnen de ineenstorting van de internationale “op regels gebaseerde” (wan)orde bespoedigen. Het is overduidelijk dat de westerse/noordelijke burgerlijke democratie een diepe (zo niet dodelijke) morele crisis doormaakt en dat haar wereldwijde macht langzaam maar zeker afneemt. Dat verklaart het toenemende gebruik van oorlogsvoering en volkerenmoord. Het kapitalisme-imperialisme gaat zijn openlijk barbaarse fase in. Zoals Gramsci schreef: “Het oude sterft en het nieuwe kan niet geboren worden; in deze tussenperiode verschijnen een heleboel ziekelijke toestanden”.

In een tijd waarin het internationale politieke en economische systeem de schuld geeft aan zijn slachtoffers in plaats van aan degenen die dit systeem in stand houden, alle aandacht afleidt van de mechanismen van overheersing en zijn toevlucht neemt tot culturele (vaak racistische) verklaringen voor zijn mislukkingen, is het van groot belang dat we ons verdiepen in revolutionaire en progressieve ontwikkelingen uit het verleden. Dat hebben we nodig om te kunnen breken met de lange geschiedenis van plundering, geweld en onrecht die de meerderheid van de planeet te verduren heeft. Dit kan ons ook helpen om de propaganda te overwinnen van slaafse media, die de ketenen van het systeem verhullen door het gebruik van onschuldig klinkende uitdrukkingen als de “onzichtbare hand van de markt”, de “zegenrijke globalisering”, de “humanitaire verantwoordelijkheid om te beschermen”, of “het recht van Israël zichzelf te verdedigen”.

Het wordt steeds duidelijker dat de onderdrukte meerderheid niet langer kan ademen in een systeem dat mensen ontmenselijkt, een systeem dat super-uitbuiting stimuleert, een systeem dat de natuur en de mensheid domineert, een systeem dat enorme ongelijkheid en onnoemelijke armoede veroorzaakt, een systeem dat oorlog, vernietiging van de natuur en klimaatchaos veroorzaakt. Gelukkig vinden er op alle continenten opstanden plaats die fundamenteel anti-systeem zijn. Maar om deze lokale verzetsdaden te laten slagen, moeten ze wereldwijde aandacht en ondersteuning krijgen. Kunnen we de verschillende hedendaagse strijden – van de Arabische, Afrikaanse, Aziatische en Latijns-Amerikaanse opstanden tot Black Lives Matter, het verzet van inheemse gemeenschappen en de arbeidersbeweging, en van de bewegingen voor klimaatrechtvaardigheid, voedselsoevereiniteit en vrede tot de studentenkampen, acties tegen fascisme, en racisme en voor Palestijns/Libanees verzet – bundelen, sterke wereldwijde samenwerking organiseren en zo onze eigen tegenstrijdigheden en blinde vlekken overwinnen? We kunnen we ons in ieder geval laten inspireren door het verleden, door te kijken naar de perioden van dekolonisatie, de Bandung conferentie, de onderlinge steun van landen in het zuiden van de wereld, en nog veel meer internationale ervaringen.

Om een voorbeeld te geven: met zijn gedurfde buitenlandse beleid werd de Algerijnse hoofdstad in de jaren zestig en zeventig een Mekka voor revolutionairen. Het was Amilcar Cabral, de revolutionaire leider uit Guinee-Bissau, die op een persconferentie in de marge van het eerste Afrikaanse Festival in Algiers in 1969 tot de journalisten sprak: “Pak een pen en noteer: de moslims maken de pelgrimstocht naar Mekka, de christenen naar het Vaticaan en de nationale bevrijdingsbewegingen naar Algiers!”. Ook de strijd van Vietnam tegen het Amerikaanse imperialisme in de jaren zestig was een verzamelpunt was voor progressieve bewegingen dat mede leidde tot de wereldwijde protestbeweging van 1968.

We moeten de ambitieuze projecten van de jaren zestig om zich te bevrijden van het imperialistisch-kapitalistische systeem, nieuw leven inblazen. We moeten voortbouwen op dit revolutionaire erfgoed, ons laten inspireren door de opstandige hoop en het internationale perspectief. Dat is van het grootste belang voor Palestina en voor emancipatie strijd overal ter wereld.

Zo schreef Fanon: “Kom dan, kameraden, het zou goed zijn om meteen te besluiten andere wegen te kiezen. We moeten de zware duisternis waarin we gedompeld zijn van ons afschudden en achter ons laten. De nieuwe dag, die al voor de deur staat, moet ons sterk, voorzichtig en vastbesloten vinden. Laten we geen tijd verspillen aan steriele verhalen en misselijkmakende na-aperij. Laat dit Europa voor wat het is, waar ze nooit klaar zijn met praten over De Mens, maar toch overal waar ze mensen vinden hem vermoorden, op de hoek van elke straat in hun eigen land, en in alle uithoeken van de wereld. Kom dan, kameraden, het Europese spel is eindelijk afgelopen; we moeten iets anders vinden. Wij kunnen vandaag alles, zolang we Europa maar niet imiteren, zolang we niet bezeten zijn door het verlangen om Europa in te halen. Voor Europa, voor onszelf en voor de mensheid, kameraden, moeten we het blad omslaan, moeten we nieuwe ideeën uitwerken en uitproberen, een nieuwe mens in het leven roepen.”

Om een beroemd gezegde dat veel moslims kennen, wat aan te passen: laten we werken aan radicale verandering alsof het een eeuwigheid zal duren om dat voor elkaar te krijgen, maar laten we vast de voorbereidingen treffen alsof het morgen zal gebeuren. Zoals revolutionairen zongen op het Afrikaanse Festival van Algiers in 1969: “Weg met het imperialisme, weg met het kolonialisme!” en “Kolonialisme, we moeten vechten tot we winnen! Imperialisme, we moeten vechten tot we winnen!” Waar wij aan toe kunnen voegen: “Van de rivier tot de zee, Palestina zal vrij zijn!”

Hamza Hamouchene

Deel 1 lees je hier.

Het oorspronkelijk artikel “Vietnam, Algeria, Palestine – passing on the torch of the anti-colonial struggle” verscheen in november 2024 op de website van het Trans National Institute. Vertaling en bewerking: Jan Paul Smit. (De meningen in dit artikel zijn uitsluitend die van de auteur en komen misschien niet overeen met die van TNI, voegde TNI toe. Dat geldt ook voor Doorbraak, meer daarover in onze kanttekeningen hieronder.)

Enkele kritische kanttekeningen van de redactie

We vinden het artikel van de Algerijnse onderzoeker-activist Hamouchene belangrijk omdat het een geschiedenis weergeeft van onderlinge solidaire, praktische en ook ideologische banden tussen de verschillende anti-koloniale strijden in de decennia na de Tweede Wereldoorlog, en ook verbanden legt met de huidige strijd van de Palestijnen. We vinden het een inspirerend artikel. Toch willen we er enkele kritische kanttekeningen bij plaatsen.

Hamouchene schrijft: “Het is niet mijn bedoeling om de verschillende revoluties en het anti-koloniale verzet kritiekloos te verheerlijken of te romantiseren, want ze hadden en hebben allemaal hun eigen problemen, tegenstrijdigheden, tekortkomingen en mislukkingen. Bovendien toont de post-koloniale realiteit in de landen waar ik het over heb de valkuilen van het nationalisme en het failliet van delen van de nationale bourgeoisie.” Het is mooi dat hij niet wil verheerlijken of romantiseren, maar door die “problemen, tegenstrijdigheden, tekortkomingen en mislukkingen” vervolgens op geen enkele wijze, met geen enkel voorbeeld, concreet te maken, kan zijn artikel bij lezers die hiermee nu voor het eerst van deze geschiedenis kennis nemen, wel degelijk eenzijdig positief en ophemelend overkomen.

Daarom stippen we hier dan zelf maar even, heel kort en vrij willekeurig, een aantal van die “problemen, tegenstrijdigheden, tekortkomingen en mislukkingen” aan. De Vietnamese leider Ho Chi Min mag dan een belangrijke rol hebben gespeeld bij de anti-koloniale strijd, niet vergeten mag worden dat hij vlak na de Tweede Wereldoorlog, nota bene samen met de Franse bezetter, alle andere ‘concurrerende’ Vietnamese anti-koloniale en linkse stromingen uitroeide via het aanrichten van massaslachtingen onder hun leden. Om nog iets te noemen: de Palestijnse beweging werkte soms samen met fascisten. Zo waren in de jaren zeventig bijvoorbeeld, naast radicaal-linkse stadsguerrilla’s uit West-Duitsland, ook bekende neo-nazi’s uit dat land actief in Palestijnse trainingskampen in Jemen. Kennelijk maakte het de Palestijnse beweging destijds niet altijd evenveel uit of bondgenoten tegen Israëlisch kolonialisme of tegen Joden waren. Of laten we het hebben over het feit dat na veel van de gewonnen anti-koloniale strijden de macht werd overgenomen door dictatoriale regimes, zoals dat van de geroemde Algerijnse president Boumédienne en zijn opvolgers. Hamouchene schrijft in dat kader over “het failliet van delen van de nationale bourgeoisie”. Maar het exploiteren en onderdrukken van de bevolking is wat elke bourgeoisie feitelijk definieert. Zo bezien vormt niet in eerste instantie die bourgeoisie het probleem, maar de bevrijdingsbewegingen die die klasse van onderdrukkers en uitbuiters een hoofdrol toewezen in de strijd. Verder zijn twee van de citaten, waar Hamouchene hoofdstukken van zijn artikel mee begint, afkomstig van Mao, de Chinese partijleider die tientallen miljoenen doden op zijn geweten heeft. Die quotes hebben we weggelaten. Voor zover zijn ‘wijsheden’ de moeite waard zijn, horen we ze liever uit de mond van de honderden andere linkse denkers die ze vaak eerder, scherper en mooier hebben verwoord.

Met zijn artikel wil Hamouchene historische verbanden leggen, en dat is hem veelal goed gelukt, maar in bepaalde opzichten is zijn stuk juist verbazingwekkend a-historisch, en zet het ons zo op het verkeerde been. Dat maakt dat we er minder van kunnen leren dan mogelijk was geweest. Hij benoemt bijvoorbeeld terecht dat het nationalisme “valkuilen” heeft. Maar hij lijkt van dat nationalisme een nogal versteend en a-historisch beeld te hebben. Hij vergeet dat die politieke stroming in de jaren 50 en 60, toen het linkse gedachtegoed wereldwijd veel sterker was, vaak een heel ander karakter had, veel progressiever, dan het nationalisme van de eenentwintigste eeuw, waarin extreem-rechts en ronduit fascisme steeds dominanter zijn geworden. De valkuilen van zeventig jaar geleden zijn daardoor nauwelijks vergelijkbaar met die van nu: waar het destijds voor de hand lag dat links nationale bevrijdingsbewegingen steunde, is dat nu veel riskanter, al was het alleen maar omdat momenteel overal en steevast etnische zuiveringen en genocide op de loer liggen. En we hoeven ook helemaal niet per se terug te grijpen op de modellen van bevrijding van voor de val van de Berlijnse Muur, want vanaf 1994 en de jaren tien van de eenentwinitigste hebben nieuwe bevrijdingsbewegingen in respectievelijk Chiapas en Rojava laten zien dat het ook echt anders kan: democratischer, decentraler en zoveel mogelijk anti-nationalistisch. Deze bewegingen lijken daadwerkelijk geprobeerd te hebben lessen te leren van de historische strijdgeschiedenis.

Vergelijkbaar a-historisch analyseert Hamouchene als het gaat om de islam. Hij schrijft consequent over “de moslims” van het Algerijnse en Palestijnse verzet van de jaren 50 tot 70, en laat dat naadloos overlopen in zijn beschrijving de meer actuele Palestijnse strijd. Alsof het geloof en politieke ideeën van de strijders van destijds simpelweg uitwisselbaar zijn met die van huidige islamisten. Het klopt dat vrijwel alle Algerijnse strijders destijds moslims waren (een aanzienlijke minderheid van de Palestijnen is echter christen), maar dat geloof was niet de basis waarop ze georganiseerd waren. Ze streden als anti-koloniale Algerijnen. Dat is wezenlijk anders dan hoe de huidige islamisten van Hamas, Hezbollah en Ansar Allah zichzelf zien: die strijden áls moslims voor een theocratische staat, waarin geen plek is voor linksen, vakbonden, lhbtia+-ers, en andere gelovigen, en waarin vrouwen een ondergeschikte rol dienen te spelen. Deze stromingen bestonden in de jaren 50 tot 70 nog nauwelijks, hun ideeën waren nog niet zo uitgewerkt als tegenwoordig en machtsposities hadden ze sowieso niet.

“We moeten het geweld van Hamas dus niet puur moralistisch veroordelen, zoals sommige linkse mensen doen. We moeten bovendien beseffen dat het verwerpen van islamitisch anti-koloniaal verzet voort kan komen uit een diepgeworteld islamofobie, waaraan helaas sommige delen van Europees-Amerikaans links lijden”, zo schrijft Hamouchene. Met zijn eerste punt zijn we het volmondig eens: het anti-koloniale geweld van Palestijnen, inclusief Hamas, moeten we niet veroordelen. Maar kritiek op islamisme hebben we wel, en dat heeft niets te maken met islamofobie. Sowieso komt veel van de serieuze en linkse kritiek op islamisme van andere moslims. Wij hebben grote problemen met linkse, anti-imperialistische stromingen die islamisten als bondgenoten zien. Hamouchene lijkt in een opsomming in zijn artikel zelfs de Iraanse theocratische dictatuur als anti-imperialistische bondgenoot te beschouwen! Maar wie fundamentalisten als bondgenoot accepteert laat alle mensen vallen die door hen onderdrukt en verafschuwd worden. Hamouchene zou beter moeten weten, zeker gezien de Algerijnse burgeroorlog van de jaren negentig, waarbij meer dan 150.000 doden vielen, mede door de fundamentalisten. Ook die geschiedenis moeten we meenemen en van leren.

Reacties (0)

Voeg nieuwe reactie toe

Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.