Forum voor Anarchisme
ArtikelenDe AnarchokrantDossiersEventsWiki // Hulp bronnenContact // InzendingForum
|
anarchokrant13 mei 2025

Fascistische hoogseizoen 2.0

Author: Egel | GEPLAATST DOOR: De Anarchokrant | Bron: peterstormt.nl

dinsdag 13 mei 2025

Onderstaand artikel schreef ik voor de Buiten de Orde. Daar is het inmiddels al te lezen. Ik wijs via een extra vnoot – aangemerkt met (**) nog wel op een verschil tussen de afgedrukte versie en de onderstaande. Zoals het daar staat, zo bedoel ik het dus echt 🙂

Het grijpt om zich heen in ijzingwekkend tempo. Het zet zich door, steeds harder. Het regeert in kleine staten en in grote mogendheden, ver weg en dichtbij. Waar het (nog?) niet regeert, daar rukt het dreigend op naar de macht. Waar het regeert, hanteert het asociale sloophamers, gesymboliseerd door kettingzagen. Ik heb het over dat brouwsel van autocratie en oligarchie in dienst van een heilig verklaarde natie: het fascisme.

Die kettingzaag is een relatief nieuw symbool voor de fascistische ambities. Oude symboliek, lang naar de marge verbannen, duikt ook weer op. Na Musk ging bij de Maga-demagoog Steve Bannon de rechterarm ook gestrekt omhoog, in wat overduidelijk een enthousiaste Hitlergroet was. Juichend publiek bevestigt het beeld: het fascisme is een grote comeback aan het maken.

Je ziet het in land na land. Trump en Musk in de VS, Poetin in Rusland en Modi in India: herkenbaar fascisten die grote staten regeren. Orban in Hongarije, Milei in Argentinië, en in Italië premier Meloni, vrijwel letterlijk een erfgenaam van oerfascist Mussolini als premier: de lijst gaat door. Het gevaar zit dichtbij ook, met in Nederland Schoof als premier met daarachter Wilders in de regiekamer. Serieuze kandidaten voor regeringsmacht zijn intussen de AfD in Duitsland, het Rassemblement National (voorheen Front National) in Frankrijk…

Het fascisme is dus terug. Dat fascisme is levensgevaarlijk voor ons allemaal, voor vrijheid, gelijkwaardigheid en solidariteit en voor het leven op de planeet. Bovengenoemde persoonlijkheden belichamen een zelfde soort politiek nastreefden en uitvoerden als Hitler, Mussolini, Mussert en zijn NSB, Ustasja’s in Kroatië, Pijlkruisers in Hongarije, IJzeren Garde in Roemenië en hoe ze allemaal maar mochten heten in het eerste fascistische hoogseizoen. Het tweede fascistische hoogseizoen is intussen aangebroken. Het is nodig om te laten zien dat Trump en Musk, Orban en Wilders, in diezelfde politieke traditie staan als Hitler en Mussolini en soortgelijke ambities koesteren. Zo maken we duidelijk dat ook tegen deze hedendaagse figuren en hun politiek de meest onverzoenlijke harde strijd bittere noodzaak is.

Hoezo, fascisme?

Fascisme is een begrip dat ik hanteer als analytisch en historisch onderbouwde waarschuwing. Niet als scheldwoord. Het is prima om te schelden. Het lucht op om een vervelende ambtenaar bij Sociale Zaken, een agressieve politieagent, een arrogante burgemeester, je chef, voor ‘fascist!’ uit te smaken. De vraag is dan niet ‘of het klopt’. Schelden is geen wetenschap, al bestaat er ongetwijfeld een wetenschap van het schelden. Maar als we de politieke werkelijkheid willen doorgronden, dan hebben we aan schelden niet veel. Laten we in politieke analyses het woord ‘fascisme’ in een afgebakende betekenis gebruiken.

Niet alles wat repressief, gewelddadig en racistisch is, is daarmee automatisch fascistisch. Immers, als zowel PvdA-icoon Willem Drees en burgemeester Femke Halsema fascisten zijn, net als Hitler en Musk, dan hebben we aan het woordje ‘fascisme’ niets meer. Dan hebben we een nieuw woord nodig waarmee we wel Hitler en Musk, maar niet automatisch willekeurig welke kapitalistische politicus en overheidsfunctionaris dan ook, mee aanduiden. Ik hanteer liever om het woord ‘fascisme’ in een omlijnde betekenis, niet omdat politici als Halsema en Drees geen felle kritiek en afwijzing verdienen – dat doen ze wel! – maar omdat ze een ander soort gevaar belichamen dan het fascistische gevaar. Alles op dezelfde fascistenhoop gooien verheldert niets.

Hoe doorgronden we wat fascisme is? Je hebt van die lijstjes met kenmerken. Dat gaat dan zo. Landen A, B, C, D en E erkennen we als fascistisch. Die hebben allemaal kenmerk 1 tot en met 10 (aantallen kunnen variëren). Dus noemen we landen waar we ook kenmerken 1 tot en met 10 zien, of de meeste ervan, ook fascistisch. Hatseflats, probleem opgelost. Maar zo werkt het niet. Er gaan hier twee zaken mis.

Allereerst: waar komt het lijstje van erkend fascistische landen vandaan? Je kunt dat niet hebben vastgelegd aan de hand van 1 tot en met 10, want die kenmerken destilleer je pas uit de realiteit van land A tot en met E. Als je die kenmerken al hebt gehanteerd om die landen fascistisch te noemen, dan hanteer je een cirkelredenering. Dan had je je de kenmerken al in je arsenaal, en is het onzin om te doen alsof je ze uit de vijf landen hebt afgeleid. Je hebt bewezen wat je al van te voren wist. Dat is geen serieuze analyse.
In de tweede plaats zijn er de kenmerken zelf. Dat zijn doorgaans extreem nationalisme, ondermijning van onafhankelijke media, het aanwijzen en onderdrukken van bevolkingsgroepen als zondebokken, de ongebreidelde repressieve staatsmacht, de ondermijning van vrije verkiezingen en zo meer. Nu zie je zulke zaken in veel fascistische staten inderdaad. Maar je ziet ze in andere autoritaire stelsels ook, ja, ook af en toe in ‘onze’ liberale democratie.

De realiteit van de staten die we gewend zijn om ‘communistisch’ te noemen, druipt van nationalisme, van uitsluiting en vervolging van bevolkingsgroepen, soms tot en met etnische zuivering, van perscensuur, van het tot aanfluiting maken van verkiezingen en ga maar door. Waren de Sovjet-Unie, de Oostbloklanden fascistische staten? Zijn China, Vietnam, Laos, Noord-Korea en Cuba dat wellicht nog steeds? Hoe zit dat met religieus gefundeerde autocratieën: Iran en Afghanistan? Met absolutie monarchieën als Saoedi-Arabië en Qatar? Heeft het zin om dit allemaal op dezelfde hoop te gooien, met dat lijstje van 1 tot en met 10 in de hand? Is het niet beter, terwijl we ook dit soort autoritaire stelsels en verschijnselen proberen te doorgronden en verwerpen, om ze toch niet (**) als soortgenoot van de fascistische regime te zien? Gewoon, omdat het allemaal anders functioneert en dus waarschijnlijk ook een andere vorm van bestrijding vergt?

Fascisme doorgronden betekent dus niet: een checklist hanteren. Fascisme doorgronden betekent eerder: goed kijken hoe fascistische regimes zich vormen, wat de leiders ervan nastreven, hoe ze dat proberen te realiseren, en wat dit vervolgens betekent voor de hele maatschappelijke orde. Fascisme is een politiek project van machtsvorming waarmee politieke leiders reageren op een specifieke uitdaging die zij menen te zien, en waarmee ze die uitdaging te lijf proberen te gaan via machtsvergroting en machtsuitoefening. De kern zit in het soort uitdaging waar fascisten een antwoord op zoeken, en de aard van dat antwoord en van datgene wat volgens de fascisten met die uitdaging wordt geconfronteerd. Daar begint het mee.

De uitdaging betreft De Natie. Dat is voor fascisten het object van de hoogste loyaliteit. De Natie, het etnisch gedefinieerde Volk, Volksgemeenschap. Alles hoort daaraan ondergeschikt te zijn, die natie is de grootst mogelijke inzet en offers waard, in het fascistische verhaal (ik doe niet aan ‘narratief’ en ‘discours’, academische en doorgaans hoogst overbodige woorden). Die natie is in diepe, extreme en existentiële crisis, een crisis die het voortbestaan van de natie in het hart bedreigt. Die crisis is de centrale uitdaging die een antwoord vergt.

Een diepe, existentiële crisis van datgene dat de hoogste loyaliteit toekomt, dat vergt drastische, extreme oplossingen. Daarbij worden geen morele grenzen absoluut erkend, want er bestaat in moreel opzicht niets hogers dan de heilig verklaarde natie. Voor zover er wel iets bestaat dat op loyaliteit aanspraak maakt, zijn dat begrippen waarin de natie als hoogste norm kan worden ingepast. Voor nazi’s in Duitsland was de Duitse natie ingebed in het ‘Germaanse ras’. Voor Franco was de Spaanse natie ingebed in het universele katholieke geloof. Aan de natie als norm, als hoogste politieke doel, deed dat niets af – zoals linkse katholieken mochten ervaren, evenals leden van niet-Duitse ‘Germaanse volkeren’.

Wart betekent dit: de natie in existentiële crisis? Welnu, de natie vindt haar kracht in eenheid. Wat die eenheid bedreigt, brengt de natie in gevaar. Zo is de fascist voortdurend op zoek naar ‘volksvreemde elementen’ – en vindt die in bevolkingsgroepen, maar ook in politieke opinies die de eenheid ter discussie stellen. Racisme is het antwoord op die bevolkingsgroepen wiens aanwezigheid de eenheid werd verondersteld te bedreigen. Joden vormden zo’n bevolkingsgroep, antisemitisme zie je in fascistische politiek vaak een prominente plaats innemen. Onderdrukking is het antwoord op politieke opinies die hetzelfde doen, in de fascistische optiek. Omdat de bedreiging van de eenheid opgevat in het fascistische verhaal wordt als urgent en existentieel, is eliminatie van het gevaar – en dus van hele bevolkingsgroepen en van politieke stromingen – in zo’n perceptie al gauw noodzakelijk. Politieke terreur zit ingebakken in fascistische politiek, net als etnische zuivering met minstens een potentieel tot genocide.

De natie verenigt ook hoog en laag, kapitalist en arbeider en middenstander, allemaal op hun plek ten dienste van het grote nationale geheel. Het idee was paternalistisch: de baas is de baas, maar is tegelijk als een vader voor zijn personeel. De knecht is onderdanig en gehoorzaam, maar mag wel rekenen op zorgzaamheid van de baas. Strijd tussen knecht en baas, tussen arbeider en kapitalist stond haaks op deze hiërarchische idylle, werd uitgebannen en waar die toch opdook, hardhandig verpletterd.

Mussolini’s knokploegen belaagden socialistische activisten en op vakbondskantoren, Hitler deed het ‘internationale marxisme’ – waartoe hij zowel de Communistische Partij als ook de Sociaaldemocratische partij rekende – in de ban en schakelde de vakbonden binnen enkele maanden na zijn machtsovername uit. Alles voor de natie. Elk beginsel dat haaks op die natie stond – waaronder bij uitstek het beginsel dat arme mensen zich kunnen emanciperen in een strijd tegen rijke mensen en hun staat – moest weg. Voor kapitalisten die zich door ‘hun’ arbeiders bedreigd voelden, werd het fascisme dan ook al gauw een zeer gewaardeerde bondgenoot en hulpmiddel.

De overheid staat aan het hoofd van het geheel, en aan het hoofd daarvan staat de ultieme vaderfiguur, de Redder van de Natie, de oppermachtige Leider. De natie als uitvergroot kerngezin, met precies het soort gender- en seksuele hiërarchie die we van het traditionele kerngezin kennen. Het is geen toeval dat met fascisten aan de macht in Berlijn het Institut für Sexualwittenschaft van Magnus Hirschfeld dichtgegooid werd, waarbij nazi’s boeken uit de bibliotheek ervan aan de vlammen prijs gaven: op dat instituut werd wetenschappelijk onderzoek met emancipatorische strekking rond seksualiteit gedaan, Hirschfeld zelf was homoseksueel. Seksualiteit die niet de natie diende door het voortbrengen van nieuwe leden van die natie voort te brengen, werd taboe, net als het reguleren van de voortplanting door de rechtstreeks betrokkene zelf: degene die al dan niet kinderen kon voortbrengen. Abortus, homoseksualiteit: verboden.

Machtsvergroting voor de natie impliceert een politiestaat die de natie beveiligt tegen elk gevaar. Eenheid van de natie impliceert racisme, etnische zuivering, genocide. Machtsuitbreiding van de natie impliceert oorlog. Machtsuitbreiding van de natie impliceert ook ondernemersmacht, gevrijwaard van bedreigingen door stakende arbeiders en eisen stellende vakbonden. Machtsuitbreiding van de natie betekende ook groei van het aantal leden ervan, dus kinderrijke gezinnen met de man aan het hoofd, de vrouw als moeder en alles wat daar niet in past naar de marge of erger. Je kunt dit alles in checklijstjes samenvatten. Maar het gaat om de samenhang, om de dynamiek van wat fascisten beogen. De lijstjes doen aan precies die samenhang en dynamiek geen recht.

De kern hier is dat Mussolini, Hitler en hun bewegingen gedreven werden door dat gevoel dat de heilige natie tot ondergang gedoemd is als er niet urgent en hardhandig wordt ingegrepen. Die ingreep werd een machtsgreep, de uitkomst een gewelddadig schrikbewind dat in binnen- en buitenland op het oorlogspad ging en elk obstakel voor haar macht trachtte te verpletteren. In beide regimes spinde de kapitalistenklasse – hardhandig verlost van klassenstrijd en links verzet, royaal voorzien van investeringsruimte en wapenorders – er goed garen bij. Fascisme praat soms antikapitalistisch. Het fascisme was in de praktijk altijd tot samenwerking met kapitalisten bereid en verleende aan het kapitalisme essentiële diensten.

Over het ‘neo’ in ‘neofascisme’

Springen we nu over naar de hedendaagse situatie. Kijken we naar de retoriek van extreem-rechtse politici en bewegingen. We stellen met gemak vast waar ze heen willen: de natie als hoogste goed moet weer gered worden van vermeend existentieel gevaar. Bij Poetin is het ‘gevaar’ belichaamd door ‘genderideologie’ en ‘LGBTQ+-propaganda’ die het traditionele familiewaarden bedreigt. Bij Orban net zoiets. Bij Wilders – die keer op keer jammert dat hij zijn land terug wil, alsof hij zijn speelgoedbeer kwijt is – zit het in ‘de islam’, en daarmee moslims als bevolkingsgroep die in zijn verhaal vrijwel functioneren zoals Joden in de klassieke nazi-retoriek. Bij Meloni, Le Pen in Frankrijk, Trump in de VS, de AfD in Duitsland, vormen het immigranten het ‘gevaar’, net als ook weer LGBTQ+-mensen en hun rechten. Vooral transgender personen zijn doelwit. Maar het is extreem kortzichtig om te denken dat andere mensen uit de LGBTQ+-community en hun relaties niet weer doelwit zullen worden.

En kijk eens naar Trump en zijn leus, al vanaf de aanloop naar zijn eerste presidentschap: ‘Make America Great Again!’ Dat zeg je niet als je denkt dat America al Great is. Dat zeg je als je wilt suggereren dat America haar Greatness kwijt is geraakt. Weer die natie-in-crisis: Maga-fans willen die oude Greatness terug! Daar zien we dat het hier om een fascistische dynamiek gaat. De bijbehorende praktijk zien we intussen in vol bedrijf. De jacht op immigranten is op gang gebracht. Trans personen worden rechten ontnomen. De gewapende macht wordt in handen gebracht van Trump-aanhangers, opponenten binnen de staatsbureaucratie worden weggewerkt. Ja, Trump en Musk zijn een door ongeremde oligarchische en racistische autocratie aan het vestigen. De dynamiek en de retoriek ervan, met haar nadruk op de natie-in-crisis die om een drastische en gewelddadige reddingsoperatie schreeuwt, is fascistisch. Die Hitlergroet van Musk is daarvan een illustratie. Maar wie de Hitlergroet nodig had om zich het fascistisch karakter van Trump en Musk aan de macht te realiseren, heeft niet erg opgelet en niet tijdig doorgedacht.

Het betreft hier trouwens – dit is belangrijk – geen kopie van het fascisme van destijds. Het is goed om van neofascisme te spreken.(1) Niet van neonazisme, een nogal misplaatst woordje. Er is weinig ‘neo’ te zien aan de Third Reich Enactment Societies waarvan de leden doorgaans neonazi’s worden genoemd. De NVU is gevaarlijk en dient van de straat te worden gejaagd. De NVU is daarmee echter niet neonazistisch, maar doodgewoon nazistisch. Met ‘neofascistisch’ bedoel ik dus iets anders: huidige fascisten als Wilders en Trump opereren anders dat Hitler en Mussolini, zowel op weg naar de macht als in de uitoefening ervan. Het verschil zit in drie zaken.

Allereerst de weg naar de macht. Hitler en Mussolini gebruikten daarbij een gewelddadige straatbeweging: knokploegen die ze omvormden tot paramilitaire organisaties zoals de SA. Met die bewegingen veroverden fascisten macht op straat tegenover linkse partijen en vakbonden. Met die bewegingen bewezen fascisten hun nut voor kapitalisten, die via fascistische knokploegen van vakbondsstrijd en dergelijke werden verlost. Via gewapende paramilitaire organisaties konden fascisten ook met burgeroorlog dreigen en zichzelf presenteren als onmisbaar voor het herstel van ‘rust en orde’.

Vandaag de dag ontbreekt dit verschijnsel niet helemaal – denk aan de menigte waarmee Trump op 6 januari 2021 zijn eerste presidentschap dacht te bestendigen. Maar dit type activisme staan niet centraal in de strategie van Trump. Dat is echt anders dan bij de opkomst van Mussolini en Hitler.

Het verschil is belangrijk omdat je mensen tegenkomt die op deze basis ontkennen dat Trumps Maga-beweging fascisme betekent. En dus zie je – terwijl de autocratie vorm krijgt en de zuiveringen, etnische en politiek, op gang aan het komen zijn – in een marxistische uitgave dit: ‘Het is natuurlijk fundamenteel verkeerd om het Trump-presidentschap en het Magaisme gelijk te stellen met fascisme. Het fascisme gaat allereerst en boven alles over het verpletteren van de georganiseerde arbeidersklasse om een revolutionaire situatie in negatieve zin op te lossen’.(2)

Er is geen georganiseerde arbeidersklasse die revolutie uitstraalt, dus fascisme is vanuit het kapitaal gezien overbodig. Er is geen noodzaak voor paramilitaire bewegingen om die dreiging te helpen vernietigen. Dus is er geen fascisme. Zo wordt de noodzaak om met linkse bewegingen via paramilitair geweld af te rekenen gezien als definiërend kenmerk van het fascisme. Dus wachtten veel marxisten keurig met het benoemen van Wilders als fascist, want waar was de straatbeweging?

Maar Trump en Wilders zijn niet bezig met wat hun rol zou moeten zijn ‘vanuit het kapitaal gezien’. Ze zijn de macht aan het veroveren voor zichzelf, vanuit het idee dat de natie-in-gevaar dat vereist. En ze zijn bereid daarvoor het grofste geweld in te zetten. Ze treden nadrukkelijk in de voetsporen van Hitler en Mussolini in wat hen beweegt en waar ze naar streven. Het ontbreken van paramilitaire bewegingen omdat ze die bij gebrek aan links gevaar niet nodig hebben is een verschil in context, een verschil in aanpak. Het maakt ze niet minder fascistisch en niet minder gevaarlijk ook. Het kan heel goed zijn dat de paramilitaire poot alsnog prominenter wordt – en dan komt het bestaan van nazi-groepjes, Proud Boys en dergelijke, neofascistische leiders goed uit. Maar neofascisme kan momenteel dus ook (vrijwel) zonder zoiets.

Je kunt zelfs kunnen redeneren dat het gebrek aan georganiseerd arbeidersverzet, het ontbreken van linkse strijd, de vestiging van een fascistisch bewind makkelijker maakt. Fascisten hoeven er geeneens een burgeroorlog voor te riskeren! Ze kunnen democratische façades overeind houden terwijl ze hun controle verstevigen. Het fascisme van Mussolini en Hitler was een eerste ronde in de vestiging van een oligarchische, nationalistische en racistische autocratie. Die is mislukt. We zijn nu middenin een tweede ronde van zulke pogingen – en het gebrek aan verzet maakt die kansrijker, zoals ook de crisisverschijnselen die het kapitalisme oproept het van zo’n autocratie uit kapitalistisch oogpunt eerder groter dan kleiner maakt. Welk of geen paramilitaire beweging? Dat is een verschil in tactiek en context. Het maakt niet het verschil in wel of geen fascisme uit.

Er zijn ook verschillen in fascistische machtsuitoefening toen en nu. Mussolini schafte gaandeweg de liberale democratie af. Hitler deed dat ook, maar veel sneller. Beide landen werden eenpartijstaten, net als trouwens Spanje onder Franco. Vandaag de dag doen fascisten dat niet. Orban regeert Hongarije sinds 2010, en er zijn nog steeds verkiezingen waar oppositiepartijen aan mee doen. In Polen regeerde de PiS-partij, geestverwanten van Orban, maar die zijn via verkiezingen de regeringsmacht kwijtgeraakt. Modi in India komt keer op keer bovenaan… via verkiezingen, ook als het daarmee wel eens tegenzit. Er is zelfs al een Engels woord voor zo’n semi-dictatuur die verkiezingen niet afschaft: ‘competitive authoritarianism’.(3)

Fascisme en electorale democratie staan niet zo lijnrecht tegenover elkaar: fascisten hanteren die democratie, vervormen die steeds verder zonder volledig tot afschaffing ervan en vorming van een eenpartijstaat over te gaan. Dat klinkt minder geruststellend dan het is: via de electorale methode, gecombineerd met dure processen tegen dwarsliggende media, pressie via internet en doxing en grof staatsgeweld tegen demonstranten, kan een fascistisch politicus wel degelijk een autocratie vestigen. Zie Musk en Trump: die worden niet pas fascisten als ze de volgende presidentsverkiezingen afblazen. Wie pas ‘fascisme! roept als de eenpartijstaat wordt gevestigd, wacht te lang. Schoof heeft geen Rijksdagbrand nodig om zijn dictatuur te vestigen. Hij heeft daarvoor zelfs de afschaffing van een democratisch ogend stelsel niet nodig.

Een laatste verschil betreft de economie. Old skool fascisten opereerden daarin anders dan hun hedendaagse opvolgers. Mussolini verordonneerde samenwerking van ondernemers en werknemers in hiërarchische organisaties met de staat als autoritaire regisseur. Ondernemers hielden hun bezit maar leverden een stuk vrijheid op de markt in, in ruil voor absolute zeggenschap over hun personeel. Dit stelsel van verplichte hiërarchisch georganiseerde klassensamenwerking heette ‘corporatisme’. De corporaties waren die organen van werknemers en werkgevers samen onder overheidstoezicht. Toen Mussolini zei: ‘de fascistische staat is de corporatieve staat’(4) doelde hij op dit stelsel.

Corporaties betekent hier iets anders dan zomaar bedrijven. Niet elk samengaan van grote bedrijven – in het Engels ‘corporations’ genoemd – met de staat, zoals dat in het kapitalisme gangbaar is, valt zomaar als corporatieve staat en daarmee fascisme te typeren. In menige staat is van nauwe samenwerking tussen bedrijven en overheid sprake. Alle kapitalistische staten ondersteunen bedrijven in en met die staat. Maar daarmee zijn nog niet al die staten fascistisch.

Die corporatieve aanpak in de jaren dertig paste in een tijd toen het kapitalisme sowieso steeds meer staatsinvloed en zelfs staatsregie hanteerde. In de VS kwam er de New Deal. In de Sovjet-Unie was de staat de grote opperkapitalist. In Italië deden ze het met die corporaties. Maar niet daar lag de essentie van het fascisme, hoe hard Mussolini ook gebruld mag hebben van wel. Het ontbreken van corporatisme is wederom geen teken dat Trump en Wilders ‘eigenlijk’ geen fascisme aan het opbouwen zijn. Het is slechts een verschil in aanpak, vanwege een veranderde context.

Vandaag de dag speelt dat corporatisme geen serieuze rol bij mensen als Wilders, Musk, Le Pen. Het is juist een ongebreidelde, via kettingzagen van extra ruimte voorziene vrije markt die centraal staat. De autocratie is openlijk oligarchisch, met de ongebreidelde hebzucht van oligarchen, giga-kapitalisten, op de troon. Maar niet de rol van die kapitalisten in het bestuur op zich maakt dat bestuur tot fascistisch. Dat doet de aard van dat bestuur, als handvat voor een keiharde uitvoering van een project van nationale redding door de vestiging van een nationalistische autocratie. Wat ons te doen staat? Dat project bestrijden, ontregelen en verslaan.

Noten:

(**) In de versie zoals die in de BdO staat, zijn de woordjes ’toch niet’ hier verdwenen. Dat maakt de betekenis echter wezenlijk anders dan wat ik porbeer uit te leggen. Ik bedoel wel degelijk dat zulke regimes geen soortgenoot zijn van fascistische regimes. Het zijn vreselijke regimes, ze verdienen evenzeer vbestrijding als fascistische regimes, maar de werking en de fundamenten zijn anders, reden waarom de bestrijding maar beter ook andere vormen aanneemt en een andere argumentatie vereist.

(1) Zie ook: Gilbert Achcar, ‘The Age of Neofascism and its Distinctive Features’, 4 februari 2025, https://gilbert-achcar.net/age-of-neofascism

(2) ‘CPGB perspectives for 2025’, Weekly Worker, nr. 1527, 27 februari 2025, https://weeklyworker.co.uk/worker/1527/cpgb-perspectives-for-2025/

(3) Zie bijvoorbeeld Steven Levinsky & Lucan A. Way, ‘ The new Competitive Authoritarianism’, Journal of Democracy, vol. 31, nr. 1, januari 2020, https://www.journalofdemocracy.org/articles/the-new-competitive-authoritarianism/

(4) Gevonden via Azquotes.com, https://www.azquotes.com/author/10620-Benito_Mussolini

Peter Storm

Reacties (0)

Voeg nieuwe reactie toe

Wij tolereren geen: racisme, seksisme, transfobie, antisemitisme, ableisme enz.