Nu de wereld in brand staat…
Ik ben de afgelopen maand afwezig geweest, ik was met vaderschapsverlof. Mijn dochter verscheen begin mei en zette de wereld op zijn kop. Of liever gezegd: zij maakte die kleiner en tegelijk ook groter. De tijd verstrijkt langzamer door tot het ritme van voedingen en (pogingen tot) dutjes, maar is tegelijkertijd ook onverbiddelijk nauwkeurig bepaald. In de vroege uren van een ochtend, toen ik haar d’r flesje gaf in het schemerige licht van ons huisje, keek ik voor het eerst sinds dagen weer eens op mijn telefoon. Daar zag ik beelden van Ward Khalil, een klein kind, haar silhouet verlicht door vlammen, nadat Israël de Fahmi al-Jarjawi school in Gaza City had gebombardeerd.
Wonder boven wonder overleefde Ward het. Maar het beeld – haar kleine gestalte met op de achtergrond ruïnes en een hels vuur – liet me koud. Ik huilde bijna, maar de taak die voor me lag was duidelijk: geef je dochter te eten, blijf kalm, dwaal niet af met je gedachten! Ze heeft me nu al duidelijk gemaakt dat kleine kinderen je dwingen aanwezig te zijn, niet omdat ze onschuldige abstracties van de toekomst zijn, maar omdat ze je nodig hebben – nu, hier, volledig.
Maar aanwezigheid alleen is niet genoeg. Want terwijl ik ondergedompeld ben in dit breekbare en tegelijk vreugdevolle begin van een nieuw leven, is de wereld buiten steeds wreder geworden. De genocide in Gaza gaat maar door met haar dagelijkse verschrikkingen, die tot achtergrondruis dreigen te vervagen. Tijdens de tweede ambtstermijn van Trump zijn de invallen van de immigratiedienst toegenomen, waarbij diens medewerkers zowel migranten als activisten oppakken, kinderen van hun ouders scheiden, terwijl anderen hongerend achterblijven in gevangenkampen waar onvoldoende water is, en te weinig dekens zijn. Over de hele wereld zie je nieuwe autoritaire regiems solidariteit onderdrukken en iedereen het zwijgen opleggen die durft te zeggen: “We moeten elkaar helpen.”
Wij begonnen allemaal ons leven op dezelfde manier als mijn piepkleine dochter nu: hopeloos afhankelijk. En niemand van ons ontgroeit dat echt, ook al wordt ons geleerd net te doen alsof. Dit is namelijk de centrale leugen van het liberalisme: dat we onafhankelijk zijn, zelf ons eigen leven opbouwen, en dat we los staan van anderen. Maar het conservatisme is niet minder bedrieglijk. Het prijst het gezin aan als de ideale eenheid van het sociale leven, maar dan een gezin dat hiërarchisch opgebouwd is en zich afsluit voor buren, vreemden en mensen in nood. Het pleit zogenaamd voor orde en persoonlijke verantwoordelijkheid, terwijl het stiekem de banden van solidariteit, die het zelf romantiseert, doorsnijdt. Het resultaat is een wreedheid die zich voordoet als stabiliteit, een cultuur van ongeïnteresseerdheid, verpakt in de taal van traditie.
Maar de waarheid is dat we van elkaar afhankelijk zijn. Zolang als we leven, zijn we letterlijk overgeleverd aan elkaars genade. Dat maakt het grote geweld in onze wereld niet alleen tot iets wat rampzalig slecht is, maar ook tot iets wat het wonder van het leven vreselijk beschadigt.
Intensieve zorg voor nieuw leven en het spektakel van massale dood verdragen elkaar niet. De kleine dagelijkse handelingen om een baby te voeden, schoon, warm en veilig te houden valt onmogelijk te combineren met het overdenken van de monsterlijke wreedheid van staten die van kinderen vijanden maken. Tussen het sussen van een huilbui iets lezen over lichamen die uit puin worden gehaald lukt gewoonweg niet. Het is niet alleen moeilijk met elkaar te rijmen, het zou niet verzoend mogen worden. En toch eist de wereld dat we dat doen. Scrollen, terugdeinzen, doorgaan. Onze grotere en kleinere dagelijkse bezigheden voortzetten.
Maar omdat ik een ouder ben geworden, is het tegelijk moeilijker geworden om weg te kijken van het afschuwelijke geweld. Niet omdat het ouderschap me een speciale kijk geeft op het kwaad in de wereld – mensen zonder kinderen zijn ook prima in staat tot medeleven – maar omdat het mijn lichaam dwingt zich te richten op de kwetsbaarheid van een ander, geliefd wezen. Je wordt iets minder afstandelijk, en daardoor doet alles meer pijn. De ouders van Gaza zijn niet meer ver weg voor mij. Ik voel me aan hen gehecht, ook al worden mijn gevoelens gedempt door mijn eigen veiligheid en geluk. Ik stel me voor hoe het is om je kind vast te houden terwijl je weet dat niemand je komt helpen. Ik stel me voor hoe het is om afscheid te nemen zonder zekerheid op terugkeer.
Dit bedoel ik letterlijk. Het is de structuur van onze wereld. Sommige levens worden ondersteund, andere worden weggegooid. Sommige kinderen worden beschermd, andere verdwijnen. Maar toch ben ik op mijn hoede, want hoe gemakkelijk ontaardt de taal van verzorgen niet in rechtvaardigen. Veel van het geweld in de wereld wordt uitgevoerd in de naam van onze kinderen, onder het mom dat dat wij “het beste” met hen voor hebben. Er worden hekken gebouwd, bommen gegooid, buren in de steek gelaten en vrijheden ingetrokken, allemaal om de denkbeeldige toekomst voor “onze” kinderen veilig te stellen – waarmee natuurlijk niet alle kinderen worden bedoeld, alleen die aan onze kant van de muur, van het paspoort, van het ras. Ouderschap zet je aan om je in te zetten voor een goede wereld. Maar het garandeert niet de juiste conclusies. Het kan je cirkel van zorg vergroten of verkleinen. Je kunt je naar binnen of naar buiten keren. Want als mijn dochter veiligheid verdient, dan verdient Ward Khalil dat ook. Net als Mahmoud Khalil (pro-Palestina studentenactivist) en zijn zoon. Net als de kinderen in Rafah, Jenin, Teheran, Tamra, Juárez en El Fasher (Soedan).
Op 13 juni voerde Israël zware raketaanvallen uit op Iran. Dit zijn geen geheime sabotagedaden. Israël laat op deze manier iedereen weten dat het straffeloos wetten, grenzen en diplomatieke onderhandelingen aan zijn laars kan lappen. De voorwendselen zijn bekend: Israëls nationale veiligheid en Irans nucleaire programma. Maar in feite gaat het net als in Gaza om vernietiging, straf, escalatie en overheersing.
Iran heeft gereageerd met een raketaanval, maar doet dat vanuit een geïsoleerde positie, belegerd door tientallen jaren van sancties en militaire omsingeling. Israël is een apartheidsregime met kernwapens dat gesteund wordt door het machtigste militaire bondgenootschap ter wereld. Iran, hoe autoritair ook, verandert geen steden in kerkhoven met bommen van Amerikaanse makelij. Het voert geen genocide uit onder de bescherming van westerse bondgenoten.
We zijn hier niet getuige van de opflakkering van een regionaal conflict. Het gaat hier om een stukje van de oorlog tegen het idee dat al het leven belangrijk is, dat er geen wegwerplevens zijn. Deze oorlog heeft de wereld in zijn dodelijke greep. De oorlog tegen Gaza staat niet op zichzelf. Tenzij er een breuk komt zal dit de blauwdruk voor de toekomst worden: massale dood, verkocht als zelfverdediging.
Ik kwam terug van verlof met de gedachte dat ik over het leven zou schrijven: over traagheid, over vader worden. Maar het blijkt dat eerlijk schrijven over het leven, nu schrijven is over de vernietiging ervan. Over de kinderen wiens namen we nooit zullen kennen. Over de nabestaanden die ondergedompeld zijn in hun verdriet. Over wereldmachten die van rouwen een luxe maken. Hoe valt dit te combineren met mijn jonge vaderschap? Het antwoord is dat al het leven waardevol is, en dat het onze plicht is al het leven te verdedigen.
Mijn dochter heeft van dit alles nog geen weet. Maar op een dag zal ze dat wel hebben. En misschien zal ze zich dan niet alleen afvragen wat mijn vrouw en ik deden terwijl de wereld in brand stond, maar ook waarom we haar daar eigenlijk bij betrokken hebben? Wij weten nu nog niet wat we dan zullen zeggen. Maar we weten wel dat we ons niet mogen overgeven aan wanhoop. Dat voor iemand zorgen betekent dat je gelooft dat de toekomst niet vastligt. Dat waar leven is, er nog steeds de mogelijkheid is van iets anders.
William Shoki
De oorspronkelijke tekst “As the world burns” was de inleiding van de email nieuwsbrief van Africa Is a Country, waar Shoki redacteur van is. Vertaling en bewerking: Jan Paul Smit.
Reacties (0)
Voeg nieuwe reactie toe
Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.