70 procent van voeding in supermarkt is ultrabewerkt: dit maakt ons langzaam ziek
“Koekje?”, vraagt mijn collega zoals gewoonlijk als hij ons thee heeft ingeschonken en langs onze bureaus komt met een pak koekjes van de supermarkt. Zoals ik voor de kerstvakantie er gretig eentje – of meer – uit pakte, bedank ik nu vriendelijk.
Na het lezen van het boek Dit slik ik niet meer! van arts Staf Henderickx over ultrabewerkte voeding, waarin hij schrijft wat er écht in veel van ons eten zit en hoe dit ons ziek maakt, ziet dit koekje er heel wat minder smakelijk uit.
“De vele soorten koekjes in de supermarkt bestaan uit dezelfde basissubstanties: gemodificeerde koolhydraten, industrieel vet en eiwit, samen gelijmd met sojalecithine als emulgator, op smaak gemaakt met zout, suikerstroop en smaakstoffen”, somt Henderickx op. Dat klinkt toch heel anders dan wanneer je thuis in de keuken koekjes bakt uit bloem, suiker en boter, aangevuld met een snufje zout, en eventueel kaneel en wat noten.
De zelfgebakken koekjes zijn volgens Henderickx ook “best geen dagelijkse kost, want te vet en te zoet. Maar de samenstelling verschilt grondig van die in de supermarkt, die bestaan uit ontmantelde, gemodificeerde ingrediënten vermengd met additieven.” Oftewel: het koekje uit de supermarkt is ultrabewerkt.
Ingrediënten die niet in keuken te vinden zijn
Ultrabewerkte voeding is “voedsel dat intensieve behandelingen heeft ondergaan en bijna altijd te veel suikers, vetten, zout en chemische additieven bevat en te weinig vezels, vitaminen en mineralen”, legt Henderickx uit in zijn boek. “Dit voedsel is geheel of gedeeltelijk bereid met stoffen die niet in de huiskeuken te vinden zijn, en waaraan additieven zijn toegevoegd zoals kleurstoffen, conserveermiddelen, smaakversterkers en zoetstoffen.”
Wat valt er allemaal onder ultrabewerkte voeding? Frisdrank, voorverpakte maaltijden en broodbeleg zoals chocopasta klinken misschien direct als logische voorbeelden. Maar ultrabewerkte voeding zit ook in voedingsmiddelen die als gezond worden gepromoot, zoals flesvoeding voor baby’s, margarine, beschuit, ontbijtgranen, crackers, smoothies, vruchtenyoghurt en zelfs ons dagelijks brood.
“Dit voedsel is geheel of gedeeltelijk bereid met stoffen die niet in de huiskeuken te vinden zijn”
Eeuwenlang bakten gezinnen zelf brood of kochten het bij de warme bakker. Maar vanaf de jaren 90 zijn supermarkten ook brood gaan verkopen en veel mensen kopen daar nu dagelijks hun brood. Velen beseffen niet dat dit brood, in tegenstelling tot het verse brood bij de warme bakker, industrieel geproduceerd is.”
Foto: Cees de Boer, Wikimedia Commons / Public Domain
Ultrabewerkte voeding “is samengesteld uit ingrediënten die meestal exclusief in de industrie gebruikt worden en geproduceerd zijn door een reeks chemische processen die gesofisticeerde uitrustingen en technologie vereisen. Om geproduceerd te kunnen worden tot een voedselproduct, is voeding eerst gefractioneerd in substanties die chemisch gemoduleerd worden”, schrijft Henderickx.
Dat betekent dat die substanties “niet in hun oorspronkelijke vorm worden verkocht, maar ze worden ontmanteld in hun onderdelen: eiwit, koolhydraten en olie. De voedselindustrie gaat vervolgens met die ingrediënten aan de slag. De oliën worden geraffineerd, gebleekt, ontgeurd, gehydrogeneerd of veresterd. Het eiwit wordt afgebroken en de koolhydraten worden aangepast. Die gewijzigde fracties worden dan bewerkt met additieven, zoals kleur-, smaak- en zoetstoffen, en ten slotte in een vorm van een voedselproduct geperst.”
De geschiedenis van onze voeding
Dit is “allesbehalve voeding waarmee wij als mens evolutionair groot en gezond zijn geworden”, stelt Henderickx. 250.000 jaar lang leefden wij mensen als jager-verzamelaar. Als omnivoor haalden we “20 procent van de calorieën uit vlees, vis en eieren en 80 procent uit plantaardig vezelrijk voedsel zoals fruit, knollen, zaden en noten. Suiker en vet waren bijna niet beschikbaar, enkel in rijpe vruchten of honing, en in noten en zaden. Dit paleodieet is nog steeds ons DNA.”
De eerste grote omwenteling in onze voeding vond plaats 11.600 jaar geleden, toen de mens voor het eerst overging op landbouw. Mensen gingen over tot een dieet dat voortkwam uit cultiveerbare graangewassen, zoals brood, en domesticeerbare dieren, zoals zuivel en vlees.
Dit is “allesbehalve voeding waarmee wij als mens evolutionair groot en gezond zijn geworden”
De tweede grote voedselrevolutie ontstond na de ontdekking van Amerika, waardoor globalisering van de landbouw op gang kwam. Voedselproducten uit deze regio zoals aardappelen, Maïs, tomaten, pepers, rietsuiker, cassave, tabak, kalkoenen, bananen en allerlei tropische groenten en fruit gingen tot het algemene dieet van mensen behoren. Nog meer mensen kregen hier toegang toe, nadat 100 jaar geleden de industrialisatie van landbouw, transport en voedselproductie begon.
Na WOII kregen ook steeds meer arbeidersgezinnen toegang tot meer vlees en zoetigheden, al bleef de consumptie hiervan beperkt tot zondagen en kermissen. Daardoor leidde dit dieet toen nog niet tot al te grote gezondheidsproblemen, legt Henderickx uit.
Voedselketen in handen van multinationals
Pas toen in de tweede helft van de twintigste eeuw de volledige voedselketen steeds meer in handen kwam van industriële multinationals, begon het mis te lopen met onze voeding, stelt Henderickx. Landbouw en voedselproductie werden onderdeel van de kapitalistische economie, die luistert naar de wetten van de internationale concurrentiestrijd. Degene die op de meest grootschalige manier, het goedkoopst produceert en het meeste verkoopt, wint. “Deze evolutie ligt aan de basis van massaal geproduceerde ultrabewerkte voeding.”
Multinationals van de chemische industrie, zoals Monsanto en Bayer, bevorderden het kapitalistische landbouw- en voedselmodel. Vanaf de jaren 70 verloren jaar na jaar boeren met een kleinschalig gemengd bedrijf de concurrentiestrijd. In 1950 waren er in België 256.754 landbouwbedrijven. In 2023 zijn er nog 22.499 over.
Na WOII werden landbouw en voedselproductie onderdeel van de kapitalistische economie
“Eind 20e eeuw liet de bankensector, met Goldman Sachs op kop, zijn oog vallen op die grootschalige voedselproductie. Daar viel veel winst te behalen en fondsen investeerden massaal. De grote bedrijven slokten de kleinere op, met als gevolg dat vandaag de vier grootste agromultinationals Cargill, Tyson Foods, BRF en Alltech ongeveer 42 procent van de wereldvoedselmarkt controleren.
Foto: Alf van Beem, Wikimedia Commons / Public Domain
In België is de voedingsindustrie de grootste industrietak geworden met in 2023 ruim 4.211 bedrijven die 100.546 mensen tewerkstellen en samen een omzet van 75,9 miljard euro behalen.
Maar de huidige wetenschappelijke en technische vooruitgang in de landbouw en voedingssector maakt het ook mogelijk dat wereldwijd meer mensen toegang hebben tot voldoende voedsel. Daar wringt volgens Henderickx de schoen dan ook niet. Maar wel bij de massaproductie van ultrabewerkte voeding.
Voedingsbedrijven zijn chemische bedrijven
Vooral sinds de jaren 80 nam de chemische bewerking van voeding tot ultrabewerkte voeding een hoge vlucht. Sindsdien zijn voedingsbedrijven chemische bedrijven, waar geautomatiseerde productielijnen zijn uitgerust met centrifugale zeefinstallaties, oppervlaktekoelers, zifters, stoominfusie- en plaatfornuizen, spuitdrogers, koelpompen, verdampers, enzovoort. Niet echt vergelijkbaar met een huiskeuken.
Ook worden er jaarlijks talloze internationale voedingsbeurzen voor ingrediënten georganiseerd, waar bedrijven hun laatste innovaties presenteren. Veelzeggend is dat deze niet toegankelijk zijn voor het grote publiek. In 2024 bezochten wel meer dan 100.000 vertegenwoordigers uit 120 landen de beurs, waar 3.000 voedselbedrijven hun waren en technieken aanprezen.
Zij geloven dat chemische industrie betere voeding kan fabriceren dan natuurlijke voeding
Onderzoeksjournaliste Joanna Blythman raakte er in 2013 binnen met een valse identiteit en zij ontdekte standjes met ingrediënten zoals Micolys, dat voedingsproducten zoals ketchup een glanzend glad uitzicht geeft. Of Pulpiz, een gemodificeerd zetmeel dat tomatensaus er vlezig uit laat zien, alsof het echt alleen van tomaten gemaakt is. En Silfoam dat gebruik maakt van silicone om schuimprocessen bij voedselproductie onder controle te houden.
Veel van deze ingrediënten hoeven niet eens op de verpakking vermeld te staan, omdat ze beschouwd worden als productiehulpmiddelen. Hierdoor sluipen ze stiekem in onze voeding.
Zo’n voedingsbeurs is de ontmoetingsplaats voor ondernemers voor wie het laboratorium en de fabriek de natuurlijke omgeving is, in plaats van het veld, de boerderij en de keuken. Zij geloven dat de chemische industrie betere voeding kan fabriceren dan natuurlijke voeding.
En heb je het idee dat er tegenwoordig een stuk minder E-nummers staan op verpakkingen in de supermarkt? Voedingsproducenten beseffen dat steeds minder mensen voedingsmiddelen met een lange lijst E-nummers kopen. Daarom vervangen ze die E-nummers nu vaak met natuurlijk klinkende namen. Zo heet caroteen E160a voortaan wortelextract, betanine E162 staat als rodebietenextract vermeld en antocyanen E163 heet tegenwoordig druivenextract.
Impact op onze gezondheid
“Voor mensen die na 1980 geboren zijn, is ultrabewerkte voeding doodnormaal, maar dat is ze dus niet”, benadrukt Henderickx. Het is een zeer recent fenomeen, slechts een seconde in de lange menselijke geschiedenis, en “ons DNA is nog altijd dat van de jagers-verzamelaars”.
“Voor mensen die na 1980 geboren zijn, is ultrabewerkte voeding doodnormaal, maar dat is ze dus niet”
“Ons lichaam heeft zich gedurende tienduizenden jaren aangepast aan een bestaan met veel beweging in de natuur, met een vezelrijk en natuurlijk dieet en een evenwichtige voedselverdeling. Vandaag is de levensstijl van een groeiend deel van de wereldbevolking totaal vervreemd van ons oer-DNA, waarmee wij als mensen evolutionair groot, gezond en slim zijn geworden.”
Vanuit die vervreemding is het eenvoudig om uit te leggen waarom ultrabewerkte voeding voor ons lichaam totaal ongeschikt is, stelt Henderickx. “Dit dieet staat haaks op ons evolutionaire lichaam. Het is immers samengesteld uit een vrij smaakloos goedje, waaraan een resem additieven worden toegevoegd die de substantie weer kleurrijker, smakelijker en langer houdbaar moeten maken.”
Ultrabewerkte voeding heeft dan ook een enorme impact op onze gezondheid en milieu, schrijft Henderickx. “Je kan je afvragen: maar we leven toch allemaal langer dan vroeger? Zo erg zal het dan wel niet zijn.”
De levensstijl van een groeiend deel van de wereldbevolking is totaal vervreemd van ons oer-DNA
Maar volgens Henderickx wordt in voedingsadviezen het probleem van additieven in ultrabewerkte voeding onderschat of miskend. Per persoon eten we in de westerse wereld gemiddeld 8 kilogram additieven per jaar.
Henderickx wijst erop dat over het algemeen het gemiddelde aantal chronisch zieken stijgt. In 2001 was 25 procent van de Belgen ouder dan vijftien jaar chronisch ziek, in 2018 lag dit aantal op 29 procent. Studiemateriaal toont nu aan dat de weerslag van ultrabewerkt voedsel op onze gezondheid niet te verwaarlozen is. Een dieet van ultrabewerkte voeding blijkt verantwoordelijk te zijn voor 22 procent van alle sterfgevallen, dat is hoger dan het percentage door tabak.
Zo tasten de chemische en toxische stoffen in ultrabewerkte voeding onze darmflora aan. De belangrijkste reden hiervoor is een gebrek aan variatie in ons eetpatroon. Maar de agribusiness maakt het ons ook niet gemakkelijk om gevarieerd te eten.
De agribusiness investeert namelijk slechts in een handvol gewassen met grote opbrengst. Daardoor zorgen van de 250.000 eetbare planten slechts twaalf planten en vijf dieren voor 75 procent van al het voedsel op aarde. Dit tekort aan variatie verstoort dus het microbioom in onze darmen en dat speelt een rol bij het veroorzaken van verschillende auto-immuunziekten en heeft een negatieve invloed op kanker en depressie.
Vanuit die vervreemding is het logisch waarom ultrabewerkte voeding voor ons lichaam ongeschikt is
Verder blijken pesticiden, zware metalen zoals cadmium en arsenicum, aflatoxine en alcohol, waarvan de residu’s tijdens het productieproces in ultrabewerkt voedsel belanden, kankerverwekkend te zijn. Ze kunnen een celkern in ons lichaam beschadigen en reparatie van al beschadigde cellen verhinderen.
Daarnaast verstoren pesticiden, maar ook bisfenol A in plastics en polycyclische aromatische koolwaterstoffen die bij het bakken en braden vrijkomen, de werking van onze hormonen. Dit kan weer leiden tot verminderde immuniteit, hart- en vaatziekten, vruchtbaarheidsproblemen, endometriose, schildklierontregeling, obesitas, diabetes en ontstaan van kanker.
Bovendien beschadigt ultrabewerkte voeding onze zenuwen en hersenen, verhoogt het een risico op allergieën en infectieziekten en werkt het obesitas en hart- en vaatziekten in de hand. Ten slotte vernielen de vele suikers de minerale structuur van ons tandglazuur. En raken onze onderkaken onderontwikkeld, doordat het zo zacht en vezelarm is en we bijna niet meer hoeven te kauwen.
Wat kan je dan wel eten?
Welke voeding is dan wel gezond? De gouden regel volgens Henderickx is: eet gevarieerd, eet het originele product en eet met mate. “Het is waar dat koken tijd en geld kost, maar ziek worden kost nog meer geld en tijd.”
Een dieet van ultrabewerkte voeding blijkt verantwoordelijk voor 22 procent van alle sterfgevallen
Het gezondste dieet is er een dat zoveel mogelijk lijkt op het voedingspatroon waaraan ons verteringsmetabolisme zich in de loop van een lange evolutie heeft aangepast. Een combinatie dus van de vroegere jagers-verzamelaars die vis, vlees, groenten, fruit, wortels en noten aten en granen, peulvruchten, melk, zuivelproducten en oliën die de mens tijdens de ontwikkeling van de landbouw ging eten.
Foto: Jonathan Billinger, Wikimedia Commons / CC BY-SA 2.0
Maar hierbij letten we best op dat we niet te veel vis en vlees eten, en dat alles vers en biologisch is en liefst van de korte keten, zoals bij een boer, een boerderijwinkel of boerenmarkten. Enkele online initiatieven in België zijn Boeren & Buren, eFarmz en Couvert.
Aantrekkingskracht van ultrabewerkte voeding
Voordat ons voedsel industrieel geproduceerd werd, was alles bio. De arbeidersklasse voerde tot WOII zelfs een sociale en politieke strijd voor voldoende calorieën, schrijft Henderickx. Met het huidige overaanbod aan relatief goedkope calorierijke voeding, zijn het nu vooral mensen met een beperkt budget die ultrabewerkte voeding kopen.
Het is tegenwoordig juist niet gemakkelijk om onbewerkte voeding te kopen. Onderzoek van Foodwatch toont aan dat het assortiment in supermarkten bij onze Nederlandse noorderburen voor 70 procent bestaat uit ultrabewerkte voeding.
Assortiment in supermarkten bestaat voor 70 procent uit ultrabewerkte voeding
Vanuit ons overlevingsmechanisme in ons DNA is de mens voorgeprogrammeerd om calorierijk voedsel lekker te vinden, legt Hendrickx uit. Bij kinderen is die drang nog sterker. “Smaakcombinaties van zoet, zuur, zout en hartig doen het water uit onze mond lopen.” Deze keukengeheimen hebben producenten van sterk bewerkte voeding overgenomen, zodat we hunkeren naar hun voedingsproducten en die in zo groot mogelijke hoeveelheden consumeren.
“De industrie van frisdrank en junkfood bijvoorbeeld maakt schromelijk misbruik van de evolutionair geselecteerde drang naar suiker, vet en zout”, aldus Henderickx. Maar in overvloed is dat dus niet gezond.
Foto: JIP, Wikimedia Commons / CC BY-SA 4.0
Bovendien is suiker of een zoetstof, dat in veel ultrabewerkte voeding zit, een voedingsbestanddeel dat het beloningsmechanisme in de hersenen activeert, legt Henderickx verder uit. Dat aangename gevoel willen mensen blijven herhalen.
De commerciële voedingsindustrie heeft die natuurlijke neiging aangegrepen en zo de toverformule in handen om de verkoop en consumptie van haar producten te stimuleren. En hoe meer suiker je eet, hoe meer je een voorkeur ontwikkelt voor zoetigheid. Zo veroorzaakt suiker een verslaving.
Denk je met een product waarop staat ‘zonder suiker’, of bijvoorbeeld een vetarm product zoals mayonaise light een gezonder alternatief te kopen, dan kom je bedrogen uit. Want om het zonder suiker of zonder vet te maken, is het industrieel bewerkt met andere ongezonde bestanddelen, waarvan vele zelfs niet thuishoren in voeding, waarschuwt Henderickx.
Slachtoffers die lijden aan overgewicht worden dus onterecht gestigmatiseerd, vindt Henderickx. “Het zijn de producenten van ultrabewerkte voeding die schuldig moeten pleiten. Daarom moet de focus van het beleid verschuiven van individuele campagnes voor gewichtsverlies naar maatschappelijke campagnes rond wetgeving en reclame voor ultrabewerkte voeding.”
Voedingsindustrie heeft met onze natuurlijke neiging naar suiker de toverformule in handen om verkoop te stimuleren
Daarbovenop is er een lawine aan onverdoken reclame die ons verleidt om ultrabewerkt voedsel te eten, benadrukt Henderickx. Daarbij wordt sterk gebruik gemaakt van neuromarketing, waar het gaat om het beïnvloeden van onbewuste processen in de hersenen die ons gedrag bepalen. Bij koopgedrag is de mens bijvoorbeeld erg gevoelig voor verbondenheid. Denk aan Nespresso die je het gevoel geeft bij het clubje van George Clooney te horen.
Sowieso worden voeding-reclames bijna uitsluitend gemaakt voor ultrabewerkte voedingsproducten. Met de verkoop van onbewerkte voedselproducten zoals fruit of groenten valt niet veel geld te verdienen. Anders dan een spruitje of een paprika is een ultrabewerkt product namelijk altijd het privébezit van een firma. Met ultrabewerkte voeding valt dus veel meer geld te verdienen dan met originele landbouwproducten.
Wat moet er veranderen
Een fundamentele omslag naar gezonde voeding is dus alleen mogelijk als de landbouw en voedingsindustrie een grondige hervorming ondergaan, en er een wetgeving en beleid komt voor productie van ultrabewerkte voeding en reclame daarover.
Wereldwijd staan milieugroepen, landbouwers en organisaties op tegen de politiek van de agribusiness en stellen ze eisen voor een duurzame en ecologische landbouw, aldus Henderickx. “Gezonde landbouw vormt de basis van gezonde voeding, weg van ultrabewerkte voeding.”
Zo strijden ze tegen de internationale handelsakkoorden, zoals het voorgestelde TTIP met de verenigde Staten, want die zijn geschreven door en voor de multinationals. Ze komen op voor rechtvaardige landbouwprijzen. En eisen dat onze regering en het Europese landbouwbeleid de duurzame en biologische landbouw wetenschappelijk en financieel ondersteunen.
Ze ijveren ook dat nationale en Europese agentschappen voor voedselveiligheid worden ondergebracht onder ‘volksgezondheid’ en dat deze meer middelen en personeel krijgen. Tot slot is de eis dat Belgische en Europese banken zich terugtrekken uit voedselbeleggingsfondsen en dat speculatie op de voedselmarkt bij wet wordt verboden.
Deze eisen zijn niet makkelijk te realiseren, stelt Henderickx, maar Belgische en internationale organisaties en boerensyndicaten vormen met hun initiatieven de voorhoede van de verandering.
Onze gezondheid is ons belangrijkste bezit. Door producenten van ultrabewerkte voeding wordt die nu in gevaar gebracht. Het is belangrijk dat er een breed besef ontstaat dat de agribusiness het graf delft van miljoenen mensen. “We moeten deze grafdelvers een halt toeroepen en gezonde alternatieven doordrukken”, roept Henderickx op. Er is gedragsverandering nodig, zowel individueel, als politiek en economisch. Henderickx: “Laten we er samen voor gaan, want dit slikken we niet meer!”
Dit slik ik niet meer!, Staf Henderickx, Lannoo, pg. 213, ISBN 978 94 014 1324 4
Reacties (0)
Voeg nieuwe reactie toe
Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.