De val van Al-Fashir – Wat het ons vertelt over de oorlog in Soedan, de revolutie en de strijd voor solidariteit
De val van Al-Fashir – de hoofdstad van Noord-Darfur en het laatste bolwerk van het Soedanese leger (SAF) in de regio – luidt een nieuw, angstaanjagend hoofdstuk in van de contra-revolutionaire oorlog in Soedan. De stad, ooit een trots centrum van gemeenschap, handel en verzet, werd eind oktober 2025 ingenomen door de Rapid Support Forces (RSF) militie na een belegering van meer dan achttien maanden, wat onbeschrijfelijk leed heeft veroorzaakt.
Ooggetuigen en mensenrechtenorganisaties hebben grootschalige wreedheden gedocumenteerd – etnische zuiveringen, massa-executies, blokkades van voedsel- en medische hulp, verkrachting en seksueel geweld, en het doelbewust aanvallen van burgers die op de vlucht waren voor hun veiligheid.
Wat er in Al-Fashir gebeurt is geen op zichzelf staande tragedie. Het is de meest recente, bloedigste episode in een oorlog tussen twee rivaliserende milities: de SAF, gedomineerd door overblijfselen van het oude regime van de Moslimbroederschap met een lange geschiedenis van staatsgeweld en genocide, en de RSF, een paramilitaire macht die voortkwam uit de Janjaweed-milities die verantwoordelijk waren voor de genocide in Darfur in de jaren 2000. Beide legers zijn ontstaan uit dezelfde repressieve staat die de revolutie van 2018 probeerde omver te werpen.
Sinds het uitbreken van de gevechten in april 2023 zijn honderdduizenden mensen vermoord en meer dan vijftien miljoen mensen uit hun huizen verdreven, wat de grootste humanitaire crisis ter wereld van dit moment heeft veroorzaakt.
De Gestuitte Revolutie
De huidige oorlog is een direct gevolg van de contra-revolutie die werd gevoerd tegen de Soedanese Revolutie van 2018. Miljoenen mensen gingen de straat op in een massale, geweldloze opstand, georganiseerd door buurtverzetscomités (RC’s), de Sudanese Professional Association (SPA), de Forces of Freedom and Change (FFC) – een koepel van gevestigde oppositiepartijen – en vrouwen- en studentenorganisaties om de dertigjarige dictatuur van Omar al-Bashir omver te werpen. De leuzen van de revolutie – “Vrijheid, Vrede en Rechtvaardigheid” – waren een afwijzing van decennia van militair bewind, kapitalistische uitbuiting, ongelijkheid en door de staat gesteund geweld.
De grootste kracht van de revolutie – haar spontaniteit en de energie van de basis – was echter ook haar diepste kwetsbaarheid. Er ontbrak een georganiseerde, onafhankelijke revolutionaire partij die in staat was de massa’s te leiden om de macht te grijpen en het staatsapparaat en de structuren van het oude regime te ontmantelen.(*) Bij gebrek aan dergelijk leiderschap gaf de FFC, onder druk van regionale machten en westerse regeringen, de verworvenheden van de revolutie op. De machtsdelingsovereenkomst van 2019 met de generaals van de oude orde was geen stap richting democratie – het was een strategische terugtrekking die de militaire junta legitimeerde en het kapitalistische en veiligheidsapparaat intact liet. Het plaatste de twee militaire architecten van de contrarevolutie – generaal Abdel Fattah al-Burhan van de Soedanese Strijdkrachten (SAF) en generaal Mohamed Hamdan Dagalo (“Hemedti”) van de Rapid Support Forces (RSF) – in het centrum van de nieuwe orde.
Samen hebben zij tienduizenden revolutionairen vermoord en gemarteld, de bloedbaden van 3 juni 2019 bij veertien sit-ins uitgevoerd waar duizenden werden afgeslacht, en later de staatsgreep van oktober 2021 georkestreerd, waarbij de overgangsregering werd ontbonden en de burger-ministers en revolutionaire krachten werden ontvoerd.
De oorlog die in april 2023 uitbrak, was het onvermijdelijke gevolg van dit mislukte compromis – een gewelddadige botsing tussen twee rivaliserende milities van hetzelfde regime, die elk vechten om de controle over de staat en haar rijkdommen. Wat we vandaag zien is niet de ineenstorting van de Soedanese revolutie, maar het faillissement van de contra-revolutionaire krachten die haar probeerden te vernietigen.
Al-Fashir: een menselijke tragedie
De val van Al-Fashir op 27 oktober 2025 kwam na een belegering van achttien maanden, en volgde op de overeenkomst met de SAF enkele maanden eerder om RSF-troepen toe te staan terug te keren uit andere regio’s, waaronder Khartoem. Dat vertegenwoordigt een catastrofale escalatie in de aanhoudende oorlog in Soedan.
Rapporten van ter plaatse schetsen een beeld van onvoorstelbare gruwelen:
- Massale moordpartijen: Minstens 1.500 tot 2.000 burgers werden gedood in de eerste dagen van de RSF-overname terwijl ze probeerden te vluchten.
- Bloedbaden in ziekenhuizen: In een afschuwelijke oorlogsmisdaad bestormden RSF-strijders het Saudi Maternity Hospital en “vermoordden koelbloedig iedereen die ze binnen aantroffen”, inclusief patiënten, hun begeleiders en medisch personeel. De Wereldgezondheidsorganisatie meldde dat bij deze ene aanval 460 mensen omkwamen.
- Etnische zuivering: Het geweld wordt gekenmerkt door een doelbewuste en systematische campagne van moord en uitroeiing, gericht op niet-Arabische etnische groepen zoals de Zaghawa en Masalit, wat een echo is van de wreedheden van twintig jaar geleden.
- Wijdverbreide gruweldaden: Overlevenden melden standrechtelijke executies, huis-aan-huis invallen, wijdverbreid seksueel geweld en verkrachting van vrouwen en meisjes, en de moord op vluchtende burgers. Er zijn video’s opgedoken waarop te zien is hoe RSF-strijders ongewapende mannen executeren.
In een verklaring veroordeelde de Sudanese Doctors’ Union – UK de gebeurtenissen in Al-Fashir als: “neerkomend op oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid” en waarschuwde dat “deze acties de dreiging vormen van een onmiddellijke en grootschalige humanitaire catastrofe”.
De SAF kondigde op haar beurt een terugtrekking aan – net zoals ze dat in andere steden als Madani en Sinja deed – en verwees daarbij naar de massamoorden op burgers door de RSF. In werkelijkheid was dit geen tactische mislukking, maar een berekende politieke beslissing. De SAF koos ervoor om de resterende 250.000 inwoners van Al-Fashir aan hun lot over te laten, en ruilde hun levens in voor haar politiek overleven. Door de RSF-troepen zich ongestoord van andere fronten te laten terugtrekken, offerde de SAF willens en wetens Darfur en haar bevolking op om de controle over Khartoem en de regio te consolideren en haar eigen macht te beschermen – wat eens te meer bewijst dat beide milities alleen de belangen van de heersende klasse dienen, niet die van de Sudanese bevolking.
De Soedanese verzetscomités en de ondertekenaars van het “Revolutionair Handvest voor de Vestiging van Volksgezag” hebben een duidelijke dubbele verantwoordelijkheid vastgesteld: “Wij houden de Rapid Support Forces (RSF) – de Janjaweed-militie – en hun bondgenoten, (…) regionale en internationale strijdkrachten die hen steunen, onder leiding van de Verenigde Arabische Emiraten, volledig verantwoordelijk voor deze slachtpartijen, schendingen, moorden, plunderingen en alle oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid die neerkomen op genocide.
Cruciaal is dat ze de rol van het leger in het verraad van burgers even scherp veroordeelden: “We houden ook de legerleiding (…) verantwoordelijk voor het verzaken van hun plicht om ongewapende burgers te beschermen, waardoor zij alleen het fascisme van de Janjaweed-militie moesten trotseren. Hun acties – het mobiliseren van troepen, het escaleren van de oorlog (…) en het dwingen van burgers om de kosten van deze beslissingen te dragen – zijn een aanhoudend en opzettelijk patroon geworden.”
De grimmige realiteit is dat wat er in de regio Darfur gebeurt geen plotselinge tragedie is, maar een voortzetting van decennialange misdaden die door het militaire bewind van Soedan in heel het land op verschillende niveaus en in verschillende fasen zijn begaan; het is het product van politieke en economische verwaarlozing, concurrentie om hulpbronnen en door de staat gesteund en proxy/huurlingen-geweld dat decennia teruggaat.
Mondiaal imperialisme en de dreiging van opdeling
De oorlog in Soedan is niet zomaar een binnenlands conflict tussen twee gewapende facties – het is een crisis die wordt aangewakkerd en verergerd door de hebzucht en strategische belangen van mondiale en regionale machten. Wat begon als een strijd tussen rivaliserende milities, is geëvolueerd tot een proxy/huurlingen-oorlog, waarbij imperialistische staten en buurlanden strijden om de controle over het goud, de natuurlijke hulpbronnen, het vruchtbare land en de strategische positie van Soedan aan de Rode Zee.
De buitenlandse sponsors van de Rapid Support Forces (RSF) zijn 1. De Verenigde Arabische Emiraten (VAE), de belangrijkste ondersteuner, levert geavanceerde wapens (waaronder drones van Chinese makelij), financiële steun en logistieke routes. 2. Rusland, de Wagnergroep biedt militaire steun in ruil voor toegang tot de lucratieve goudmijnen van Soedan. 3. Libië (Haftar) en Tsjaad, dienen als logistieke knooppunten en doorvoerroutes voor wapens en strijders.
Belangen van de RSF-sponsors: controle over goudmijnen, landbouwgrond en strategische toegang tot de Rode Zee en de Sahel.
De buitenlandse sponsors van de Soedanese Strijdkrachten (SAF) zijn 1. Egypte, biedt militaire en politieke steun om zijn zuidelijke grens te beveiligen en invloed uit te oefenen op de waterbronnen van de Nijl. 2. Turkije, leverde Bayraktar TB2-drones, waarmee de luchtmacht van de SAF werd versterkt. 3. Iran en Saoedi-Arabië, bieden in wisselende mate militaire en financiële steun om rivalen tegen te gaan en regionale invloed veilig te stellen.
Belangen van de SAF-sponsors: de greep van het traditionele militaire establishment op de staat en de economie behouden, evenals de controle over hulpbronnen en land, en het veiligstellen van de controle over land en strategische hulpbronnen.
Hoewel veel staten betrokken zijn bij het bewapenen of financieren van een of beide partijen, belicht de bovenstaande opsomming slechts de belangrijkste actoren die dit bloedvergieten direct in stand houden.
De Amerikaanse en Europese regeringen spreken hun rituele veroordelingen uit over “beide kanten”, maar blijven tegelijkertijd dezelfde milities steunen via hun regionale bondgenoten en tussenpersonen. Wapens en geld stromen vrijelijk vanuit de Golfmonarchieën en buurlanden, waardoor de oorlogsmachine voortdurend wordt aangevuld. Dezelfde regeringen die de RSF financierden en hielpen opbouwen onder het zogenaamde Khartoem-proces – in ruil voor de grensbewaking van Europa – en die de revolutie sinds har begin in 2018 probeerden te stoppen, doen zich nu voor als neutrale vredesbemiddelaars. Hun werkelijke zorg is niet het lijden van de Soedanese bevolking, maar het behoud van een regionale orde die winsten, handelsroutes en de plundering van grondstoffen beschermt.
Dit is imperialisme in zijn moderne vorm – niet meer de directe koloniale heerschappij van vroeger, maar overheersing via cliënten, contracten en chaos. De wereldmachten hoeven hun vlag niet meer te planten; ze behouden de controle door degenen te financieren die hun belangen beschermen, ongeacht de menselijke tol.
Deze internationale inmenging heeft niet alleen de oorlog verlengd, maar drijft het land ook actief naar desintegratie. De val van Al-Fashir geeft de RSF nagenoeg de volledige controle over de uitgestrekte regio Darfur, die bijna zo groot is als Frankrijk. De militie heeft al een parallelle “Regering van Vrede en Eenheid” opgericht om haar gebieden vanuit Darfur te besturen, terwijl de door de SAF geleide regering opereert vanuit Port Sudan aan de Rode Zee. Geen van deze zogenaamde regeringen heeft enige legitimiteit of steun van de bevolking. Deze feitelijke opdeling, die het land langs een oost-westlijn splitst, is een scenario dat sommige regionale actoren nu als een aanvaardbare uitkomst zien, vergelijkbaar met de verdeling van Libië. Ondertussen blijven beide milities nieuwe troepenmachten opbouwen en bewapenen, wat de versplintering van Soedan versnelt en de samenleving verscheurt. Hierdoor verandert de oorlog in een uitdijend conflict dat niet alleen Soedan, maar de hele regio bedreigt. Halverwege 2024 waren alleen al in de oostelijke deelstaten minstens 22 milities actief, naast de troepen van de SAF en de RSF – een aantal dat alleen maar groeit naarmate de oorlog intensiveert en overblijfselen van het oude regime oproepen tot publieke mobilisatie. Militarisering domineert nu het dagelijks leven in Soedan, waardoor gewone mensen de zwaarste prijs betalen voor een oorlog die wordt gedreven door macht, winst en buitenlandse hebzucht.
Belangrijke opmerking: verwerp beide milities en leg de wereldwijde medeplichtigheid bloot
We moeten de valse keuze tussen de SAF- en RSF-milities verwerpen, evenals de propaganda die een van beide partijen probeert te legitimeren. Zoals onze analyse duidelijk maakt, zijn beide vijanden van de revolutie van 2018, even crimineel en vormen ze obstakels voor revolutionaire verandering.
Het is ook cruciaal om niet slechts één oorlogssponsor, zoals de Verenigde Arabische Emiraten (VAE), te veroordelen, ondanks hun leidende rol in het bewapenen, financieren en in stand houden van de oorlogsmachine van de RSF. Dat zou het bredere web van medeplichtigheid kunnen verdoezelen, aangezien de VAE opereren binnen een wereldwijd imperialistisch netwerk waarin westerse mogendheden, Golfmonarchieën en regionale regimes allemaal medeverantwoordelijk zijn voor de vernietiging van Soedan. Door één staat eruit te pikken, kunnen anderen zich verschuilen achter loze “bezorgde” verklaringen terwijl ze blijven profiteren van de oorlog. Het is onze taak om het hele systeem dat contrarevolutie en imperialistische plundering mogelijk maakt bloot te leggen en te confronteren, niet slechts een van haar zichtbare actoren.
Een oproep tot internationale solidariteit
De tragedie van Soedan is een harde les in de dynamiek van revolutie, contra-revolutie en imperialisme. De wereld heeft de Soedanese bevolking in de steek gelaten en reageert met apathie en berusting op de vernietiging en massamoord. De oplossing voor deze crisis zal niet komen door de ene militie tegen de andere te steunen, noch door de mislukte diplomatieke initiatieven van dezelfde machten die de oorlog voeden.
Als vakbondsleden, socialisten en allen die in rechtvaardigheid geloven, moet onze reactie gebaseerd zijn op de op klasse gebaseerde, internationalistische politiek die de revolutie van 2018 vormgaf. Dat betekent:
- Eisen dat onze regeringen alle wapenverkoop en steun aan de strijdende milities en hun regionale financiers stopzetten.
- Campagne voeren om de rol van bedrijven en staten die profiteren van de oorlog in Soedan, en de plundering van zijn grondstoffen, aan de kaak te stellen.
- Directe financiële en politieke steun verlenen aan de Sudanese Doctors Union in het Verenigd Koninkrijk.
- De stem versterken van Soedanese arbeiders, beroepsverenigingen, vrouwenorganisaties, noodhulpcomités en verzetscomités die een burgerregering willen, en verantwoording en de ontmanteling van milities eisen – en geen holle technocratische schikkingen die het militaire en veiligheidsapparaat ongemoeid laten.
- Gecoördineerde internationale arbeiderssolidariteit opbouwen: solidariteitsacties, vakbondsmoties, parlementaire vragen, fondsenwerving voor wederzijdse hulp en directe steun voor Soedanese maatschappelijke organisaties die misstanden documenteren.
- De strijd van Soedanese arbeiders en revolutionairen verbinden met onze eigen strijd tegen oorlog, bezuinigingen en racisme hier bij ons.
Khalidsidahmed
(Dit artikel verscheen op 4 november op de website van MENA Solidarity Network onder de titel “El-Fasher Falls — What It Tells Us About Sudan’s War, The Revolution, And The Fight For Solidarity”. Vertaling door Doorbraak.)
Reacties (0)
Voeg nieuwe reactie toe
Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.