Links bestuur, rechts beleid
dinsdag 4 februari 2025
Links bestuur, rechts beleid: De fatale tegenstrijdigheid van de sociaaldemocratie
Een longread
Ach ja, een nieuwe linkse partij, daar zitten we op te wachten. Niet zomaar een steeds nauwer samengaan van PvdA en GroenLinks, tot en met fusie. Nee, daadwerkelijk een partij die in de plaats van de twee voorgangers dient te komen. Dat stelt GroenLinks-PvdA Tweede Kamerlid Habtamu de Hoop voor.(1) Aanvoerder van de linkse partijcombinatie Frans Timmermans voelt er wel wat voor en heeft zelfs haast met de uitvoering van het idee(2) Onder zijn leiding, ook dat nog.(3 Wat een vernieuwing zal dat worden!
Ze gaan maar lekker hun gang. Maar een nieuwe linkse lente ervan verwachten? Neuh. Alsof die nieuwe linkse partij iets gaat bieden dat de voorgangers ervan ook niet geboden hebben en vervolgens willens en wetens verwaarloosd of erger. Alsof zo’n nieuwe partij niet eenzelfde treurig traject zal gaan afleggen, maar vermoedelijk wat sneller dan de voorgangers dat deden. Alsof het probleem met parlementair links gelegen is in gebrek aan elan en aan vernieuwing. Alsof links in partijformaat en links aan de regering wezenlijk iets anders kan – en heel vaak zelfs wil! – bieden dan een variant van rechts beleid.
Hoe werkt dat, die keus voor rechts door partijen die zich profileren als links en via linkse PR steun zoeken en vaak vinden? De essentie van dit treurspel is gelegen in een opvatting die aangeduid wordt als reformisme, als sociaaldemocratie, heel vaak ook als liberaal – in de zin van ‘liberal’ zoals dat in de VS staat tegenover ‘conservative’. Vandaar dat je anarchisten vaak fel tekeer hoort gaan tegen ‘liberalen”, waarmee we dan niet noodzakelijkerwijs de VVD bedoelen, maar juist ook GroenLinks, de PvdA en de gematigder delen van de actiebeweging.
1. Fatale tegenstrijdigheid
De kern van de ‘liberal’/reformistische/sociaaldemocratische opvatting komt op het volgende neer. Ja, er is een rechtmatig streven naar sociale verandering naar meer gelijkheid, zeggenschap op basis van gelijkwaardigheid, afschaffing van bevoorrechting, emancipatie van achtergestelde groepen en noem maar op. Er is een streven naar maatschappijverandering die je als links kunt aanduiden. Dat is een. Tweede punt is echter het rotsvaste geloof dat deze verandering binnen en via de bestaande instellingen dient plaats te vinden. Van linkse opvattingen via linkse propaganda naar linkse politici die via verkiezingen meerderheden verwerven en dan via linkse wetten en links beleid de wereld van meer sociale, economische en politieke gelijkheid kunnen voorzien. Dat is het idee. Demonstraties en acties kunnen binnen dit idee hun plek krijgen, maar de kern is: geef ons een regering vol linkse politici. Die gaan het doen. Niet wijzelf. Een liberaal in deze zin is iemand die wel sociale rechtvaardigheid wil, maar denkt dat dit binnen het huidige bestel te verwezenlijken is.
Daar volgt een fatale conclusie uit: dat bestaande bestel is noodzakelijk. Dat bestaande bestel dient met hand en tand te worden verdedigd tegenover aanvallers, uit welke hoek ze ook komen. Dat bestaande bestel moet ook worden gefinancierd, hoe dan ook. Dat klinkt niet onredelijk – als dat bestaande bestel niet een aantal kenmerken had die het voor fundamenteel links beleid onbruikbaar, maar voor rechtsbeleid juist uiterst geschikt, maakt. Het bestel bestaat uit een overheid, hiërarchisch ingericht en top down bestuurd en met een gewapende macht als ruggengraat. Die overheid vormt zelf een machtsconcentratie die haaks staat op elk idee dat je macht hoort te spreiden. Het is ook een concentratie van hulpbronnen en rijkdommen, en ook dat staat haaks op linkse strevingen naar egalitaire verhoudingen en afschaffing van voorrechten. De overheid zelf – niet alleen het personeel ervan, maar de aard en het wezen ervan – staat haaks op elke serieuze linksheid. Het is een bolwerk van privilege en van hogerhand georganiseerde ongelijkheid. Het is gewoon een rechts ding.
Natuurlijk ziet dat rechtse ding andere instituties van bevoorrechting als geestverwant, vaak rechtstreeks als bondgenoot en partner. Ambtelijke instellingen en overheidsdiensten werken weliswaar op bepaalde vlakken anders dan kapitalistische ondernemingen, maar overeenkomst is er genoeg. Wat bij Justitie secretaris-generaal heet, dat heet bij Shell CEO. En beiden hebben een gekozen orgaan dat ze dag in dag uit om te tuin leiden. In de overheid heet dat een parlement. In een grote onderneming heet dat de aandeelhoudersvergadering, of eventueel de ondernemingsraad. Overheidsinstellingen en kapitalistische bedrijven zijn niet identiek maar in bredere zin wel soortgenoten.
Ze maken deel uit van de zelfde maatschappelijke orde – een orde waarin winst nagestreefd wordt door bedrijven die personeel in dienst hebben, zich de meeropbrengst van het werk van dat personeel toe-eigenen via de verkoop van de door dat personeel gemaakte producten of diensten. Dat is de basis van die winst: die door arbeiders vervaardigde meeropbrengst, ‘meer’ in de zin dat de opbrengst groter is dan de kosten die de ondernemer maakt aan grondstoffen en lonen.
De overheid faciliteert dat hele proces van winstmakerij: ze is de instantie die zorgt dat het kapitalistisch systeem soepel functioneert. Ze zorgt voor infrastructuur en voorzieningen: onderwijs, zodat kapitalisten opgeleid personeel vinden; zorg zodat arbeiders productief en gemotiveerd werk blijven doen. Taken dus die voor een kapitalistische economie nodig zijn maar waar afzonderlijke kapitalisten weinig winst uit denken te kunnen halen en die ze dus toeschuiven aan de overheid. Die overheid is ook een soort van scheidsrechter tussen afzonderlijke bedrijven en bedrijfstakken. De overheid handhaaft de orde tegen arbeiders waar die zich verzetten tegen winstmakerij over hun ruggen. Die overheid bewaakt het territorium tegen andere staten, maar ook tegen immigranten, want controle op wie er op het grondgebied van die staat vertoeft ziet elke staat als een kerntaak. Net als andere genoemde taken doet de overheid dit als zaakwaarnemer en handhaver van het kapitalistische systeem waar ze een sleutelrol in vervult. Ze is essentieel onderdeel van dat systeem.
Zelfs als ze de hele tent overneemt via nationalisering van de complete economie, dan nog is ze onderdeel van een systeem waarin winst behaald moet worden op basis van het werk van arbeiders. Die werken dan voor staatsmanagers in plaats van voor grootaandeelhouders. Particuliere bedrijven worden op de markt tegenover elkaar gezet als concurrenten in de jacht op winst; kapitalistische staten – ook als ze complete economie in handen hebben – worden op soortgelijke wijze voortgedreven op de internationale markt waar ze hun producten proberen te verkopen, terwijl ze zich tegelijk tot de tanden toe bewapenen tegen zowel eigen bevolking als tegen concurrerende staten.
Ziedaar de overheid, de staat. Een door een door met de huidige klassenmaatschappij verweven instituut dat wezenlijke taken vervult in dienst van die klassenmaatschappij en intern ook alle trekken van zo’n klassenmaatschappij vertoont: hiërarchie, grote ongelijkheid, zeggenschap van boven naar onder, gehoorzaamheid van onder naar boven. Ja, met vleugjes inspraak en medezeggenschap – net zoals in moderne kapitalistische bedrijven met hun ‘zelfsturende teams’. En dat instituut van de klassenmaatschappij, dat rechtse ding, denken we te kunnen gebruiken om linkse idealen te verwezenlijken?
2. Sociaaldemocraten en het geld
Maar kun je die overheid, dat rechtse ding waarmee de kapitalistische orde wordt gewaarborgd, geen andere taak geven? Kun je die niet africhten zodat de overheid het kapitalistische winstbejag gaat inperken en vervangen door andere motieven, door productie voor maatschappelijke behoeften bijvoorbeeld? Kan de staat de bevoorrechting die de gevestigde orde typeert niet juist gaan bestrijden/ Kan de overheid niet omgevormd worden van pro-kapitalistisch naar antikapitalistisch werktuig? In ieder geval enigszins, in ieder geval gedeeltelijk, ah, toe, alsjeblieft? Dat is wat de reformist, de sociaaldemocraat, de liberaal in de zin zoals ik het woord hier hanteer, gelooft. Maar zo werkt het niet. Praktijkervaring na doordachte praktijkervaring wist dat uit.
Hoe werkt dat? Kijk wat er gebeurt als een groep linkse politici die overheid overneemt en gaat regeren. Dan moet om te beginnen de boel worden betaald. Er is geld nodig, veel geld want die linkse politici hebben op de weg naar de macht allerlei kostbare toezeggingen gedaan aan kiezers: een hoger minimumloon, betere zorg en onderwijs voor iedereen, noem maar op. Overheidsgeld komt uit twee bronnen: belastingen en staatsleningen. Op beide fronten loopt ieder serieus links beleid heel snel vast. Belastingen worden geheven op basis van de bestaande – kapitalistische – economie. Die moet dus koste wat kost blijven draaien, want als mensen geen inkomens meer hebben dan komt er geen inkomstenbelasting, als ze geen gene inkopen meer doen dan komt er geen btw binnen en als bedrijven geen winsten maken dan kan die winst ook niet via vennootschapsbelasting worden afgeroomd.
Om aan belastingopbrengsten te komen moet zelfs de meest goedwillende linkse regering er dus voor zorgen dat de economie – en dat is altijd nog de kapitalistische economie – blijft floreren. Die floreert voor zover ondernemers het zien zitten om te investeren, omdat ze winst denken te behalen. Beleid dat te hoge belastingen vergt staat daar al haaks op. Hogere belastingen kunnen ten koste gaan van inkomens – en als arbeiders meer kwijt zijn aan inkomstenbelasting en aan BTW, zullen ze de neiging krijgen om dat te willen compenseren via loonsverhoging. Niet leuk, vinden ondernemers doorgaans. Hogere belastingen kunnen ook gehaald worden bij die ondernemingen zelf. Helemaal niet leuk, vinden ondernemers doorgaans.
En die ondernemers hebben macht! Ze kunnen investeringen uitstellen, afblazen, naar andere landen verplaatsen, als belastingmaatregelen van een linkse regering ze niet aanstaan. En als ondernemers het geld minder laten rollen, dan gaat de economie haperen. En precies uit die economie probeert de regering nu juist geld te halen voor haar mooie linkse plannen. Misschien moeten die linkse plannen maar even wachten en moet eerst het ondernemersvertrouwen in de economie worden hersteld – door juist lagere belastingen, via bezuinigingen zodat de regering met minder geld toe kan. Hoppa, daar gaat het linkse beleid. Verdwenen achter de vuurrode horizon. Misschien, heel misschien dat het na de volgende verkiezingen wel lukt…
Dan zijn er dus ook de staatsleningen. Grote financiële instellingen lenen geld uit aan de overheid. Dat doen ze niet voor de gezelligheid. Ze willen het geld in etappes terug, plus rente. Ze willen dus een overheid zien die goed op de centen past zodat ze niet na dertig jaar naar hun lening kunnen fluiten. Ze willen een overheid die ervoor zorgt dat de economie floreert – en dat is dus alweer die kapitalistische, op winst georiënteerde economie. Alleen uit zo’n economie kan de overheid via belastingen geld halen waaruit ze ook terugbetaling van staatsleningen plus rente kan betalen. Een beleid dat veel kost en ook nog eens de winstgevendheid van het kapitaal dreigt te ondermijnen – en dat pleegt serieus links beleid te doen… – wordt afgestraft door financiers: die gooien de rente op staatsleningen omhoog, waarmee de druk op linkse regeerders om zuinig aan te doen en links beleid af te zwakken, ‘uit te stellen’ of openlijk te schrapen, groter wordt.
Lukt het zo’n regering dan niet meer om het kostenplaatje rond te krijgen, dan is er altijd nog het Internationaal Monetair Fonds IMF. Dat stelt eventueel noodkredieten beschikbaar. Maar dat stelt ook voorwaarden: kappen met links en duur beleid. Bezuinigen. Overhevelen van overheidsdiensten naar privébedrijven, oftewel privatisering. Het schrappen van regels waardoor bedrijven zich door ingeperkt voelen, zoals milieubescherming en gereguleerde arbeidsrechten. Alles om ‘ de economie’ – nog steeds: die kapitalistische, ondernemingsgewijze, op winst gerichte economie – de ruimte te geven. Probeer langs deze weg maar eens links beleid door te zetten. De Britse Labour-premier James Callaghan lukte het in 1976 al niet. Zijn gang naar het IMF luidde, al enkele jaren voor de komst van Margarat Thatcher, de komst in van snoeihard neoliberaal bezuinigingsbeleid.(4)
Om verwante redenen kiezen sociaaldemocraten in de regering ook consequent voor economische groei, ook als ze daarvoor linkse voornemens moeten laten vallen en beloftes moeten breken. De logica is van roestvrij staal. Linkse voornemens kosten geld. Dat geld moet u via belastingen en/of staatsleningen uit de economie worden gehaald. Dat kan alleen als die economie voldoende oplevert, en dus als bedrijven voldoende winst maken. Dus moet dat winst maken gefaciliteerd worden en is economische groei van het grootste belang. Datgene at die groei bedreigt – of datgene waarvan ondernemers via media en politieke invloed veel mensen wijs weten te maken dat het de groei bedreigt – moet dus maar weg.
Zo zien we dat Keir Starmer – nauwelijks links, maar wel met linksige toezeggingen Labour-premier van Groot-Brittannië geworden – onder druk staat om in oliewinningsproject Rosebank goed te keuren. Minister van financiën Rachel Reeves schijnt voor te zijn, drie keer raden waarom. Kort ervoor had dezelfde regering al groen licht gegeven voor een nieuwe landingsbaan op luchthaven Heathrow.(5) Alles voor de groei, pech voor het klimaat en voor de bij kiezers gewekte linkse verwachtingen. Klassieke sociaaldemocratische logica is het.
Idem dito waar het gaat on belangrijke exportproducten die veel opbrengst genereren. Venezuela in de jaren 2000-2023, met haar linkse president Chavez, laat aardig zien hoe dat werkt. Belangrijk exportproduct: olie. Uit oliewinsten betaalde de regering voor haar beleid. Dankzij hoge marktprijzen leverde dat zoveel op dat de regering gezondheidszorg en onderwijs en allerlei sociale programma’s kon financieren. Nadat de olieprijs daalde, zag diezelfde regering zich genoodzaakt om te bezuinigen. Daar ging het linkse beleid,en onder opvolger Chavez is de de zaak in Venezuela verder uitgekleed.. Gebleven zijn de linkse pretenties, en wie zegt dat keizer Maduro geen kleren aan heeft, wordt door de knokploegen van die keizer in de cel gegooid of erger. Nu zal Maduro een schurk zijn. Maar het echte probleem is: regeren op basis van de opbrengst van een nog altijd kapitalistische economie maakt zelfs de meest oprechte linkse regering tot gijzelaar van die kapitalistische economie, de groei en het jagen op winst.
3. Sociaaldemocraten en de orde
Sociaaldemocraten laten zien waar hun loyaliteiten ligt als ze besturen. Dat geldt heeft dus financieel-economische kanten maar er is meer. Je ziet iets soortgelijks bij de houding ten opzichte van de gewapende kern van de staat: leger, politie, veiligheidsdiensten, en de apparaten voor strafoplegging (rechtspraak), strafvervolging (openbaar ministerie) en ten uitvoer legging van straf en dan met name het gevangeniswezen. De logica is weer: we hebben die gewapende staatsmacht om ons beleid door te zetten. Ook ‘links’ aan de regering wil immers gehoorzaamd worden, en precies het afdwingen van die gehoorzaamheid doet die gewapende staatsmacht. Leve die gewapende staatsmacht derhalve, we kunnen niet zonder! En zo zie je dat sociaaldemocratische bestuurders tot de meest solide verdedigers van bijvoorbeeld de politie behoren, ook waar die politie grof geweld uitoefent tegen precies het soort mensen wiens steun sociaaldemocraten beogen.
Voorbeelden komen uit Amsterdam en andere grote steden in Nederland. Burgemeester van Hall, PvdA: liet agenten met hun lange lat los op de vrolijk wanordelijke maar doorgaans hooguit met pamfletten en krenten bewapende Provo’s in 1965-1966. Burgemeester Samkalden: liet in 1968 zijn politie los op studenten die het Maagdenhuis bezetten en liet studenten hardhandig uit dat gebouw slepen. Burgemeester Polak: liet zijn ME los op krakers en hun sympathisanten. Zijn politie sloeg eerst een vreedzame sit-in van krakers uit elkaar. Vervolgens werden – gek hè? – krakers minder vreedzaam, en zagen ze zich geconfronteerd met knuppelende ME-ers, wolken traangas en in een enkel geval zelfs pantserwagens.
Ook burgemeester Polak en zijn opvolger van Thijn onder wie de anti-kraak-repressie in de jaren 1980 nieuwe dieptepunten bereikte, waren PvdA-ers. Dan hadden we nog Van der Laan die in 2015 studentenbezettingen van eerst het Bungehuis en vervolgens weer eens het Maagdenhuis door zijn agenten hardhandig liet beëindigen. En nu leven we in het tijdvak van Halsema, ook p… uh nee GroenLinks. Het was haar politie, onder haar verantwoordelijkheid, die de pro-Palestijnse solidaire studenten te lijf ging en met bulldozers barricades sloopte. Ja studenten vochten stevig terug. Maar goed ook. Het is trouwens geen Amsterdamse kwaal, deze sociaaldemocratische politieterreur. We herinneren even aan burgemeester Aboutaleb, ook PvdA, wiens oproerpolitie in oktober 2021 op de Erasmusbrug de aanval opende op deelnemers aan een woonprotest. In Leiden gebeurde onder burgemeester Lenferink – eveneens PvdA – in februari 2022 iets soortgelijks. Politiegeweld en sociaaldemocratisch stadsbestuur horen bij elkaar. Niet dat zoiets onder rechtse partijen niet gebeurt. Maar daar past het in de officieel beleden logica van wet en orde en eigendomsrecht boven alles. Sociaaldemocraten pretenderen het anders te willen dan de VVD. De praktijk is systematisch anders dan die linkse pretentie.
Waar het me hier om gaat is dit. Linkse partijen met bestuurlijke macht gebruiken de politie en ze verdedigen de politie. Gesteld voor de keuze tussen orde en gerechtigheid kiezen ze voor de orde. Waarom? Omdat ze die orde – de overheid en haar oppermacht – zien als voorwaarde en instrument om hun beleid uit te voeren – een voorwaarde en instrument die dus koste wat kost intact moeten blijven. En dat wijst weer naar de fundamentele tegenstrijdigheid in de sociaaldemocratie: dingen willen veranderen met instrumenten die zich daar niet toe lenen, en dan die instrumenten zodanig verdedigen dat de beoogde verandering voortdurend achter de horizon blijft verdwijnen en de bestaande onrechtvaardigheden blijven voortbestaan, berustend of enthousiast verdedigd door sociaaldemocraten uit naam van een toekomst die nooit komt. Voor zover de sociaaldemocraten op weg naar het pluche niet allang die beoogde veranderingen uit hun dromen hebben verbannen uit naam van een heilig verklaard realisme. Een nieuwe linkse partij oprichten vanuit dezelfde sociaaldemocratische inspiratie gaan nul komma niets aan deze rampzalige dynamiek veranderen.
4. Kan er dan niks? Jawel!
Kan er dan niks worden bereikt zonder meteen en volledig dat kapitalisme en de bijbehorende staat op te doeken, af te schaffen, te slopen? Dat valt wel mee. Er zijn wel degelijk verbeteringen mogelijk zonder dat het hele systeem verdwijnt– hogere lonen, een beter sociale zekerheidsstelsel, verbetering van onderwijs, zorg en OV, milieumaatregelen, veiligheidsmaatregelen op werkplek en in woningbouw. Er zijn twee redenen waarom zoiets wel kan.
De eerste is: zoiets doet op zichzelf geen afbraak aan het systeem. Het maakt het systeem in zekere zin zelfs sterker en stabieler. Wij willen hoger loon – veel kapitalisten vinden dat best, want dat hogere loon betekent ook meer geld om in kapitalistische winkels uit te geven. Wij willen betere zorg en onderwijs – zaken die ten goede komen aan kapitalisten die immers graag goed opgeleid personeel willen dat bovendien niet te vaak en te lang ziek is. Wij willen een beter leven, en niet pas na de val van het systeem. Kapitalisten weten dat ze aan dat verlangen maar beter enigszins tegemoet kunnen komen. Permanent ontevreden mensen zijn immers eerder geneigd de kapitalistische orde te verstoren, te gaan staken of er de kantjes op het werk bij af te lopen, wat weer niet goed is voor de heilige productiviteit.
Een matige dosis sociale hervormingen is dus in het belang van het systeem, en vaak ook van specifieke (groepen) kapitalisten daarbinnen. Zolang de dosis maar matig is. Zolang het maar niet teveel kost. En vooral: zolang de overheid maar de g regie heeft over de sociale hervormingen en de verdeling ervan, wie wat krijgt en hoeveel. Precies h om deze taak te vervullen zijn linkse politici uitstekend geschikt. Daarom mag van de kapitalistenklasse de PvdA en ook GroenLinks best af en toe meeregeren.
Natuurlijk kunnen we zulke verbeteringen verwelkomen: ze maken ons leven iets minder akelig. Wat we niet verwelkomen is de regie over die verbeteringen, door een staat die ons neer houdt en door politici wiens rol het is ons via die verbeteringen koest te houden. Die regie kunnen we ze echter betwisten. Want er is een tweede reden waarom dit type van hervormingen er kunnen zijn: actie! Staken voor loonsverhoging en tegen ontslagdreiging. Demonstreren voor verbeteringen in zorg, onderwijs en OV, maar ook om milieu- en klimaatmaatregelen af te dwingen. De woningnood te lijf met woonprotesten en met kraakacties.
De uitkomst kan hetzelfde zijn als door staat en linkse politiek geregisseerd hervormingsbeleid. Soms wordt een maatregel zowel onder druk van actievoerders doorgevoerd, als vanwege afwegingen vanuit ondernemers en staat zelf. Maar de druk van actievoerders kan de regie van bovenaf doorbreken, en verdergaande verbeteringen op gang brengen dan wat het systeem zelf voor ogen heeft, verder dan zelfs linkse politici als beleid op de rails proberen te krijgen. Woordvoerders van het systeem – ook sociaaldemocratische politici die als zodanig opereren – vinden het dan vaak niet meer leuk. Voor mensen die een andere wereld willen, zonder staat en kapitaal, begint het dan echter pas echt leuk te worden. Want precies in deze strijd vinden we onszelf, elkaar en daarmee de kracht om precies zo’n wereld dichterbij te brengen.
Noten:
(1) Habtamu de Hoop, ‘Het is tijd voor een nieuwe linkse partij’, Trouw, 31 januari 2025, https://www.trouw.nl/opinie/opinie-het-is-tijd-voor-een-nieuwe-linkse-partij~b92c0b2a/
(2) Nynke de Zoete, ‘Frans Timmermans: zop snel mogelijk nieuwe partij’, NOS, 4 februari 2025, https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2554499-frans-timmermans-zo-snel-mogelijk-nieuwe-partij
(3) Priscilla Slomp, ‘Timmermans (GL-PvdA) wil zo snel mogelijk nieuwe linkse partij leiden’, Nu.nl, 4 februari 2025, https://www.nu.nl/politiek/6344742/timmermans-gl-pvda-wil-zo-snel-mogelijk-nieuwe-linkse-partij-leiden.html
(4) Wikipedia, ‘1976 sterling crisis’ (gecheckt 4 februari 2025), https://en.wikipedia.org/wiki/1976_sterling_crisis
(5) Jessica Elgot, Kiran Stacey, Helena Horton & Libby Brooks, ‘ PM faces growing internal backlash over potential approval of Rosebank oilfield’ , The Guardian, 3 februari 2025, https://www.theguardian.com/politics/2025/feb/03/pm-faces-growing-internal-backlash-over-potential-approval-of-rosebank-oilfield
Peter Storm
Reacties (0)
Voeg nieuwe reactie toe
Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.