Geert Reuten (1946-2025)
Op 29 juli is de socialistische econoom Geert Reuten na een kort ziekbed aan leverkanker overleden. Geert was de jongste van twaalf kinderen, en behoorde tot een vooraanstaande Zuidlimburgse katholieke familie.
9 september, 2025 5 min leestijd
Zijn grootvader, de textielfabrikant Vincent van den Heuvel was rond 1900 vele jaren parlementslid voor de Katholieke partij geweest en had een belangrijke rol gespeeld bij de oprichting van de boerenleenbank (nu: Rabobank). Zelf zou Geert het radicale buitenbeentje van de familie worden.
Geert was een aimabele man. Hij toonde zich altijd bereid te luisteren naar mensen die het niet met hem eens waren, bleef daarbij steeds vriendelijk en beleefd, maar hield meestal wel vast aan zijn standpunten – standpunten waar hij gewoonlijk lang en goed over had nagedacht. Binnen de economische faculteit van de Universiteit van Amsterdam, waar hij sedert 1977 doceerde, vormde hij met een kleine groep gelijkgezinden een radicale minderheid. Zijn belangrijkste intellectuele sparringpartner en beste kompaan was waarschijnlijk de econometrist Boe Thio, die geruime tijd deel uitmaakte van het partijbestuur van de Communistische Partij. Met hem is Geert tot het einde bevriend gebleven.
Al vroeg in zijn politieke en wetenschappelijke ontwikkeling heeft Geert besloten twee dingen tegelijkertijd te willen doen: enerzijds concrete voorstellen ontwikkelen voor een beter economisch beleid – vooral in Nederland en West-Europa – en anderzijds de uitwerking van de Marxse fundamentele kritiek op het kapitalisme.
Zelf leerde ik Geert kennen nadat hij met Boe Thio en anderen in 1980 onder de titel Economische beleid uit de klem een voorstel had gepubliceerd voor een andere economische inrichting van Nederland. Het boek was een links-Keynesiaans pleidooi voor ‘stimuleringsbeleid en kreeg niet veel weerklank.
In latere jaren zou Geert geregeld in de openbaarheid treden met ideeën voor een alternatieve (links-reformistische) politiek. Aan het eind van de jaren 1990 keerde hij zich tegen de Europese Monetaire Unie en de invoering van de Euro. Een mede door hem geïnitieerde ‘Open letter from European economists werd onder meer gepubliceerd in l’Echo, The Guardian, and Il Manifesto.
In 2003 sloot hij zich aan bij de Socialistische Partij. Van 2007 tot 2015 en van 2018 tot 2019 zat hij voor deze partij in de Eerste Kamer als woordvoerder Financiën en Economische Zaken. Daar viel hij op door zijn rustige, steeds met feiten onderbouwde, betogen.
Terwijl Geert zich zo intensief bezighield met de details van de dagelijkse politiek bouwde hij tegelijkertijd aan een indrukwekkend wetenschappelijk oeuvre. Toen de Amerikaanse econoom Fred Moseley in 1991 het initiatief nam tot een jaarlijks, vijf dagen durend, ‘International Symposium on Marxian Theory sloot Geert zich daar bij aan. Hij trad op als mede-redacteur van de ISMT-bundels over het tweede en derde deel van Das Kapital: The Circulation of Capital (1998; met Chris Arthur), en The Culmination of Capital (2002, met Martha Campbell).
Toen het Historical Materialism project van start ging – vanaf 1997 als tijdschrift, en vanaf 2002 ook als boekenreeks – was Geert daar enthousiast over. Als auteur droeg hij maar liefst drie omvangrijke studies bij: The Unity of the Capitalist Economy and State (2019); Design of a Worker Cooperatives Society (2023); and Essays on Marx’s Capital (2024). Eén van de dingen die uit deze publicaties bleken was zijn groeiende belangstelling voor de vraag hoe een functionerende democratisch-socialistische maatschappij eruit zou kunnen zien.
Bij de vernissage in Amsterdam 2019 ter gelegenheid van zijn boek The Unity verdedigde ik de stelling dat Geert beschouwd moet worden als de allerbelangrijkste Nederlandse marxistische econoom, ondanks roemrijke voorlopers als Pieter Wiedijk (J. Saks), Sam de Wolff, en Bob van Gelderen. Ook zijn latere boeken lijken dat te bevestigen.
In juli 2024 kreeg ik het verzoek om een hoofdstuk over radencommunistische alternatieven voor het kapitalisme te schrijven, voor the Edward Elgar Handbook on Postcapitalist Political Economy. Ik vroeg Geert of hij dat in mijn plaats zou willen doen; hij reageerde instemmend. Onmiddellijk produceerde Geert een prachtig artikel, en daarna werkte hij dat uit tot een klein laatste boek dat hij kort voor zijn dood min of meer lijkt te hebben voltooid.
Het wetenschappelijke werk was voor Geert in de laatste jaren bezwaarlijker geworden omdat hij bij de behandeling van prostaatkanker een darmbeschadiging had opgelopen die met chronische bloedarmoede gepaard ging. Steeds frequentere bloedtransfusies waren nodig. Sinds 2023 woonde hij daarom in een aanleunwoning bij zijn dochter in Friesland. Hij schreef mij daarover: ‘Ik woon daar nu met groot genoegen en vanuit mijn studeerkamer heb ik uitzicht op weilanden, akkers en bosschages, in plaats van Amsterdamse overburen. Maar ik ben verstoken van mijn eigen duizenden boeken en van een universiteitsbibliotheek.
In de loop van 2024 bereidde ik, samen met de historicus Jens Aurich, een eerste ‘Meeting of Marxist researchers in the Netherlands voor, gepland voor zaterdag 14 december 2024. Geert schreef mij: ‘Wat een bijzonder goed idee! Ik ga er zijn. Fijn voor mij dat het een zaterdag is, want dan kan een van mijn kleinzonen mij brengen. Het gaat de eerste keer in anderhalf jaar zijn dat ik buiten Friesland kom. En inderdaad bezocht Geert, enigszins vermagerd, de bijeenkomst, en gaf haar daardoor extra politiek en wetenschappelijk gewicht.
De bijdragen die Geert heeft geleverd aan politiek en wetenschap zijn enorm. Maar hij is er nooit echt in geslaagd een brug te slaan tussen de twee hoofdlijnen van zijn activiteiten: enerzijds het streven naar een socialer kapitalisme, en anderzijds het ontwerp van een fundamenteel andere democratisch-egalitaire samenleving. Misschien is het bouwen van die brug wel de grootste politiek-theoretische opdracht die hij ons nalaat.
Reacties (0)
Voeg nieuwe reactie toe
Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.