Het is tijd dat de regering van Emmanuel Macron wordt ontbonden
Door Aurélie Dianara (*1), 10 september 2025, (vertaling Henry van Maasakker).
In Frankrijk dreigde een nieuwe sociale beweging, die halverwege de zomer ontstond, vanaf woensdag 10 september “alles te blokkeren” uit protest tegen de door de regering opgelegde bezuinigingsmaatregelen. Tot ieders verrassing riep premier François Bayrou vervolgens op maandag 8 september op tot een vertrouwensstemming over zijn eigen regering, hoewel het vrijwel zeker was dat deze zou mislukken.
Uiteindelijk verloor Bayrou de vertrouwensstemming, met 364 parlementsleden tegen en 194 voor. Dit betekent dat opnieuw een premier gedwongen is af te treden – een ontwikkeling die de grond onder de voeten van de zich ontwikkelende mobilisatie zou kunnen wegtrekken. Dat is althans wat president Emmanuel Macron hoopt.
Nu Frankrijk al meer dan een jaar in een ernstige regeringscrisis verkeert, zullen de gebeurtenissen van de komende dagen en weken waarschijnlijk doorslaggevend zijn. Zullen ze uiteindelijk het einde betekenen van het macronisme en zijn neoliberale beleid? Kunnen ze een kans zijn voor radicaal links, of dreigt dit juist de gevreesde opkomst van extreemrechts in de hand te werken? Alles zal afhangen van de kracht en de ontwikkeling van deze beweging en haar alliantie met vakbonden en linkse partijen.
Het hardnekkige neoliberale offensief van de Macronisten
Op 15 juli presenteerde Bayrou, ongetwijfeld in de hoop te profiteren van de politieke apathie in de zomer, tijdens een persconferentie met apocalyptische ondertoon zijn begrotingsplan voor de komende jaren. Volgens hem bevindt Frankrijk zich “in een uiterst gevaarlijke situatie” vanwege zijn buitensporige schuld (114 procent van het bbp) en zijn tekort (5,4 procent van het bbp).
Bayrou, lid van de Macron-coalitie, riep daarom op tot een extra bezuiniging van 43,8 miljard euro tegen 2026 (*2). Deze bezuinigingen zouden natuurlijk ten koste gaan van de arbeidersklasse: nog een hervorming van de werkloosheidsverzekering; het niet vervangen van een op de drie ambtenaren; een bevriezing van pensioenen, sociale uitkeringen en lokale overheidsbegrotingen; het schrappen van bepaalde geneesmiddelen van de lijst van vergoedbare medicijnen; nieuwe privatiseringen, enz.
Om het nog erger te maken, beloofde Bayrou twee feestdagen te schrappen zonder compensatie – wat neerkomt op een extra kwart jaar gratis werken voor elke werknemer tijdens zijn of haar leven. Daar kwam nog bij dat het budget voor het leger tegen 2030 verder zou stijgen (64 miljard euro tegenover 32 miljard euro in 2017), terwijl het budget voor de ecologische transitie, ziekenhuizen en onderwijs ver onder het benodigde niveau blijft steken.
(…) Bayrou zette het beleid van zijn voorgangers tijdens het Macron-tijdperk koppig voort: een neoliberaal ‘supply side beleid’ dat erin bestaat de armen te onteigenen om de rijken te verrijken (…).
Bayrou zette dus koppig het beleid van zijn voorgangers tijdens het Macron-tijdperk voort: een neoliberaal ‘supply side beleid’ dat erin bestaat de armen te onteigenen om de rijken te verrijken. Er is dan ook geen sprake van het opnieuw invoeren van de vermogensbelasting (4,5 miljard euro aan gederfde inkomsten per jaar), het afschaffen van de vlaktaks op kapitaalinkomsten (9 miljard euro per jaar) of het heroverwegen van de overheidssteun die wordt gegeven aan bedrijven zonder enige sociale of ecologische compensatie (211 miljard euro). Het is echter juist het beleid van belastingverlagingen voor bedrijven en de rijkste huishoudens dat het overheidstekort heeft vergroot en tot de huidige schuldsituatie heeft geleid. Sinds Macron in 2017 aan de macht kwam, heeft hij ongeveer 1 biljoen euro aan schulden gecreëerd (*3). Ondertussen is het vermogen van de vijfhonderd rijkste mensen van Frankrijk verdubbeld.
De vertrekkende premier, die alle opeenvolgende regeringen van het Macron-tijdperk heeft gesteund, is dus een van de verantwoordelijken voor deze inflatie van de overheidsschuld, waarvoor hij de minder welgestelden wilde laten opdraaien. Het is dan ook geen wonder dat het plan van Bayrou tot controverse leidde. Macrons weigering om de uitslag van de parlementsverkiezingen van juli 2024, gewonnen door de linkse coalitie Nouveau Front Populaire (NFP), te respecteren en zijn koppigheid om premiers uit rechts en centrumrechts te benoemen, hadden al geleid tot een ongekende politieke en institutionele crisis. De dreigende economische en sociale crisis zal waarschijnlijk explosief zijn.
“Laten we alles blokkeren”
Deze zomer al werd een petitie tegen de Duplomb-wet inzake landbouw, die met name tot doel had het gebruik van acetamiprid (een giftig pesticide) toe te staan, door meer dan twee miljoen mensen ondertekend. Dat was een record voor dit soort democratische instrumenten en wees al op een gespannen maatschappelijk klimaat.
Gedurende de hele zomer beschreven de mainstream media de voor 10 september geplande volksmobilisatie als een beweging die soms “vaag” en “verwarrend” was, soms “complot theoretisch” of ‘extreemrechts’, en zelfs “georkestreerd door Rusland”. Het is waar dat de slogan “Laten we alles blokkeren” een veelzijdige oproep lijkt te zijn die door alle partijen op sociale media wordt opgepakt.
De initiatiefnemers van de oproep zijn raadselachtig: deze werd aanvankelijk gelanceerd door “Les essentiels”, een soevereinistische groep die half mei op sociale media verscheen, met name op TikTok. Aanvankelijk marginaal, explodeerde hun publiek in juli na de aankondigingen van Bayrou. Op hun website (*4) beweert Les essentiels geen woordvoerders te hebben en beschrijft de groep haar voorstellen in een plan met de naam “Soevereine Frankrijk”: uittreden uit de Europese Unie, verlagen van de “lasten” voor werkgevers, creëren van een nationale lening om de staatsschuld terug te kopen en verplaatsen van banen door invoer te belasten. Ze hekelen de media en beschuldigen hen ervan zich aan te sluiten bij de belangen van de machtigen. Ze beweren dat Frankrijk in handen is van geheime netwerken (met name de vrijmetselarij), wat hun een samenzweerderige toon geeft. Naast het voorstel om “occulte affiliaties” te verbieden voor iedereen met invloed en beslissingsbevoegdheid, roepen ze op tot de ontbinding van politieke partijen, die ze beschuldigen van het verstikken van de democratie.
Maar 10 september werd toen het brandpunt van allerlei protesten; het sneeuwbaleffect van sociale media verwaterde de fascistische en complot-theoretische retoriek, en sociale eisen kregen voorrang boven al het andere. Op de website “Indignons-nous, bloquons tout” (*5) (Laten we boos worden, laten we alles blokkeren), die de meeste initiatieven samenbrengt, ligt de enige focus op het verzetten tegen het plan van Bayrou en het ten val brengen van de regering. Wat we zien ontstaan is een beweging zonder één enkele vlag, die buiten de gebruikelijke organisaties om wordt opgebouwd en week na week groeit, via lokale algemene vergaderingen, lokale “indignons-nous”-Telegramkanalen, verschillende uitingen op sociale media, werkgroepen en zelfgemaakte flyers.
Elke lokale groep is het toneel van verhitte debatten tussen voormalige gele hesjes, rechtse en linkse kiezers, linkse activisten, vakbondsleden en gewone burgers zonder partijbanden. Studenten, werknemers uit verschillende sectoren, werklozen en gepensioneerden discussiëren over eerlijkere belastingen en manieren om alles te blokkeren (weigeren om dingen te kopen, hun bankrekeningen leeghalen, wegen of grote bedrijven blokkeren, gratis tolacties op snelwegen organiseren, demonstreren, staken, pleinen of rotondes bezetten, enz.
Hoewel de oorsprong van de beweging – die begon op sociale media in verband met kwesties van belastingrechtvaardigheid en onpartijdig is – doet denken aan de gele hesjes, is er één groot verschil: deze keer besloten de meeste linkse organisaties vanaf het begin om zich bij de beweging aan te sluiten. Van de politieke partijen hebben France Insoumise, gevolgd door de Nouveau Parti Anticapitaliste, Révolution Permanente, de Groenen, de Communisten en zelfs de Parti Socialiste, aangekondigd dat zij de beweging zullen steunen of dienen, maar benadrukken zij het belang van haar onafhankelijkheid en autonomie.
Sommige vakbonden besloten onder druk van hun leden zich bij de beweging aan te sluiten: de Confédération Générale du Travail (CGT) riep op tot een staking op 10 september, maar waarschuwde tegelijkertijd voor pogingen van extreemrechts om de beweging te infiltreren, net als Solidaires en verschillende lokale vakbonden. De Confédération Française Démocratique du Travail (CFDT) en Force Ouvrière, die meer rechts georiënteerd zijn, houden afstand van de staking op 10 september, maar de coalitie van vakbonden heeft opgeroepen tot mobilisatie op 18 september. Veel vakbonden en jongerenorganisaties hebben ook opgeroepen tot mobilisatie op 10 september, evenals maatschappelijke organisaties zoals ATTAC, feministische organisaties zoals de #NousToutes-beweging en klimaat- en milieugroeperingen zoals Earth Uprisings.
Het Rassemblement National van Marine Le Pen heeft besloten niet mee te doen aan de mobilisatie en heeft verklaard dat het “niet van plan is demonstraties te organiseren”. Dit betekent niet dat er geen extreemrechtse activisten of kiezers bij de beweging betrokken zullen zijn, zoals ook het geval was bij het begin van de gele hesjesbeweging. De aanhangers van Macron en de rechtse vleugel zullen zich uiteraard afzijdig houden van de beweging.
Vaarwel Bayrou — en Macron?
Geconfronteerd met het vooruitzicht van deze explosieve mobilisatie en wetende dat hij waarschijnlijk door het parlement zou worden afgekeurd wanneer zijn begrotingswet in september zou worden besproken, besloot Bayrou een motie van wantrouwen tegen de regering in te dienen. Alle linkse partijen (inclusief de Parti Socialiste) en het Rassemblement National (nadat zij in twee jaar tijd acht keer hadden geweigerd de regering af te keuren) kondigden onmiddellijk aan dat zij geen vertrouwen in Bayrou zouden uitspreken.
Nu Bayrou is gevallen, zijn er verschillende scenario’s mogelijk. Het eerste scenario is dat Macron zal proberen een nieuwe regering te vormen. Aangezien hij meer dan een jaar lang heeft geweigerd een premier van de NFP te benoemen, ondanks de verkiezingsoverwinning van deze partij, is het onwaarschijnlijk dat hij dat nu wel zal doen. Hij zou kunnen besluiten om voor de derde keer sinds de parlementsverkiezingen van juli 2024 een premier uit het centrumrechtse presidentiële kamp (“le socle commun”) te benoemen om zijn Macronistische agenda voort te zetten, bijvoorbeeld de huidige minister van Binnenlandse Zaken, Bruno Retailleau (Les Républicains), of zijn voorganger Gérald Darmanin (van de pro-Macron-partij Renaissance). Maar aangezien dezelfde oorzaken dezelfde gevolgen hebben, zou een nieuwe regering van dit type grote moeite hebben om een begroting goedgekeurd te krijgen en te regeren, en zou de regeringscrisis alleen maar worden verlengd.
Een andere mogelijke variant op dit eerste scenario zou zijn om te proberen een coalitieregering te vormen die zich uitstrekt van de rechtse Républicains tot de Parti Socialiste – door concessies te doen, bijvoorbeeld op het gebied van de twee feestdagen of de niet-verlenging van de contracten van ambtenaren. De schijnbare politieke zelfmoord van Bayrou zou in feite een politieke tactiek kunnen verbergen: het uitlokken van een crisis op de financiële markten om druk uit te oefenen op de Parti Socialiste door hen op te roepen “verantwoordelijk” te handelen.
Maar het huidige klimaat van sociale onrust en de lokale verkiezingen die in mei 2026 plaatsvinden, zouden de Parti Socialiste er – voor één keer – van kunnen weerhouden om links en het programma waarop zij is gekozen te verraden. Macron zou ook een premier van het Rassemblement National (de grootste politieke partij bij de laatste verkiezingen) kunnen benoemen, maar die eist vervroegde verkiezingen.
Dit is het tweede mogelijke scenario: een nieuwe ontbinding van het parlement, voor de tweede keer sinds het begin van Macrons tweede ambtstermijn in 2022. Naast het Rassemblement National roept ook France Insoumise op tot ontbinding. Macron heeft de afgelopen weken meerdere malen verklaard dat hij de Nationale Assemblee niet zou ontbinden als de regering zou worden omvergeworpen, maar hij staat er niet om bekend zijn woord te houden. Vooral omdat nieuwe verkiezingen het voordeel zouden hebben dat ze de militante krachten in het land zouden absorberen en het momentum van de “blokkeer alles”-beweging zouden ondermijnen.
Uit een recente peiling blijkt dat 67 procent van de Fransen wil dat Emmanuel Macron aftreedt.
Het derde scenario zou zijn dat Macron zelf aftreedt. Aangezien hij uiteindelijk de hoofdverantwoordelijke is voor de regeringscrisis waarin Frankrijk zich bevindt, zou dit vanuit democratisch oogpunt de meest waardige uitkomst zijn. Bovendien blijkt uit een recente peiling dat 67 procent van de Fransen wil dat hij aftreedt. Maar Macron lijkt te gehecht aan zijn troon om zo ver te gaan. France Insoumise heeft al aangekondigd dat het voor de tweede keer een motie van afkeuring zal indienen, maar deze procedure is aan zeer strenge regels onderworpen en zal waarschijnlijk niet slagen. Dit is nog nooit voorgekomen in de geschiedenis van de Vijfde Republiek, die in 1958 werd gesticht.
Terwijl het eerste scenario, met de benoeming van een nieuwe regering, ons zou dwingen om opnieuw in de Macron-carrousel te stappen, zou ontbinding of afzetting een terugkeer naar de stembus betekenen. In dat geval zal een unie van links, gebaseerd op een breuk met het huidige productie- en consumptiesysteem, essentieel zijn. De recente verpletterende nederlaag van Kamala Harris heeft eens te meer aangetoond dat wanneer links er niet in slaagt zijn linkse economische en sociale agenda te omarmen en doorgaat met het bewapenen van een genocidaal regime in Israël, extreemrechts wint.
Het Franse links is momenteel echter verdeeld en sommigen – met name binnen de Parti Socialiste – hopen een nieuwe electorale coalitie te vormen zonder France Insoumise, wat een verkiezingsnederlaag zou garanderen.
De uitkomst van de politieke crisis en de nasleep van de val van Bayrou zullen afhangen van de kracht van de sociale beweging die op 10 september van start gaat. De twee zijn met elkaar verbonden. De vraag is of het aftreden van Bayrou het volksprotest zal temperen of juist als katalysator zal werken. Als de mensen de straat opgaan, als de vakbonden zich bij de beweging aansluiten en als er een verenigd, radicaal-links ontstaat, gekoppeld aan een sterke volksmobilisatie, is het mogelijk om zowel het macronisme als extreemrechts te verslaan.
Het voelt als het einde van een tijdperk, maar voorlopig is nog niets zeker.
noten:
1) Znetwork Aurélie Dianara is historica en onderzoeker aan de Universiteit van Évry en auteur van Social
2) De achtergrond hiervan is dat François Bayrou met zijn voorstellen om het overheidstekort van het land terug te brengen van een verwachte 5,4% in 2025 naar 4,6% in 2026 en in 2029 binnen de Europese norm van 3% te vallen, wil voldoen aan de criteria van het neoliberale groei- en stabiliteitspact dat in 2024 opnieuw is gereactiveerd en dreigt uit te monden in een sociale, economische en ecologische ramp, zie globalinfo.nl
3) Bij voortdurende belastingverlagingen voor de rijken en de stijging van de overheidstekorten en staatsschulden en oplopende aflossingen/rentes door b.v. de bail-out van de banken en ondernemingen tijdens de coronacrisis en stijgende militaire uitgaven, ontstaat er een groeiende kloof tussen overheidsinkomsten en uitgaven zoals in Frankrijk, de VS en Groot-Brittannië, men spreekt dan van een zg. “Fiscale crisis van de staat” op het moment dat de obligatiehouders (internationale fondsen, banken en ondernemingen) alleen nog bereid zijn deze schulden te financieren tegen stijgende rentelasten en bezig gaan zich op de obligatiemarkt te ontdoen van hun staatsobligaties. Zie link.
4) link
Reacties (0)
Voeg nieuwe reactie toe
Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.