Laten we het geen “Gen Z-opstand” noemen
De afgelopen anderhalve maand doken op pleinen en straten in verschillende continenten oude bekenden op: jeugdige demonstranten. In Nepal brachten zij de regering ten val na jaren van corruptie en slecht economisch beleid. In Marokko bracht de anonieme coördinatiegroep “Gen Z 212” in tal van steden grote aantallen van hen bij elkaar en riepen ze leuzen tegen kostbare prestige projecten van de staat en verwaarlozing van het leven van de gewone mensen. In Madagaskar dwongen studenten en baanloze jongeren die woest waren over watertekorten en stroomuitval de president om zijn kabinet te ontbinden, en in Peru moest de minister-president na drie weken van protesten aftreden. De wereldmedia bedachten al snel een geschikte kop: “Gen Z komt in opstand”.
Maar de term “Gen Z”, waarmee de gewone pers, van CNN tot The New York Times, al die verschillende gebeurtenissen benoemt, is zowel waar als erg misleidend. Het is waar dat de meeste demonstranten jong zijn en dat digitale hulpmiddelen – Discord-servers, TikTok-videootjes en Telegram-kanalen – hun onderlinge contact sneller en intensiever hebben gemaakt. Maar als we deze opstanden “Gen Z-protesten” noemen verwarren we kritiek op een bepaald politiek beleid met de mening van een speciale leeftijdgroep en verkleinen we een crisis van het kapitalisme tot een generatiegebonden stemming. Terwijl het hier gaat om het weer opnieuw tevoorschijn komen van een politieke groep die te lang uit het zicht is gebleven: de jeugd als het geweten van een wereldsysteem in verval.
Tijdens de ruim vijf jaar van protest van de Arabische lente (2010-2012) tot #FeesMustFall (Zuid-Afrika, 2015-2016), braken er overal ter wereld massale opstanden uit, die echter zelden de politieke structuren die hun doelwit waren veranderden. Maar wel legden die bewegingen de grenzen van de neo-liberale democratie bloot. Een revolutionaire sfeer verspreidde zich over de wereld, maar de revolutie zelf zette niet door. Het lijkt erop dat nu de energie van die tijd terugkeert, zowel door de grotere armoede en als door het vervliegen van illusies over hervormingen. Terwijl de jaren 2010 een periode was van opstand zonder revolutie, is de onrust van vandaag er een van noodzaak: nog niet revolutionair, maar voortkomend uit het besef dat louter overleven nu een confrontatie met het systeem zelf vereist.
Jongeren, veroordeeld tot overbodigheid
Het is overigens geen wonder dat jongerenopstanden steeds weer terugkeren. In het kapitalisme zijn jongeren altijd als eersten de klos. Ze erven de kosten van crises die ze niet hebben veroorzaakt, en worden volwassen in landen die hun arbeidskracht niet langer nodig hebben en in politieke systemen die hun instemming niet langer vragen. In Marokko is meer dan een derde van de jongeren onder de 24 jaar baanloos, terwijl de staat stadions bouwt voor het WK voetbal van 2030. In Nepal zijn hele generaties naar rijkere landen geëmigreerd om werk te zoeken, waardoor zij een economie van geldovermakingen op de been houden die de binnenlandse elites in staat stelt om elke dringend noodzakelijke structurele verandering uit te stellen. In een groot deel van het zuiden van de wereld is er een permanent ‘overschot’ aan jongeren, veroordeeld tot overbodigheid.
Als we dit een “generatiedrama” noemen – generatie Z tegenover oudere generaties – trekken we de politiek angel eruit. De categorie “generatie Z’ is eigenlijk een reclame term en verklaart geen veranderingen in de ontwikkeling van het kapitalisme. De term verwijst naar cultuur of houding van deze groep jongeren, in plaats van naar de omstandigheden waarin zij leven. Dezelfde door schulden gedreven economieën, geprivatiseerde sociale diensten en van buitenaf opgelegde bezuinigingsprogramma’s, die zo kenmerkend zijn voor het neo-liberale tijdperk, kunnen zich niet meer verder in die richting ontwikkelen. Jongeren staan aan de grens van deze negatieve ontwikkeling, waar elke belofte van nieuwe mogelijkheden ten onder gegaan is in een zee van permanente onzekerheid.
Jawel, de vorm van de protesten is veranderd, maar de de achtergronden ervan zijn hetzelfde gebleven. In Marokko groeide het Discord-kanaal “Gen Z 212” in enkele dagen tijd uit tot meer dan 130.000 deelnemers, en schiep een digitale vorm van informatie verspreiden en contact met elkaar onderhouden waar vroeger politieke partijen en vakbonden voor zorgden. In Madagaskar organiseerde het online netwerk “Gen Z Mada” samen met vakbonden een landelijke staking. In Nepal groeide de beweging, die begon als reactie op een drastische beperking van de sociale media, razend snel uit tot een massale afwijzing van de hele post-maoïstische orde die in het teken stond van tientallen jaren neo-liberalisme en corruptie. Dit zijn niet in de eerste plaats digitale opstanden, maar digitale experimenten met massapolitiek, nu meer traditionele vormen daarvan het hebben laten afweten.
Een mondiaal systeem dat niet meer functioneert
Weliswaar hebben de gewone kranten en nieuwsprogramma’s de term “Gen Z’ vaak gebruikt om de jongeren te kleineren, te behandelen als een dierentuin-attractie met “vreemde” gewoonten, zoals hun “dode blik” en afkeer van werk, terwijl de media geen aandacht besteedden aan de leefomstandigheden van deze generatie. Maar de jongeren zelf hebben deze term tot een geuzennaam gemaakt om de wereld die hen uitsluit te tonen waartoe hun generatie in staat is.
Het is nog niet duidelijk wat de levensvisie en politieke uitgangspunten de Gen Z-beweging gaan worden. Veel protesterende jongeren uiten hun woede in termen als: corruptie, verraad, gebrek aan waardigheid. Maar achter die woorden schuilt wel degelijk een bepaald bewustzijn over hoe de samenleving georganiseerd is: dat nationale elites optreden als bemiddelaars voor een mondiaal systeem dat niet meer functioneert. Zoals een demonstrant in Nairobi tijdens de opstanden in Kenia vorig jaar zei: “We worden geregeerd door de banken, niet door het parlement.” Van Antananarivo (hoofdstad van Madagaskar) tot Kathmandu (hoofdstad van Nepal) is de beschuldiging hetzelfde: de machtigen hebben de staat verkocht, de toekomst zit op slot.
Dit bewustzijn is nog geen politiek programma, maar het is radicaler dan het op het eerste gezicht lijkt. Het toont een heropleving van het wereldsysteem-bewustzijn van onderop – het besef dat het onrecht in het dagelijks leven verband houdt met de structuur van het mondiale kapitalisme zelf. Bij eerdere massale protesten was de eis “we willen erbij horen”, het verlangen naar erkenning, vertegenwoordiging, ontwikkeling. De eis die de opstanden van nu bezielt is fundamenteler: weg met het systeem dat ons overleven bijna onmogelijk maakt. Dat is ook de reden waarom Palestina zo’n krachtige morele en politieke kwestie is geworden. De voortdurende genocide in Gaza en de moed van degenen die zich ertegen blijven verzetten – van studentenkampen tot de Global Sumud Flotilla – hebben een hele generatie de logica van het wereldsysteem duidelijk gemaakt. Wat de protesten in Nairobi, Lima en Casablanca verbindt met degenen die een vrij Palestina eisen, is de gezamenlijke afwijzing van een wereld van onteigening en onderdrukking.
De ontwikkeling die de 22-jarige Zweedse activiste Greta Thunberg doormaakte laat deze logica perfect zien. Ooit was ze de lieveling van het liberale milieubewustzijn – welkom op het Wereld Economisch Forum in Davos, omarmd door Obama en geprezen als bewijs dat generatie Z zich bekommert om het milieu – omdat haar kritiek goede bedoelingen uitstraalde, en niet zozeer een afwijzing van de wereldstructuur. Maar op het moment dat ze klimaatrechtvaardigheid in verband bracht met anti-imperialisme, zich achter de Palestijnen schaarde en de oorlog van Israël tegen Gaza genocide noemde, stopten de uitnodigingen. Westerse politici die haar ooit toejuichten, ontdekten plotseling de kern van haar kritiek. Wat veranderde was niet haar leeftijd, maar haar politieke opvattingen. Machthebbers kunnen jeugdige kritiek alleen verdragen als die hun zelfbeeld bevestigt, dat ze het allemaal zo goed bedoelen, maar ze deinzen meteen terug zodra die kritiek het fundament van hun wereldsysteem aan de kaak stelt.
Een nieuwe wereld
Wanneer het doorsnee dagblad of actualiteitenrubriek deze golf van protesten een “Gen Z-rebellie” noemt, bedoelen die eigenlijk: neem het niet serieus. Het etiket maakt iets bedreigends tam. Het verandert politieke strijd in een lifestyle-trend. Maar als we dat vernisje wegkrabben, dan zien we een verschijnsel dat het heden verbindt met een lange geschiedenis van jeugdopstanden onder het kapitalisme – van Parijs in 1968 tot Soweto in 1976 en van #FeesMustFall tot de #EndSARS-beweging (massaprotest tegen politiegeweld in Nigeria, 2020). Telkens vormden de jongeren geen speciale belangengroep, maar de sociale laag waardoor de geschiedenis aankondigde dat een oude orde op zijn einde liep.
Wat we nu meemaken, van Kathmandu tot Casablanca, is niet alleen het ongeduld van een nieuwe generatie, maar het weer naar boven komen van een wereldwijde tegenstelling die geen enkele regering, hoe gewelddadig ook, voor altijd kan blijven onderdrukken. De massaprotesten uit de beginjaren 2010, die er niet in slaagden uit te groeien tot revoluties, zijn teruggekeerd, ontdaan van de illusies uit die tijd en digitaal georganiseerd, maar in wezen nog steeds met dezelfde bedoeling: een wereld te scheppen waar we een waardig, betekenisvol leven kunnen leiden, los van de macht van de grote bedrijven, waar het draait om mensen en niet om macht of winst.
Will Shoki, redacteur
Dit artikel verscheen begin oktober in de nieuwsbrief van Africa is a Country. Vertaling en bewerking: Jan Paul Smit.
Verder lezen
Reacties (0)
Voeg nieuwe reactie toe
Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.