Laten we het eens hebben over de zichtbaarheid (en onzichtbaarheid) van anarchistisch werk.

Een Twitter draadje van Margaret Killjoy, vertaling door FvA.
"het enige wat jullie anarchisten doen is boekenclubs organiseren en gevechten met patsers aangaan, hoe zijn jullie dan een echte linkse beweging" was een vraag die me eerder vandaag gesteld werd door een pro-staat-linkse. Dus laten we het eens hebben over de zichtbaarheid (en onzichtbaarheid) van anarchistisch werk.
Allereerst: onszelf onderwijzen en samen/collectief ideeën ontwikkelen (boekenclubs) en directe actie voeren tegen fascisme ("gevechten met patsers") zijn fucking awesome. Als dat "alles" was wat we deden, zou ik er trots op zijn mezelf anarchist te noemen.
Ik gaf eens een lezing met Ursula Le Guin in portland over anarchisme en fictie, en haar aanwezigheid bracht veel mensen naar de zaal die niet zo thuis waren in het anarchisme, wat geweldig was. Eén persoon was confronterend: "waarom komen jullie anarchisten opdagen en verpesten jullie al onze demo's?”
Hij doelde op de anti-oorlog demo's van portland in 2003. Het was de eerste keer dat ik besefte hoe onzichtbaar ons werk als anarchisten was. Deze demo's die anarchisten "geruïneerd" hadden waren in de eerste plaats door anarchisten georganiseerd.
Het was een coalitie, dat zeker, maar anarchisten waren in elk stadium van het organiseren van die anti-oorlog protesten, de vreedzame, de rellerige, wat dan ook. Studentengroepen vol anarchisten, oude hippie vredesgroepen vol anarchisten. Arbeidersgroepen vol anarchisten.
Zie je, anarchisten maken niet altijd veel ophef over onze politiek, want ons doel is zelden "mensen aan onze normen te laten voldoen". Als we een anti-oorlogsbijeenkomst houden, is het doel om anti-oorlog te zijn, niet om mensen over te halen zich in te schrijven voor ons multilevel marketing programma en contributie te betalen. Het enige zichtbare "anarchisme" kan dus bestaan uit een paar honderd zwarte blokkers in een mars van 10.000 mensen, ook al hebben wij een ton van het werk gedaan om het hele gebeuren te organiseren.
Ditzelfde effect geldt voor al ons organiseren. Anarchisten brachten de westerse wereld het begrip wederzijdse hulp (natuurlijk praktiseerde iedereen het toch al. maar de evolutionaire bioloog Peter Kropotkin populariseerde de term als een manier om samenwerking te begrijpen). Anarchisten maken de coalities waar ze deel van uitmaken niet TOT anarchisten, maar we spelen wel vaak een centrale rol in het vormen van deze coalities en het scheppen van de infrastructuur voor samenwerking tussen ideologieën. Occupy is daar een schitterend voorbeeld van. Methoden die wij (naast anderen, zoals Quakers) ter tafel brachten, zoals consensus-vorming, maken het mogelijk dat ongelijksoortige groepen ontdekken hoe ze harmonieus kunnen samenwerken-om uit te zoeken welke waarden we delen en welke niet. Anarchistische organisatiemethoden behandelen alle individuen en groepen als gelijken, en zijn zeer geschikt voor coalitievorming.
Maar ze zijn niet opvallend. De meeste onderlinge hulporganisaties in de westerse wereld komen uit de anarchistische traditie (Food Not Bombs werd bijvoorbeeld door anarchisten opgericht) maar ze wapperen zelden met zwarte vlaggen en zwerven in zwarte blokken rond. We richten zelden (ten goede of ten kwade) grote zichtbare instellingen op die expliciet anarchistisch zijn. (Persoonlijk zou ik willen dat we dat wat meer deden, maar ik ben niet de baas.) Maar de meeste anarchisten zijn vrij transparant over wat ze geloven, als er rechtstreeks naar gevraagd wordt, dus ik heb zelden activisten met veel ervaring op het terrein gevonden die niet weten hoe boordevol met anarchisten de sociale bewegingen zitten.
Door de onzichtbaarheid van onze arbeid worden we over het hoofd gezien en ondergewaardeerd. En omdat het meest zichtbare topje van de anarchistische ijsberg omstreden is (zwarte blok, confrontaties op straat, sabotage en vernieling van eigendommen, enz.), stelt dat onze ideologische vijanden in staat ons te demoniseren. Toch zou ik willen beweren dat de oplossing dezelfde is als de oplossing voor de verwaarlozing van alle onzichtbare arbeid - begin die arbeid verdomme te waarderen. Er is hier een parallel met het fundamenteel feminisme. "reproductieve arbeid" is een vreselijk-benoemde economische term voor het werk dat de maatschappij "reproduceert" maar over het algemeen niet betaald wordt - huishoudelijk werk, een heleboel opvoeding van kinderen, zorg voor zieken, het oplossen van kleine intermenselijke geschillen, enz. enz. Dit werk is traditioneel "vrouwenwerk" en wordt door rechtse economen afgewaardeerd.
Ik zou willen stellen dat het anarchisme (en we zijn niet de enigen onder de activisten) de neiging heeft zijn energie te richten op dit soort onzichtbare, reproductieve arbeid. In dit geval, het werk dat de sociale bewegingen reproduceert. En dat wordt genegeerd, zoals verdomme altijd.
(Ik vind het een verwarrende naam voor het concept omdat het klinkt als baby's maken, wat deel uitmaakt van reproductieve arbeid, maar niet is waar de term op slaat) Anarchisten doen verdomd veel achter de schermen aan organisatie. We bouwen en onderhouden infrastructuur van de beweging: sociale centra, infoshops, netwerken voor wederzijdse hulp, gemeenschapsverdedigingsorganen. We organiseren en bouwen coalities.
Anarchisten lezen ook boeken en vechten tegen nazi's. En dat is ook cool.
Reacties (0)
Voeg nieuwe reactie toe
Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.