Raoul Vaneigem Van Handboek voor de jonge generatie naar de nieuwe wereldwijde opstand
(Du Traité de savoir-vivre à l’usage des jeunes générations à la nouvelle insurrection mondiale, le cherche midi, 2023
[Vertaling Geert Carpels, 2025, eigen opmerkingen tussen vierkante haakjes.]
ACHTERFLAP
Raoul Vaneigem laat weer zijn bijzondere stem horen, die van een menselijk bewustzijn, die van een “opstand van het hart”.
Geschreven tussen 1963 en 1965, gepubliceerd in 1967, heeft het Handboek voor de jonge generatie [De arbeiderspers, Amsterdam, 1978, vertaling FF De Haan] zijn relevantie te danken aan een voortdurend herschrijven waardoor de woorden uit de geleefde werkelijkheid hun scherpte tegenover de dominante taal stelden. Sinds 1968 heeft de auteur, van Livre des plaisirs tot Retour à la vie, (Nederlandse vertaling hier) een strijd geleverd tegen de ontmenselijking door het kapitalisme, strijd die bovendien te dikwijls wordt overgenomen door het antikapitalisme dat meer dan eens het proletariaat heeft geknecht onder het mom het te emanciperen. Een opstand van het dagelijkse leven verspreidt, in Frankrijk en in heel de wereld, een guerrilla die niet doodt maar vastbesloten is de machinerie die het leven vernietigt uit te roeien en de ondernemingen van het Profijt ongedaan te maken. De strijd van de vrouwen tegen het patriarchaat is voorbeeldig geworden. Het individu bevrijdt zich van het individualisme. De Staat stort in. De zelfverdediging van het leven neemt het op tegen de veralgemeende vergiftiging. De uitoefening van de Macht gaat op belachelijke wijze ten onder. De woorden stoppen met werken om te spelen en om te ontdekken dat de wederzijdse hulp en samenwerking de bron is van liefde die voortdurend wordt herboren in ons en in het universum. Deze begrippenlijst is een uitnodiging tot kuieren in de aardse tuin tot de passie ontluikt om ervan te genieten en hem te cultiveren.
Het leven heeft geen meester nodig, het heeft een menselijk bewustzijn nodig.
https://www.globalinfo.nl/app/uploads/2025/09/RV-Van-Handboek-.-naar-nieuwe-wereldwijde-opstand.pdf
…
Aan de kinderen die een nieuwe wereld zullen bouwen tussen de ruïnes van de oude die we hen nalaten
Aan mijn Eleni
INHOUD
Vooreerst
1 Vrijheid
2 Menselijk bewustzijn
3 Ommekeer van perspectief
4 Antifysis
5 Ideologie
6 Overstijgen van tegenstellingen
7 Vrouw
8 Feminisme en vermannelijking
9 Intellectueel
10 Mechaniek
11 Vooruitgang
12 Het coronavirus, veiligheidsenscenering van een reëel fenomeen
13 Tijd van werk en tijd van begeerte
14 Het functionele lichaam en het pulserende lichaam
15 Hiërarchie
16 Werk
17 Overleven
18 Kwantitatief en kwalitatief
19 Plebs en relschoppers
20 Gele hesjes
21 Individualisme
22 Individualiteit
23 Geluk
24 Zelfvernietiging
25 Angst
26 Schuld
27 De Staat
28 Taal
29 Immune zelfverdediging
30 Liefde
31 Politiek en zelfbestuur
32 Het bestaan demilitariseren
33 Het leven is tijdloos
34 De breuk met de natuur heeft de dieren veroordeeld tot een tragisch einde
35 De dood uit de mens halen
VOOREERST
Zelden haalden tijdperken het dermate lage niveau waarin onze samenleving zich lijkt te wentelen. In de greep van de wereldwijde lobby’s heeft de Staat een politiek gevoerd van systematisch waardeverlies van al wat leeft door een verwoestende voorrang te verlenen aan de rendabiliteit, het profijt, de financiën. Het Frankrijk van de Verlichting en van de menselijke waarden dooft uit onder de stinkende adem van de mentale ontbinding van zijn leiders.
Terwijl in en rondom ons de woestijn van het hart en van het geweten vooruitgang boekt, zag men nooit voorheen in alle uithoeken van deze wereld die de dodendans van het waanzinnige geld streeft draaiende te houden, zoveel opstanden uitbreken, opflakkeren, uitdoven, weer ontbranden.
Een onbeduidende aanleiding, een onrechtvaardigheid, een kaakslag van de regering volstaan om het vuur aan de lont te steken. Men merkt het snel genoeg: het echte motief is het prozaïsche “Ya basta! Het is genoeg geweest!” van een levenswil die het larvenbestaan afwijst waartoe hij zich vermindert ziet.
We bevonden ons altijd al op de tweesprong van schijnbaar uit elkaar lopende wegen maar wel geplaveid met dezelfde fataliteit. Alhoewel de zelfvernietiging de bevoorrechte weg was, kozen we onder een tegengestelde impuls voor het leven door de dood te negeren die ons langs alle kanten aanporde.
Hetgeen vandaag aan de hand is, heeft met nieuwe omstandigheden te maken. De instorting van de hiërarchische piramide, de aantasting van het patriarchaat, de belachelijke val van het gezag, ontnamen de godsdiensten en de ideologieën de lijkwade van zekerheden waarmee die de sociale strijd en de existentiële eisen omzwachtelden. De leugen stuikt in elkaar en de publieke opinie onderschrijft hem meer uit inertie dan uit overtuiging, vooral na de enscenering van het coronavirus. We kregen een beter overzicht op het no man’s land waarin we ronddwalen, tussen een oude wereld die ineenstuikt en de moeizame geboorte van een nieuwe.
Enerzijds dwingt een immense ontreddering de menigte de zijde van de dood te kiezen, uit neiging naar zelfmoord of lusteloosheid; anderzijds heeft de verbrokkeling van de ideologische zuilen en van de traditionele tegenstelling tussen behoudsgezindheid en vooruitstrevendheid de levenswil blootgelegd die er genoegen mee neemt te bevestigen dat die er is en niet zal wijken. [Een van de leuzen van de Gele hesjes in Frankrijk is “Nous sommes là”, “Hier zijn we” of “We zijn hier”, een verwijzing naar het Dasein van Heidegger.] Die leuze belichaamt een oppermachtige realiteit: het leven heeft geen meester nodig, het heeft een menselijk bewustzijn nodig.
Deelnemen aan het ontwaken van dit menselijk bewustzijn heeft niets van een opdracht voor mij. Het is een weloverwogen keuze voor een genot dat me bekoort en de dominante neerslachtigheid op afstand houdt die zo schadelijk, zo verderfelijk is dat ze uit walging genoeg krijgt van zichzelf.
Omdat ik me bewust ben van de moeilijke toegankelijkheid van een aantal van mijn boeken, ben ik ertoe gekomen op voorhand de omstandigheden van het probleem te verduidelijken.
De vooroordelen, het gangbare gedachtengoed, de dogmatische onwaarheden in vraag stellen, is als met een nagelvijltje proberen de schakels van een ketting door te zagen die millennia geleden door ons misleid bewustzijn werden gesmeed ter medeondertekening van de opkomst van een maatschappij van meesters en slaven.
Het verschijnen van de Gele hesjes in Frankrijk werpt licht op een fenomeen dat, op het eerste zicht, meer lijkt te vallen onder het anekdotische dan onder de Geschiedenis met hoofdletter. Een werkelijkheid is clandestien gebleven, alsof ze bang was in het bewustzijn te verschijnen. Die realiteit is nochtans heel banaal, maar van een banaliteit die van aard is de aanhangers van de slavernij bang te maken.
Het misprijzen waarmee de intellectuelen en de mensen met macht de Gele hesjes overlaadden, is minstens aanleiding tot een schaterlach. Zij die spreken van “cultureel aangepaste boerenpummels”, leverden ons een spektakel, en blijven dat doen, van een mentale beperking die nog nooit met een dergelijke unanimiteit werd vertoond door staatshoofden, leiders, notabelen, de elite. Nochtans ligt die belachelijkheid voornamelijk in hun onmogelijkheid te begrijpen dat ze niet meer zijn dan armzalig puin, achtergelaten op een planeet die de kunst, de cultuur, de gedachte, de menselijke zingeving verwoestte met de cultus van het profijt. Ze zijn de vanitas vanitatum van een wereld waar alles vanaf de wortel moet worden herbegonnen. Waar het leven ons zal leren alles weer uit te vinden, te herontdekken.
Men mag ervan uitgaan dat zich onder de bestormers van de Bastille en onder de opstandelingen die de wereld openstelden voor de uitstraling van de Franse Revolutie, weinig lezers bevonden van Diderot, d’Holbach, Rousseau, Voltaire, Montesquieu, Meslier. Het is even weinig waarschijnlijk dat veel Gele hesjes ooit een werk van Adorno, Bloch, Anders, Benjamin, Khayati, Debord, Vaneigem openden.
Zijn er betere omstandigheden om over te gaan tot een tabula rasa, om alles te hernemen vanaf het begin van de Aarde en van het leven? Is dit geen volledige breuk met een tijdperk dat zich verlustigt in zijn leegte?
Ik heb een totaal vertrouwen in het autonome en solidaire individu, in de mens die zijn individualistische pantser afwerpt en die dankzij de wederzijdse hulp en samenwerking herontdekt hoe je een maatschappij zonder roofdieren begint. Van hem en zijn gelijken zal de vooruitgang komen van het radicale bewustzijn.
Het is volstrekt niet mijn bedoeling om te overtuigen, ik bewijs niets; ik ben op doorreis van een wenselijk ik naar een meer menselijk gewenst ik. De mysteries van het leven ontdekken, rijkt me het wonder aan dat de opvoedkundige militarisering aan de kindertijd ontrukt en blaast nieuw leven in mijn intense vastberadenheid om te strijden voor het doorbreken van de greep van de barbarij op de geneugten die ik koester.
Wat ik schrijf is geen levenswerk, het is een leven in actie.
Ik vond het raadzaam mijn ideeën uiteen te zetten onder de vorm van korte fragmenten die zich als muzikale variaties herhalen op de manier zoals sommige toondichters graag bepaalde thema’s ontwikkelen. Ik ben ervan uitgegaan dat de moeite om ze te verzamelen, ze samen te vatten en in willekeurige volgorde, vrijwel verstrooid te lezen, overeenkomt met een recht op luiheid dat ik voor mezelf en de anderen opeis. De verscheidenheid aan invalshoeken stelt de lezer bovendien in staat er de zijne aan toe te voegen.
Bovendien ben ik me ervan bewust me tegenover een dubbelzinnigheid te bevinden die niet makkelijk valt op te lossen. Wie me heeft gelezen en aan mijn taalgebruik gewoon is geraakt, kan genoeg krijgen van mijn herhalingen die een geërgerd schouderophalen opwekken “we hebben het begrepen, onnodig er nog een schepje bovenop te doen!” Zich daarentegen voor het eerst in de wirwar van mijn gedachten wagen kan tot een boze uitval leiden: “Hé zeg, verklaar je nader! Wees klaar en duidelijk!” Ik ben het mezelf verplicht er nota van te nemen. Zodoende heb ik begrepen waarom sommige schrijvers uit het verleden in hun voorwoord de welwillendheid van de lezer aanroepen. Zo heb ik de kans gekregen afstand te nemen van de arrogantie die bij wijlen in het Handboek voor de jonge generatie sloop.
Ik veroordeel de warboel aan analyses, debatten, geleerde expertises niet (met welk recht ook?) die het kapitalisme de mantel uitvegen. Mijn onverschilligheid of mijn terughoudendheid hebben te maken met een eenvoudige vaststelling: aan al die kritiek op de oude wereld mankeert een essentiële dimensie, de opstand van het hart.
Geen enkele van de onderwerpen die ik aansnij is alomvattend noch geordend. Ik laat het aanduiden van mijn tegenstellingen en de ergernis omwille van mijn herhalingen aan de zorg van de lezer. Het is aan hem die te overstijgen. Laat het allemaal op je inwerken en zie maar wat er overblijft!
Mijn teksten beantwoorden zichzelf als echo’s, ze verspreiden zich makkelijker uit resonantie dan via de economische wegen van de genormeerde communicatie. De intellectuelen begrijpen er niets van? Zoveel te beter, ik wens onaangetast te blijven door dat soort lieden. Hun dode woorden zullen me worst wezen.
Elk fragment weerspiegelt, vervaagt, verheldert, weerkaatst de totaliteit – of bijna – van mijn gedachte. Het spel der resonanties opent een ruimte van weerspiegeling en bespiegeling waarin de onderwerpen zich schoorvoetend verenigen. De terugkaatsende woorden fladderen op poëtische wijze om de uitspraak ervan te weerhouden in een holle frase te veranderen. Het volstaat er in rond te wandelen om van landschap te veranderen. Iedereen kan er het zijne in herkennen.
Geen enkel thematisch overzicht is perfect. De onvoltooidheid is een uitnodiging om de nieuwsgierigheid, de analyse, de bespiegeling verder te zetten. Het zou me daarom bijna plezier doen indien de lezer zich overgaf aan een verstrooid en grillig parcours.
Hoe dikwijls mijn uitspraken zich ook herhalen, het zal tijd vergen vooraleer ze kunnen afrekenen met de vervloekte zekerheden die als basis dienden van de gedachte sinds de metafysica zich de plaats van de fysieke gevoeligheid toe-eigende.
Die tijd heb ik misschien niet, ik ben hem wel.
Reacties (0)
Voeg nieuwe reactie toe
Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.